Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Van Rooy heeft het woord.
Voorzitter, deze vraag is al een aantal weken geleden ingediend en er is sindsdien natuurlijk veel gebeurd op het vlak van de klimaatdoelstellingen. Toen ik de vraag indiende, kwam het erop neer dat de Federale Regering van de Europese Commissie meer details wou krijgen over de manier waarop de doelstelling om de CO2-uitstoot tegen 2030 met minstens 55 procent te verminderen ten opzichte van 1990, becijferd is.
Morgen en overmorgen is er een nieuwe Europese top met de staatshoofden en regeringsleiders van de Europese Unie (EU), waarop zal moeten worden beslist over die doelstelling van 55 procent CO2-reductie tegen 2030, en meer bepaald ook over het voorstel van de EU met betrekking tot de klimaatdoelstellingen. De Vlaamse Regering heeft aangegeven dat premier De Croo slechts akkoord mag gaan indien twee belangrijke voorwaarden voor Vlaanderen vervuld zouden zijn. U hebt dat gisteren nog proberen toe te lichten in Terzake, minister. Ten eerste is er de zogenaamde kostenefficiëntie. De inspanningen moeten beter gespreid worden over de EU-lidstaten. En ten tweede is er de internationale flexibiliteit, waardoor Vlaanderen in andere EU-landen hernieuwbare energie zou moeten kunnen aankopen. Dat zijn zogezegd de twee voorwaarden voor Vlaanderen ten opzichte van België om de reductiedoelstellingen van de EU en de Green Deal van min 55 procent te ondertekenen.
Ik heb er hier eerder al op gewezen dat in het federale regeerakkoord, en ook als we mevrouw Tinne Van der Straeten en haar collega mevrouw Khattabi bezig horen, het heel duidelijk is: zij zijn klimaathysterisch en zij zullen die doelstelling van de EU onderschrijven, hoe hoog die ook zal worden – het was eerst min 40, nu is het min 55, straks moet het misschien nog hoger zijn. Ondertussen blijven deze Vlaamse Regering en mevrouw Demir goochelen met de toverwoorden dat de doelstellingen ‘realistisch’ moeten zijn en dat het ‘haalbaar en betaalbaar’ moet zijn.
Dat zijn natuurlijk twee totaal tegengestelde visies. Men kan dat nog zoveel mogelijk proberen te masseren door desgevraagd te zeggen dat men een constructief overleg heeft gehad met elkaar. En dan bedoel ik mevrouw Demir met het federale niveau, mevrouw Van der Straeten en mevrouw Khattabi. Maar toch zien wij in bepaalde uitspraken en op sociale media dat er een groot haar in de boter zit tussen het Vlaamse en het federale niveau en dat de visies, zoals ik al zei, totaal tegengesteld zijn. Er werd hier daarnet gesproken over fake news. Ik verwijs naar de tweet van mevrouw Demir, die mevrouw Khattabi van desinformatie beschuldigt. En desinformatie, dat is fake news. Mevrouw Khattabi had getweet dat België zeker de Europese ambitie van min 55 procent zal ondersteunen op de Europese Raad van morgen en overmorgen. En ondertussen hinkt de Vlaamse Regering daar amechtig achteraan, om te zeggen: ‘Wacht, niet te snel, wij kunnen dat niet aan.’ Die trein van de Belgische federatie en van de EU holt natuurlijk gewoon door.
Mijn logische vraag is dan ook wat de stand van zaken is, mevrouw Demir. Kunt u meer toelichting geven over de becijfering van de doelstelling van min 55 procent, zoals die is voorgesteld door de Europese Commissie? Hoe wordt dat becijferd? Wat zal dat betekenen voor Vlaanderen? Wanneer zult u dat te weten komen?
Hebt u hierover al verder overleg gehad met de Belgische regering? Hoe is dat verlopen? Is er nu een gemeenschappelijk standpunt dat u kunt onderschrijven? Zo ja, kunt u daar wat meer toelichting bij geven?
Minister Demir heeft het woord.
We hebben de afgelopen maanden en weken heel hard aan dit dossier gewerkt. Mijnheer Van Rooy, we kunnen twee dingen doen. Een daarvan is gewoon neen zeggen en op het einde van de rit aan de zijlijn staan. Dat wensen wij niet te doen vanuit Vlaanderen, wij willen meedoen. Het is belangrijk dat de Vlaamse Regering wordt gehoord.
