Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Vraag om uitleg over informatiedeling via de corona-app na een positieve coronatest
Vraag om uitleg over een efficiënter gebruik van de app Coronalert
Vraag om uitleg over het vermijden van een derde coronapiek
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werden deze vragen om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Minister, bij de bespreking van de beleidsverklaring hebben we u ook gevraagd hoe u mensen denkt te motiveren om zich echt te houden aan de preventieve maatregelen. Hans Kluge van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) stelde recent nog dat we geen lockdown nodig zouden hebben als we ons daar allemaal aan zouden houden. We zitten natuurlijk nog volop in die tweede lockdown. De cijfers zijn aan het dalen, maar de situatie is nog altijd zeer ernstig. Toch blijkt uit de resultaten van de Grote Coronastudie van de Universiteit Antwerpen dat bijna een op de drie Belgen eigenlijk niet van plan is om Kerstmis in beperkte kring te vieren. Dat baart me echt wel enorm veel zorgen. Dan kan je verwachten dat we in de tweede week van januari opnieuw een stijging zullen kunnen zien, met alle gevolgen van dien, natuurlijk, niet alleen voor ons gezondheidszorgsysteem, maar ook voor de economie.
Minister, vandaar mijn vraag: wordt er overlegd met de federale overheid over een strategie om die mensen ervan te overtuigen Kerstmis en Nieuwjaar te vieren in het eigen gezin en geen risico’s te nemen met ruimere kerstfeesten?
Mevrouw Sleurs heeft het woord.
Minister, mijn vraag gaat over de corona-app. Sommige mensen die via die app vernemen dat hun resultaat positief is, laten daarna zelf geen melding versturen naar de andere gebruikers. Welke mogelijkheden worden onderzocht om de burgerzin in dezen te vergroten? Wat kan de Vlaamse overheid doen om die mensen er alsnog van te overtuigen om hun informatie te delen met de andere appgebruikers?
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Collega’s, ik heb ook een vraag over het gebruik van die app. Zoals collega Sleurs zal ik me ook beperken tot de vragen die zijn ingediend na de berichten die we vernamen over de manier waarop de app wordt gebruikt en de contacten worden doorgegeven. Minister, hoeveel mensen hebben ondertussen die app Coronalert geïnstalleerd?
Zijn er nog campagnes om nog meer mensen ertoe te bewegen de app te installeren? Kunt u daar meer toelichting bij geven?
Hoe kunnen de mensen worden aangespoord om de app doelgerichter te gebruiken? We weten dat de effectiviteit van die app staat of valt met het gebruik dat de mensen ervan maken. We horen dat de mensen dat niet op een goede manier doen. Daar is vaak geen onwil mee gemoeid. Ze weten het gewoon niet goed. Vandaar, minister: als er toch nog nood is aan informatie en sensibilisering over de werking van die app, hoe zou u daar dan extra op inzetten?
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Minister, ik wil iets breder gaan dan de vragen van mijn collega’s, waardoor ik misschien iets langer een aantal dingen ga toelichten.
De tweede coronapiek lijkt, zonder voortvarend te zijn, zeer beperkt achter de rug, in die zin, zoals collega Saeys zei, dat de situatie nog superernstig blijft en dat we dat moeten blijven onderstrepen. Maar langs de andere kant doen de cijfers ons toch vermoeden dat we op middellange termijn, hopen we toch, zicht krijgen op een aantal versoepelingen.
We willen natuurlijk de lessen van de eerste piek en van wat er daarna gekomen is niet vergeten. Daaruit bleek dat, ondanks alle goede voornemens, we er niet in zijn geslaagd om een tweede piek te vermijden. Ik wil hier vandaag niet in het debat vervallen over of dit al dan niet kon worden vermeden en of we genoeg hebben gedaan. Ik wil vooral, samen met de collega’s, vooruitkijken.
Een vaccin zal ongetwijfeld een belangrijke rol spelen bij het klein krijgen van het virus, maar we mogen niet de illusie wekken dat het vaccin in de nabije toekomst het antwoord zal zijn om dit virus te beteugelen. We moeten, nog meer dan in de zomerperiode, inzetten op testen, tracen en het aanhoudend naleven van de elementaire voorzorgsmaatregelen. Het versoepelen van de ingrijpende coronamaatregelen mag er niet toe leiden dat we in een euforische sfeer belanden.
