Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Maertens heeft het woord.
Ik ben al jaren een vurig pleitbezorger van estuaire vaart. Dat is niet toevallig, maar omdat dit volgens mij de enige goede, haalbare en mogelijke vlotte ontsluiting is voor de haven van Zeebrugge over water. Wij weten ook dat als wij alles op de vrachtwagens willen zetten, dat geen oplossing is voor de veiligheid, het milieu, het verkeer, de drukte en de filevorming, niet alleen in mijn provincie West-Vlaanderen maar ook elders. De shift van het wegtransport naar het water moet zeker gebeuren. Een van de dossiers daarin is de estuaire vaart, ter ontsluiting van de haven van Zeebrugge. Ik vraag al langer om de voorwaarden die gesteld worden om dat te realiseren, te versoepelen. Alleen zo kan dat project concurrentieel worden.
Op 9 juli 2020 heb ik daarover een vraag om uitleg gesteld. U antwoordde toen het volgende: “Conform het regeerakkoord ondernemen we vandaag verdere stappen richting estuaire vaart. We ijveren daaromtrent samen met Nederland voor de verdere versoepeling van de voorwaarden voor het varen met binnenschepen voor de kust zonder dat dit de veiligheid van de bemanning en anderen in het gedrang brengt.” U kondigde toen aan dat u in augustus een overleg zou hebben met uw Nederlandse collega. Samen met het havenbestuur van Zeebrugge, het Departement Mobiliteit en Openbare Werken (MOW), de FOD Mobiliteit en toenmalig federaal minister Philippe De Backer – nu is dat Vincent Van Quickenborne –, bevoegd voor de Noordzee, zou u onderzoeken hoe de technische en juridische knelpunten konden uitgeklaard worden om de voorwaarden voor estuaire vaart te versoepelen.
In die context kreeg ik van u graag een stand van zaken en antwoord op volgende vragen. Wat was het resultaat van uw overleg in augustus met uw Nederlandse collega over de versoepeling van de voorwaarden voor het varen met binnenschepen voor de kust? Heeft dat overleg plaatsgevonden, wat niet evident is in deze coronatijd? Welke afspraken werden hierbij gemaakt?
Wat is de stand van zaken van het onderzoek dat u samen met de federale overheid zou voeren om te onderzoeken hoe de technische en juridische knelpunten konden worden uitgeklaard? Wat was het resultaat hiervan?
Hebt u sinds mijn vraag in juli al andere initiatieven genomen tot het stimuleren van de estuaire vaart? Op welke manier wilt u de estuaire vaart ter ontsluiting van de o zo belangrijke haven van Zeebrugge – mevrouw Van Volcem, die hier aanwezig is, zal daar zeker mee instemmen – in de toekomst ondersteunen en stimuleren?
Minister Peeters heeft het woord.
Uw vraag, mijnheer Maertens komt op het juiste moment, want waar alles eerst in het slop leek te zitten, kan ik u meedelen dat wij na diverse keren van uitstel eergisteren ons Vlaams-Nederlands overleg konden hebben. Ik had een ontmoeting met mijn Nederlandse collega Cornelia van Nieuwenhuizen en wij hebben onder meer de estuaire vaart besproken. Het goede nieuws dat ik u kan geven, is dat men zich in Nederland wil engageren om uit de patstelling te komen. Minister Cornelia van Nieuwenhuizen is zeer bereid om dit dossier opnieuw op te nemen. Uiteraard staat veiligheid als een heel belangrijk criterium steeds voorop, dat geldt voor ons ook. Nederland bekijkt nu de mogelijkheden van de estuaire vaart en ziet zelf mogelijkheden daarvoor. In navolging daarvan zullen onze administraties, zowel aan Vlaamse als aan Nederlandse zijde, die uiteraard op de hoogte zijn van het overleg dat wij, ministers, hebben gepleegd, hier op korte termijn rond samenzitten. Ik hoop dat wij finaal naar een doorbraak kunnen gaan.
