Verslag vergadering Commissie voor Wonen en Onroerend Erfgoed
Interpellatie over het recht op wonen in de Hobokense wijk Moretusburg
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werden deze vraag om uitleg en deze interpellatie via videoconferentie behandeld.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Voorzitter, dit is een heel belangrijke vraag. De sociale huisvestingsmaatschappij Woonhaven heeft 28 sociale huurwoningen in de Antwerpse wijk Moretusburg. Deze wijk ligt in de omgeving van de fabriek van Umicore in Hoboken. U weet dat ik heel geëngageerd ben in de commissie Leefmilieu, waar deze problematiek uiteraard reeds meermaals werd besproken. Eerder dit jaar zijn er verhoogde loodwaarden opgedoken, wat tot grote onrust in de wijk heeft geleid. Tijdens de bespreking in die commissie op 20 oktober jongstleden was er een algemene consensus over de ernst en dringendheid van de aanpak van de problematiek omtrent de loodvervuiling rond de Umicoresite.
De betrokken minister stuurde de verschillende betrokken partijen aan om op korte termijn samen tot een duurzame oplossing te komen. Umicore stelde zelf dat het wilde bekijken op welke manier het op vrijwillige basis de huizen van de wijkinwoners kon opkopen om zo een groene buffer te creëren. Minister, uw partijgenoot, bevoegd schepen van Wonen en voorzitter van Woonhaven, Fons Duchateau, benadrukte in het verleden dat niemand gedwongen zou worden. Wie een huis bezit in de wijk, stond het vrij om dat te verkopen aan Umicore. Hieruit leidde de sociale huurders af dat ze ook zelf konden beslissen of ze wilden blijven of niet.
Ongeveer een week geleden circuleerde echter een brief van Woonhaven waarin staat dat de sociale huurders op termijn zullen moeten verhuizen en samen op zoek gaan naar een andere sociale woning. Deze brief staat in schril contrast met de brief die Umicore op 31 augustus 2020 naar de bewoners stuurde, die stelt dat er geen onteigeningen zouden plaatsvinden en alles op vrijwillige basis zou gebeuren.
Intussen verscheen er ook een persbericht dat de loodwaarden in het bloed van de kinderen van de wijken Moretusburg en Hertogvelden weer gezakt zijn na de piek die er eerder dit jaar te merken was. Dat was een opluchting voor de bewoners, maar gezien de recente ontwikkelingen door de brief van een week geleden betreffende de gedwongen verhuizing, is er heel veel onduidelijkheid in de buurt.
Minister, was u op de hoogte van de brief van Woonhaven? Hoe staat u tegenover de inhoud ervan? Er is toch een enorm verschil met de eerdere communicatie? Wat is de laatste stand van zaken wat betreft het onderzoek naar de verhoogde loodwaarden in de wijk? Hoe verlopen de gesprekken met Umicore en het lokale bestuur om maatregelen op korte en lange termijn te nemen? Wat is de laatste stand van zaken wat betreft bijkomende maatregelen omtrent het aanpakken van de bron van de vervuiling?
De heer Annouri heeft het woord.
Minister, mevrouw De Vroe, heeft de vraag al geschetst. De wijken Moretusburg en Hertogvelden in Hoboken-Antwerpen grenzen aan de loodraffinaderij van het bedrijf Umicore. De wijken en het bedrijf zijn voor een groot stuk met elkaar vervlochten: Umicore is Hoboken en Hoboken is Umicore. Als ik heel eerlijk mag zijn en als we vandaag van een van een wit blad zouden beginnen, zou er niemand aan denken om een woonwijk pal naast een loodraffinaderij te leggen. Het is echter historisch gegroeid, met alle problemen en alle strubbelingen van dien. De klachten en problemen en het aanpakken van de loodvervuiling zijn al decennialang gaande.
Wat is er gebeurd? Enkele maanden geleden waren er opnieuw testen. Terwijl er in 2019 een laagterecord was gemeten in de loodwaarden in het bloed van heel wat kinderen die in de buurt wonen, was dat enkele maanden geleden compleet het tegenovergestelde. Het waren heel alarmerende cijfers, die heel duidelijk aantoonden dat het niet kon. Het ging over loodwaarden in het bloed die vier keer hoger waren dan toegelaten en veilig is. Ik hoef u niet uit te leggen dat lood, zeker bij jongere kinderen, een enorme impact kan hebben op de ontwikkeling van kinderen.
Het klopt wat collega De Vroe zei, er zijn vorige week nieuwe cijfers bekendgemaakt, maar ik wil er toch op wijzen dat minder slecht nieuws niet per se goed nieuws is. De cijfers zijn minder erg dan enkele maanden geleden, maar nog altijd zien we dat bij verschillende kinderen de loodwaarden compleet onaanvaardbaar zijn. Je ziet ook dat waar men dichter bij het bedrijf woont, er nog altijd kinderen zijn met loodwaarden van 16 microgram in het bloed, wat compleet ‘off the charts’ is. Het probleem is daar dus nog niet geweken.