Nu de bevolking nog dagelijks geconfronteerd wordt met de impact van het virus is het waarschijnlijk het moment om te schakelen en om ervoor te zorgen dat de mensen en de overheid klaar zijn om de volgende stappen te zetten. Dit is het moment om de mensen nogmaals op te roepen om de app te installeren. We moeten dit nu doen, op een urgent moment, en niet op een moment dat er al versoepelingen hebben plaatsgevonden. De testcapaciteit is niet langer voorbehouden voor patiënten met symptomen. Meer en meer mensen moeten op de hoogte gebracht worden dat ze een hoogrisicocontact hadden, en dus moet de contactopsporing weer op volle kracht kunnen draaien. We weten dat er in het verleden op een bepaald moment gebruik werd gemaakt van sms. Het lijkt ons noodzakelijk om dat weer op volle capaciteit te krijgen.
In de marge krijgen we ook het signaal dat de test- en triagecentra soms botsen op administratieve problemen. Ze kunnen rijksregisternummers of BIS-nummers niet op hun juistheid controleren, ze kunnen niet nagaan of buitenlandse patiënten al over een BIS-nummer beschikken en ze kunnen er geen aanmaken. Dit is niet enkel tijdrovend maar het leidt er in de praktijk ook toe dat bepaalde potentieel besmette personen niet getest worden. Dat is problematisch. Het zijn vaak die problemen op het terrein die enorm werken op de mensen die zich iedere dag opnieuw inzetten om dit in de praktijk waar te maken.
Nu er stilaan weer testcapaciteit vrijkomt voor niet-symptomatische personen zien we in de samenleving tendensen ontstaan waarbij een bewijs van negatief testresultaat gevraagd wordt, bijvoorbeeld om op reis te gaan. We zien dat uitbaters van een bioscoop er aan denken enkel toegang te verlenen aan mensen met een groen scherm van de corona-app op hun smartphone.
Is Vlaanderen organisatorisch klaar om een derde golf te vermijden en om praktisch de versoepelingen mogelijk te maken op het moment dat dat op basis van de cijfers zou kunnen en dat het Overlegcomité daartoe zou beslissen?
Is er voldoende capaciteit voor de contactopsporing? Minister, u weet dat er altijd gedebatteerd is over de bronopsporing en dat Vlaanderen daar inspanningen heeft geleverd maar dat dat nog een stuk beter kon. Komt er een versterkte focus op bronopsporing in de volgende fase?
Wordt er verder gesensibiliseerd om de app te installeren en de quarantaine bij een rood scherm strikt na te leven?
Bent u op de hoogte van mogelijke problemen met de rijksregister- en BIS-nummers? Hoe wordt dit opgelost? Hoe zorgen we ervoor dat dit administratief bij de betrokken medewerkers geen te grote extra last veroorzaakt?
Hoe staat u tegenover een negatieve test of een groen scherm als toegangspremisse voor bepaalde diensten of handelszaken? Wilt u iets gelijkaardigs voor bijvoorbeeld bezoekers aan een woonzorgcentrum? In hoeverre leggen die door private diensten of ondernemingen gevraagde negatieve testresultaten een hypotheek op de testcapaciteit?
Hoe zal u vermijden dat bij een versoepeling de mensen een soort van ‘eindelijk’-gevoel ervaren en dat dit de basispreventie in het gedrang zou brengen waardoor we heel snel terug naar af zouden gaan?
Minister Beke heeft het woord.
Dank u wel, voorzitter en collega’s. Dit zijn belangrijke vragen. Op allerlei plaatsen in de media en in de communicaties van de verschillende overheden wordt steeds meegenomen dat op dit ogenblik euforie over de dalende cijfers niet mag leiden tot een te sterk loslaten van de teugels. Het met grotere groepen samenkomen met Kerstmis of oudejaar, bovendien veelal vanuit verschillende delen van Vlaanderen of daarbuiten, is een te vermijden plan als we geen aanzet tot een derde golf willen geven.
Het lijkt me sterk dat er momenteel nog mensen zouden zijn die na zowat tien maanden COVID-19 niet weten dat grootschalige feestjes en huisfeestjes een perfect recept kunnen zijn voor ziekteclusters en het opnieuw uitdijen van de epidemie. Dat staat natuurlijk los van het gegeven dat ik de nood aan contact en gezelligheid met de familie zeer goed begrijp. Ook dat ‘normale leven’ is zowat tien maanden geleden.
