Verslag vergadering Commissie voor Binnenlands Bestuur, Gelijke Kansen en Inburgering
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Van den Heuvel heeft het woord.
Minister, het Vlaams regeerakkoord bepaalt dat ten laatste tegen 2030 voor alle openbare verlichting de transitie gemaakt wordt naar slimme ledverlichting. Er werd in het Vlaams Parlement een resolutie goedgekeurd om dat te stimuleren. Een aantal gemeenten en centrumsteden hebben enkele jaren geleden al een voortrekkersrol opgenomen ter zake.
Een veralgemeende ‘verledding’ van de openbare verlichting is een zeer terechte, maar ook zeer grote ambitie. De kostprijs wordt op zowat 1 miljard euro geraamd. Fluvius heeft daarom aangeboden om de lokale besturen bij te staan door hun openbare verlichting over te kopen. Een kwart van de verkoopwaarde werd cash betaald, de overige 75 procent wordt omgezet in nieuwe aandelen in de intercommunales.
Dat is geen slecht idee. Dat Fluvius zijn verantwoordelijkheid neemt, zorgt voor belangrijke schaalvoordelen. De technische en administratieve diensten van de gemeenten worden ontzorgd. Als 300 Vlaamse lokale besturen dat één voor één zelf moeten doen, en zelf het warm water een beetje moeten uitvinden, is dit minder efficiënt. Het is een noodzakelijke oefening. De CO2-uitstoot zou met een kleine 50.000 ton dalen. Bovendien ligt het energieverbruik ongeveer 45 procent lager. Dat betekent een besparing van 54 miljoen euro per jaar. Heel wat lokale besturen zijn daarop ingegaan.
Enkele weken geleden werd bij de begrotingsopmaak 2021 – ik heb als burgemeester de vinger aan de pols – ook aan mijn oor getrokken. We zijn daar enthousiast in meegestapt. Heel wat straten in mijn gemeente zijn nu 'verled'. Onze financiële dienst kreeg dan een brief van het Agentschap Binnenlands Bestuur (ABB) om te zeggen dat ze een systeem hadden gevonden om dat op de juiste manier te boeken. Als men dat goed leest, komt het neer op een sale-and-lease-backoperatie. Bij heel wat christendemocratische burgemeesters beginnen daarop de oren te flapperen. Een sale-and-lease-backoperatie doet aan bepaalde regeringsleiders van begin deze eeuw denken. Ze hebben de nochtans fatsoenlijke federale overheidsfinanciën om zeep geholpen met zulke operaties.
Volgens ABB moeten we dat via verschillende zaken boeken. Het is eigenlijk een DBFMO-overeenkomst (design, build, finance, maintain, operate). Concreet wil dat zeggen dat er een kleine impact is op de autofinancieringsmarge, maar vooral dat de schuldenlast voor de gemeenten met enkele miljoenen toeneemt. Voor een centrumstad als Mechelen zal dat wellicht meer dan 10 miljoen euro zijn.
In de praktijk wordt Fluvius dus eigenaar. We hebben daar iets voor gekregen. Ik vind het nogal vergezocht om het als een sale-and-lease-backoperatie voor te stellen.
Minister, hoe staat u tegenover de versnelde inspanningen van de lokale besturen ledverlichting op een versnelde manier in te voeren en dat daadkrachtig en efficiënt te laten doen door Fluvius, met een consortium van lokale besturen en schaalvoordelen?
Kunt u verduidelijken waarom de diensten van het ABB dit als een sale-and-lease-backoperatie beschouwen?
Bent u op de hoogte van enige ongerustheid bij lokale besturen die hun schuldenlast zien stijgen? Hoe staat u daartegenover? Welke pragmatische oplossingen gaat u uit uw hoed toveren?
Minister Somers heeft het woord.
Goede collega Van den Heuvel, het is evident dat ik een voorstander ben van een versnelde overschakeling naar openbare verlichting met led. De voortrekkersrol van de u zeer goed bekende en gewaardeerde stad Mechelen is daar het bewijs van.
