Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Vanryckeghem heeft het woord.
Minister, uit het Grote Limburgonderzoek van de Universiteit Hasselt en Het Belang Van Limburg blijkt dat ongeveer de helft van de ondernemers een rolmodel heeft bij de oprichting van zijn of haar onderneming. Een derde daarvan zou zonder dat rolmodel zelfs nooit gaan ondernemen zijn. Familieleden zijn daarbij heel belangrijk. Als er in de familie ondernemers zitten, heeft dat een positieve invloed op het mogelijk zelf ook in de ondernemerswereld stappen.
Daarnaast onderzochten ze ook de invloed van rolmodellen buiten de familie. Uit het onderzoek blijkt dat heel wat ondernemers tegenwoordig heuse mediafiguren geworden zijn. Toch zien we daar de nodige kritische stemmen bij de respondenten. 75 procent van de niet-ondernemers die vinden dat er vaak ondernemers in de media worden opgevoerd, stellen expliciet dat dat hen niet aanwakkert om te ondernemen. Dat wijst op ruimte voor een andere invulling van ondernemende rolmodellen in de media, want er bestaat een significante relatie tussen ondernemerschap in de media en de ondernemersintenties. Een programma als The Sky is the Limit is geen realistische weergave van dat ondernemerschap. Laat dat duidelijk zijn.
Wat dat betreft, liggen er kansen voor programma’s die een eerlijker beeld van het ondernemerschap tonen. Een eigen zaak uit de grond stampen, is zelden vanaf dag één succesvol. Dat proces gebeurt met vallen en opstaan. Als we die keerzijde durven te tonen, kan dat motiverender werken dan het karikaturale beeld van ondernemerschap dat nu al te vaak wordt opgehangen. Een programma als Andermans Zaken van Kamal Kharmach heeft juist wel heel wat positieve gevoelens opgeroepen over het ondernemerschap. Men toont de echte wereld van het ondernemen, de moeilijkheden die ermee gepaard gaan, maar ook de schoonheid van het ondernemen. In het programma Andermans Zaken was er dan ook sprake van een intense samenwerking tussen het Neutraal Syndicaat voor Zelfstandigen (NSZ), de Unie van Zelfstandige Ondernemers (UNIZO), het Vlaams netwerk van ondernemingen (Voka) en het Agentschap Innoveren en Ondernemen(VLAIO), organisaties die uitstekend weten wat ondernemen is en die ondernemers ook op de best mogelijke manier kunnen bijstaan.
De huidige coronacrisis kan ook grote gevolgen hebben voor de perceptie die er rond ondernemen hangt. Ondernemers komen nu namelijk vooral in het nieuws met alle moeilijkheden die ze nu ervaren. Ik ben trouwens blij om te lezen dat er in augustus 2020 bijvoorbeeld 32 procent meer ondernemingen zijn opgericht dan in augustus 2019.
Minister, komen er nog projecten die de perceptie rond ondernemen positief kunnen beïnvloeden en op die manier nog extra mensen warm kunnen maken voor de wereld van het heerlijke ondernemen?
Minister Crevits heeft het woord.
Bedankt voor uw interessante vraag, collega Vanryckeghem. En het antwoord is volmondig ‘ja’. Sensibilisering en positieve beeldvorming rond ondernemerschap vormen een van de speerpunten van mijn beleid. Met het contract ondernemerschap investeren we over een periode van vier jaar meer dan 5 miljoen euro specifiek in die pijler. Ik hecht daar dus veel belang aan.
We zetten de middelen van VLAIO in op een aantal acties. In beperkte mate zetten we in op een selectie van sensibiliserende evenementen die hun meerwaarde bewezen hebben. Het gaat dan bijvoorbeeld om de Dag van de Ondernemer, de Voka Open Bedrijvendag, de WOMED Award en het programma Women in Tech, om STEM-ondernemerschap bij jonge vrouwen te promoten.
In belangrijke mate zetten we in op initiatieven om jongeren bewust maken van het belang van ondernemen. Daarnaast hebben we sinds de vorige legislatuur ook veel aandacht voor Science, Technology, Engineering and Mathematics (STEM). Dat is een van mijn strijdpunten, en ik deelde die passie ook met mijn toenmalige collega Philippe Muyters.
Ik deel absoluut uw lof voor het programma Andermans Zaken. Er was recent wel een klein incidentje door de rol die de presentator van het programma ging spelen in een campagne van een buitenlandse webwinkel, dat was een beetje vervelend. Ik vind dat de VRT hiermee een mooie invulling geeft aan wat volgens mij een van haar taken is, namelijk dat ondernemerschap ook bij een breed publiek bekend maken. Bij de voorbereiding van dit programma heeft de VRT trouwens ook contact gehad met VLAIO, wat ik zeer waardeer. Wij financieren zulke programma’s niet zelf en we gaan dat ook in de toekomst niet doen, maar ik zie dat dit toch op een heel positieve manier opgepikt wordt. Op dat elan, collega Vanryckeghem, willen we graag voortgaan. Dat de winkels daarvoor het best open zijn, staat als een paal boven water.
De heer Vanryckeghem heeft het woord.
Ik ben er zeker van dat die 5 miljoen euro die u daarvoor uittrekt, ongetwijfeld goed gespendeerd zal worden. Ik hoop dan ook dat dit kan resulteren in een nog grotere motivatie om in de wereld van het ondernemerschap te stappen.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Ik wou nog een bijkomende vraag stellen. Het ondernemerschap starten enzovoort, is fantastisch – ik ben zelf ook ondernemer geweest. Maar soms kun je ook botsen tegen de andere kant van het ondernemen, als het minder goed gaat. Dat je dan de ondernemers steunt, draagt ook bij tot een positief imago. Daarvoor hebben we de organisatie Dyzo, die die bedrijven kan ondersteunen. Dat is zeer belangrijk om die bedrijven weer op het goede spoor te brengen. Uit cijfers blijkt zelfs dat 55 procent van de ondernemingen die Dyzo contacteren, twee jaar later nog aan de slag zijn als ondernemer. We weten dat we in 125.000 euro budget voorzien om de werking van Dyzo te ondersteunen. Hoe gaat u dat nog meer bekend maken bij de ondernemers? Als een ondernemer voelt dat hij daardoor ondersteund wordt, kan dat ook positief zijn.
Mijnheer Gryffroy, ik denk dat uw vraag veeleer bij de volgende vraag om uitleg aansluit dan bij deze, maar goed.
Minister Crevits heeft het woord.
Inderdaad, het antwoord op de vraag van collega Gryffroy staat eigenlijk volledig in mijn voorbereide antwoord op de volgende vraag om uitleg.
Collega's, ik stel voor dat ik dan gewoon de heer Vanryckeghem het woord geef voor zijn volgende vraag om uitleg, tenzij hij nog iets wil zeggen in verband met deze vraag om uitleg.
Dat is niet het geval, voorzitter.
De vraag om uitleg is afgehandeld.