Umicore is zich daarvan bewust, voor alle duidelijkheid. Zij weten dat daar een probleem is en zijn enkele maanden geleden, na de dramatische cijfers, in actie geschoten. Ze hebben beslist om woningen op te kopen die heel dicht bij het bedrijf liggen. Ze hebben beslist om mensen die vrijwillig hun huis willen verkopen in de wijk Moretusburg, de optie te geven te verkopen en hen te vergoeden. Opvallend is wel dat ze dat niet gaan doen voor de mensen die in de wijk Hertogvelden wonen, die daaraan grenst en waar ook heel wat kinderen getest zijn die ook te kampen hebben met die loodvervuiling.
Het bedrijf krijgt daarin de steun van de stad Antwerpen. Het gaat voor een vrijwillige overeenkomst, voor alle duidelijkheid, zoals collega De Vroe, het bedrijf en het stadsbestuur hebben aangehaald. Dit zou volledig vrijwillig gebeuren, niemand zou ertoe gedwongen worden. Het bedrijf kan natuurlijk niemand dwingen, en de stad kan dat niet zomaar bepalen.
Minister, de woningen die verkocht zouden worden, zouden worden afgebroken door Umicore omdat men daar een soort van groene buffer wil creëren in de woonwijk Moretusburg om ervoor te zorgen dat heel wat vervuiling wordt tegengehouden en mensen niet meer zo dicht bij het bedrijf wonen. Ik snap voor een stuk die redenering, maar ik vind ze ook wel heel bizar. Ik vind het heel bizar dat een bedrijf zelf gaat beslissen om in een woonwijk in te grijpen om daar een bufferzone aan te leggen. Omdat het vrijwillig is, maken heel wat mensen die in de wijk Moretusburg wonen en daar ook willen blijven wonen, zich zorgen, enerzijds over de schade die ze lijden vanwege de gezondheidsaspecten maar anderzijds ook over de schade in hun buurt en de wijk waarin ze willen blijven wonen, waar ze geboren en getogen zijn. Ze vrezen dat het bedrijf verschillende huizen opkoopt, er een paar afbreekt, en dat men een soort van Doelscenario zal creëren. Na overleg dat wij zelf hebben gehad met Umicore en met de stad, heb ik gehoord dat niemand een Doelscenario wil. Iedereen heeft de ambitie om dat te vermijden. Maar ik vrees wel dat als je bepaalde huizen in een woonwijk koopt en je die gaat afbreken om een bufferzone te creëren, terwijl andere mensen er blijven wonen, je dan een wijk gewoon uit elkaar haalt. Dat kan onmogelijk de bedoeling zijn. Trouwens, in Doel zelf was er een wettelijke bescherming en was er een sociaal bemiddelaar voorzien voor de bewoners. Dat is nu zelfs helemaal niet voorzien.
De stad Antwerpen faciliteert wel, daar moeten we eerlijk in zijn. Ze gaat via AG Vespa op een onafhankelijke manier naar alle mensen van Moretusburg, komt hun huizen schatten, zorgt ervoor dat het een marktconforme prijs is en zal die ook voorleggen aan het bedrijf. Het proces verloopt wel goed, maar de vraag is of het idee zelf wel goed is.
Daarnaast is er het punt dat collega De Vroe heeft aangehaald over de huisvestingsmaatschappij Woonhaven. Er zijn 28 sociale huurders die in de toekomstige bufferzone wonen. Die mensen krijgen gewoon de boodschap, zonder boe of bah, dat men hen ergens anders in de stad Antwerpen zou doen wonen, want de stad heeft beslist om volledig mee te gaan in de idee van die bufferzone. Men wordt dus gewoon onteigend. Dat is bij sociale huurwoningen niet de juiste term, maar men zegt wel tegen de mensen dat ze er niet meer mogen wonen, dat men hen daar gewoon zal weghalen, en daarmee uit.
Er waren verschillende getuigenissen in de kranten en op de regionale zender – die ik voor 100 procent begrijp – van mensen die er al dertig jaar wonen. Moretusburg is een arbeiderswijk, een sociale volkswijk waar mensen elkaar bij naam kennen en waar ze graag wonen. Ze wonen er dertig jaar en kennen hun buren. Het is hun sociaal weefsel en ze voelen zich er thuis. Nu krijgen ze zonder boe of bah plots de boodschap dat ze ergens anders moeten gaan wonen. Ze willen dat niet en voelen zich machteloos omdat ze niet anders kunnen dan erin meegaan. Ik vind dat een verregaande maatregel, die niet rijmt met hoe we in Vlaanderen omgaan met het recht op wonen.