De tweede golf heeft voor veel gezinnen en families COVID-19 in soms bijzonder ernstige vorm zeer nabij gebracht. Naast het herhalen van de boodschappen – wat we zeker gaan doen – om samenkomsten te vermijden, moeten we hopen dat de bevolking de niet te onderschatten moed opbrengt om deze keer de feestdagen zeer low profile te houden. Daarom begrijp ik inderdaad niet dat een op de drie mensen zegt niet van plan te zijn zich aan de regels te houden. Ik hoop dat bij iedereen de beelden uit de ziekenhuizen, de beelden uit de woonzorgcentra en andere beelden op het netvlies gebrand zijn en dat iedereen de mogelijke consequenties inziet.
Welke mogelijkheden worden onderzocht om de burgerzin te verhogen? Er waren nog vergelijkbare vragen, bijvoorbeeld over de derde golf, die ik allemaal samen zal beantwoorden. Het vermijden van een derde golf is inderdaad deels de missie van ons allemaal. ‘Ons allemaal’, dat wil zeggen de overheid, maar het is ook de verantwoordelijkheid van u en mij als burger en van alle andere burgers samen.
En ja, we zijn weer beter voorbereid en beter klaar om nieuwe opflakkeringen in te dijken. We hebben veel geleerd, bestaande processen geoptimaliseerd en nieuwe processen ontwikkeld. Dat laatste bijvoorbeeld rond complex case management voor transmissie bij bijeenkomsten wanneer dat weer mag, of voor een betere bronopsporing wanneer dat bij een gedaalde viruscirculatie weer nuttig wordt.
Maar uiteindelijk zal het toch een en-enverhaal moeten zijn als we een derde golf willen vermijden. Zonder een goed voorbereide overheid lukt het niet, maar zonder de wilskracht, het doorzettingsvermogen en de verantwoordelijkheidszin van iedere burger om de regels na te leven – en ik besef dat het na tien maanden niet gemakkelijk is wat we van de mensen vragen – gaat het zelfs met de beste voorbereiding niet lukken.
Is er voldoende capaciteit op de contactopsporing? Die is er zeker. We hebben de capaciteit voor het contactonderzoek sterk vergroot wanneer dat nodig was in de tweede golf. We schalen nu langzaam en met een zekere ‘voorzichtige terughoudendheid’ weer wat af, maar kunnen ook weer opschalen wanneer dat nodig is.
Momenteel wordt nog steeds aan brononderzoek gedaan, weliswaar voornamelijk op metaniveau uit de data van het contactonderzoek. Naarmate de viruscirculatie lager wordt, zal het nut van case-by-case brononderzoek opnieuw toenemen. We zullen er dan uiteraard ook weer meer op inzetten.
Wordt er verder gesensibiliseerd om de app te installeren en de quarantaine bij een rood scherm strikt na te leven? Er zijn op dit ogenblik meer dan 2,05 miljoen downloads van de applicatie Coronalert. Dat komt overeen met 28 procent van de smartphonegebruikers in België. Het aantal Nederlandstalige downloads in Vlaanderen is veel groter dan dat in de andere regio’s. Dit is dus een zeer goed cijfer als we dit vergelijken met andere landen die al langer een dergelijke app gebruiken. Uiteraard mag dit cijfer nog toenemen.
Als de app onder de aandacht wordt gebracht in de media via interviews op televisie of radio, worden er duidelijk nieuwe stijgingen in de downloads opgemerkt. Op basis van de vragen die mensen kunnen stellen via sociale media en e-mail, merken we dat er nu minder vragen zijn over het gebruik van de app of de bescherming van de privacy. Dat was vooral bij de lancering het geval. Ik heb zelfs gelezen, voorzitter, dat uw partijvoorzitter nu ook al de app heeft geïnstalleerd.
Dat betekent uiteraard niet dat we daar geen aandacht voor moeten blijven houden. Op de website kunnen de burgers informatie over de werking van de app terugvinden. Er bestaat ook een folder over de werking van de app en die wordt ook nog verder vertaald in verschillende talen en zal binnenkort ook ter beschikking worden gesteld. Sinds de lancering zijn er verschillende acties ondernomen om de app onder de aandacht te brengen. Ik vermeld er een aantal: de borden boven de snelwegen, de samenwerking met de NMBS, de Pro League, Agoria en vele andere organisaties.