We hebben heel wat contacten gelegd. Op uitdrukkelijke vraag van Vlaanderen hebben de Belgische vertegenwoordigers tijdens de besprekingen allerlei vragen gesteld aan de Europese Commissie en gewezen op een aantal zaken waaronder de energie-intensieve industrie in Vlaanderen, de dichtbevolktheid van onze regio, enzovoort. Heel wat van onze vragen en bezorgdheden zijn aan bod gekomen tijdens een bilaterale ontmoeting tussen België en de Europese Commissie. Ons kabinet maakte deel uit van die delegatie en heeft de standpunten en bezorgdheden van Vlaanderen rechtstreeks aangekaart op twee verschillende overlegmomenten met het kabinet van commissaris Timmermans. Dat is ook wat Vlamingen verwachten, dat wij niet aan de zijlijn blijven staan en alles ondergaan, maar dat we invloed uitoefenen op alle fronten.
Wij hebben ook binnen de Vlaamse Regering gepraat over het standpunt van Vlaanderen. De premier heeft de regio’s geconsulteerd waarbij Vlaanderen een heel duidelijk signaal heeft gegeven over de Europese doelstellingen. Er waren nog andere West-Europese landen die dezelfde bedenkingen maakten. Wanneer Europa de doelstelling scherper wil stellen, dan moet dat kostenefficiënt worden verdeeld. Ik vind dat essentieel. Wanneer dat de vorige keer was gebeurd, dan hadden Hongarije, Bulgarije en Polen geen 0, 2 of 7 procent gehad maar meer en dan had Vlaanderen min 25 procent gehad.
Wanneer die landen akkoord gaan met die kostenefficiëntie, dan is dat natuurlijk ook goed voor Vlaanderen. Wanneer bijkomende inspanningen worden geleverd, vind ik het heel belangrijk dat de Oostbloklanden die momenteel bijna niets doen, de winsten moeten boeken. CO2 stopt immers niet aan de grens. Ik vind het belangrijk dat we die CO2-reductie op een realistische wijze zullen doorvoeren in Vlaanderen, we hebben daar ook een plan voor tegen 2030. Na die periode rekenen we ook heel fel op nieuwe technologie en renovatie. Minister Crevits heeft 125 miljoen euro uitgetrokken voor onderzoek van alles wat met waterstof te maken heeft.
Een andere bedenking die Vlaanderen heeft gemaakt is dat wanneer Europa de inspanning verhoogt, het belangrijk is dat er internationale flexibiliteit is. U hebt gezegd dat wij statistieken in Europa willen kopen, maar dat is niet juist. Internationale flexibiliteit is ofwel statistieken in het buitenland kopen, ofwel de Vlaamse technologie in andere landen gebruiken en op die manier die CO2-winsten realiseren. Die flexibiliteit is heel belangrijk omdat dat goed is voor de Vlaamse bedrijven. Wanneer het gaat over het aankopen van statistieken, zal die Europese markt tegen 2030 verzadigd zijn, wat de prijzen zal opdrijven. Dat is heel belangrijk voor Vlaanderen; Wanneer we niet veel willen betalen, dan is er die internationale flexibiliteit. Dat zijn twee belangrijke voorwaarden die we hebben gesteld aan de Belgische regering. De andere regio’s hadden geen voorwaarden.
Maandag was er een vergadering met de verschillende deelstaten. Daar hebben wij herhaald dat wanneer Europa dat wil doen, Vlaanderen dit niet zal tegenhouden op voorwaarde dat andere Europese landen ook iets doen. Uit gesprekken met de federale overheid hebben wij begrepen dat de premier het Vlaamse standpunt op het eind van de week zal brengen. Er zijn nog negen andere landen met dezelfde opmerkingen. Wij hopen dan ook een invloed te hebben op die Europese regelgeving.
Pas volgend jaar in juni zal België een doelstelling krijgen en pas dan zal met de regio’s worden bekeken en onderhandeld wie wat zal doen. In onze beslissing met die twee strikte voorwaarden hebben we ook nog een andere voorwaarde opgelegd, namelijk dat de federale entiteit ook inspanningen levert wanneer het over CO2-reductie gaat.
We konden ook aan de zijlijn blijven staan en niets doen maar ik probeer op die manier het onderste uit de kan te halen. Ik ben ook heel blij dat ook nog negen andere lidstaten dezelfde bedenkingen hebben. Eind deze week zullen we weten hoe Europa daarop reageert: zal Europa rekening houden met die voorwaarden of zal het de teksten amenderen en de onderhandelingen heropstarten? Ik probeer het maximum eruit te halen, en ik denk dat dit ook van mij wordt verwacht.