Op dit moment is er geen sprake van een overheidsinitiatief om ofwel een bestemmingswijziging door te voeren voor dit deel van de woonzone, ofwel erfdienstbaarheden van openbaar nut of een voorkooprecht in te stellen. Toen we met verschillende mensen hebben gesproken, heb ik niet gehoord dat er op Vlaams niveau al bepaalde stappen werden gezet. Op die manier worden het recht op wonen maar ook de eigenaarsrechten van de mensen in de wijk geschonden. Mijn zorg is dat zowel het bedrijf, als de bewoners, als de stad, als Vlaanderen er op een goeie manier uit geraken.
Ik denk echt dat er een soort van cocreatie mogelijk moet zijn, waardoor mensen in de wijk kunnen wonen, de volksgezondheid gevrijwaard wordt en het bedrijf zijn ding kan blijven doen. Ik voel ook goede wil bij iedereen, maar de regels moeten wel heel duidelijk gemaakt worden en het Vlaamse niveau moet de verantwoordelijkheid opnemen om het recht op wonen ten volle te garanderen.
Minister, hebt u reeds overlegd met Antwerps schepen van Wonen Duchateau en de minister van Omgeving over dit dossier? Wat vindt u ervan dat de creatie van een bufferzone waarvoor mensen hun woning moeten opgeven, plaatsvindt zonder dat de overheid ten volle haar verantwoordelijkheid opneemt? Vindt u dat u op dat vlak extra stappen moet ondernemen? Bent u bereid om samen met uw collega bevoegd voor de omgeving en de stad mee een kader uit te zetten om te komen tot een sociaal begeleidingstraject voor de bewoners, waarbij hun woon- en eigendomsrechten maximaal verzekerd worden? Woonhaven verplicht 28 sociale huurders om te verhuizen, onder andere mensen die daar al jaren wonen. Ze worden weggerukt uit hun vertrouwde woning. Het recht van ongestoord wonen van deze sociale huurders staat hierdoor op de helling. Wat zult u doen om het recht op wonen, waar u als Vlaams minister van Wonen bevoegd en verantwoordelijk voor bent, van deze huurders maximaal te waarborgen?
Minister Diependaele heeft het woord.
Ik dank de vraagstellers voor de correcte schets die ze hebben gegeven. Mijnheer Annouri, u zegt terecht dat Hoboken en Umicore vergroeid zijn, verstrengeld zijn met elkaar. Het is een historisch gegroeide situatie, waarbij al enkele jaren het probleem van de gezondheid is vastgesteld. U zegt dan wel dat mensen zonder boe of bah moeten verhuizen, maar het gaat natuurlijk om hun gezondheid. Het recht van wonen wordt niet geschaad, in de zin dat men niet verplicht is om te verkopen. Men kan er blijven wonen, maar er wordt een aanbod gedaan. De onderliggende reden daarvoor is de gezondheid van die mensen. Ook dat aspect moet meegenomen worden in de discussie. Dit kan niet zomaar vergeleken worden met Doel. Het gaat hier echt over het belang van die mensen zelf.
Het gaat om een lokaal probleem, waar bewoners, bedrijfsleiding en de stad Antwerpen bij betrokken zijn en waarbij men voor ogen heeft om er een oplossing voor uit te werken. De regie van de aanpak ligt voornamelijk op lokaal niveau.
Ik heb begrepen dat er inderdaad een fout is geslopen in een brief vanuit Woonhaven aan de bewoners, maar dat is heel snel rechtgezet. Er is steeds duidelijk gemaakt dat er geen sprake zou zijn van onteigeningen om de beoogde groene buffer te realiseren. Ik zie dan ook niet in hoe het eigendomsrecht geschaad wordt. Het gaat over een vrijwillige verkoop. Eigenaars die wensen te verkopen, kunnen verkopen. Het lijkt me sterk dat een eigenaar afhankelijk zou worden van zijn huurder als hij de intentie heeft om te verkopen.
Woonhaven is door de verkoop van verouderde sociale woningen een deel van de oplossing. De schepen van Wonen heeft steeds gesteld dat hij wenste mee te werken aan de creatie van de groene buffer door de verkoop van het verouderde patrimonium gelegen in de toekomstige bufferzone. Ik hoor ook geen tegenspraak tegen het idee van die groene buffer.
Woonhaven verhuurt de woningen overigens al jaren niet meer aan gezinnen met jonge kinderen. Dit gaat om een aanbod aan alle eigenaars, niet om een verplichting. Voor wie niet wil verkopen, maken de stad en Umicore zich sterk dat de wijk leefbaar zal blijven.
Wat de sociale huurders betreft, ga ik ervan uit dat het de bedoeling is dat Woonhaven de woningen verkoopt aan Umicore. In dat geval is artikel 37bis van het kaderbesluit Sociale Huur van toepassing. Paragraaf 2 maakt een onderscheid tussen tijdelijke herhuisvesting en definitieve herhuisvesting, maar hier zal het logischerwijze over definitieve herhuisvesting gaan. In dat geval bepaalt het artikel dat de huurder het type, de ligging en de maximale huurprijs van de woningen kan aangeven waarvoor hij in aanmerking wil komen, met toepassing van artikel 10. In dat geval wordt een nieuwe huurovereenkomst gesloten met een huurprijs die samenhangt met de nieuwe sociale huurwoning.