Binnen het Interfederaal Comité voor testring &Tracing wordt er op dit ogenblik ook gekeken welke verdere stappen we kunnen nemen om bijkomende communicatieacties te ondernemen, onder meer om te bekijken hoe burgers meer bewustgemaakt kunnen worden. Er lopen ook campagnes met influencers via Facebook en Instagram. De app doet een beroep op de burgerzin van de gebruikers om niet enkel de code door te geven om te koppelen aan een test. Ook als het positief resultaat in de app terechtkomt, krijgt de gebruiker een melding en kan die de contacten via die weg verwittigen. Dat is wel belangrijk. Dat blijft vrijwillig. Sommige personen zullen een duidelijke reden hebben om het bewust niet te doen. Anderen zijn misschien zo onder de indruk als ze het resultaat merken dat ze vergeten om de knop in te drukken. Het is wel belangrijk dat het gebeurt. Vanwege de privacy kennen we de personen niet en kunnen we dat dus ook niet achterhalen. Sinds 20 november krijgt iedereen die getest wordt en waar geen zeventiencijferige code van de applicatie ingevoerd is, een sms’je met de boodschap: als u een Coronalert-gebruiker bent, gebruik dan de link in de sms om uw resultaat te koppelen aan de app om uw risicovolle contacten te voorkomen. Op die manier wordt de app onder de aandacht gebracht van elke burger die getest wordt. Dat is een belangrijke manier om mensen alsnog te overtuigen om de app te downloaden en de app met de testen te koppelen via de activatiecodes die ze hebben gekregen.
De problemen met het rijksregister en de BIS-nummers verbaast me een beetje. Het creëren van BIS-nummers is immers een functionaliteit van de diverse huisartsenpakketten. Daarnaast kunnen huisartsen die niet over die mogelijkheid beschikken, gebruikmaken van eHealthCreaBis, de toepassing voor de automatische aanmaak van een bisnummer. Artsen kunnen daarvoor rechtstreeks surfen of via de website www.coronatracking.be, de site die trouwens de meest technische informatie over het contactonderzoek samenbrengt. De link naar eHealthCreaBis is er te vinden onder de knop Huisartsen en verder via Informatie en Hulpmiddelen. En ten slotte onder het item ‘Aanmaak van een BIS-nummer’ als de huisarts niet beschikt over het softwarepakket met de functionaliteit om een BIS-nummer aan te vragen.
In verband met de negatieve testen en de groene schermen: een dergelijke verplichting zal alvast het gegeven van vrijwilligheid van het gebruik van de app impliciet tenietdoen en een stukje als een woordbreuk van de overheid beschouwd kunnen worden. Verder heeft niet iedereen en zeker niet ouderen die een familielid in een woonzorgcentrum bezoeken, zomaar een gsm-toestel of een model dat het gebruik van de app toelaat. De PCR-testen (polymerase chain reaction) worden enkel aanvaard en terugbetaald als ze aangevraagd worden binnen de officiële teststrategie. De afname van de PCR-testen buiten de officiële teststrategie heeft evenwel een impact op de testcapaciteit. Immers, de analyse van die testresultaten gebeurt in de labo’s en beïnvloedt bijgevolg ook de labocapaciteit en mogelijk ook de doorlooptijd tussen de testafname en het verkrijgen van het testresultaat. We streven ernaar om die doorlooptijd zo klein mogelijk te houden. Er is op dit moment geen enkel probleem met de testcapaciteit.
Hoe zullen we vermijden dat bij het versoepelen van de maatregelen een euforisch gevoel ontstaat? Er zijn duidelijk geen altijd en bij iedereen werkende recepten om het naleven van regels te garanderen.
Zoals ik al gezegd heb, denk ik dat alle overheidscommunicatie er nu al op gericht is om net géén gevoel van euforie te creëren bij de dalende cijfers. De evolutie is gunstig, maar als we dat zo willen houden moeten de basisregels blijvend gevolgd worden. We moeten voorzichtig blijven.
Wij, zowel de federale als de lokale overheden, en de media blijven dus het best maximaal inzetten op sensibiliseren en begripvol motiveren van de bevolking en de diverse groepen daarbinnen. Daarnaast doen de verschillende overheden al inspanningen om mensen die in isolatie of quarantaine moeten gaan, te ondersteunen. Dat is van primordiaal belang, want niet iedereen heeft het even gemakkelijk om de boodschappen te begrijpen of om ze na te kunnen leven. De zachte en de harde handhaving, voorzitter, daar hebben we het in de zomer reeds over gehad. Sindsdien staat dat in Vlaanderen op de sporen. Dat zijn de basisingrediënten voor een maximaal conformeren aan de regels.
