Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Wouters heeft het woord.
Minister, gezien de kwetsbaarheid van ouderen voor het coronavirus wordt er volop getest in de woonzorgcentra. In sommige woonzorgcentra wordt er verplicht op corona getest en kunnen bewoners daar niet voor kiezen.
Ik heb deze vraag om uitleg ingediend na het krijgen van een heel bezorgde mail van een familie waarvan de vader in een woonzorgcentrum verblijft. Zij kregen de maandelijkse factuur van het woonzorgcentrum en daarop werd de volledige kostprijs van de test, 47 euro, aangerekend. Hoe vaak er in de toekomst nog zal worden getest en of dan ook telkens 47 euro extra moet worden opgehoest, daar hebben de bewoners op dit ogenblik het raden naar. Stel dat men de bewoners wekelijks of tweewekelijks gaat testen, dan is dat een maandelijkse meerkost van 100 tot 200 euro, boven op de verblijfskosten.
Minister, klopt het dat de bewoners de kostprijs van elke test volledig moeten betalen, zonder tussenkomst van de mutualiteit? Welke initiatieven zult u daaromtrent nemen, zodat het verblijf in woonzorgcentra voor onze ouderen betaalbaar blijft?
Minister Beke heeft het woord.
Collega, voor de Vlaamse woonzorgcentra gelden met ingang van 21 oktober 2020 de volgende richtlijnen inzake teststrategie, volgens dewelke ook een terugbetaling plaatsvindt. De eerste prioriteit ligt bij symptomatische personen. In deze fase van de epidemie moet elke persoon met symptomen die kunnen wijzen op COVID-19, getest worden. Er wordt daarenboven bijzondere aandacht gegeven aan bewoners en personeelsleden van woonzorgcentra.
De tweede prioriteit ligt bij het uitbraakgericht testen. Dit betekent dat er naar aanleiding van een of meerdere besmettingen binnen de voorziening en op basis van een risicoanalyse, een bredere testing ter preventie en beheersing van een uitbraak wordt uitgevoerd.
De derde prioriteit betreft de preventieve screening van specifieke doelgroepen, waaronder nieuwe bewoners van woonzorgcentra. Bewoners worden zowel bij een eerste opname als bij heropname na een langdurige afwezigheid als nieuw beschouwd. Een bewoner die na een korte afwezigheid heropgenomen wordt, wordt niet beschouwd als een nieuwe bewoner. Daarnaast kunnen medewerkers preventief worden gescreend in voorzieningen waar geen uitbraken zijn.
De vierde prioriteit is de testing van bewoners en medewerkers van een voorziening die een hoogrisicocontact hebben gehad. Voor medewerkers geldt dit zowel voor de werk- als voor de thuissituatie.
Concreet is er in twee terugbetalingsmechanismen voorzien voor een collectieve testing. Een voorziening kan er bij collectieve testings voor kiezen om te testen via een klinisch platform of via het federale platform. Wanneer wordt getest via een klinisch labo, moet de testaanvraag voldoen aan de terugbetalingsvoorwaarden voor een moleculaire PCR-test (polymerase chain reaction). Deze stellen onder meer dat de moleculaire test en antigentest zullen worden terugbetaald volgens de geldende gevalsdefinitie en testindicaties van Sciensano. Volgens de huidige indicaties kan er steeds worden getest bij clusters in collectiviteiten. Hier zal de verantwoordelijke arts, eventueel in overleg met de regionale gezondheidsautoriteiten, beslissen over de meest geschikte verdere teststrategie, aangepast aan de lokale omstandigheden.
Op dit moment kan men dus steeds testen met volledige terugbetaling via de mutualiteit, zodra er twee of meer gelinkte gevallen worden vastgesteld binnen een collectiviteit. Een woonzorgcentrum valt onder de noemer ‘collectiviteiten’ en kan dus, mits er is voldaan aan deze clustervoorwaarde, steeds rekenen op terugbetaling. Een voorwaarde is wel dat de arts voor elke test een aanvraag of eForm moet indienen en moet aangeven dat het om een testing in functie van clusters gaat.
Een tweede vorm van testing zijn de collectieve screenings die worden aangevraagd via het federale platform. Deze testen zijn steeds gratis voor zowel de voorziening als de bewoner. De terugbetaling verloopt niet via het Rijkstinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (RIZIV), maar wordt volgens onderlinge afspraken tussen de federale overheid en het betreffende labo van het federale platform geregeld. Hiervan zal een bewoner dus ook nooit een factuur ontvangen.
