Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Vraag om uitleg over het beroep van de Vlaamse Regering in het proces over haar luchtactieplan
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werden deze vragen om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Danen heeft het woord.
Begin oktober, ondertussen al even geleden, publiceerde de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) een syntheserapport met de belangrijkste conclusies van de luchtkwaliteitsmetingen in Vlaanderen in 2019 en de emissies tot en met 2018.
Er was goed nieuws en minder goed nieuws. Het goede nieuws is dat de Vlaamse uitstoot afneemt en dat de luchtkwaliteit verbetert. Die emissiedalingen zijn in grote mate te danken aan de inspanningen die geleverd zijn door de industrie en de energiesector.
Maar het rapport bevat ook minder goed nieuws. Het relatieve aandeel in de uitstoot door huishoudens neemt toe. Meer dan de helft van de emissies van fijnstof is op conto van de huishoudens te schrijven. Ook de emissies veroorzaakt door het verkeer kennen een minder sterke daling. Vooral wat betreft de uitstoot van stikstofoxiden levert het verkeer een belangrijke bijdrage: meer dan 60 procent van de totale emissie in 2018, waarvan 32 procent door wegverkeer. Ook voor ozon is verkeer de belangrijkste emissiebron.
Op de meeste meetplaatsen werden de Europese doelstellingen voor luchtkwaliteit gehaald in 2019, met uitzondering van een aantal stoffen zoals stikstofdioxiden – daar zagen we een overschrijding van de Europese jaargrenswaarde in de steden en op locaties met veel verkeer – en ozon. Die Europese grens- of streefwaarden houden niet alleen rekening met de gezondheidseffecten, maar ook met de economische en technische haalbaarheid van de opgelegde concentratieniveaus.
De advieswaarden van de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) daarentegen hebben als doel om de gezondheid van de mens te beschermen en houden dus geen rekening met de economische gevolgen of technische haalbaarheid. Daarom zijn deze WGO-advieswaarden vaak strenger dan de Europese normen en overschrijden heel wat meetresultaten die advieswaarden, hoewel ze ruimschoots voldoen aan de Europese wetgeving. Als de luchtkwaliteit in 2019 wordt getoetst aan de WGO-advieswaarden, blijkt dat vooral fijnstof, ozon, stikstofdioxide en zwaveldioxide een probleem vormen. Zo overschrijden ozon en fijnstof op bijna alle meetlocaties de advieswaarde. De concentratie stikstofdioxide is dan weer te hoog op plaatsen met veel verkeer.
In 2018 werd het aantal vroegtijdige overlijdens door de uitstoot van fijnstof geschat op 4800 en deze voor ozon op ongeveer 200. Het aantal vroegtijdige sterftes door NO2 in 2018 in Vlaanderen bedroeg tussen 1500 en 1800 personen. Om het aantal vroegtijdige sterftes te verminderen ten gevolge van deze drie polluenten, dient de luchtkwaliteit te verbeteren.
Om de luchtkwaliteit te verbeteren, moeten de oorzaken aangepakt worden. Bij de huishoudens is houtstook verantwoordelijk voor de emissie van heel wat stoffen. Deze houtstook zorgt ervoor dat de uitstoot van polycyclische aromatische koolwaterstoffen (paks) en methaan de afgelopen jaren minder sterk is gedaald en zorgt daarnaast zelfs voor een stagnatie of een stijging in de uitstoot van fijnstof, zowel PM10, PM2,5, elementair koolstof of roet, CO en niet-methaan vluchtige organische stof (NMVOS). Het verkeer, en dan vooral het wegverkeer, is dan weer verantwoordelijk voor een matige daling in de uitstoot van NOx, zeker in vergelijking met andere polluenten zoals SO2, fijnstof, CO, NMVOS en polychloordibenzoparadioxine/F (PCDD/F). Vooral dieselvoertuigen blijven de belangrijkste emissiebron van stikstofoxiden.
Ik had van u, minister, graag een antwoord gekregen op de volgende vragen.