Toepassing van deze bepaling leidt tot het volgende: de sociale verhuurder heeft bij verkoop van de sociale huurwoning een herhuisvestingsverplichting. Woonhaven is dus verplicht om de huurders prioritair een andere woning te verschaffen. De huurder mag in zekere mate zijn voorkeur opgeven voor de nieuwe woning. Als de keuze te beperkt is, kan de sociale verhuurder die keuze weigeren en met de huurder kijken om de keuze toch uit te breiden. Komen ze niet tot een vergelijk, dan moet de sociale verhuurder geen rekening houden met de voorkeur. Vervolgens moet de sociale verhuurder een aanbod doen dat voldoet aan de voorkeur van de huurder.
Het systeem zit dus evenwichtig in elkaar en houdt rekening met zowel de belangen van de zittende huurder als met het algemeen belang, in dit geval het belang van een sociale verhuurder om zijn woningpatrimonium efficiënt te kunnen beheren. Huurders kunnen gedwongen worden te verhuizen, maar het wordt regelgevend omkaderd om rekening te houden met de belangen van de huurder. Als de huurder uiteindelijk niet meewerkt aan de herhuisvesting, kan zijn huurovereenkomst opgezegd worden.
Wij zijn hier vanuit de Vlaamse overheid niet in betrokken. We zien nu dat de loodwaarden zouden dalen, maar ik ben het eens met de heer Annouri dat het niet is omdat de situatie iets beter is, dat ze ook goed is. De Vlaamse overheid is hierin dus niet rechtstreeks betrokken, al zeker niet vanuit de bevoegdheid Wonen. Het is niet de juiste keuze om de situatie te herzien, omdat ze, zoals gezegd, nog niet goed is. Zo’n 60 procent van de kinderen die in zone 1 wonen – waar de buffer de woningen gaat vervangen –, hebben vandaag te hoge lood-in-bloedwaarden. Dat blijkt uit nieuwe testen. Dat dit ondanks alle maatregelen toch kon gebeuren, toont net de noodzaak van de groene buffer aan.
Op welke manier proberen Woonhaven en het Vlaamse Gewest ook te kijken of het probleem niet bij Umicore zelf verder aangepakt kan worden? Dit is zeker geen bevoegdheid van Woonhaven en ook niet van mij als minister bevoegd voor het wonen. Mevrouw De Vroe heeft hier blijkbaar al debatten over gevoerd met minister van Leefmilieu Demir. Ik heb vernomen dat er al investeringen gedaan zijn bij Umicore en dat er nog plaatsvinden. Ik kan daar verder geen uitspraken over doen.
Mijnheer Annouri, er is over dit dossier contact geweest tussen mijn kabinet en het kabinet van Antwerps schepen Duchateau. Ik hoor hem zelf ook regelmatig.
Vind ik het normaal dat de creatie van een bufferzone waarvoor mensen hun woning moeten opgeven, plaatsvindt zonder dat de overheid ten volle haar verantwoordelijkheid opneemt? Ik ben het niet eens met de insinuatie als zou de overheid hier haar verantwoordelijkheid niet opnemen. Ik meen ook af te leiden uit de formulering van uw mondelinge vraag dat u erkent dat iedereen hierin zijn rol probeert te spelen om tot een goede oplossing voor iedereen te komen. De lokale overheid neemt in dezen wel degelijk haar verantwoordelijkheid. Het is een Antwerpse problematiek en zij hebben voornamelijk de regie in handen.
Vanuit Vlaanderen is hier in principe een vrij duidelijk kader voor gecreëerd in het kaderbesluit Sociale Huur. Ik kan u meegeven dat bijvoorbeeld bij grote renovatiewerken zittende huurders ook verplicht worden om te verhuizen naar een andere sociale woning. Een dergelijke verhuizing vindt regelmatig plaats, zeker bij een grote sociale huisvestingsmaatschappij zoals Woonhaven, met 16.000 woningen. Ze hebben daar dus ervaring mee. Voor sociale huurders is het plaatje duidelijk omschreven, namelijk aan welke voorwaarden voldaan moet worden en hoe dat moet verlopen.
Wat betreft de eigenaars heb ik begrepen dat er niet overgegaan zou worden tot een onteigening, maar dat het afhangt van de keuze van de eigenaars zelf.
