Verslag vergadering Commissie voor Binnenlands Bestuur, Gelijke Kansen en Inburgering
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, ik heb een nieuwe vraag ingediend over het toestaan van resomatie als nieuwe vorm van lijkbezorging. De aanleiding is de evolutie in Nederland.
Volgens het huidige decreet is het enkel toegestaan om overledenen te begraven of te cremeren. Steeds meer winnen echter ook andere technieken aan belangstelling. Daar wees ik al op in mijn conceptnota’s van 2018 en in een recent ingediende over de begraafplaatsen en de lijkbezorging.
Tijdens de hoorzittingen die georganiseerd werden naar aanleiding van de bespreking van mijn conceptnota van 2018, kwam al naar voren dat zowel de uitvaartsector als de lokale besturen openstaan voor de introductie van nieuwe technieken. Er werd toen op gewezen dat de evolutie in de uitvaarttechnieken inderdaad maakt dat er alternatieven komen die het mogelijk maken om na te denken over nieuwe vormen van lijkbezorging en dat er vaak ook goede argumenten voor zijn, onder meer op ecologisch vlak en wat het ruimtegebruik betreft. Nieuwe technieken zouden mensen bovendien meer keuzevrijheid geven wanneer zij nadenken over de behandeling van hun lichaam na overlijden.
Alles doet vermoeden dat nieuwe vormen van lijkbezorging in de toekomst aan belang zullen winnen. In een aantal landen is bijvoorbeeld resomatie, ook wel bio- of watercrematie genoemd, reeds toegestaan. Het betreft het proces van alkalische hydrolyse, waarbij het lichaam wordt opgelost in een verwarmde vloeistof.
De Gezondheidsraad van Nederland heeft uitvoerig onderzoek gedaan naar resomatie en geoordeeld dat het een veilige, waardige en duurzame techniek is. Deze criteria moeten telkens heel zorgvuldig worden afgetoetst wanneer we nieuwe technieken willen onderzoeken. Minister, u hebt al vaak gezegd dat u niet voor snel genomen beslissingen bent en dat alles goed moet worden onderzocht en dat er een draagvlak moet zijn. Ik kan dat enkel onderschrijven.
In Nederland is de Gezondheidsraad dus tot de conclusie gekomen dat resomatie veilig, waardig en duurzaam is. Zo komt er bij resomatie bijvoorbeeld geen milieuvervuilend verbrandingsproces aan te pas en zou het gebruikte waterbad herbruikbaar zijn. Wat humaan composteren of humusatie betreft – een andere techniek die ook meer en meer naar voren wordt geschoven –, oordeelde de Gezondheidsraad over te weinig informatie te beschikken om een beoordeling te maken.
Minister, ik heb daar al meermaals vragen over gesteld. In antwoord op mijn parlementaire vraag van augustus 2020 zei u dat u het advies van de Nederlandse Gezondheidsraad beschouwt als een belangrijk document bij het al dan niet toelaten van deze nieuwe vormen van lijkbezorging en dat u de buitenlandse bevindingen op de voet volgt. U zou over de ethische aspecten van resomatie en humusatie advies vragen aan het Belgisch Raadgevend Comité voor Bio-ethiek. Aan de Vlaamse minister voor Leefmilieu zou u vragen om de technische specificaties verder op te volgen.
In Nederland ligt nu een concreet wetsvoorstel op tafel dat deze nieuwe vorm van lijkbezorging mogelijk zou maken medio 2021.
Minister, hebt u over de ethische aspecten van resomatie en humusatie reeds advies gevraagd aan het Belgisch Raadgevend Comité voor Bio-ethiek? Wat is de stand van zaken? In hoeverre kan er worden voortgegaan op het advies van de Gezondheidsraad van Nederland?
Hebt u via uw collega van Leefmilieu ondertussen meer informatie kunnen inwinnen over de technische specificaties van alternatieve vormen van lijkbezorging? Kunt u bevestigen dat alkalische hydrolyse een meer milieubesparende optie is dan crematie?
Gezien het initiatief in Nederland en gegeven de maatschappelijke evolutie dat mensen steeds meer bewust nadenken over de bestemming van hun lichaam na de dood, bent u bereid om resomatie ook toe te laten in Vlaanderen, om de mensen meer keuzevrijheid te geven?
Bent u in overleg met de sector over alternatieve lijkbezorging, de mogelijkheden en de randvoorwaarden daartoe?
Minister Somers heeft het woord.