De houtstook door huishoudens wordt een steeds belangrijkere bron van fijnstof. Als u ’s avonds over onze Vlaamse wegen wandelt, merkt u ook wel dat er zich in heel veel huizen inderdaad een bron van houtstook voordoet. Op 25 oktober 2019 keurde de Vlaamse Regering het luchtbeleidsplan 2030 goed. In het actieplan voor de huishoudens was opgenomen dat er een Green Deal was afgesloten met de sectorfederatie, andere belanghebbenden en overheidsinstellingen. De deelnemende partijen zouden zich engageren tot de uitvoering van concrete acties, waarbij de belangrijkste acties zijn gericht op het uitfaseren van oude vervuilende kachels en open haarden, technische ontwikkelingen voor nieuwe toestellen, visievorming en de stimulering van correct stookgedrag. Wat is de stand van zaken van het actieplan voor de huishoudens?
Verkeer, en meer specifiek dieselvoertuigen, zijn een belangrijke bron van NOx. Welke acties werden al ondernomen om de uitstoot van fijnstof en NOx te beperken?
Een specifiek probleem met dieselwagens is de zogenaamde roetfilterfraude, waarbij de roetfilter verwijderd wordt, vaak op een illegale manier. Hierdoor stoten deze voertuigen tot duizend keer meer fijnstof uit dan een voertuig met een correct werkende filter. Om deze vorm van fraude aan te pakken, zouden de Vlaamse keuringstations uitgerust worden met een zogenaamde PN-meter. Om dit probleem ten gronde en over de verschillende gewesten heen aan te pakken werd een intergewestelijke werkgroep opgestart. Wat is de stand van zaken van die werkgroep? Werd de Europese richtlijn die deze meetprotocollen reguleert, ter zake aangepast?
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Mijn vraag zal een stukje korter zijn, maar het is een aanvulling op de vraag van collega Danen.
In 2017 stapte Greenpeace België naar de rechter omdat de gezondheidsnorm voor stikstofdioxide, die van kracht is sinds 2010, in Vlaanderen nog altijd op tal van plekken werd overschreden.
Twee jaar geleden intussen legde de rechter de Vlaamse regering een ambitieuzer luchtactieplan op. Een jaar geleden kwam er een te weinig ambitieus Luchtbeleidsplan 2030, en stuurde Greenpeace daarom een deurwaarder naar u, als verantwoordelijke minister. Afgelopen zomer werd de analyse van Greenpeace gevolgd door de beslagrechter. Bij gebrek aan een ambitieuzer actieplan voor gezonde lucht in lijn met de EU-regels, loopt een door de rechtbank opgelegde dwangsom van 1000 euro per dag. De teller staat intussen op 339.000 euro.
Maar in plaats van het actieplan ambitieuzer te maken, hebt u ervoor gekozen om in beroep te gaan. De uitspraak van het hof van beroep wordt in het voorjaar van 2021 verwacht. Als de uitspraak opnieuw negatief is, zal de dwangsom intussen 500.000 euro zijn. Minister, waarom kiest u ervoor om toch in beroep te gaan? Op welke manier zal u proberen de ambitie in het Luchtbeleidsplan 2030 te verhogen?
Minister Demir heeft het woord.
Zoals u terecht aanhaalt, verbetert de luchtkwaliteit in Vlaanderen. Maar we zijn er nog niet. Er moeten nog heel wat maatregelen genomen worden in verschillende sectoren en voor verschillende polluenten. Het Luchtbeleidsplan bevat een concreet plan van aanpak met heel wat maatregelen. Ik wil eerst stilstaan bij de vraag van collega Danen over de Green Deal Huishoudelijke houtverwarming. Deze is van start gegaan op 22 oktober 2018 en heeft een loopperiode van 4 jaar. 27 individuele acties zijn gegroepeerd rond 4 thema’s met name de verbetering van het huishoudelijk houtstookpark, de kennisopbouw, horizontale acties ter ondersteuning en de visieontwikkeling. Bijna alle acties zijn lopende, bepaalde zijn afgerond. Er zijn nog 4 acties die niet zijn gestart, maar wij gaan er in de komende maanden werk van maken.