Met de stelling van uw laatste punt heb ik toch wel enkele problemen. Als u de draagwijdte van het grondrecht op behoorlijke huisvesting echt goed begrijpt, dan zou ik durven te stellen dat Woonhaven wel degelijk naar een andere huisvesting op zoek moet gaan voor haar sociale huurders. Dat lijkt me toch in het belang te zijn van eenieder. Nogmaals, het gaat hier om de gezondheid van die mensen. Laat ons toch dat deel van het probleem niet zomaar negeren. Dat recht op wonen hangt niet samen met een bepaalde woning. En ik kan nogmaals de parallel trekken met grotere renovatiewerken in sociale woonblokken, waar bijvoorbeeld ook met verplichte verhuisbewegingen moet worden gewerkt. Dat is dus geen uniek verhaal. Ik vind het positief dat schepen Duchateau en Woonhaven hier hun verantwoordelijkheid opnemen. Dat garandeert precies dat grondrecht op een behoorlijke huisvesting.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Het is een gevoelige materie, waarbij heel veel emoties betrokken zijn. Maar er is inderdaad ook een samenhang met volksgezondheid, want de waarden die eerder bekend waren maar die nu gelukkig verbeterd zijn, waren toch heel verontrustend. Het was een toch heel bijzondere situatie. De reden waarom ik deze vraag gesteld heb, is dat ik duidelijkheid wil. Gezien de uiteenlopende berichtgeving die ik las, vond ik het wel belangrijk om, ook voor de bewoners, te weten te komen wat hier nu precies de stand van zaken is. Er werd eerst even gesproken van vrijwilligheid, waardoor de sociale huurders ervan uitgingen dat zij een keuze zouden hebben, maar het is dus vrijwillige verkoop. Ik hoop, net als u en net als iedereen, dat de huurders een goede herhuisvesting zullen vinden, en dat zij tevreden kunnen zijn omdat er zoveel als mogelijk rekening zal worden gehouden met hun voorkeuren. In het kader van de volksgezondheid moet het bedrijf goed opgevolgd worden. Ik zal u daar zeker in de toekomst nog over ondervragen. Een goede communicatie is hierbij vereist, met de lokale overheden, het bedrijf, en uiteraard ook met de eigenaars en alle bewoners. Daar wrong toch enigszins het schoentje, als ik de getuigenissen hoor en de berichten van het bedrijf lees in de lokale media. Ik hoop, minister, dat u, gezien de gevoeligheid van dit dossier, het goed opvolgt, kort op de bal speelt in uw communicatie, en duidelijkheid blijft scheppen.
Voorts ben ik benieuwd naar de timing voor de verhuizing. Kunt u daarover, en over de deadline voor de aanleg van de buffer, iets meer zeggen? Dat is een bijkomende vraag.
De heer Annouri heeft het woord. Ik zei bijna Amouri. (Gelach)
Amouri, klinkt ook wel mooi hoor, voorzitter. ‘Annouri’ is Arabisch voor ‘de verlichte’. Ik heb mijn achternaam niet zelf gekozen, voor alle duidelijkheid. Maar ik wil u toch laten weten waarvoor het staat. ‘Nour’ is ‘het licht’.
U hebt het woord.
Uw antwoord is uitgebreid, minister, maar er zijn een paar elementen waarmee ik het niet eens ben. Ik meen wat ik zeg, namelijk dat iedereen goede bedoelingen heeft en tot een oplossing wil komen, zowel het bedrijf als het stadsbestuur, als u, minister, als de bewoners en als wij die ons de zaak aantrekken. Maar ik vrees dat goede bedoelingen niet voldoende zijn.
Iedereen wil een oplossing, maar iedereen heeft een eigen interpretatie van wat die oplossing zou moeten zijn. Daar knelt voor mij het schoentje. Op dit moment wordt er snel vooruitgegaan met het idee van het opkopen van huizen in de wijk Moretusburg om die bufferzone te organiseren. Dat is een samenspel tussen enerzijds het bedrijf en het stadsbestuur, die dat een goed idee vinden. Maar de bewoners worden voor een groot stuk met de rug tegen de muur geduwd. Ja, ze krijgen een marktconforme prijs voor hun huis, maar wie er wil blijven wonen, vrijwillig, zit met heel veel vragen. Zij worden in een heel ondankbare situatie geduwd. ‘Wat gaat er gebeuren met mijn wijk? Huizen gaan afgebroken worden: wat wil dat zeggen als ik er wil blijven wonen? Wat zal de waarde van mijn huis zijn als ik het binnen vijftien jaar wil verkopen? Wat betekent het voor mijn gezondheid? Wat betekent het voor de ‘look and feel’, het thuisgevoel, als de helft van mijn buren verdwijnt? Wat zegt het over mij als ik toch in deze buurt wil blijven wonen met mijn kinderen, terwijl anderen ervoor kiezen iets anders te doen?’ Daar komen heel wat aspecten bij kijken die allesbehalve evident zijn.