Het verheugt mij dat veel Vlaamse gemeenten – zoals ook uw gemeente, Puurs-Sint-Amands – inspanningen leveren om versneld over te stappen, want dit heeft veel voordelen. U hebt ze opgesomd: minder lichtpollutie; efficiënter energieverbruik; recurrente kostenbesparing voor de gemeenten; modernisering van het verlichtingsnet en dus ook mogelijke nieuwe functies van deze infrastructuur – denk aan sensoren en dergelijke meer.
De overdracht aan Fluvius heeft onmiskenbaar voordelen. U hebt ze ook opgesomd: gespecialiseerde knowhow; de gemeenten worden ontzorgd; schaalvoordelen; Fluvius beperkt de vennootschapsbelasting die het moet afdragen omdat de afschrijvingen op de activa de fiscaal aftrekbare kosten verhogen en brengt dat in rekening bij de afrekening van de overeenkomst met de gemeenten.
Omdat een aantal besturen advies vroegen over de manier waarop de overeenkomst met Fluvius in de boekhouding moest worden verwerkt, heeft het ABB die overeenkomsten getoetst aan de principes voor de verwerking in de gemeentelijke boekhouding. Die principes zitten vervat in het besluit van de Vlaamse Regering over de beleids- en beheerscyclus (BBC). De essentie is dat het om een langdurende overeenkomst gaat, waarbij nagenoeg alle economische voordelen en risico’s bij de gemeenten liggen en de lasten gespreid over de duur van de overeenkomst in periodieke schijven door de gemeenten worden betaald. Het juridisch eigenaarschap is daarbij niet bepalend. Bij de beoordeling van een overeenkomst geldt immers het principe ‘substance over form’: de economische realiteit is bepalend. Ik moet u dat niet uitleggen. U bent economist en weet dat dus beter dan ik.
In concreto heeft het ABB zich op de volgende technisch-specialistische elementen van de overeenkomsten met Fluvius gebaseerd om te besluiten dat het om een financiële lease gaat.
De gemeente bepaalt waar er openbare verlichting wordt geplaatst, waar ze vernieuwd wordt en wanneer er verlicht wordt.
De openbare verlichting wordt specifiek aangelegd voor het vervullen van de gemeentelijke taak om openbaar domein te verlichten. Het potentieel aanvullend gebruik voor andere functies is van ondergeschikte orde.
De duur van de overeenkomst is de resterende levensduur van de distributienetbeheerder. Uit de planning en uit de overeenkomsten die Fluvius afsluit met derde partijen blijkt dat er wordt uitgegaan van de verlenging van de levensduur van de distributienetbeheerder en de automatische verlenging van de overeenkomst. Daardoor wordt het kapitaal dat nodig is voor de investeringen volledig wedersamengesteld.
Uit de feiten blijkt dat de werkelijke leasingperiode gelijk is aan de economische levensduur van de openbare verlichting. Niet alleen de berekening van de bijdragen van de gemeenten toont dat aan, maar ook het gegeven dat Fluvius de activa vervangt na het verstrijken van de afschrijvingsduur.
Mocht de levensduur van de distributienetbeheerder niet verlengd worden of mocht een gemeente niet langer willen deelnemen in de distributienetbeheerder, dan moet de gemeente de openbare verlichting overnemen tegen de resterende boekwaarde.
Mocht een gemeente de overeenkomst opzeggen, dan moet ze de openbare verlichting overnemen tegen de resterende boekwaarde. Bovendien moet ze ook alle overeenkomsten overnemen die Fluvius met betrekking tot de openbare verlichting heeft afgesloten.
Alle kosten en baten worden door Fluvius op individuele basis verrekend met de gemeenten.
Samengevat, het ABB is op basis van de regelgeving waaraan het zich moet houden en waar ik mij aan moet houden, tot de conclusie gekomen dat de overeenkomst overduidelijk de kenmerken heeft van een financiële lease en derhalve boekhoudkundig zo behandeld moet worden. Daarenboven is het ABB ook te rade gegaan bij de academische wereld en heeft het ook het Instituut voor de Nationale Rekeningen geraadpleegd. Die twee partners kwamen tot dezelfde conclusies als het ABB.