In uitvoering van de acties van de Green Deal lag de focus in de eerste helft op het uitvoeren van voorbereidend onderzoekswerk. Een groot deel van dat werk is klaar of zal ten laatste tegen februari 2021 opgeleverd worden. Het voorbereidende werk zal de basis vormen voor de uitwerking van concreet beleid en effectieve actie op terrein in de volgende twee jaar van de Green Deal.
Er is overleg geweest met mijn administratie over de uitfasering van de oude en vervuilende houtkachels en open haarden en mijn administratie heeft mij inmiddels concrete voorstellen tot een aanpak bezorgd. We willen hier op korte termijn knopen doorhakken en een beslissing nemen over de meest geschikte uitfaseringsvariant. Ik vind het wel belangrijk daarbij aandacht te hebben voor de kwetsbare groepen, die zich thuis verwarmen met dit soort verwarming. Ik probeer een beeld te krijgen van de mensen die onvoldoende financiële middelen hebben en na te gaan hoe wij die groep kunnen helpen.
Het verkeer, en meer specifiek dieselvoertuigen, is een belangrijke bron van NOx. Het Luchtbeleidsplan geeft daarom veel aandacht aan de transportsector. Belangrijke maatregelen om de NOx terug te dringen werden al genomen en hebben nog steeds bijkomend effect. De vergroening van de verkeersbelastingen samen met de invoering van lage-emissiezones in Vlaanderen hebben een belangrijke shift naar benzinewagens ingezet. Ik hoop dat die positieve trend zich voortzet in de komende jaren naar emissievrije wagens. Ik ben overtuigd dat dit kan.
Ik hoor toch veel mensen die daarmee bezig zijn bij de aankoop van een volgende wagen. Vandaar dat ik vandaag met minister Somers ons lokaal klimaatplan heb voorgesteld. Wij gaan massaal lokale besturen helpen met laadinfrastructuur, want dat is toch wel het belangrijkste om mensen over de streep te trekken. De positieve trend zal zich in de komende jaren moeten voortzetten. Zo waren bijvoorbeeld in 2009 nog drie kwart van de nieuw ingeschreven wagens diesels; 10 jaar later, in 2019, zijn minder dan een derde nog dieselwagens. Dit heeft zijn effect gehad en de NO2-concentraties dalen. Dit effect moeten wij absoluut laten toenemen door de shift naar emissievrije wagens in de hand te werken.
Recentelijk hebben wij een heel pakket maatregelen uit het Luchtbeleidsplan goedgekeurd. Zo zijn er voor het eerst milieucriteria opgenomen voor taxi’s begin dit jaar, wat belangrijk is in steden. In september werd de snelheid op de Brusselse Ring verlaagd tot 100 km per uur. Recent werd een pakket flankerende maatregelen goedgekeurd, gekoppeld aan de omgevingsvergunning voor het gigantisch grote project van de Oosterweelverbinding. Een ander voorbeeld is De Lijn, die sinds het najaar van 2019 enkel nog milieuvriendelijke bussen aankoopt. En vanaf 2021 wordt een NOx Emissie Controle Zone ingevoerd op de Noordzee.
Het Luchtbeleidsplan bevat daarnaast ook een reeks andere maatregelen. Een belangrijk onderdeel hiervan is de aanpak van emissiefraude. Hierrond wordt de laatste hand gelegd aan een uitgebreid onderzoek. Op basis daarvan werk ik samen met minister Peeters een plan van aanpak uit. Dit zal een belangrijke stap zijn om emissiefraude op verschillende niveaus te voorkomen en een nieuwe dieselgate te vermijden.
