Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Mijn vraag gaat over organisatiegebonden kosten. Ik ben daar al enkele keren in deze commissie op ingegaan. In het regeerakkoord is de keuze gemaakt om een hervorming te doen van die organisatiegebonden kosten. Wij willen die naar beneden halen. Ik heb dat onderzocht, ook internationaal. In Nederland bedragen die kosten bijvoorbeeld 11 procent. Bij ons is dat 21 procent. Wij hebben de keuze gemaakt die naar beneden te halen. U kunt erover discussiëren of dat goed of slecht is. Persoonlijk vind ik dat enorm goed als dat geld naar de zorg kan gaan in plaats van naar overhead. Tot daar prima.
Maar nu zien wij bij de uitwerking een aantal opvallende zaken. Meer bepaald gaat het over de beheerskosten op cashbudgetten, dus voor de mensen die hun zorgvergoeding cash besteden. Daar zien we dat er bespaard wordt, niet op de beheerskosten zelf, maar op de omzetting naar cash. Dat betekent eigenlijk dat er voor de mensen die cashbestedingen doen, toch geraakt wordt aan hun zorgbudget. Dat zijn geen budgetten die naar omkadering gaan maar echt wel budgetten waarmee die mensen zorg inkopen. Die mensen verliezen eigenlijk een deeltje – geen gigantische bedragen, maar toch – van hun zorgbudget. Iemand die daarentegen zorgbestedingen met een voucher doet, verliest daarop niets. Dat is volgens mij niet correct. We moeten besparen op de organisatiegebonden kosten maar niet op het zorgbudget. Bovendien – en dat verbaast mij – zou die besparing naar verluidt, nog meer opbrengen dan de voorziene 2 miljoen euro.
Waarom doet u dat op die manier bij de cashbestedingen? Kan er niet op een andere manier bekeken worden hoe die organisatiegebonden punten naar beneden te halen? Hoe zit het daarbij precies met het bedrag dat moet bespaard worden? Ik heb het dan over die 2 miljoen euro; misschien ben ik verkeerd geïnformeerd. Maar als mijn vaststelling klopt, betekent dat dan dat er nog extra op die cashbestedingen wordt bespaard? Dat zou voor de betrokken mensen toch echt geen goede zaak zijn. Ik wil niet zeggen dat de hervorming slecht is, maar ik heb mijn vragen over de manier waarop ze is uitgewerkt.
Minister Beke heeft het woord.
Er wordt in geen geval geraakt aan het basisbudget aan zorggebonden middelen. Net als bij de voucher-inzet wordt bij de cash-inzet een beperkte minderuitgave gerealiseerd om zo te trachten voldoende middelen vrij te maken om aan de meest precaire wachtenden op een budget toch enig perspectief te kunnen bieden. Met deze maatregel, die overigens voor cash- en voucherbesteders een gelijkaardig effect heeft, vraagt de Vlaamse regering van de personen die al een budget hebben, een kleine inspanning en een beetje solidariteit, zodat toch weer 50 mensen die nu geen of een echt ontoereikend budget hebben, uit de nood kunnen geholpen worden.
Met deze maatregel wordt een minderuitgave gerealiseerd die werd afgesproken bij de opmaak van het regeerakkoord. Aan de bijstandsorganisaties, de verenigingen voor personen met een handicap en het Raadgevend Comité van het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) werd herhaaldelijk gevraagd om alternatieve voorstellen van besparing voor te stellen. Daaruit kwamen echter geen voorstellen die haalbaar en budgettair sluitend waren. De bijstandsorganisaties en gebruikersverenigingen suggereren de beoogde besparing te halen uit een hervorming van de toeleidingsprocedure. Hoewel we de hervorming van de toeleidingsprocedure inderdaad de komende periode zullen voorbereiden en uitrollen, is de feitelijke realisatie ervan pas voorzien na 2021, te laat dus om de benodigde besparing te realiseren.
De niet-indexering van de persoonsvolgende budgetten bij cashbesteding leidt tot een minderuitgave die geraamd wordt op 2 miljoen euro. De exacte minderkost zullen we pas kennen als de index die normaal zou toegepast worden, bekend is, normaal gezien in januari 2021, en als we de totale cashbesteding in 2021 kennen, in het voorjaar 2022. Toch werd het bedrag in de begroting van het VAPH met 2 miljoen euro verminderd. De terbeschikkingstellingen – gerekend aan de lagere kost – zullen alleszins beperkt worden tot het beschikbare krediet in de begroting, waardoor de besparing wordt gegarandeerd. Er wordt niet in bijkomende maatregelen voorzien.