En u weet dat ik, gelet op de geschiedenis die u hebt geschetst, net heel voorzichtig ben om niet slordig om te gaan met leasingoperaties. We moeten daar zeker de regelgeving respecteren.
ABB heeft hierover vorige week vragen gekregen vanuit Lier en vanuit uw gemeente, waaruit blijkt dat de kwalificatie van deze overeenkomsten voor ongerustheid zorgt omdat de leasingsschuld voor het gebruik van de verkochte infrastructuur en de nieuwe investeringen de totale financiële schulden van een gemeente kan doen toenemen. Anderzijds staat daar een bezit tegenover omdat de gemeenten ze als activa in leasing moeten registreren, en boeken de gemeenten bij de overdracht een ontvangst uit een desinvestering die ze gespreid over een periode van twaalf jaar terugbetalen aan Fluvius. De terugbetaling kan boekhoudkundig niet weggetoverd worden.
ABB heeft tot nog toe meerdere initiatieven genomen om de gemeenten te ondersteunen bij de boekhoudkundige verwerking van dergelijke overeenkomsten en ook meer specifiek voor deze overeenkomst. Uiteraard zal ABB ter beschikking blijven om verdere deskundige uitleg te verschaffen.
Collega Van den Heuvel, samengevat vind ik het een heel goede operatie, een verstandige operatie. Ik vind het de juiste keuze als een gemeente die maakt. Formeel vergroot het de schuldpositie, maar er zijn zoveel voordelen aan dat ik denk dat je als lokaal bestuur heel onverstandig bent om deze optie niet ernstig te onderzoeken. Maar het technisch en juridisch verwerken kan spijtig genoeg, op basis van de verschillende adviezen die we hebben gekregen, onmogelijk anders gebeuren dan door ze in te schrijven als een lease. We moeten ze dus ook als dusdanig behandelen.
De heer Van den Heuvel heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik denk dat u een heel juridisch antwoord hebt gegeven, en ik kan dat volgen. Dat is inderdaad de operatie op basis van artikel 256 van het besluit van de Vlaamse Regering rond de BBC.
Ik heb daar twee opmerkingen bij. Ik stel de operatie absoluut niet in vraag, integendeel. Wij waren vele jaren geleden, na Mechelen, een van de eerste gemeenten die mee in de voorstellen van Fluvius stapten. We zijn daar ook erg tevreden over. Het tempo dat Fluvius toen heeft vooropgesteld, wordt sterk nageleefd. We zijn daar tevreden over.
Ten tweede is het dus een beetje raar dat dit nu na een tijdje naar boven komt, omdat dat ook nooit werd gesignaleerd in het begin. Bij de beslissing werd het voorgesteld als zou het geen impact hebben op de schuldenlasten van de lokale besturen. Het is spijtig dat dat nu anders is. Ik begrijp die juridische logica en die manier van boekhouding wel, maar het is natuurlijk een beetje gevoelig, en het hangt af van gemeente tot gemeente in welke mate die schuldenlast wordt geïnterpreteerd. Kan men daar tot een volwassen debat komen, of wordt dat een cijfer dat wordt opgeblazen of zonder nuance wordt voorgesteld? Dat vind ik natuurlijk een beetje jammer.
Ten eerste werd de consequentie van de wijze van boeken niet zo voorgesteld. Ten tweede denk ik toch dat we op een volwassen manier moeten omgaan met de opname in de schuldenlast, omdat daar inderdaad activa tegenover staan, maar ook omdat het op die manier toch een operatie is die initieel niet onmiddellijk zou hebben geleid tot een schuldenlastverhoging. En dat is nu wel het geval.
Ik hoop dat er voldoende nuance in het politieke debat wordt aangebracht om dat op de juiste manier voor te stellen.
Ik wil ook heel even aansluiten, omdat ik de bemerking van collega Van den Heuvel wel degelijk mee wil onderschrijven. Ik denk dat die hele operatie goed is om tot die verledding te komen. Veel gemeenten hebben die stap ook gezet. Wat wettelijk verplicht is, is natuurlijk wettelijk verplicht. Maar bij de meeste gemeenten, ook mijn gemeente, is toch voorgesteld dat na overdracht de investeringen worden gedaan door Fluvius. Dat zou dan worden gefinancierd met aftrekking van het dividend dat naar de gemeente gaat.
