Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw De Rudder heeft het woord.
Starten met bewegen is nu meer dan ooit belangrijk om gezond en sterk te blijven. Voldoende bewegen kan immers bijdragen tot een verhoogde fysieke en mentale weerbaarheid in deze moeilijke tijden van corona.
Het Vlaams Instituut Gezond Leven heeft het project ‘Bewegen Op Verwijzing’ opgezet. Huisartsen kunnen patiënten met een verwijsbrief doorsturen naar een ‘Bewegen Op Verwijzing’-coach, die dan samen met de patiënt aan de slag gaat.
De projectsubsidie van ‘Bewegen Op Verwijzing’ loopt eind 2020 af. Dit geeft geen grote zekerheid voor coaches, bestaande netwerken en lokale besturen om hier volop in te investeren. Zekerheid op korte termijn over de verlening van de projectsubsidie is zeer wenselijk.
Minister, zal de projectsubsidie van ‘Bewegen Op Verwijzing’ verdergezet worden? Zo ja, voor hoeveel jaar?
Heeft er reeds een tussentijdse evaluatie plaatsgevonden? Wat zijn de resultaten daarvan?
Komt er ook een uitbreiding van doorverwijzers? Komen er naast de arts nog bevoegde personen die mensen kunnen doorverwijzen naar een coach?
Wat is de rol van de eerstelijnszone in dit project?
Minister Beke heeft het woord.
Collega, ik kan u goed nieuws geven, want op 23 oktober heeft de Vlaamse Regering beslist om het project met minstens 2 jaar te verlengen, tot en met 2022.
Er vindt elk jaar een tussentijdse evaluatie plaats. De laatste evaluatie heeft betrekking op 2019. De belangrijkste resultaten zijn dat het aantal verwijzingen door huisartsen en het aantal deelnemers blijft stijgen: in 2019 waren er 2625 nieuwe deelnemers. In totaal vonden er 9655 consulten plaats. 36 procent van de deelnemers viel onder het systeem van verhoogde tegemoetkoming. Zij kunnen een coach bezoeken aan een goedkoper tarief en uit de resultaten blijkt dat dat effect heeft, samen met de goede bewustmaking door de lokale partners. Niet alle personen die worden verwezen, gaan echter effectief naar een coach. We gaan de mogelijke drempels verder onderzoeken en aanpakken indien mogelijk.
Er is nood aan het blijven motiveren van de huisartsen. Het laatste resultaat is dat de lokale partners blijvend nood hebben aan ondersteuning, bijvoorbeeld campagnematerialen en lokale cijfergegevens, hoe sneller hoe beter.
Bij de verlenging is ook een uitbreiding van doorverwijzers voorzien. Alle artsen kunnen nu doorverwijzen. Daarnaast is er in de mogelijkheid voorzien om andere zorgverstrekkers te laten doorverwijzen, zoals de diëtist, de psycholoog, de verpleegkundige, de maatschappelijk werker enzovoort. Dat zal in lokale proefprojecten getest worden. De huisarts zal wel altijd geïnformeerd worden.
Van bij de opstart van het project eind 2015 is er heel sterk ingezet op het betrekken van lokale partners, lokale besturen, huisartsenkringen enzovoort. Die waren samengesteld op het zorgregioniveau. Het afgelopen jaar hebben die netwerken zich geschikt naar de nieuwe indeling van de eerstelijnszones. Zij blijven hun taken voortzetten. Bijkomend moeten zij ook minstens jaarlijks de zorgraad informeren over ‘Bewegen Op Verwijzing’. Op termijn willen we de lokale werking over ‘Bewegen Op Verwijzing’ verder door de zorgraden laten coördineren.
Mevrouw De Rudder heeft het woord.
Dank u wel, minister. Ik ben blij te horen dat er een verlenging van dit project komt. Ik denk dat we allemaal beseffen dat bewegen in deze tijden van corona nog extra belangrijk is geworden. Het is dan ook goed nieuws voor al die mensen die al een beroep hebben gedaan op een coach of mensen die er in de toekomst een beroep op zouden gaan doen.
Dit is heel positief nieuws. Ook de uitbreiding van de doorverwijsfunctie is toch wel heel belangrijk om mee te nemen, omdat we anders te beperkt zaten met die huisarts. Ook dat is heel goed nieuws. Wat betreft het betrekken van de lokale partners en de zorgraden: het is allemaal goed om dat te kunnen melden.
Dank u wel, minister, voor dit positieve antwoord. U geeft zelf ook aan dat de huisartsen nood hebben aan campagnemateriaal. Dat is ook wel wat ze zelf aangeven. Ik zou ook willen vragen of mee een oproep doen om het project in de komende jaren nog beter in de kijker te zetten en nog meer in te zetten op die campagnes, zodat mensen heel goed weten dat er iets op de markt is om begeleid te kunnen worden bij beweging, wat noodzakelijk is in deze tijden.