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Het alternatief dat voorgesteld werd door de bijstandsorganisaties heb ik ook bestudeerd. Ik vind het goed dat u daar rekening mee gehouden hebt en dat onderzocht hebt. Ik neem aan dat dat geen gelijkaardig budgettair effect heeft, daar heb ik alle vertrouwen in.
Ten tweede ben ik blij dat u zegt dat er niet aan de zorgcomponent geraakt wordt. We moeten dat heel goed opvolgen in de implementatie in 2021, dat dat effectief zo is. Uit de feedback die ik krijg, en hoe ik het kan zien in de VAPH-systemen, worden die budgetten wel gebruikt voor de zorgcomponent. Maar ik neem uw antwoord daarin mee en ben blij dat u dat voornemen hebt. Ik stel voor dat we dat van dichtbij opvolgen het komende jaar.
Mevrouw van der Vloet heeft het woord.
Ik bedank collega Vande Reyde om het nogmaals onder de aandacht te brengen. Ik heb vorige week bij de bespreking van de begroting eigenlijk net dezelfde vragen gesteld, minister. Ik wil er ook nog eens op wijzen dat het belangrijk is dat men niet aan die zorgbudgetten zit. Maar zoals de collega aanhaalt, is het wel zo dat de beheerskosten negen van de tien keer ook gebruikt worden om de zorg te kopen. Hoe komt dat nu, minister? Als we kijken naar de omschaling van persoonlijkeassistentiebudget (PAB) naar persoonsvolgend budget (PVB), zitten zij immers met 15 tot 30 procent minder aan middelen, aan budget, ten opzichte van een voucher. Dan is het logisch dat zij hun zorg goed willen besteden en dat zij natuurlijk ook die beheerskosten nodig hebben. Ik zou toch willen aandringen: er mag niets op zorg ingeboet worden. U zegt dat er 2 miljoen euro gevonden moet worden. Er zijn voorstellen geweest van hen. Ik wil toch de vraag stellen om nog eens te kijken wat dat dan oplevert. Er is daar een raming van gemaakt, maar klopt die raming? U zegt ook dat u nu nog niet kunt bekijken of het voorstel dat nu op tafel ligt, 2 miljoen euro oplevert of meer, dat u dat pas later kunt zien. Dat is belangrijk om mee te nemen, we moeten ook zien dat we niet méér besparen, dat is volgens mij ook niet nodig. Wilt u samen met de bijstandsorganisaties toch nog eens bekijken hoe dit probleem het beste wordt aangepakt? Snijden in de budgetten die naar de zorg gaan, is immers echt geen optie voor ons.
Minister Beke heeft het woord.
Ik heb daarop geantwoord in het eerste deel van mijn tussenkomst.
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Ik neem even de gelegenheid te baat om het volgende te vragen. Over mensen met een beperking en de wachtlijsten zijn er momenteel zoveel hete hangijzers. De beslissing is genomen om de budgetten zijn naar voren te trekken en dat is een heel goede zaak. Maar we hebben de automatische toekenningsgroepen, we hebben prioriteitengroep 3, we hebben de omschakeling PAB naar persoonsvolgende financiering (PVF), we hebben dit ding van de opvolging van de besparing op de organisatiegebonden punten. Ik wil gerust al mijn rechten om daarover elke week vragen te stellen opgeven als we daar periodiek een diepgaande discussie over zouden kunnen hebben die ook in het parlement aanleiding geeft tot een soort van witboek om aan die zaken echt richting te geven. We hebben daarvoor ook de medewerking van het VAPH nodig. Wat mij betreft mag dat op een andere dag gebeuren als die van de commissievergadering, maar we moeten dat fundamenteel vormgeven. Op deze topic zijn we vier of vijf keer teruggekomen, maar uiteindelijk blijven we een beetje in rondjes draaien. Voorzitter, ik zou echt willen vragen: kunnen we een fundamentele werkwijze over de wachtlijsten van mensen met een beperking aannemen in 2021? Dat zou heel fijn zijn.
Collega Vande Reyde, dat is inderdaad iets voor de regeling der werkzaamheden, maar ik ben blij dat u erkent dat het beter zou zijn in plaats van iedere week individuele vraagjes te stellen. Het is trouwens ook de vraag van het Bureau en van voorzitter Liesbeth Homans om bepaalde dossiers thematisch aan te pakken, wat inderdaad beter is om een fundamenteel debat te voeren. Ik stel voor dat u daar volgende week bij de regeling der werkzaamheden op terugkomt en misschien zelf met een voorstel komt.
De vraag om uitleg is afgehandeld.