Ten slotte is handhaving niet steeds een vies woord, en echt wel aan de orde voor wie het echt niet wil begrijpen. Dat is dan de harde handhaving. Maar uiteraard is dat niet alleen een laatste redmiddel, het is in de praktijk ook alleen uitvoerbaar indien kristalheldere overtredingen en hardleersheid zich slechts in kleine mate voordoen.
Mevrouw Saeys heeft het woord.
De komende feestdagen worden een cruciale periode. Ik word een beetje bang als ik hoor dat een groot deel van de mensen zich niet aan de regels wil houden. We weten dat de curves twee weken later weer stijgen, met alle gevolgen van dien, namelijk dat ons gezondheidszorgsysteem opnieuw belast wordt. Er is nu al uitgestelde zorg, die moet worden ingehaald. Dat baart me echt zorgen.
Ook economisch gezien ben ik bezorgd, voor de horeca bijvoorbeeld. Als de cijfers weer stijgen, is het risico natuurlijk groot dat zij langer moeten wachten om weer open te gaan. Ik hoop echt dat mensen hun gezond verstand gebruiken. Ik besef heel goed dat het niet evident is. We zijn gewoon van kerst en Nieuwjaar allemaal samen te vieren, hoewel heel wat mensen, in de zorg bijvoorbeeld, werken met kerst of Nieuwjaar. Eén keer kerst of Nieuwjaar overslaan, als we daarmee onze kerst en Nieuwjaar van volgend jaar kunnen vrijwaren, dan hoop ik echt dat de mensen hun gezond verstand gebruiken.
Mevrouw Sleurs heeft het woord.
Ik heb geen verdere vragen.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Als we de contactopsporing een volwaardig effect willen laten hebben, dan is het van groot belang dat de burgers die een verwittiging krijgen, hun verdere contacten inlichten.
Ik was een beetje verrast door de verklaring van secretaris-generaal Moykens die vorige week zei dat de helft van de mensen die het resultaat van hun coronatest krijgen via de app, hun contacten niet verwittigen. Coronamanager Moykens vond dat zelf vreemd en kon geen reden geven waarom dat niet gebeurt. Het kan natuurlijk dat men het niet goed weet. U zegt dan dat men er alles aan doet om iedereen wegwijs te maken via allerlei informatiebronnen, websites enzovoort. De mensen zijn natuurlijk bang, dit heeft gevolgen voor hun contacten. Men zou er zich van bewust moeten zijn dat juist door die stap verdere besmettingen worden voorkomen. Dit heeft echt effect in het tegengaan van verdere besmettingen.
Minister, het is niet gemakkelijk om te zeggen hoe dit komt. Zult u in de gaten houden hoe dit cijfer evolueert? Anders zijn er bijkomende initiatieven noodzakelijk om de mensen echt te wijzen op het belang daarvan.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Ik deel de bezorgdheid van collega Saeys en collega Schryvers. De eindejaarsperiode wordt cruciaal. We moeten ons de nodige zorgen maken en echt nadenken over hoe we daar nog meer antwoorden op kunnen geven. Het is een combinatie van het motivatiepeil om de regels na te leven dat zakt, en de sociale druk om contacten niet per se door te geven, om toch tegen beter weten in in een soort ontkenningsfase te zitten. Dat toont natuurlijk nogmaals het belang van rechtstreekse contactopsporing om iemand aan de lijn te krijgen.
Minister, ik hoor u zeggen dat u de capaciteit rustig en met de nodige voorzichtigheid afbouwt. Ik zou daar toch heel oplettend mee zijn, want hoe meer versoepelingen er komen op een bepaald moment, hoe meer de druk op de contactopsporing weer zal toenemen. Het zou te gek zijn voor woorden dat we nu afbouwen en dan vaststellen dat we de capaciteit niet op tijd terug omhoog krijgen. Worden er op dit moment nog sms'en verstuurd of gebeurt alles via telefonische oproepen?
Wat die bisnummers betreft, ik heb signalen gekregen dat het aanmaken, opvolgen en checken van die nummers een enorme administratieve impact hebben. Dat zijn namelijk zaken waarmee we de mensen die in de vuurlinie staan het meest kunnen ontlasten.
