Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Verheyden heeft het woord.
De bijdrage die onze Vlaamse farmaceutische sector levert in de productie van een nieuw vaccin ter bestrijding van de coronapandemie is ontegensprekelijk bewezen. De sector is dan ook een voorbeeld van innovatie en technologische vooruitgang. In 2019 hebben de innovatieve biofarmaceutische bedrijven in dit land hun positie nog wat verder versterkt. De sector is zeer dynamisch en levert een belangrijke bijdrage aan de Vlaamse economie. In de periode van 2015 tot 2019 is de werkgelegenheid in de biofarmaceutische sector met bijna 13 procent toegenomen. In 5 jaar tijd zijn de investeringen in onderzoek en ontwikkeling door de biofarmaceutische bedrijven met bijna 50 procent gestegen. In 2019 waren er in de sector bijna 38.500 personen actief, waaronder een groeiend aantal onderzoekers. Vorig jaar werkten niet minder dan 5.369 actieve onderzoekers in de farmaceutische onderzoekscentra. De investeringen in onderzoek en ontwikkeling liepen op tot zo’n 3,9 miljard euro. Geneesmiddelen en vaccins ter waarde van bijna 50 miljard euro werden geëxporteerd. Deze factoren zorgen ervoor dat de biofarmaceutische bedrijven tot het kloppend hart van de Belgische kenniseconomie behoren.
De coronacrisis leerde hoe kwetsbaar Europa is voor de toelevering van noodzakelijke ingrediënten en medicijnen. De komende drie jaar moet de uitrol van een farmastrategie Europa niet alleen crisisbestendiger maken maar ook de innovatie aanzwengelen en de toegang tot geneesmiddelen betaalbaar houden.
Vlaanderen kan en moet daar een zeer belangrijke rol in spelen. Innovatieve medicijnen zoals vaccins ontwikkelen in Vlaanderen is een must. Het is dan ook aangewezen dat onderzoek en ontwikkeling door de farmaceutische bedrijven, maar ook de productiefaciliteiten met alle mogelijke middelen kunnen worden verankerd in Vlaanderen.
Minister, welke gerichte stimulansen wilt u hanteren om onderzoek en ontwikkeling in de farmaceutische sector te ondersteunen?
Op welke wijze wordt er momenteel samengewerkt met de Vlaamse vestigingen in de farmaceutische sector om de verankering van de productie-eenheden in Vlaanderen te verhogen?
Minister Crevits heeft het woord.
Ik wil beginnen met te zeggen dat ik bijzonder fier ben op de belangrijke rol die Vlaanderen speelt bij de ontwikkeling en productie van nieuwe geneesmiddelen. Dit is het resultaat van een langdurige en gezamenlijke inspanning van onze bedrijven en kennisinstellingen en van de Vlaamse overheid die via de verschillende subsidiekanalen een behoorlijke duit in het zakje doet. Ook in het kader van covid hebben we die specifieke inspanningen gedaan met de gerichte oproepen van het Fonds Wetenschappelijk Onderzoek (FWO).
Bij de ondersteuning van O&O bij bedrijven hanteren wij een bottom-upaanpak zonder echte thematische beperkingen of voorkeuren. Alle bedrijven met een goed projectvoorstel voor een innovatief idee kunnen bij het Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO) steun aanvragen. In de jaarverslagen van VLAIO staat dat de farma- en biotechbedrijven zeer goede ‘klanten’ zijn bij VLAIO. In 2019 verstrekte VLAIO 35 miljoen euro O&O-steun aan farma- en health-bedrijven. Daarnaast werd een innovatiesamenwerkingsoproep, een zogenaamde ICON-oproep, over gepersonaliseerde geneeskunde toegewezen voor 16 miljoen euro.
We investeren niet alleen in O&O bij bedrijven, we investeren ook in het ecosysteem. Het Vlaams Instituut voor Biotechnologie (VIB) ontvangt jaarlijks meer dan 60 miljoen euro aan Vlaamse steun. Zowat heel de wereld is jaloers op dit strategisch onderzoekscentrum en het ecosysteem errond. Ook het Instituut voor Tropische Geneeskunde is wereldvermaard in zijn niche. Meer algemeen gaat de voorbije jaren ongeveer 40 procent van de middelen voor basisonderzoek naar biomedische projecten. En dat rendeert, zoals u ziet.
Wat samenwerking en verankering betreft, is een van de pijlers ongetwijfeld VIB dat via de onderzoekssamenwerking bedrijven aantrekt en verankert in de nabijheid van zijn universitaire onderzoeksgroepen.
Wij investeerden de voorbije jaren ook meer dan 10 miljoen euro via strategische transformatiesteun in biotech- en farmabedrijven. Ook Pfizer en Janssen ontvingen dergelijke steun voor opleidingen. Dergelijke belangrijke investeringen en gespecialiseerd personeel zijn een belangrijke garantie voor een duurzame productie in onze regio.
Met flanders.health, een innovatief bedrijfsnetwerk, en met de universitaire ziekenhuizen en andere stakeholders uit de sector zijn we op dit ogenblik in gesprek om te zien hoe we de ondersteuning van de biotech-, farma- medische en zorginnovatie nog beter kunnen omkaderen via een impulsprogramma voor zorg en gezondheid.
Onze farmabedrijven hebben ook baat bij andere industriegerichte beleidsprogramma’s zoals artificiële intelligentie (AI) en cybersecurity. De rol en het belang van AI voor de farmasector haalde een paar dagen geleden nogmaals de pers waarbij het AI-systeem van Google doorbraken heeft gerealiseerd op het vlak van modellering van eiwitten. Die modellering is essentiële kennis voor de ontwikkeling van nieuwe geneesmiddelen.