U verwijst in uw vraag ook naar de algemene betaalbaarheid van een verblijf in een woonzorgcentrum. De Vlaamse overheid doet er alles aan om het verblijf betaalbaar te houden. Zo zetten we vooreerst in op het verhogen van de financiering voor zware zorg vanuit de overheid door het verlenen van bijkomende erkenningen. Woonzorgcentra kunnen een bijkomende erkenning krijgen voor het opnemen van zwaar zorgbehoevende ouderen. Een woonzorgcentrum met woongelegenheden met een bijkomende erkenning ontvangt hiervoor via de basistegemoetkoming voor zorg een hogere financiering vanuit de overheid, maar moet dan wel voldoen aan specifieke en zwaardere normen, vooral op het vlak van zorgpersoneel. De Vlaamse Regering is zich bewust van de toenemende zorgzwaarte in de woonzorgcentra en heeft daarom voor het vijfde jaar op rij extra middelen ingezet om aan erkende woongelegenheden voor woonzorgcentra een bijkomende erkenning te verlenen. Op die manier kunnen voor de zwaarst zorgbehoevenden extra zorgmedewerkers worden aangeworven en kan de kwaliteit en de continuïteit van de zorg en ondersteuning gevrijwaard blijven bij toenemende zorgvragen. De bijkomende middelen beogen de afname van de werkdruk van het zorgpersoneel, maar moeten ook de betaalbaarheid van de zorg voor de bewoners helpen te verzekeren door de hogere financiering vanuit de overheid.
Dit jaar worden sinds 1 oktober 2020 ook middelen ter beschikking gesteld om 1800 extra woongelegenheden met een bijkomende erkenning te kunnen toekennen aan woonzorgcentra, met het oog op het opvangen van de stijgende zorgzwaarte en de verlichting van de werkdruk voor het zorgpersoneel. Hiermee wordt de uitbreiding van het aantal woongelegenheden met een bijkomende erkenning, opgestart in de vorige legislatuur, ook in deze legislatuur verdergezet.
In deze COVID-19-periode ondersteunen we daarnaast de woonzorgcentra en centra voor kortverblijf ook financieel om de continuïteit te borgen maar ook om de betaalbaarheid te bewaken. Zo zullen we in woonzorgcentra die een vermindering in hun bezetting zien, blijven compenseren tot en met 31 maart 2021 en dit tot een met 20 procent gedaalde bezetting in vergelijking met een referentieperiode zonder COVID-19.
Daarnaast voorzien we ook in de mogelijkheid om extra personeel in te zetten maar dekken we ook de kosten die daarmee gepaard gaan, tot 250 euro per erkend bed per kwartaal.
Met deze tussenkomsten gaan we dus een zeer groot financieel engagement aan. Daar staat tegenover dat de verliezen – die er ten gevolge van de verminderde bezetting kunnen zijn – niet verhaald worden op de bewoner door een dagprijsverhoging.
Wat de dagprijsverhogingen betreft, moeten de woonzorgcentra om de dagprijs te kunnen verhogen voorafgaandelijk een aanvraag tot dagprijsverhoging indienen en laten goedkeuren door het agentschap. Daarbij worden de aanvraagdossiers tot prijsverhoging, sinds de Vlaamse overheid bevoegd werd, geëvalueerd op basis van objectieve criteria. De gevraagde stijging moet dus verantwoord worden aan de hand van boekhoudkundige gegevens en verantwoordingsstukken. Een geldige reden voor een prijstoename is bijvoorbeeld een investering in een nieuw gebouw, die voor een hoger wooncomfort zorgt. Een dagprijsverhoging aanvragen kan enkel mits het naleven van een aantal voorwaarden, inclusief de beschermende maatregelen voor de ouderen die reeds in de voorziening verblijven. Pas na goedkeuring door het agentschap van de ingediende aanvraag kan de dagprijsverhoging doorgevoerd worden.
Ook via andere instrumenten streven we naar betaalbare zorg. Zo is er het zorgbudget voor zwaar zorgbehoevenden en het zorgbudget voor ouderen met zorgnoden. Dat zijn twee instrumenten waarmee we de burger financieel ondersteunen.
Mevrouw Wouters heeft het woord.
Minister, bedankt voor uw uitgebreide en toch wel duidelijke antwoord. Ik wil toch even duidelijk maken dat ik het er volledig mee eens ben dat er meer getest wordt in de woonzorgcentra. Niet elke oudere heeft voldoende budget of voldoende financiële reserve om bijkomende kosten te dragen. Want zo zijn er nu al gevallen waar de kinderen moeten bijdragen om ervoor te zorgen dat hun ouders in het woonzorgcentrum kunnen blijven. Het kan ook niet de bedoeling zijn dat deze coronatesting in de woonzorgcentra heel wat financiële problemen met zich mee zou brengen voor de ouderen en hun familie. Bedankt voor uw antwoord.
De vraag om uitleg is afgehandeld.