Dank u wel voor dit positieve antwoord. Voorzitter, ik heb geen bijkomende vragen meer.
De heer Daniëls heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor uw antwoord. Ik zal niet verhullen dat ik eerst wat sceptisch was. Het laatste evaluatierapport dat op de website staat, is van 2018. Ik vind geen recenter rapport op de website van ‘Bewegen Op Verwijzing’. Op dat moment waren er 1765 mensen die eraan deelnamen. Als ik hoor dat dat tot boven 2000 stijgt, dan vind ik dat positief. Er is toch een stijging te zien. Ik heb nog twee heel concrete bijkomende vragen.
Mijn eerste bijkomende vraag is: in welke mate wordt die beweging dan bestendigd? Men heeft een coach, maar gaat dat dan over in het effectief blijven bewegen, het aansluiten bij een sportclub, het structureel gaan bewegen of blijft het bij bewegen met die coach en stopt het als die wegvalt?
Mijn tweede bijkomende vraag – want dat kunnen we er niet echt uit afleiden – is wat nu eigenlijk de kostprijs per deelnemer aan dit project is, als we kijken naar de 2000 deelnemers en het totale budget dat wordt gebruikt voor de uitbetaling van de coaches. Voor 2018 heb ik daar wel cijfers over gevonden. Kunt u meer inzage geven in de efficiëntie en de effectiviteit van dit project? Voor alle duidelijkheid, voor de N-VA is bewegen zeker belangrijk, maar we moeten ook kijken dat het blijvend bewegen wordt en dat iedereen dit project kent als men ernaar wil doorverwijzen.
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Dat bewegen heel belangrijk is, weten we allemaal, zeker in deze tijden, waarin we zoveel zitten. Dat zou het nieuwe roken zijn en daarom is het inderdaad heel belangrijk om mensen te motiveren om meer te bewegen. We hebben ook in het regeerakkoord ingeschreven dat we eerder willen gaan naar geïntegreerde coachingprogramma’s en dat we gewicht, roken, stress en mentaal welzijn meer gaan groeperen. Als je bijvoorbeeld een risicopatiënt hebt die rookt en onvoldoende beweegt, ga je die patiënt veel minder gemakkelijk gemotiveerd krijgen, als je die in afzonderlijke programma’s moet stoppen, maar wel als dat onder een coach zou vallen.
Mijn vraag is dus ook een beetje: wordt er daaraan gewerkt? En dan eenzelfde vraag over de effectiviteit: zijn er resultaten wat de efficiëntie van ‘Bewegen Op Verwijzing’ betreft?
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Ik ben het helemaal eens met de suggesties van de collega’s, voor het grootste deel. Het belang lijkt voor iedereen duidelijk. Maar ik hoor u op het einde van uw antwoord zeggen dat er, zeker met de evoluties in de eerstelijnszones, meer en meer gewerkt zal worden om dat daarin op te nemen en dan ook verantwoording aan de zorgraden af te leggen. Ik vind dat allemaal heel goed, maar ik wil toch een pleidooi houden, als voormalig schepen bevoegd voor die materie in de voorbije jaren, om die lokale verankering helemaal niet los te laten en de lokale besturen daar actief bij te betrekken. Het thema van bewegen en specifiek dit project kunnen in de buurtwerking, waar u voorstander van bent, een grote meerwaarde zijn. Misschien zijn er zelfs nog andere projecten en trajecten rond beweging af te leggen om dat aan de buurtgerichte werking te verbinden. Ik wou dat als aandachtspunt nog aanstippen.
Minister Beke heeft het woord.
Collega’s, wat de doorverwijzing betreft: dankzij ‘Bewegen Op Verwijzing’ wordt er ook een beweegplan opgemaakt en wordt er ook verwezen naar externe mogelijkheden tot bewegen. Dat is niet altijd een sportclub, net omdat het voor heel wat mensen uit die doelgroep een zeer moeilijk haalbare zaak is.
Wat de tussenkomst van de patiënt betreft, die is er, maar ze is beperkt. Dankzij ‘Bewegen Op Verwijzing’ profiteert men van heel lage tarieven. Je betaalt aan de coach maar 5 euro per kwartier voor een individuele sessie en 1 euro per kwartier voor een groepssessie. Personen met een verhoogde tegemoetkoming betalen minder dan anderen.
Mevrouw De Rudder heeft het woord.
Ik denk dat alle collega’s het ermee eens zijn dat bewegen heel belangrijk is en dat ‘Bewegen Op Verwijzing’ een heel positief project is dat sinds het ontstaan ook direct is opgepakt en doorgegroeid. Het is dus goed dat het ook in de toekomst kan worden voortgezet omdat het heel laagdrempelig werkt en heel wat mensen kan bereiken. Dank u wel.
De vraag om uitleg is afgehandeld.