De heer van Rooy heeft het woord.
Minister, u hebt een lang betoog gehouden waaruit vooral moet blijken hoeveel moeite u zich wel getroost. Voor alle duidelijkheid, ik denk dat dat klopt. Ik denk dat u het hart op de juiste plek hebt voor Vlaanderen en voor de Vlamingen, en dat u effectief het onderste uit de kan probeert te halen. Alleen is dat natuurlijk verre van voldoende en zal dat onderste uit de kan altijd te weinig blijven zolang wij ons binnen dat carcan van de EU en van die Green Deal proberen te bewegen, en met name ook binnen die Belgische federatie.
Want sta me toch toe om te herhalen dat de tweets die u naar uw federale collega van Milieu Zakia Khattabi stuurt en waarin u schrijft dat zij fake news verspreidt over het ondersteunen van de Europese ambitie van min 25 procent op de Europese Raad, mij en de vele burgers die dat lezen, niet echt met vertrouwen vervullen over de manier waarop de Federale Regering omgaat met uw wensen met betrekking tot die zogenaamde kostenefficiëntie en internationale flexibiliteit. Ik wil er toch even op wijzen dat mijn goede federale collega, Kurt Ravyts, collega-parlementslid, gisteren nog minister Khattabi heeft ondervraagd over – inderdaad – de wensen van u, van Vlaanderen, en over de voorwaarden die volgens u strikt moeten worden doorgegeven. Uit het antwoord van de minister – u kunt er misschien het verslag op nalezen – blijkt een totale minachting voor uw wensen en noden, minister Demir.
Zij houdt totaal geen rekening met Vlaanderen. We kennen mevrouw Khattabi al langer. Ik moet u dat niet vertellen. Het waren de PVDA en Ecolo-Groen die voluit applaudisseerden voor haar triomfantelijke antwoord, waarin ze aangaf dat ze gewoon met de Belgische Regering de min 55 procent zal ondersteunen. De Vlaamse voorwaarden werden door haar gewoon van tafel geveegd. Dat bleek ook uit de tweet die u terecht hebt bekritiseerd.
Los van mijn totale wantrouwen in deze hele situatie, wil ik u nog een vraag stellen. Wat bedoelt u concreet met die zogenaamde kostenefficiëntie en internationale flexibiliteit? Kunt u mij dan eens vertellen hoeveel procent reductie België zou moeten aanvaarden en hoeveel procent reductie landen als Hongarije en Polen – waar ik overigens geen contacten heb, ik zal u moeten teleurstellen – dan moeten inschrijven? Hoeveel minder procent reductie zou België en dus ook Vlaanderen dan opgelegd moeten krijgen van de EU? Ik zou dat heel concreet willen weten.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Er zijn drie basisprincipes ingeschreven in het Vlaamse regeerakkoord. Tot nader order, mijnheer Van Rooy, behoort u niet tot deze regering, maar wel ook CD&V en Open Vld.
Ten eerste, bottom-up. Ik denk dat hier heel duidelijk is dat we bottom-up hebben gewerkt. We hebben duidelijk de boodschap meegegeven aan de federale overheid. De premier is bereid om dit standpunt te verdedigen op het Europese niveau. Ik denk dat dat zo hoort. Je ziet dat ook binnen het Europees Comité van de Regio's. Daar werkt het ook zo. Daar is er ook de enorme vraag naar bottom-up.
Ten tweede, kostenefficiëntie. Ik moet mijn tijd beperken, maar anders had ik wel willen uitleggen over hoeveel procent het zal gaan. U moet natuurlijk juiste jaartallen gebruiken en discussiëren over non-ETS of ETS. Laat ons zeggen dat non-ETS versus 2005 waarschijnlijk zal gaan over 42 of 43 procent. Kostenefficiëntie is belangrijk, want het is soms goedkoper om meer inspanningen te doen elders dan inspanningen te doen die bij ons al zijn gebeurd. De Croo zal dat meenemen en dat is goed want dat is ‘de bottom-up approach’.
Internationale flexibiliteit is logisch en staat ook in ons regeerakkoord. Ook dat neemt De Croo mee.
We zijn bottom-up tot een zeer goed akkoord gekomen en hebben de vraag aan De Croo gesteld die dan de vraag op Europees niveau zal stellen. Dat zijn de voorwaarden. Ik denk dat het niet klaarder en duidelijker kan zijn.
De heer Steenwegen heeft het woord.
Ik wil enkele bijkomende vragen stellen om ook wat duidelijkheid te krijgen.