Roetfilterfraude is onaanvaardbaar en o zo egoïstisch. Het heeft ernstige gevolgen voor de volksgezondheid en is volkomen vermijdbaar wanneer iedereen zich aan de regels houdt. U verwijst naar een nieuwe test die hiervoor een oplossing biedt. In samenwerking met de federatie van keuringsinstellingen werd het nodige onderzoek uitgevoerd om dit binnen een Belgische context toe te passen. Uit een studie van mijn administratie over de aanpak van emissiefraude, blijkt dat de invoering van deze test de deeltjesuitstoot van de totale vloot aan euro-5- en euro-6-dieselwagens met 98 procent kan reduceren. Dat betekent een enorme winst in luchtkwaliteit en daarom pleit ik voor een snelle invoering van deze nieuwe testprocedure. De intergewestelijke werkgroep waarnaar u verwijst legt de laatste hand aan een noodzakelijk samenwerkingsakkoord. Dat is al ondertekend door minister Peeters en het ligt momenteel ter ondertekening voor bij het Brusselse Gewest. Daarna dient ook het Waalse gewest nog te ondertekenen. De overeenkomst gaat in vanaf 15 december 2020, wat de werkgroep toelaat om vanaf begin 2021 het nodige voorbereidende werk uit te voeren met het oog op de implementatie van de nieuwe test. Wij verwachten er een grote winst van. De Europese richtlijn is momenteel nog niet aangepast aan de nieuwe test. Een wijziging daarvan neemt gemakkelijk twee jaar in beslag. Het is echter niet noodzakelijk om daarop te wachten en wij doen daarmee verder.
Collega Schauvliege verwijst naar de beschikking van 10 oktober 2018 van de voorzitter van de Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg te Brussel.
Die beschikking omvat twee luiken. Ten eerste wordt vermeld dat de resultaten van de luchtmodelleringen binnen de drie maanden gerapporteerd moeten worden aan de Commissie. Ten tweede veroordeelde de rechter het Vlaamse Gewest tot het opstellen van een luchtkwaliteitsplan voor alle luchtkwaliteitszones in Vlaanderen. Dit is in overeenstemming met de bepalingen van de Luchtkwaliteitsrichtlijn. Dit plan diende opgesteld te worden binnen een termijn van één jaar na betekening van de voormelde dwangsombeschikking. Aan beide aspecten van de beschikking werd binnen de vooropgestelde termijn voldaan. In het Luchtbeleidsplan 2030 is een uitgebreid maatregelenpakket opgenomen dat mogelijk moet maken dat we op zo kort mogelijke tijd overal in Vlaanderen de luchtkwaliteitsnorm voor stikstofdioxiden respecteren.
Wij zijn van oordeel dat we hiermee volledig uitvoering gegeven hebben aan de veroordeling binnen de voorziene termijn van één jaar. We gingen in beroep tegen de uitspraak van de beslagrechter van 8 juli 2020 omdat het Luchtbeleidsplan 2030 wel degelijk volgens ons een antwoord biedt. We doen effectief al het nodige om zo snel mogelijk de norm te realiseren. Met dwangsommen zullen wij geen propere lucht kunnen aankopen. In een andere procedure, waarop ik wel even wil wijzen, heeft de Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg van Brussel in een vonnis van 31 januari 2020 ons trouwens gelijk gegeven. De vordering waarbij aangevoerd werd dat het luchtkwaliteitsplan niet voldoet aan de Luchtkwaliteitsrichtlijn, werd volledig verworpen.
Wat betreft de ambitie van het plan wil ik er u trouwens op wijzen dat het plan verder gaat dan enkel het respecteren van de Europese normen. De doelstelling bestaat erin om ervoor te zorgen dat op termijn geen enkele burger nog blootgesteld wordt aan schadelijke concentraties van luchtverontreiniging. Zo bevat het plan ook diverse maatregelen die erop gericht zijn om de luchtkwaliteit eveneens te verbeteren voor andere paramaters dan stikstofdioxide enzovoort. Ik hoop daarmee een antwoord te hebben gegeven op alle vragen.
De heer Danen heeft het woord.
Ik onthoud twee dingen uit uw antwoord. Vooreerst noem ik de Green Deal die u hebt gesloten met de huishoudens om vervuilende stookinstallaties uit te faseren. Ik vind dat bijzonder belangrijk, want een vervuilende stookinstallatie is veelal heel duur en zij vervuilt niet alleen de buitenruimte, maar in veel gevallen ook de binnenruimte. Het is inderdaad belangrijk daarin in te grijpen, met respect voor de sociale aspecten ervan. Ik zou u willen vragen te vermijden om zogenaamde lock-ins te creëren, maar ik denk wel dat u zich daar bewust van bent.