De heer Anaf heeft het woord.
De kerst- en eindejaarsperiode zal inderdaad een heel grote uitdaging zijn, want het is de periode bij uitstek waarop we met ons allen graag samenkomen onder de kerstboom en aan de tafel. Het wordt een heel grote uitdaging voor ons als politici en voor alle overheden van ons land om aan de mensen duidelijk te maken dat het dit jaar anders zal moeten, en niet op de manier die we gewoon zijn.
Tegelijk moeten we de mensen ook perspectief geven. We moeten heel erg duidelijk maken dat het lastig is. We moeten duidelijk tonen aan de mensen dat we dat begrijpen, maar er gaan nog feesten komen. Nu moet het prioriteit zijn dat we dit virus verslaan en dat we in de komende maanden hopelijk nog wel eens zullen kunnen samenkomen, als het allemaal terug kan. In de volgende jaren zullen er nog kerstfeesten zijn. De prioriteit moet nu zijn om dat virus te bestrijden en ervoor te zorgen dat er niet nog veel meer lege stoelen aan de tafels van familiefeesten zullen staan. Die boodschap zullen we met ons allen moeten brengen en het is geen gemakkelijke boodschap. We zullen dit moeten volhouden.
Het is erg belangrijk om duidelijk te maken dat die app heel belangrijk is, maar dat het een extra hulpmiddel is dat nooit in de plaats mag komen van contactopsporing. Die twee zaken moeten naast elkaar bestaan. Je kunt van mensen verwachten dat ze hun eigen contacten zo maximaal mogelijk informeren, maar daarnaast moet de contactopsporing haar werk doen. We moeten niet alleen op de burgers rekenen, maar zeker ook op de contactopsporing.
De heer De Reuse heeft het woord.
Ik wil nog even verder ingaan op wat mevrouw Moykens zei op Radio 1 over het ontbreken van burgerzin als men besmet is en een melding krijgt via de corona-app. Blijkbaar is het raden naar het waarom daarvan. Er is geen onderzoek naar geweest. Misschien zou dat wel eens interessant zijn.
Minister, hebt u er al aan gedacht de zaak om te draaien? Als je de corona-app installeert, dan zet je al een eerste stap in het aanvaarden van de manier waarop er zal worden onderzocht en opgevolgd. Bij een update zou je eventueel de optie om automatisch te activeren dat je contacten worden verwittigd, kunnen afzetten. Dan zou de optie om altijd iedereen te verwittigen niet maken dat mensen de corona-app niet installeren.
Is dat een mogelijkheid die onderzocht is? Of vindt u dat dit een ongewenste mogelijkheid is?
De heer Parys heeft het woord.
Ik dank de minister voor het antwoord en de collega’s voor de vragen, die inderdaad zeer interessant waren.
Ik heb drie heel korte punten. Vandaag was ik nog met een huisarts aan de lijn die zei dat hij zelf besmet was, maar dat zijn Coronalert-app aangaf dat hij geen besmetting had. Nochtans stond hij in het systeem, dat hij zelf kon inkijken, heel duidelijk wel als besmet. Hij vroeg zich af hoe dat kon. Daar zitten dus toch nog een aantal hiaten, het kan nog altijd beter.
De doorstroming in de labo’s loopt steeds beter, maar toch: als men zaterdagochtend getest wordt en pas zondagavond het resultaat heeft, gaan natuurlijk heel veel mensen gedurende die 48 uur niet hun hele leven lam gaan leggen in afwachting van een resultaat. Ook daar dus een aanmoediging, minister, om beter te blijven doen en een heel duidelijke triage te voorzien van welke stalen het eerst worden behandeld. Iemand met een hoogrisicocontact, iemand die uit een rode zone komt, enzovoort, zou eigenlijk sneller zijn resultaat moeten kunnen krijgen.
Een laatste bemerking is dat de lokale contactopsporing zeer goed werkt, maar dat die blijkbaar helemaal niet gecoördineerd wordt met de centrale contactopsporing. Zo melden heel wat Vlamingen mij dat ze worden gecontacteerd door de centrale contactopsporing, wat goed loopt, dat die een aantal zeer persoonlijke vragen stellen, zoals dat natuurlijk moet, maar dat ze daarna worden opgebeld door hun lokale contactopspoorders, die net dezelfde vragen stellen. De vraag is dus of de afstemming tussen die twee toch nog wat verfijnd kan worden, zodanig dat mensen niet twee keer op dezelfde vraag moeten antwoorden.