Ook zeer belangrijk is natuurlijk de aansluiting van de arbeidsmarkt op de noden van sector. Daartoe is een sectorconvenant van het departement Werk en Sociale Economie gesloten met de chemie- en life-sciencessector waarbij vijf sectorconsulenten worden gefinancierd voor een bedrag van 490.000 euro.
Dus om samen te vatten, de farma- en biotechsector kan op onze volle steun rekenen, rechtstreeks en onrechtstreeks, zoals trouwens alle innovatieve en ondernemende bedrijven die Vlaanderen vooruithelpen.
De heer Verheyden heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw uitvoerige antwoord. Het doet me veel plezier om te horen dat Vlaanderen inderdaad volop inzet op die farmasector. Ik denk dat we terecht mogen stellen dat de farmaceutische sector de laatste maanden heeft bewezen dat het intussen een strategische sector mag worden genoemd. Ik ben net als u van mening dat we alles moeten doen om die sector in Vlaanderen te verankeren, niet alleen in aantal arbeidsplaatsen. Het merendeel van de mensen in die bedrijven is hoger geschoold. Bovendien behoort de sector, zoals u terecht ook zei, tot de hoogtechnologische bedrijven, niet alleen inzake O&O, maar ook inzake digitalisering, robotica, AI. Alles wat te maken heeft met hightech en wat de hightechsector in Vlaanderen vooruit kan helpen, is mee gelinkt aan die farmasector.
Ik heb zelf, tot vorig jaar, ruim 31 jaar gewerkt bij Pfizer en ik vind het dan ook belangrijk dat mijn ex-collega’s kunnen blijven werken in deze toch wel veelbelovende sector.
Wanneer we bedrijven willen verankeren, is het ook belangrijk om niet alleen de productie in Vlaanderen te verankeren maar er ook voor te zorgen dat er vanuit de onderzoekscentra toelevering is van nieuwe geneesmiddelen richting die productiefabrieken. Minister, ik heb gezien dat het Vlaamse relanceplan 280 miljoen euro uittrekt voor onderzoek en ontwikkeling. Dienen die middelen enkel voor bijvoorbeeld onderzoek aan onze universiteiten? Er zijn al veel middelen gespendeerd maar ik denk dat we met alle mogelijke financiële middelen moeten zorgen voor een verankering van die sector.
Zijn er ook nog middelen voorzien om eventueel bijkomende onderzoekscentra uit die hoogtechnologische sectoren waaronder de farmasector te ondersteunen, of om multinationals te overhalen om bijkomende onderzoekscentra in Vlaanderen te vestigen? De globalisering oefent immers een bijzonder grote druk uit, ook op kennis en mag dan ook niet worden onderschat. Men heeft het dan over braindrain. Ik denk dat we ook daar middelen moeten voor uittrekken zodat die kennis zoveel mogelijk in Vlaanderen verankerd blijft en zoveel mogelijk naar Vlaanderen wordt aangetrokken.
Mevrouw Sleurs heeft het woord.
Ik sluit me aan bij deze vraag. Het gaat om een heel belangrijke sector, zeker in deze tijden.
Professor Pierre Van Damme verwijst naar de samenwerking tussen de academische wereld en de farmasector die historisch is gegroeid en die ook heel uitzonderlijk is. We hebben veel expertise en er wordt zeer degelijk en kwalitatief werk geleverd. We hebben het in de commissie al vaker gehad over de soms moeilijke koppeling tussen onderzoek en ontwikkeling enerzijds en het vermarkten van de innovatie anderzijds. Minister, misschien kan de farmaceutische sector een voorbeeld zijn, zeker met flanders.health voor andere sectoren. Misschien kunnen we hier inspiratie opdoen om die stevige samenwerking te kunnen promoten in andere sectoren.
Minister Crevits heeft het woord.
Collega Verheyden, ik ben het eens met uw opmerking dat die verankering eigenlijk vooral een kennisverankering zal moeten zijn vanuit een ecosysteembenadering. Het impulsprogramma dat we opzetten is net bedoeld om extra onderzoek met de health-sector te doen in Vlaanderen en om valorisatie in Vlaanderen te krijgen. Het impulsprogramma is ook absoluut een deel van het relanceplan. Het ene hangt eigenlijk samen met het andere.
Collega Sleurs, ik ben het helemaal eens met uw opmerkingen. Wij investeren trouwens al 30 jaar in bijvoorbeeld VIB en dat leidt vandaag tot enorme economische resultaten die we soms te weinig belicht krijgen. Ik stel soms ook binnen de regering soms vast dat we tientallen miljoenen investeren in superinteressante zaken die heel moeilijk hun weg vinden in de media terwijl die ondersteuning van Vlaanderen met zo cruciaal is voor de doorbraken die vandaag worden gerealiseerd.
De heer Verheyden heeft het woord.
Minister, ik ben aangenaam verrast door uw antwoord. Ik denk dat we inderdaad van de farmasector een bijzonder mooi verhaal kunnen maken in Vlaanderen. Ik denk dat dit ook kan worden beschouwd als een bijzondere vorm van appreciatie voor alle mensen die in die sectoren werken en het beste van zichzelf geven, in dienst van de gezondheid van iedereen. Ook voor m'n eigen ex-collega's is het een hart onder de riem dat hun werk wordt gewaardeerd en dat ze de volgende jaren die maximale ondersteuning vanuit Vlaanderen krijgen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.