De roetfilterfraude is een dossier waarover ik minister Peeters al een paar keer heb ondervraagd. Ik meen toch dat u daarover iets anders spreekt of sprak dan zij. Misschien zijn de violen intussen wel gelijkgestemd. Zij heeft altijd gezegd te moeten wachten op Europa, omdat het Europa is dat bepaalt waaraan wij ons te houden hebben. U zegt daarentegen dat wij er zelf voor mogen kiezen om verder te gaan. Ik hoop dat u die lijn aanhoudt en dat het ook in het samenwerkingsakkoord dat nu ter ondertekening voorligt, is opgenomen.
Ik hou alles in de gaten en ik zal u daar zeker nog vragen over stellen.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, ik ben het met u eens dat wij met dwangsommen geen propere lucht maken. Maar ik wil graag het volgende weten. In een heel recente studie, die verschenen is in een medisch vakblad, wordt een link gelegd tussen de langetermijnblootstelling aan luchtvervuiling en een verhoogd risico op overlijden door covid. Wij lezen in dat artikel dat er voor België 21 procent meer kans op overlijden is dan wereldwijd, waar dat 15 procent bedraagt. Dat betekent dat mensen die langdurig aan luchtvervuiling worden blootgesteld, meer risico lopen te overlijden aan covid dan elders in de wereld.
Daar moet inderdaad nog verder onderzoek naar gebeuren, maar bent u van plan om met deze nieuwe gegevens, die toch wel zeer ingrijpend zijn en extra verzwarend voor de volksgezondheid, rekening te houden in de verdere maatregelen om de luchtkwaliteit in onze steden te verbeteren?
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Minister, bedankt voor het antwoord. We hebben al een aantal keren over het luchtkwaliteitsplan gesproken en het belang van de maatregelen die daarin opgenomen zijn. Ik ben blij dat u duidelijk het engagement blijft uitspreken om de maatregelen die daarin opgenomen zijn, zo spoedig mogelijk verder vorm te geven. Het is belangrijk dat het plan, zoals het nu op tafel ligt, dat aangeeft in die modellering, en dat we effectief nog een aantal doelstellingen kunnen bereiken en dat die maatregelen dan inderdaad ook goed en zo snel mogelijk kunnen worden uitgewerkt, eventueel met de nodige ondersteunende maatregelen vanuit het beleid.
Minister, sta mij toe om even de sprong te maken naar de PAS-regeling (Programmatische Aanpak Stikstof), in dezen, luchtkwaliteit en de NOx-uitstoot voor onze volksgezondheid, maar anderzijds ook ten aanzien van beschermde natuur. Daarin hebben we specifiek rond het landbouwluik een heel uitgewerkt kader. Daar is ook het engagement uitgesproken vanuit de overheid om dat ook uit te werken voor de andere sectoren. Collega Danen heeft daar in zijn vraag ook naar verwezen. We weten dat andere sectoren daar ook een grote impact op hebben. Wat is de stand van zaken rond de PAS-regeling voor de andere sectoren?
Minister, ik wil in het kader van klimaat- en luchtbeleid graag uw bijzondere aandacht vragen voor kleine landelijke gemeenten. U zei daarnet zelf hoe belangrijk het is om de zero-emissiewagens goed te integreren. Ik ben zelf schepen van Klimaat in de kleine landelijke gemeente Kampenhout. Wij wilden de laadinfrastructuur uitbouwen, maar we hebben jammer genoeg een weigering gekregen, omdat onze huidige laadinfrastructuur niet voldoende zou worden gebruikt, hoewel er bij een van de beide laadpunten een fel stijgende curve was en we bij de bevolking zien, na een bevraging, dat er vraag naar is. Bovendien gaat de gemeente extra Cambiowagens inzetten. Er is dus echt wel nood aan bijkomende laadinfrastructuur, maar we hebben een weigering gekregen. Daarom wil ik uw bijzondere aandacht vragen voor de kleinere gemeenten. Ik zal dat uiteraard ook aankaarten bij uw collega-ministers, maar er blijkt toch een beetje een issue te zijn met betrekking tot de uitrol ervan. Ik hoop dat dat snel opgelost kan raken.