U zegt dat iedereen het erover eens is dat die groene bufferzone er moet komen. Dat klopt en ik denk ook dat het moet. Maar ik stel heel openlijk de vraag waarom men die groene bufferzone niet kan installeren op de site van het bedrijf zelf bijvoorbeeld, in plaats van daaraan een stuk van de woonwijk op te offeren. Ik vind dus dat er op dit moment een heel groot onevenwicht is. De goede intenties zijn er bij iedereen, maar de buurtbewoners worden er wel voor een groot stuk met de rug tegen de muur geduwd. Daarom denk ik bij mezelf dat als het stadsbestuur die keuze maakt en als Umicore een oplossing wil zoeken, het Vlaamse niveau daarin toch ook een coördinerende rol kan spelen. U noemt het een lokale problematiek, een lokale situatie. Maar als het gaat over woonzones en hoe die ingevuld en aangepakt worden, is dat toch ook een Vlaamse verantwoordelijkheid. U hebt daarin als Vlaams minister toch ook wel een belangrijke rol. Als er goede intenties zijn maar men er niet aan uitgeraakt en er een onevenwicht is, dan kan het Vlaamse niveau toch bij uitstek iedereen bijeen brengen om te zoeken naar een oplossing waarin iedereen zich kan vinden. Waarom is er vandaag al beslist of lijkt het al in steen gebeiteld te zijn dat er bepaalde huizen opgekocht moeten worden om er een bufferzone te maken? Hebben wij al andere alternatieven uitgepluisd? Weten wij of er andere mogelijkheden zijn?
Het meest ‘mind blowing’ vind ik dat wij vandaag de dag nog altijd niet weten – en Umicore geeft dat ook eerlijk toe – waarom de loodvervuiling de vorige keer zo hoog was en waarom de cijfers nu ietsje beter zijn. Wij weten dat niet. Dus voor hetzelfde geld kan het volgend jaar weer veel hoger zijn. De oorzaak is nog altijd niet gevonden. Wat zegt dat voor de mensen die daar wel willen blijven wonen? Er zijn heel wat vragen vandaag de dag. Als Umicore zegt de leefbaarheid van de wijk te willen garanderen, samen met het stadsbestuur, wil ik dat wel geloven, maar ik zie weinig garanties. Dat is het onevenwicht dat er op dit moment is.
Bovendien, minister, vind ik uw verwijzing naar sociale huurders die elders moeten verhuizen voor verbouwingswerken, een vreemde vergelijking. Dat zijn dan geen permanente verhuizingen. De huurders worden tijdelijk uit hun sociale woningen verhuisd maar kunnen na de renovatie terugkeren. Dat is hier niet het geval. Collega De Vroe wijst er terecht op dat alleen de eigenaars van woningen de keuze krijgen om te blijven. Dat schept een soort van discriminatie, oneerlijkheid tegenover de sociale huurders vanwege de sociaal-economische situatie waarin ze zich bevinden. Zij hebben niet dat recht om ervoor te kiezen te blijven wonen in de wijk waarin zij altijd hebben gewoond, zich hebben genesteld en hun sociale weefsel hebben opgebouwd. Ik vind dat problematisch. Met deze extra opmerking vraag ik u of u vanuit het Vlaamse niveau samen met minister Demir een soort beleidsplan en een communicatie wilt opzetten samen met het lokale bestuur, het bedrijf en de buurtbewoners, om te komen tot een evenwichtige oplossing waarin iedereen zich kan vinden. Op dit moment is dat evenwicht voor een heel groot stuk zoek. Gaat u op Vlaams niveau effectief uw verantwoordelijkheid opnemen, omdat die woonzones toch heel ingrijpend worden veranderd waarvan de buurtbewoners de gevolgen moeten dragen in deze toch wel redelijk onevenwichtige situatie?
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Het gaat natuurlijk over de gezondheid van mensen en de gevolgen die er kunnen zijn voor kinderen. Dan moeten we natuurlijk heel voorzichtig zijn, dat kunnen we niet zomaar naast ons neerleggen. Daarom is het goed dat er globaal naar een oplossing wordt gezocht. Dat heeft natuurlijk een heel grote impact op mensen, dat begrijpen wij heel goed. Dat is en blijft een heel moeilijke evenwichtsoefening. Mensen hebben recht op zekerheid en duidelijkheid. Het is niet goed om die almaar uit te stellen en de onzekerheid te laten bestaan.
De minister heeft de systematiek van herhuisvesting en de herhuisvestingsverplichting geschetst, zoals die is bepaald voor de sociale huisvesting. In casu zit men met een heel specifieke situatie. Die herhuisvesting is duidelijk, het kader daarrond is duidelijk, maar mensen hebben begeleiding nodig. Ik wil er zeker voor pleiten dat daar het nodige overleg is. Minister, u zult nu wellicht zeggen dat dat een zaak is voor de sociale huisvestingsmaatschappij, en dat is vanzelfsprekend zo. Maar ik wil daar toch voor pleiten, trouwens in alle gevallen waar deze situatie zich voordoet.
Minister Diependaele heeft het woord.