U vroeg ook naar een oplossing voor de juridische knelpunten. Er is sinds kort een juridisch onderzoek lopende in opdracht van het departement Mobiliteit en Openbare Werken. Dit onderzoek heeft tot doel te bekijken welke juridische mogelijkheden en knelpunten er zijn om de beperking op de internationale estuaire vaart weg te werken. Het gaat om beperkingen door internationale regelgeving. De resultaten van het onderzoek zullen nadien gevalideerd worden door de FOD Mobiliteit. We verwachten de komende maanden uitsluitsel over mogelijke te bewandelen pistes.
Dan vraagt u welke andere initiatieven ik sinds juli 2020 nam in het kader van het stimuleren van de estuaire vaart. Eind november startte een onderzoek door Lloyds Register om te onderzoeken welke versoepelingen mogelijk zijn voor persoonlijke reddingsmiddelen op estuaire schepen, zonder de veiligheid in gevaar te brengen. Als dit onderzoek positief uitdraait, kan dit mogelijks kostenverlagend werken en de sector toegankelijker maken.
Uw laatste vraag peilde naar hoe ik in de toekomst de estuaire vaart ter ontsluiting van de haven van Zeebrugge zou ondersteunen en stimuleren. In samenwerking met De Vlaamse Waterweg werd recent een bestek gepubliceerd om de technische mogelijkheden voor estuaire vaart te onderzoeken. Hierbij wordt gefocust op het inzetten van estuaire duwbakken en op onbemande of autonome vaart.
De heer Maertens heeft het woord.
Uw antwoord was kort maar heel concreet, minister. Ik hoor dat de Nederlandse collega’s bezield zijn met goede bedoelingen. Dat doet mij een plezier, want wij zitten toch in een context van concurrentie. Zo is de haven van Vlissingen voor Nederland een belangrijk alternatief voor de havens van Gent en Antwerpen. Maar nu lijkt er toch een doorbraak te zijn of minstens een engagement om uit de patstelling te geraken. Voor het overige verwijst u naar enkele onderzoeken. Ik hoop dat het niet te lang bij onderzoeken blijft, maar dat wij echt wel heel snel tot doorbraken kunnen komen. Dat zal ook afhangen van de juridische beperkingen die uit de onderzoeken kunnen blijken. Vandaar ook mijn vraag, minister, binnen welke tijdspanne u tot een doorbraak ziet te komen. Ik dring erop aan om op korte termijn stappen vooruit te zetten. Het doet mij intussen plezier dat ook de nieuwe technologieën zoals de duwbakken en de autonome vaart mee onderzocht worden. Als u daarin al wat 'quick wins' zou kunnen doorvoeren, dan zou dat voor de weinige potentiële investeerders in estuaire vaart toch wel een belangrijke stap vooruit zijn. Ook dat zou de ontsluiting van de haven van Zeebrugge ten goede komen.
Mevrouw Van Volcem heeft het woord.
Minister, ik heb met veel interesse naar uw antwoord geluisterd. Het is ook een boeiende vraag. Mijn collega dringt aan op een doorbraak. Ik ben ervan overtuigd dat die doorbraak er ook komt. Men spreekt daar nu al twaalf jaar lang over. Onder uw voorgangers was dat een actueel thema. Men heeft daarbij vooral veel onderzocht, maar geen noemenswaardige doorbraak kunnen realiseren.