Minister Demir heeft het woord.
Collega De Vroe, we zijn ons daarvan bewust. Collega Somers heeft er vandaag naar verwezen dat het eigenlijk niet kan zijn dat je als lokaal bestuur wordt afgeremd om die laadinfrastructuur te plaatsen. In het lokale klimaatplan is er wel een regeling in de maak om alsnog zulke zaken te voorkomen.
Collega Schauvliege, u hebt verwezen naar een aantal studies die de link leggen tussen corona en de luchtkwaliteit. Onze administratie volgt die studies ook op. Wij zullen ook bekijken wat we daar nog mee gaan doen, zodra we daar duidelijkheid over hebben. Want er loopt heel veel. Op zich is dat goed. Als die studies eenmaal opgeleverd zijn, zullen we ook kijken wat we moeten doen op het vlak van het beleid. Het zou niet passen om daar dan niets mee te doen, dus we gaan dat sowieso meenemen.
De PAS-regeling is inderdaad zeer belangrijk, mevrouw Rombouts. In Nederland is men daar al door. In Vlaanderen zijn we volop aan het werken aan een definitieve PAS-regeling. Die zit echter nog in de voorbereidende fase. Ik ga daar dus nog niet te fel op vooruitlopen, want we zijn in overleg met heel veel actoren over de PAS, over hoe zij het zien en wat hun input is voor de definitieve PAS. Dat overleg moet maximaal een kans krijgen.
De heer Danen heeft het woord.
Bedankt voor uw antwoorden, minister. Bij uw aantreden bent u allicht op heel wat problemen gestoten. Ik denk aan de droogteproblematiek en nog heel wat andere, maar ook die van de luchtkwaliteit. Ik vind heel veel dingen aan uw beleid wat minder goed, maar wat ik er goed aan vind, wat droogte betreft, is dat u een zogenaamde ‘high level taskforce’ hebt ingesteld om de Blue Deal te begeleiden. U hebt daarstraks gezegd dat u rekening probeert te houden met suggesties van parlementsleden. Ik zou een suggestie willen doen. Ik zou u willen vragen om de wetenschappers die wij in Vlaanderen hebben op het vlak van luchtkwaliteit, en dat zijn er heel wat, en ook heel wat goeie, ook te verenigen in een soort ‘high level taskforce’ om het beleid rond luchtkwaliteit mee vorm te geven en te evalueren. Ik denk dat het heel goed is om dat soort experten mee te betrekken in uw beleid. Dat is een suggestie die ik doe. Ik hoop dat u die ter harte zult nemen.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Het hoeft u niet te verwonderen, collega’s, dat ik me aansluit bij de wijze woorden van mijn collega Danen.
Ik wil nog even een oproep doen, minister. Het stoot mij tegen de borst dat de Vlaamse Regering centen steekt in rechtszaken en dat we het risico lopen om een dwangsom van 500.000 euro te moeten betalen. Ik denk dat we alles moeten doen om dat soort achterhoedegevechten te vermijden. We gebruiken onze centen beter om maatregelen te nemen in plaats van om rechtszaken te financieren en mogelijk het risico te lopen om dwangsommen te betalen. Bij deze doe ik ook een warme oproep om dat te allen prijze te voorkomen en het beleid aan te schroeven. Als dat kan met een ‘high level taskforce’, zoveel te beter, maar het lijkt wel zo dat we nu onmiddellijk onze ambities omhoog moeten brengen, want de veroordeling van Greenpeace gaat niet over iets op lange termijn. Dat gaat over het feit dat we nu onze normen niet halen. Ik denk dat we daar echt nog een tand bij moeten steken.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.