Minister, we zijn natuurlijk blij dat er een akkoord is gekomen en dat België een standpunt kan innemen op de Europese top. Dat is een goede zaak. In dat verband wil ik vragen hoe het overleg is verlopen, omdat het niet gemakkelijk is om tot zulke akkoorden te komen. We hebben in het verleden gezien hoe lang het soms kan duren, de ‘burden sharing’. Blijkbaar is men nu vrij vlot tot een akkoord gekomen. Wat was uw inschatting van het overleg?
We stellen voorwaarden en daar is nu een akkoord over, maar die voorwaarden zullen niet vastgelegd worden op het overleg deze week. Dat zal deel uitmaken van de triloog die nu volgt, waarbij de Raad, de Commissie en het Parlement verder zullen discussiëren over de hoogte van de reductie die men wil nastreven en de randvoorwaarden die er eventueel bij zullen worden gevoegd. Hoe ziet u het verdere vervolg van dit proces? In hoeverre is er duidelijkheid over hoe ver die flexibiliteit en die kostenefficiëntie moeten gaan om er akkoord mee te kunnen gaan? Uiteindelijk zijn dat twee begrippen die ruimer of smaller kunnen worden ingevuld.
De heer Schiltz heeft het woord.
Minister, ook ik dank u voor uw benadering. Ik denk dat het heel helder is. De heer Gryffroy heeft nog eens goed de geest en de letter van het Vlaamse regeerakkoord samengevat en op die manier ook de geest van samenwerking.
Minister, u hebt het helemaal juist dat Vlaanderen een kleine maar welvarende en krachtige regio is in het geheel van Europa. Als we de koers van Europa mee willen bepalen, dan zoeken wij bondgenoten. Dan gaan we niet als een krijsend kind aan de kant staan brullen en tieren en ons in de supermarkt op de grond werpen omdat we onze snoepjes niet krijgen. Neen, dan werken wij samen om aan te tonen, op basis van rationele argumenten, wat onze case is en dan zullen wij daar ook gehoor voor vinden, zoals nu ook duidelijk blijkt.
Ik heb uit goede bron vernomen dat we wel wat medestanders hebben wat betreft die kostenefficiëntie en flexibiliteit.
Mijnheer Van Rooy, het is de evidentie zelve dat wanneer er ergens anders, in Duitsland, Nederland, Denemarken of Spanje, op een efficiëntere manier geïnvesteerd kan worden in de energietransitie, Europa daar ook oren naar zal hebben. Het is belangrijk dat we met z'n allen samen, de 27 lidstaten, een tijdperk ingaan waarin we een volgende industrialiseringsgolf kunnen krijgen, een welvaartsgolf die gebaseerd zal zijn op hernieuwbare energie en het halen van de klimaatdoelstellingen.
Dus, minister, hartelijk dank om een akkoord bereikt te hebben met de federale overheid en de Vlaamse punten neergezet te hebben. Ik hoop dat u bij het bepalen van de concrete landen- en regiospecifieke doelstellingen in die geest van samenwerking de Vlaamse en Belgische standpunten in Europa scherp kunt houden en op die manier welvaart naar onze regio kunt brengen.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Minister, ik ben zeer blij met de manier waarop u dit dossier hebt aangepakt. U hebt de correcte visie vertaald naar het federale niveau. We moeten klimaatambitieus zijn, maar ook rationeel in de benadering van deze uitdaging. Kostenefficiëntie is cruciaal. De idee dat Europa klimaatneutraal kan en moet zijn, kan welvaart brengen, de gezondheid verhogen en de economie versterken. Dat bewijzen talloze studies, maar dat moeten we op Europees niveau benaderen. Het heeft geen zin dat we op lidstaatniveau klimaatneutraliteit nastreven. Dat is allesbehalve kostenefficiënt. Ik ben dus blij met uw houding.
Mijnheer Van Rooy, ik heb trouwens de vraag nagelezen. Mevrouw Khattabi heeft wel degelijk de kostenefficiëntie en de andere voorwaarden vermeld in haar antwoord op de parlementaire vragen gisteren. Ik ga ervan uit dat de federale collega's die vragen en randvoorwaarden heel uitdrukkelijk meenemen naar het Europese overleg.
Minister, wat kan er verder gebeuren op dat Europees niveau? We hebben negen lidstaten die ook die kostenefficiëntie bepleiten. Legt u nog andere contacten met andere regio's of lidstaten om meer medestanders te vinden? Dit debat zal nog vele maanden gevoerd worden.