En ik denk dat dat boekhoudkundig ook wel een vrij simpele operatie is, terwijl er nu toch heel wat meer bij komt kijken. Maar als het zo is, zal het zo zijn. Ik denk toch wel dat een aantal financieel directeurs even in hun haren hebben gekrabd toen ze deze richtlijnen bemerkten.
Ik treed de twee sprekers natuurlijk bij, laat me daarmee beginnen. Ook in mijn stad namen wij het initiatief om te zoeken naar een mogelijkheid om versneld te 'verledden'. Wij zijn deze operatie nooit aangegaan vanuit het besef dat we iets boekhoudkundigs moesten verwerken als een leasingoperatie, als een sale-and-lease-back-operatie. Wij wisten dat ook niet. Dat is natuurlijk iets wat dan achteraf bij bevragingen opduikt, wanneer meer diensten dat gaan nakijken en willen conformeren met de wet. Dat is vervelend, en ik begrijp dat vervelende gevoel omdat ik hetzelfde gevoel heb.
Ik vind de vraag van collega Van den Heuvel een hele terechte vraag, omdat dat mij ook de kans geeft om daar als minister het volgende over te zeggen. In een lokale democratie weten we dat een deel van het publieke debat gaat over hoeveel je hebt geleend, hoeveel je hebt geïnvesteerd, hoeveel schulden je hebt, en hoeveel activa daar tegenover staan. Die debatten worden soms wat ongenuanceerd gevoerd, en dat verschilt van gemeente tot gemeente.
Maar ik denk dat het toch heel belangrijk is om hier te benadrukken dat dit een technische vertaling is van een goede beslissing. Ik moet dat als minister nog eens herhalen: de gemeenten die daarvoor hebben gekozen, hebben de juiste keuze gemaakt, de juiste keuze vanuit het oogpunt van ecologie en duurzaamheid. Het is ook een juiste keuze vanuit financieel perspectief, want de gemeente wordt daar financieel beter van, niet slechter. Het is de juiste keuze vanuit een kwaliteitsoogpunt: je netwerk wordt vernieuwd en gemoderniseerd. En het is zelfs de juiste keuze vanuit een veiligheidsperspectief. Want ledverlichting is een heel ander soort verlichting: het verbetert het veiligheidsgevoel en de zichtbaarheid ’s avonds, en dan gaat het zowel over verkeersveiligheid als over fysieke veiligheid.
Mijnheer Van den Heuvel, u hebt deze vraag nu gesteld en u krijgt het formele antwoord van de minister van Binnenlands Bestuur. Ik denk dat de gemeenten die dit debat nu voeren, en die zich toespitsen op dat onderdeel, het antwoord van de minister kunnen gebruiken om dat debat te objectiveren en te nuanceren. Het is evident dat het debat over de lokale publieke financiën moet worden gevoerd, en dat er moet worden gediscussieerd over de vraag of de stad of gemeente te ver is gegaan in het aangaan van schulden, en of ze te veel of te weinig investeringen doen. Dat zijn goede en gezonde debatten, dat sterkt de lokale democratie.
Maar wat dit specifieke onderdeel betreft van deze technische sale-and-lease-back-operatie, die in de praktijk wel voor een stuk anders in elkaar zit, denk ik dat u mijn antwoord hebt gekregen.
De heer Van den Heuvel heeft het woord.
Bedankt. Ik denk dat het heel duidelijk is. Het is inderdaad een heel terechte operatie. Het is alleen jammer dat het niet van in het begin duidelijk was hoe we dit precies moesten inboeken. Maar los daarvan blijft die operatie heel moedig. Ik verdedig ze ook, omdat het de beste manier is om de 'verledding' van onze openbare verlichting op een versnelde en efficiënte manier te doen. De rest van de discussie is aan de lokale besturen zelf. Het is alleen een beetje jammer dat het niet van in het begin heel duidelijk zo geformuleerd was. Maar dit weegt niet op tegen de vele voordelen van de operatie an sich.
De vraag om uitleg is afgehandeld.