Ik wil zelf ook nog enkele bemerkingen maken, minister. Ik heb begrepen dat sinds mijn voorzitter de app heeft geïnstalleerd, het aantal downloads is verdubbeld. U zult dat wellicht kunnen bevestigen. Maar alle gekheid op een stokje, ik wil er ook niet voor pleiten dat mensen meer familieleden thuis ontvangen, maar ik vind dat we ook moeten opletten om de mensen die dat zeggen, niet te culpabiliseren. Enerzijds is het verkeerd wat ze doen, maar anderzijds kan ik er wel begrip voor opbrengen.
Iedereen heeft de beelden gezien vanuit Brussel en vanuit mijn eigen stad Brugge, waar grootscheepse evenementen worden georganiseerd waar een massa volk bijeenkomt. Vandaag gaan, gelukkig maar, de winkels weer open. Iedereen stelt vast dat verschillende steden tijdens het weekend koopzondagen organiseren, waar opnieuw heel wat mensen bijeen zullen komen. Iedereen heeft ook kunnen vaststellen welke vreemde en verwarrende communicatie er is gekomen van verschillende overheden. Als ik er eentje mag uitpikken: we mogen vier mensen uitnodigen in de tuin, ze mogen niet langs binnen, maar moeten met de hijskraan over de muur worden gehesen, en slechts het knuffelcontact mag naar het toilet. Wat moeten die vier anderen dan doen? Ik ben in de jeugdbeweging geweest. Ik heb vroeger veel hudo’s gedolven. Misschien kan iedereen dat nu al in zijn tuin doen.
Ik wil maar zeggen, minister: ik wil niet alles naar de mensen zelf toeschuiven. We verwachten nu al enorme inspanningen van de bevolking, sinds tien maanden. 90 procent van de bevolking volgt die zoveel mogelijk na. Ik denk dat de overheid toch ook wel een bijzondere rol te spelen heeft, zeker wat betreft de communicatie en het organiseren van grootscheepse evenementen in de steden.
Minister Beke heeft het woord.
Ik denk dat we een onderscheid moeten maken tussen het contact met je naasten en het organiseren van evenementen, en ook van feestjes, fuiven en andere dingen die ook grootschalig gebeuren achter de deuren en achter de poorten. Want we hebben toch wel gezien dat dat op dit ogenblik nog altijd een enorm gevaar is. We moeten die twee dingen heel goed van elkaar weten te onderscheiden. We zijn het hier onder elkaar wel allemaal eens dat wat die tweede categorie betreft, het absoluut ‘not done’ is en dat daar ook een zeer strenge handhaving op mag zijn. Wat onder andere uw stad betreft, mijnheer Sintobin, heeft de burgemeester ook onmiddellijk actie ondernomen om de nodige maatregelen te nemen rond de massa die samenkwam in het mooie Brugge.
Wat de contactopspoorders betreft, heb ik niet gezegd dat we dat rustig gaan afschalen, wel dat we dat voorzichtig gaan doen. Op het hoogtepunt van de crisis hebben we alles uit de kast gehaald om zoveel mogelijk contactopspoorders en field agents in te zetten. Toen zijn we los over het cijfer van 1200 gegaan. Vorige week waren er in Vlaanderen nog 1047 callcenter agents en 199 field agents actief. In Wallonië waren dat er respectievelijk 418 en 66, in Brussel 300 en 50. Ik denk dat de Vlaamse contactopsporing tijdens die tweede golf stand heeft gehouden dankzij een enorme inzet van de mensen op het terrein.
We zien dat de app veel gedownload wordt, maar – en dat is waar mevrouw Moykens ook naar verwezen heeft – wie zelf een signaal heeft gekregen besmet te zijn, moet de app nog beter leren gebruiken om ook een signaal uit te sturen, zodat mensen met wie er contact is geweest, daar ook een bericht van krijgen. Op dat vlak kan het inderdaad nog beter. Laat deze vraag dan ook een oproep zijn om die boodschap uit te dragen: het volstaat niet dat mensen de app downloaden om te weten of ze besmet zijn, bij besmetting moeten ze ook zelf een signaal uitsturen, zodat anderen weten of ze zelf actie moeten ondernemen.