Eerst en vooral, laat het duidelijk zijn: wij nemen hierin niet de regie op. Men laat een beetje uitschijnen alsof wij onze verantwoordelijkheid niet opnemen, maar te veel bazen op het terrein is ook geen goede zaak. Wij stellen ons zeer bereidwillig op naar alle actoren op het terrein in Antwerpen. Op dit moment wordt het volgens ons zeer correct aangepakt door die actoren, zowel door het bedrijf, de bewoners als het stadsbestuur. Het stadsbestuur heeft de regie in handen. Wij zijn op elk moment bereid om daarbij te helpen, maatwerk te leveren of wat dan ook. Die bereidheid is er zeker. Maar als het goed aangepakt wordt, moeten wij dat vooral opvolgen, en dat doen wij ook. Maar ons in de plaats gaan stellen? Nog eens, het belangrijkste is dat die mensen worden geholpen en niet wie dat precies aanpakt, wie precies de regie in handen heeft.
Mijnheer Annouri, u komt met weinig alternatieven. Of er een bufferzone mogelijk is op het terrein van Umicore zelf, dat weet ik niet. Ik weet ook niet of die bufferzone bedoeld is om effectief die vergiftiging tegen te houden. Of hangt die vergiftiging vast met andere oorzaken, dat je zelfs met een bufferzone heel dicht tegen de fabriek niets zou oplossen? Dat zijn vragen voor de commissie Leefmilieu. Dat weet ik niet, ik ben niet technisch onderlegd om daar een antwoord op te geven. Ik ga er wel van uit dat die bufferzone, zoals nu aangegeven en wat ik daarover lees, de beste oplossing is, buiten de technologische inspanningen die Umicore zelf voortdurend levert.
Ik heb zeer veel begrip voor de analyse die u maakt. Je moet twee belangen voor ogen houden. Dat is eerst en vooral het feit dat die wijk zeer levendig is. Dat is fantastisch, dat is prachtig, ik sta daar helemaal achter, dat idee ondersteun ik helemaal. Dat wijkgevoel is inderdaad belangrijk, maar dat belang moet je zetten naast het belang van de gezondheid voor die mensen. Het is aan de eigenaars om te beslissen hoe zij dat belang afwegen. Private eigenaars kunnen vrijwillig die keuze maken, zij kunnen vrijwillig overgaan tot verkoop of zij kunnen er blijven wonen. Er is een toezegging van Umicore dat de leefbaarheid in de wijk gegarandeerd wordt. Ik weet niet of u onlangs nog in Doel geweest ben, maar een Doelscenario mag inderdaad niet gebeuren. Umicore zegt ook dat het daarvoor zal zorgen.
De sociale woningen zijn eigendom van de sociale huisvestingsmaatschappij. Daar is het de eigenaar, zijnde de sociale huisvestingsmaatschappij, die de afweging maakt tussen dat wijkgevoel, waar ik u helemaal in volg, en de gezondheid. Die eigenaar zegt dat het wil verkopen. Ik vind dat een zeer valabele afweging. Ik vind het zeer valabel dat men ervoor kiest om de gezondheid prioriteit te geven. Dat vind ik een heel correcte aanpak.
Die sociale huurders zelf kunnen niet in de plaats treden van de eigenaars. We hebben inderdaad al wel wat ervaring met herhuisvestingen. Mijnheer Annouri, puur ter info: er zijn dikwijls tijdelijke verhuizingen, bij renovaties bijvoorbeeld, maar in sommige gevallen kan dat ook permanent zijn. Dan gaat het over de rationele bezetting. De collega's weten dat wel, dat betekent dat de juiste sociale woning aan het juiste gezin of individu wordt toegewezen. In die zin kan die tijdelijke verhuizing ook permanent zijn.
Er was nog de concrete vraag naar de timing. Die heb ik niet precies, maar die kan wel worden opgevraagd bij degene die de regie in handen heeft, dat is in Antwerpen.
Mevrouw Schryvers vroeg naar de begeleiding. Zoals u zelf aangeeft, is dat aan de sociale huisvestingsmaatschappij. Dat is ook de goede praktijk. Die gaat dat natuurlijk ook doen. Als er een sociale huisvestingsmaatschappij daar ervaring mee heeft en dat weet aan te pakken – er zijn er nog, voor alle duidelijkheid –, dan is het wel de grootste, zijnde Woonhaven.