Het betekent natuurlijk ook dat we meer zullen moeten doen. Hoeveel meer moet nog intra-Belgisch worden uitgeklaard. We zullen meer moeten doen op een heel aantal parameters. Ik denk maar aan hernieuwbare energie. We willen waterstofkoploper zijn in Europa. Dat lukt alleen maar als we een heel grote hoeveelheid aan hernieuwbare energie hebben om op die manier om te zetten en te gebruiken via de waterstoftechnologie. Hoe ziet u dat binnen het intra-Vlaamse traject om bij te dragen aan de nieuwe doelstellingen?
Minister Demir heeft het woord.
Van een Vlaams minister wordt echt wel verwacht om zoveel mogelijk medestanders te vinden. We hebben zowel met de Belgische diplomaten als met het kabinet van Frans Timmermans overlegd om onze bezorgdheden over te maken. Er zijn ook verschillende overlegmomenten geweest met de collega's uit Wallonië, Brussel en het federale niveau. Dat is altijd respectvol gebeurd, wat al veel is. Ook al heb je ideologisch een ander standpunt, dan kun je met respect voor elkaar en goed luisteren naar ieders bezorgdheden al een hele stap voorwaarts zetten. We hebben dat de afgelopen weken ook continu gedaan. We zijn er ook goed op tijd mee begonnen. De premier heeft recent nog duidelijk gesteld dat hij de voorwaarden van Vlaanderen mee zal nemen in het Belgische standpunt.
Hoe gaat dat nu verder lopen? De conclusies van de Europese Raad van later deze week zijn een eerste stap. Het is belangrijk dat daar de grote lijnen correct worden uitgezet, en dat we het binnen Europa eens zijn over een aantal belangrijke principes, zeker wat de kostenefficiëntie en de internationale flexibiliteit betreft. Ik ga bij die negen andere Europese landen zoals Estland, Finland en Portugal nagaan of we diplomatieke contacten kunnen leggen om bondgenootschappen te zoeken.
CO2 stopt niet aan de grenzen. Het kan niet zijn dat Polen, Hongarije en Bulgarije niets doen. We moeten daar samen sterk op inzetten.
Nadien zal dit in detail uitgewerkt moeten worden in allerlei richtlijnen en verordeningen. Ook daar zullen we de besprekingen uiteraard van heel nabij volgen, om te zorgen dat onze Vlaamse standpunten zoveel mogelijk worden meegenomen. Ook op dat moment zullen we blijven wegen. Maar belangrijk op dit moment is dat de grote lijnen en principes goed zitten in die raadsconclusies. Dan is het afwachten wat de Belgische doelstelling volgend jaar zal zijn.
U vraagt me wat die zal zijn, maar ik heb geen glazen bol. Ik weet dat niet. Ik hoop vooral dat de landen die op dit moment niets doen, een belangrijke bijdrage leveren. Op die manier zetten we toch weer een stap vooruit in deze uitdaging.
Ik vind het erg belangrijk dat we die realisaties halen. Er is veel aanwezig op het terrein. Met minister Somers heb ik de lokale klimaatplannen met vier werven vanuit Vlaanderen gesteund met heel wat financiële middelen.
Het is ook belangrijk dat Europa de nieuwe economie steunt. We moeten zien dat we vanuit Vlaanderen die boot niet missen en die economie ook naar hier brengen. Minister Crevits is heel goed bezig met de innovatie rond waterstof. Wij volgen dat ook mee op. Vlaanderen moet zorgen dat die economie, die ook tewerkstelling met zich meebrengt, hier komt. Als we aan de kant gaan staan, dan missen we de Europese middelen. Vlamingen verwachten dat ook. Aan de kant staan, niets doen en niet doorwegen, dat zou echt onverstandig zijn.
Met het kabinet heb ik alles op alles gezet om dat te doen en dat zullen we ook blijven doen. Ondertussen werken we verder aan de realisaties op het terrein voor de komende tien jaar. Als we dat op een verstandige manier doen, dan ben ik ervan overtuigd dat we die doelstelling halen. Het is frustrerend dat dat in het verleden telkens niet is gebeurd. Iedereen ervaart ondertussen de effecten van de klimaatopwarming. Kijk maar naar de droogteproblematiek. Niks doen is dus geen optie. We moeten stappen zetten, maar dat moet op een haalbare en betaalbare manier gebeuren. Vlaanderen probeert dat ook maximaal op die manier te doen.
De heer Van Rooy heeft het woord.