Een niet aflatende inzet zal dus nodig zijn. Het is een belangrijk dossier, niet alleen voor de estuaire vaart, maar ook voor de ontsluiting van de haven. Zoals u weet, wordt slechts 2 procent vervoerd op het water. Dit percentage verhogen heeft dan ook een grote impact op de leefbaarheid van de stad Brugge. Maar als alle watertransport de vele bruggen van Brugge moet passeren, dan wordt een groot deel van Brugge, met inbegrip van de binnenstad, voor een stuk onleefbaar. De stad is beschermd door Unesco. Wij kunnen geen hoge bruggen bouwen en daarom moeten de bestaande bruggen vaak open staan. Het managementsysteem toont dat de bruggen dit jaar al 5800 keer zijn opengegaan; dat is 20 keer per dag. Dat nog laten toenemen, maakt Brugge onbereikbaar. Daarom is de ontsluiting via de estuaire vaart superbelangrijk. Maar daar is een verdragswijziging voor nodig. Het havenbestuur van Zeebrugge heeft daar uitgebreide documentatie en studies over. Het zou fantastisch nieuws zijn voor de haven indien dat verdrag zou kunnen worden aangepast en als dat het komende jaar zou kunnen gebeuren.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Collega Van Volcem schetst al waarom er voor Brugge een aantal specifieke uitdagingen zijn om de leefbaarheid van de stad met een goede ontsluiting van de haven van Zeebrugge te combineren. Ik ben het niet altijd eens met collega Maertens, maar in dit dossier zijn wij bondgenoten. Ook wij vragen al lang naar estuaire vaart. We zijn blij dat wij daar medestanders in vinden. Het is van belang om nu alle focus en urgentie te richten op dat dossier en alle menselijke en financiële middelen in te zetten. Af en toe duikt nog het monster van het Schipdonkkanaal op, waarover eindeloze onderzoeken blijven gebeuren. Het is voor ons evenwel helemaal duidelijk dat dit een heilloos pad is. Ik zou u willen oproepen om echt in te zetten op de estuaire vaart en geen energie meer te besteden aan het Schipdonkkanaal.
Mevrouw Fournier heeft het woord.
Het Seine-Scheldeproject is gigantisch, minister, en is ook al veel ter sprake gekomen in deze commissie. Het kost gigantisch veel, maar het is echt wel noodzakelijk. Een schip van 4500 ton houdt 250 vrachtwagens van de weg. Dat kan meetellen voor onze modal shift. Het is belangrijk voor het Seine-Scheldeproject dat de ontbrekende schakels weggewerkt worden. De estuaire vaart is daarin een belangrijke schakel. Zoals collega van Volcem al zei, sleept het project al meer dan twaalf jaar aan. Het is noodzakelijk eindelijk de nodige stappen te zetten, vooral in overleg met de Nederlandse collega, om alles sneller te laten verlopen. Uiteraard moet de veiligheid voorop blijven staan.
Een ander aandachtspunt in de Seine-Scheldeverbinding zijn de overslagplaatsen voor de bedrijven. Ook dat is hier al meermaals aan bod gekomen. Ook dat aspect is cruciaal voor een verdere modal shift. Volgens mij wordt dat te vaak uit het oog verloren. Er wordt heel veel aandacht besteed aan de recreatieve mogelijkheden op de waterwegen en de jaagpaden, en dat is ook wel terecht. Maar wij mogen zeker de laad- en loskaaien niet vergeten, zodat watergebonden bedrijven efficiënt en optimaal gebruik zouden kunnen maken van het watertransport. Dat is mijn oproep.
De heer Verheyden heeft het woord.
Collega’s, ook het Vlaams Belang staat zeker niet negatief tegenover de uitbouw van die estuaire vaart. We hebben vorige week nog een pleidooi gehouden, dacht ik, over het meer in gebruik nemen van estuaire roroschepen (roll-on-roll-off). Zeebrugge is een belangrijke draaischijf voor die schepen. Ik denk dat het niet alleen belangrijk is voor de leefbaarheid in Brugge, zoals collega Van Volcem heeft aangehaald, maar ook voor de werkgelegenheid daar. Ik denk dat de toenemende estuaire vaart, het feit dat die piste geopend wordt, naar de toekomst toe toch wel voor belangrijke economische activiteit kan zorgen en dus voor extra tewerkstelling. Dat is een factor die niet vergeten mag worden.