Mevrouw Schryvers, ik dank u voor uw vraag. Met een brief van 22 september 2020 heb ik advies gevraagd aan het Belgisch Raadgevend Comité voor Bio-ethiek. Het comité heeft tot op vandaag nog geen advies verleend. Ik heb aan dit comité gevraagd of het zich aansluit bij het advies ‘Toelaatbaarheid nieuwe vormen van lijkbezorging’ van de Nederlandse Gezondheidsraad. We wachten het antwoord van het comité af.
Ik heb inderdaad advies ingewonnen bij de Vlaamse minister van Leefmilieu. De minister van Leefmilieu treedt de conclusies van de Nederlandse Gezondheidsraad bij, wat betreft de duurzaamheid van resomatie. De minister van Leefmilieu stelt dat bijkomend onderzoek kan worden overwogen naar de milieueffecten van resomatie, maar dat de ontwikkelingen van de ethische discussie moeten worden afgewacht alvorens een gedetailleerd eigen onderzoek te starten naar de milieu-impact, waar ik begrip voor heb.
Ik ben voorstander van meer keuzevrijheid en wil deze ook ruimte geven. Zoals eerder aangehaald, is het ook een ethische discussie. De discussie over het toelaten van alternatieve wijzen van lijkbezorging, zoals resomatie, maakt vervolgens ook deel uit van het project over de evaluatie en actualisatie van het decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging. De administratie bereidt dit project momenteel voor. Uiteraard worden alle belanghebbenden binnen deze sector in dat project betrokken. Ook de door u ingediende nieuwe conceptnota van 30 oktober 2020 zal aan bod komen tijdens deze besprekingen met de sector. Op die manier doe ik recht aan het werk dat u als parlementslid levert.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Dank u, minister, voor uw antwoord. Er is de aangekondigde evaluatie van het decreet, die voorzien is in het regeerakkoord en uw beleidsnota, en waarover u ook al meer toelichting hebt gegeven. De uitvoering ervan lijkt er binnenkort toch aan te komen, als ik u hoor. Dat is heel goed. Ik heb met mijn conceptnota daaraan een bijdrage willen leveren, omdat er toch heel veel facetten aan bod moeten kunnen komen, waaronder de nieuwe technieken. Waardigheid, duurzaamheid en veiligheid moeten natuurlijk altijd vooropstaan. We weten dat er ook veel meer evoluties zijn in de invulling van de persoonlijke wensen van de mensen. Ook de uitvaartsector evolueert momenteel heel sterk, en er is nood aan kwaliteitsbewaking. Er spelen dus heel wat aspecten een rol, en ik wilde daar graag een bijdrage aan leveren. Ik hoop dat we de volgende maanden die discussie verder zullen kunnen voeren.
Als we na de evaluatie van het decreet zaken willen aanpassen, dan is het, denk ik, nodig dat we ook klaar zijn met het onderzoek van die nieuwe technieken. Het zou momenteel niet zo goed zijn dat we nu maar snel snel nieuwe technieken invoegen zonder een globale evaluatie, maar het omgekeerde zou ook niet goed zijn. Daarom bedank ik u dat u in navolging van het Nederlandse advies hiervoor het advies hebt gevraagd van het Belgisch Raadgevend Comité voor Bio-ethiek. Ik hoop dat u dat binnenkort kunt verwachten en dat u dat toch zeker zult bewaken. Als dat er is, hoop ik ook dat u verder met uw collega, de minister bevoegd voor het leefmilieu, de volgende stappen zult zetten naar een bijkomend onderzoek. Nogmaals, ik onderschrijf de randvoorwaarden, maar ik denk dat we als Vlaanderen met een open geest naar nieuwe mogelijkheden moeten kijken.
Ik wil namens onze fractie toch meegeven dat ook wij er echt wel voor openstaan om die zaken verder te onderzoeken. Het gaat dan zowel over het milieutechnische als over het ethische aspect. U vindt in ons een bondgenoot om verder het pad te bewandelen naar de evolutie van andere, nieuwe technieken.
Minister Somers heeft het woord.
Ik heb daar weinig aan toe te voegen. Ik heb u de procedure geschetst. Ik ben het eens met mevrouw Schryvers en ook met u, voorzitter. We moeten dat zeker met een open geest bekijken, we moeten het advies afwachten van het Belgisch Raadgevend Comité voor Bio-ethiek en we zullen in onze voorbereiding van de actualisatie van het decreet de inzichten van mevrouw Schryvers meenemen. Op basis daarvan zullen we de discussie ten gronde kunnen voeren in deze commissie.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Ik heb hier niets meer aan toe te voegen, voorzitter.
De vraag om uitleg is afgehandeld.