In dergelijke situaties moet men zich de vraag stellen wat men zelf zou doen. Men zit hier in een situatie waarbij de afweging moet worden gemaakt tussen die wijk, het wijkgevoel en de emotionaliteit die daarbij komt, en de gezondheid, die we zeker in deze dagen naar waarde moeten schatten. Het is in alle eerlijkheid mijn persoonlijke overtuiging dat men hier de juiste aanpak heeft en dat men een moeilijk probleem correct aanpakt.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw bijkomende antwoorden. Wat betreft de timing, blijf ik op mijn honger zitten; misschien kan dat schriftelijke nagestuurd worden. U hebt gelijk dat de gezondheid primeert. We zijn aan het einde van het jaar gekomen en we weten met zijn allen dat een goede gezondheid het allerbelangrijkste is om een gelukkig leven te hebben. In de commissie Leefmilieu is daar uiteraard al heel veel over gesproken. Het is heel belangrijk dat de verantwoordelijkheid van het betrokken bedrijf op milieukundig vlak van nabij wordt opgevolgd, enerzijds door de lokale overheid en anderzijds door de hogere overheden. Het is belangrijk om dat te blijven doen.
Voor de eigenaars is het inderdaad duidelijk: zij kunnen vrijwillig verkopen. Maar huurders en sociale huurders, waar mijn vraag over ging, moeten dit ondergaan. Dat is nooit fijn, maar dat is altijd zo voor een huurder of een sociale huurder. Dat is nu eenmaal de situatie.
Het is duidelijk dat er een heel mooi en leuk wijkgevoel is in die omgeving. Dat is mooi en warm om vast te stellen. Het is dan ook te hopen dat de mensen daar zo goed als mogelijk worden geholpen, dat ze worden begeleid in het verhuizen en dat er een goede communicatie is en alles op een duidelijke manier verloopt. Laat ons hopen dat zij in de buurt kunnen blijven wonen of naar een warme buurt kunnen gaan en dat zij zoveel mogelijk van hun voorkeuren ingelost krijgen. Dat is mijn wens voor het eindejaar en voor het nieuwe jaar. Wordt verder opgevolgd.
De heer Annouri heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw antwoord. U haalt in een van uw antwoorden een heel terecht punt aan. U zegt van de bufferzone op de site van Umicore dat u niet weet of dat mogelijk is en of dat voldoende zal zijn om te helpen. Het interessante is dat men dat vandaag nog niet voldoende heeft onderzocht, dat men niet weet of dat een alternatief is en of we daarop volop kunnen inzetten op de site van Umicore. De logische conclusie is dus: waarom zou men in godsnaam al overgaan tot het inzetten van een deel van een wijk als bufferzone en er huizen opkopen als men nog niet voldoende heeft onderzocht wat de andere mogelijkheden zijn?
Zo zijn er nog een paar andere losse eindjes. Zo geeft Umicore aan dat het huizen wil aankopen in de wijk Moretusburg maar niet in Hertogvelden, dat daaraan grenst en waar ook loodvervuiling is geweest. Wat zegt men dan tegen die mensen? Men weet nog niet wat de exacte oorzaken zijn van de toename – daar moeten we eerlijk in zijn –, men weet nog niet wat het effect zal zijn van de bufferzone, maar toch gaat men al op een heel drastische manier ingrijpen.
Minister, u hebt volledig en volkomen gelijk als u zegt dat dit een kwestie is van gezondheid. Absoluut, die gezondheid moet voorgaan. We moeten er in Vlaanderen voor zorgen dat iedereen, ongeacht waar men woont, in een veilige leefomgeving kan opgroeien. Dat vind ik als lid van een gemeenschaps- en ecologische partij zeer belangrijk. Maar dan moeten er wel inspanningen komen van alle kanten. Dan moeten de burgers daarin verantwoordelijkheid opnemen, maar dan moet ik ook weten dat het bedrijf maximaal inzet om op de eigen site de eigen alternatieven uit te putten en te zien welke rol zij kunnen spelen. We moeten weten hoe ver zij kunnen gaan en dan kunnen we weten hoe ver de burgers kunnen gaan om elkaar voor een deel tegemoet te komen.
Vandaag is dat evenwicht zoek. Vandaag weet niemand of alle alternatieven zijn uitgeput om ervoor te zorgen dat die woonwijk blijft bestaan naast het bedrijf en of we op die manier tot een gezond evenwicht kunnen komen of niet. Dat weten we niet. Nu wordt de vlucht vooruit genomen om te gaan naar een bufferzone in de woonwijk. Dat vind ik een heel slechte zaak. Als iedereen van goede wil is – en daar geloof ik in – en als iedereen oplossingen wil zoeken – daar geloof ik ook in –, dan moet het Vlaamse niveau er meer voor zorgen dat op een evenwichtige manier alle alternatieven zijn uitgezocht, alles in kaart is gebracht en er dan pas beslissingen worden genomen. Op dit moment is het evenwicht zoek. Ik hoop dat ik ongelijk heb, maar ik vrees dat dat wil zeggen dat we binnen enkele weken een conflict zullen zien tussen een deel van de buurt, het bedrijf en het stadsniveau en dat we dan helemaal ver van huis zijn en nog een groter probleem hebben. Ik vrees dat dat komt omdat op dit moment de coördinatie ontbreekt. Deze discussie zal ongetwijfeld vervolgd worden.
De vraag om uitleg en de interpellatie zijn afgehandeld.