Collega De Reuse, inzake privacy zegt u dat er een opt-out zou moeten zijn, maar dat is niet evident, net vanwege de gegevensbescherming en de privacy, die toch wel centraal staan. Ik herinner mij, voorzitter, dat u dat bij de bespreking daarvan zelf nogal onderlijnd heeft – en terecht. Die privacy staat centraal in die applicatie, maar dat zorgt er natuurlijk voor dat er wel wat remmen zijn. Ik denk dat die ook nodig zijn om voldoende vertrouwen te genereren en daar op een juiste manier mee aan de slag te gaan.
Collega Vaneeckhout, sinds begin november worden er geen sms’en meer uitgestuurd. Dat is een aantal dagen wel het geval geweest, maar sinds begin november bellen we de mensen weer volop op, ook de hoogrisicocontacten.
Wat de lokale contactopsporing betreft, collega Parys, zijn er twee verschillende zaken. In de zomer, toen wij lokale besturen de kans hebben gegeven om in een systeem van lokale contactopsporing te stappen, is er een beperkt aantal gemeenten op die mogelijkheid ingegaan, onder andere de gemeenten van Midwest. Die kunnen dus ook in het centrale systeem. Andere gemeenten kunnen dat niet. Samen met collega Somers heb ik de lokale besturen nu opnieuw uitgenodigd om dat te doen. Tegen 11 december, als ik me niet vergis, moeten zij laten weten of ze daarin mee willen stappen of niet.
Wat wel zo is – maar dat heeft meer met de sociale handhaving te maken – is dat sociale diensten van gemeenten ook wel heel vaak bellen naar mensen van wie men weet dat ze besmet zijn, om te vragen hoe het met hen gaat. Soms wordt dat wel eens verward met de Vlaamse contactopsporing. Nu, ik denk dat mensen beter twee keer gebeld worden dan niet, dus in die zin is dat niet echt het allergrootste probleem.
Wat de doorlooptijd betreft, daar denk ik dat er de voorbije periode toch ook enorme stappen vooruit zijn gezet, zoals de versnelling in de labocapaciteit en de snelheid waarmee de laboresultaten worden doorgegeven. Dat is toch wel verbeterd. 77 procent van de PCR-testen ontvangen een resultaat op minder dan 24 uur. Daar wordt dus systematisch verder aan gewerkt.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Minister, bedankt voor de bijkomende verduidelijkingen. Ik denk dat zowel testing, quarantaine, contactopsporing als de app – die een aanvulling vormt – elementen zijn die er samen voor moeten zorgen dat we vermijden dat mensen die risico lopen op besmetting of besmet zijn, nog verder contact kunnen hebben en andere mensen in gevaar brengen.
Die verschillende elementen moeten natuurlijk allemaal op zich zo goed mogelijk lopen. En die hangen allemaal af van capaciteit, techniciteit maar ook van draagvlak bij de bevolking. Dat laatste is zeker ook iets waar we continue aan moeten blijven werken. En dan kom ik terug op mijn eerste vraag om zeker ook de contacten te verwittigen wanneer men een positief testresultaat krijgt via de app. Ik wil toch vragen om dat mee te nemen, minister, en daar bijkomende initiatieven rond te nemen als blijkt dat het aantal mensen dat zijn contacten verwittigt, zo laag blijft of nog zou dalen.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Minister, bedankt voor het aanvullend antwoord. Het is goed dat er de voorbije maand geen sms’en meer worden gebruikt. Want ik denk dat het debat over de app eigenlijk duidelijk maakt wat het belang is van persoonlijke contactopsporing, en dat die twee elkaar aanvullen. Daarmee kan dus echt het verschil gemaakt worden, niet alleen door het gevoel te krijgen dat je op die app moet delen dat je besmet bent geweest, maar door die boodschap – waarom is dat van belang – ook mondeling nog eens zeer duidelijk uitgelegd te krijgen, zeker in tijden waarin het draagvlak over een aantal dingen om allerlei redenen meer en meer onder druk komt te staan.
Ik denk ook dat we mensen niet moeten beschuldigen over het feit dat ze moeite krijgen met het naleven van de maatregelen of met het uitvoeren van wat van hen wordt verwacht. We moeten alles doen om zo sterk en geloofwaardig mogelijk ons werk te doen als overheid en hen prikkels geven om te doen wat ze helaas moeten doen op dit moment.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.