Minister Peeters heeft het woord.
Het doet alleszins deugd dat iedereen zoveel interesse heeft in het hele verhaal van de estuaire vaart. Opnieuw, persoonlijk ben ik uiteraard ook heel blij, want heel lange tijd zag het ernaar uit dat we geen stap verder zouden raken. U weet dat er vorig jaar al een open uitnodiging was gestuurd naar de bevoegde Nederlandse diensten om de versoepelingen die wij vooropstelden, te willen doorvoeren. Tot op heden was daar nooit een antwoord op gekomen, tot de Nederlandse collega zich eergisteren heel expliciet heeft uitgedrukt en gesteld heeft dat ze alles op alles zou zetten om uit die patstelling te raken.
Mijnheer Maertens, u zegt dat zij ook hun belangen zullen hebben en mogelijk voor concurrentie vrezen, maar het feit dat we dit engagement nu hebben, toont dat we hier samen aan kunnen werken. Dat is, denk ik, een heel goede zaak. Het havenbedrijf zelf zal dit met open armen ontvangen en zal zeer blij zijn dit te kunnen vernemen.
Nu, het belang van de estuaire vaart wordt door alle collega’s hier nog eens duidelijk onderschreven. Ik begrijp, zeker voor de Bruggelingen hier, dat dit voor Brugge heel belangrijk is, zoals mevrouw Van Volcem het expliciet stelde. Het is heel belangrijk om te voorkomen dat die bruggen continu moeten openstaan en om volop te kunnen inzetten op de modal shift en op het gebruik van onze waterwegen, zodat we de logistieke sector, in het bijzonder de vrachtwagensector, en onze wegen kunnen ontlasten. Er moet meer trafiek via het water zijn.
Wat dan de concrete timing van de studies betreft, had ik al gezegd dat het juridische onderzoek in samenspraak met het Departement Mobiliteit en Openbare Werken en de FOD Mobiliteit recentelijk is opgestart. In het voorjaar van 2021 zullen we meer duidelijkheid krijgen, specifiek wat het verdere verloop en de verdere timing betreft. Hetzelfde geldt voor het onderzoek naar de bijkomende versoepelingen, dat eind vorig jaar is opgestart. Lloyd’s Register zal ons daaromtrent spoedig de nodige handvaten aanbieden om te kijken hoe we inzake veiligheidsmaatregelen toch het een en ander kunnen versoepelen, zonder de veiligheid in het gedrang te brengen, om zodoende de sector ook toegankelijker te maken.
Kortom, iedereen onderschrijft het belang ten volle en we zullen alles op alles zetten om het dossier warm te houden en om volop op het engagement vanuit de Nederlandse collega’s in te zetten. We zullen de administraties nu al vragen om de afspraken in te boeken, zodat we snel vooruitgang kunnen boeken, in het belang van onze havens, specifiek die van Zeebrugge, die hier alleen maar wel bij kan varen.
De heer Maertens heeft het woord.
Ik wil nog kort iets toevoegen, want het belang van die estuaire vaart en van de ontsluiting van de haven langs het water is natuurlijk niet alleen een Brugse of zelfs West-Vlaamse aangelegenheid, integendeel. Het is echt wel van belang voor de Vlaamse economie, voor de ontsluiting van de Vlaamse bedrijven en voor het verkeer tussen de havens onderling, dus ook de havens van Gent – North Sea Port – en Antwerpen. De enige vlotte weg die mogelijk is, is die snelweg via de zee en de Schelde. Dat is, denk ik, echt wel de weg die we moeten bewandelen.
Onze Nederlandse taal heeft heel veel mooie spreekwoorden, maar ik zou u vandaag willen vragen om het ijzer te smeden als het heet is. U merkt nu een bereidheid bij de Nederlanders, dus laat ons dit momentum aangrijpen om stappen vooruit te zetten. Dank u wel daarvoor en heel veel succes!
De vraag om uitleg is afgehandeld.