CO2 stopt niet aan de grens, heb ik hier een aantal keer gehoord, twee keer door de minister. Gelukkig maar, zou ik zeggen, anders zouden we veel minder plantengroei hebben.
Federaal minister Khattabi heeft gedaan wat u ook doet, en dat is telkens opnieuw dure woorden gebruiken zoals kostenefficiëntie, internationale flexibiliteit, haalbaar, betaalbaar.
Die woorden komen ieders oren uit, in de eerste plaats de mijne maar ook de oren van de burger, omdat die alleen maar moeten verbergen dat Vlaanderen gewoon achterop hobbelt. Dat werd hier eigenlijk ook gezegd door minister Demir. Het paard wordt hier wel degelijk achter de kar gespannen. Ze zegt: ‘ik heb geen glazen bol’, ‘ik hoop dit’ en ‘ik hoop dat’. De realiteit is dat België nu die min 55 procent zal ondertekenen bij de Europese Unie en dat er voor Vlaanderen geen enkele garantie is opgenomen dat dat zogenaamd kostenefficiënt zal zijn en dat er zogenaamde internationale flexibiliteit zal zijn.
Ik hoor hier: ‘dat wordt nadien in detail uitgewerkt’. Hoe belachelijk is dat? Wat een waanzin is dat? Het is alsof u een contract zou tekenen voor een nieuwe woning en nadat u uw handtekening gezet hebt, zou zeggen: ‘dat contract gaat over de grote lijnen, de details over de inrichting van de woning, de dikte van de muren en de vorm van het dak zullen we nadien uitwerken’. Het is typerend voor u, minister Demir – en bij uitbreiding de hele Vlaamse Regering – om slaafs de EU en het Belgische niveau dat daartussen zit, achterna te hobbelen en dan te hopen om nog iets uit de brand te slepen opdat de Vlaming niet te hard wordt gepakt.
We hebben het daarstraks gehad over de Belgische elektriciteitsfactuur, die tot de duurste in Europa behoort, onder andere omdat daar allerlei bedragen in zitten als groenestroombijdragen en bijdragen voor hernieuwbare energie. Ik hoor Open Vld dan zeggen: ‘de energiefactuur moet niet dalen want de zogenaamde hernieuwbare energie moet daarmee kunnen worden betaald’. Dat is bij dezen genoteerd, mijnheer Schiltz, dat volgens Open Vld – en bij uitbreiding heel deze regering natuurlijk – de CO2-dogmatiek belangrijker is dan het dalen van de energiefactuur voor de Vlamingen. Hetzelfde geldt voor minister Demir. Ze heeft het over het kopen van uitstootrechten en het kopen van hernieuwbare energie in het buitenland, allemaal om maar te kunnen voldoen aan dat CO2-dogma. Ik denk dat ons Vlaams belastinggeld veel beter kan worden besteed hier in Vlaanderen dan aan het kopen van wat voor CO2-toestanden dan ook in het buitenland.
Tot slot wil ik nog opmerken dat Polen en Hongarije momenteel nog altijd die meerjarenbegroting blokkeren en dus ook het Klimaattransitiefonds. Het is niet toevallig dat het verzet tegen deze ‘EUSSR’ wordt aangevoerd door landen uit Oost-Europa. Ofschoon ik er, zoals ik heb gezegd, geen contacten heb, blijf ik hopen dat ze dat inderdaad blijven doen.
Collega Van Rooy, u bent wat over uw tijd gegaan. Gezien het persoonlijk feit, vraagt collega Schiltz nog heel even het woord.
De heer Schiltz heeft het woord.
Collega Van Rooy, ik heb allerminst gezegd wat u mij probeert in de mond te leggen. Ik heb alleen aangegeven dat het wijzigen van elementen in de elektriciteitsfactuur een impact kan hebben op de rendabiliteit van bepaalde andere dingen en dat het een complex geheel is. Natuurlijk willen wij dat de factuur, de last op de mensen, naar beneden gaat en dat de koopkracht en de welvaart van de mensen stijgen. Maar u maakt er een populistisch simplisme van en u probeert mij mee te sleuren in uw denkwereld. Daar doe ik niet aan mee. Ik heb gewezen op de complexiteit en op de wenselijkheid dat onze factuur in lijn komt met die van de buurlanden en dat de kost voor de burger en voor de bedrijven daalt. Laat dat klaar en duidelijk zijn.
Ik zal het verslag erop nalezen, mijnheer Schiltz. Ik zal het ook niet nalaten om daar op terug te komen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.