Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Ryheul heeft het woord.
Nadat het Overlegcomité op vrijdag 16 oktober besliste om de horeca opnieuw te sluiten, werd de redactie van het adviesplatform Chauffeursnieuws en Transporteffect overspoeld met reacties vanuit de transportsector. Alle cafés en restaurants moeten een maand dicht. Dat betekent dat beroepschauffeurs na hun lange werkdag niet langer een maaltijd kunnen nuttigen in een wegrestaurant, dat er weinig tot geen sanitaire voorzieningen meer voor hen beschikbaar zijn, en dat er geen mogelijkheid meer is om te douchen of zich te verfrissen. Dit is voor wie meerdere dagen onderweg is – zacht uitgedrukt – een ramp.
De beslissing om de horeca te sluiten zet bijgevolg niet alleen een zware druk op de horecasector, maar ook op de transportsector, die door deze maatregelen ernstig getroffen wordt. De vrachtwagenchauffeurs voelen zich opnieuw in de steek gelaten en trekken aan de alarmbel. De opgesomde problemen stelden zich ook al tijdens de eerste lockdown. Toen konden sommige internationale chauffeurs drie dagen lang geen vers water opslaan om bijvoorbeeld hun handen te wassen. Zelfs tussen de twee covidgolven in waren er steeds minder sanitaire voorzieningen beschikbaar.
De mogelijkheid om op een gezonde en veilige manier te eten en gebruik te maken van propere sanitaire voorzieningen, zijn echter niet alleen basisrechten van elke mens, maar zijn ook factoren die de kans op de verspreiding van het virus aanzienlijk verkleinen. Voormelde fundamentele basisrechten van onze beroepschauffeurs worden door de nieuwe coronamaatregelen dus opnieuw geschonden. Deze hardwerkende chauffeurs zijn in deze tijden van essentieel belang voor de toelevering van producten om op die manier ook in crisistijd onze economie draaiende te houden. Zij kunnen niet van thuis werken en zijn tijdens de uitoefening van hun job volledig afhankelijk van de horecagelegenheden die ze op hun weg tegenkomen.
De uitbaters van wegrestaurants werden enorm verrast door de nieuwe maatregelen. Velen van hen hebben intussen naast hun restaurant ook de sanitaire voorzieningen in hun inrichting gesloten. Sommigen bieden vandaag weliswaar nog warme meeneemmaaltijden aan die de chauffeurs dan na hun lange werkdag noodgedwongen in hun vrachtwagencabine moeten opeten. Bij velen leeft nu reeds de vrees dat de horecasluiting niet bij een maand zal blijven. Het openhouden van sanitaire voorzieningen kost handenvol geld. Bij de wegrestaurantuitbaters die op dit ogenblik nog afhaalmaaltijden aanbieden en hun sanitaire installaties openhouden voor onze truckers rijst dan ook de vraag of het allemaal nog wel rendabel blijft. Aangezien deze uitbaters amper of geen winst meer kunnen maken met de verkoop van meeneemmaaltijden en aangezien ze door onder deze omstandigheden open te blijven ook nog eens een eventuele sluitingspremie mislopen, dreigt een algemene sluiting in de wegrestaurantsector.
Ten slotte is er ook veel commotie ontstaan over de manier waarop beroepschauffeurs door bedrijven worden behandeld. Als gevolg van de coronasituatie wordt hun ook steeds vaker de toegang tot de normale sanitaire voorzieningen geweigerd en worden zij doorverwezen naar het chemisch toilet, dat er meestal onhygiënisch bijstaat en waar geen stromend water aanwezig is. Alle genoemde elementen zijn niet alleen cruciaal voor de mentale en fysieke gezondheid van de chauffeur, maar vooral ook voor de verkeersveiligheid.
In het licht van deze bedenkingen heb ik een aantal vragen. Hoe evalueert u deze situatie waarmee de vrachtwagenchauffeurs geconfronteerd worden als gevolg van de sluitingen van de wegrestaurants en bijliggende sanitaire installaties? Het is een crisissituatie die de mogelijke verdere verspreiding van het virus in de hand werkt en de verkeersveiligheid absoluut niet ten goede komt. Welke maatregelen zult u nemen om tegemoet te komen aan dit probleem? Zult u in overleg met minister van Economie Crevits initiatieven nemen die alle Vlaamse bedrijven oproepen om de deuren van hun sanitaire installaties niet te sluiten voor vrachtwagenchauffeurs?
Ik wijs erop dat collega Robeyns ook nog een vraag heeft over de behoefte aan sanitaire installaties voor de vrachtwagenchauffeurs. Dat komt al kort aan bod in deze vraagstelling. Ik wil vragen om haar niet te veel het gras voor de voeten weg te maaien.
Minister Peeters heeft het woord.
Ik zal heel voorzichtig antwoorden. Mevrouw Ryheul, uw vraag is van 21 oktober. U weet dat inmiddels in het besluit van 1 november expliciet is opgenomen dat de sanitaire voorzieningen op de dienstenzones bij de snelwegen mogen openblijven. In de eerste lockdownperiode was dat een probleem. Maar toen zijn er door het Agentschap Wegen en Verkeer ook al afspraken gemaakt met de concessionarissen van de snelwegparkings om hun sanitair open te houden. Dat was in overleg met de federale wegpolitie. Maar nu staat het letterlijk in het Ministerieel Besluit van 1 november 2020. Daarmee is dat probleem opgelost. De regeling van de kosten ervan is een onderdeel van het beschermingsmechanisme van de Vlaamse Regering. Daarmee heb ik uw vraag al beantwoord.
Mevrouw Ryheul heeft het woord.
Mijn vraag dateert inderdaad van midden oktober. Toen werd er ook voor de hotels een uitzondering gemaakt: hotelgasten mochten gebruikmaken van het restaurant. De grootkeukens bleven ook open. Maar de vrachtwagenchauffeurs moesten in hun cabine plaatsnemen om te eten. Voor hen is een wegrestaurant ook een soort van bedrijfsrestaurant. Zouden zij geen uitzondering kunnen krijgen, bijvoorbeeld na het tonen van een tachograaf of hun rijbewijs, om toegang te krijgen tot een wegrestaurant, dat dan ook effectief voor hen open zou moeten zijn?
Ik heb nog een meer algemene vraag. Er is verwarring ontstaan over de aanbesteding van de truckersparking Tongeren. Blijkbaar worden de plannen voor het sanitair daar met een afzonderlijk bestek aanbesteed. Dat leidde tot beroering, waarop al vrij snel een verduidelijking is gevolgd in de media. Een schoon toilet moet op elke parking een basisvoorziening zijn. Ik ben blij dat wij het daarover eens zijn. In het verleden was er veel kritiek op het ontbreken van het broodnodige sanitair op verschillende parkings, zoals bijvoorbeeld in Peutie, Everberg, Landen en Lille. Dat probleem is al door voorgangers aangekaart en er zou beloofd zijn daarvan werk te maken. Dagelijks wordt de bevolking opgeroepen om zich te houden aan de hygiëne om de verspreiding van het coronavirus tegen te gaan. Maar die oproepen staan in schril contrast met de schamele hygiënische toestanden op genoemde parkings. Welke initiatieven zult u hiervoor ondernemen?
Uw bijkomende vraag zal misschien wel overlappen met de vraag van collega Robeyns. Misschien moeten we het antwoord afwachten op de volgende vraag om uitleg?
Minister Peeters heeft het woord.
De vraag naar extra voorzieningen is inderdaad het onderwerp van de vraag van collega Robeyns. Daar zal ik straks op antwoorden.
Mevrouw Ryheul, u maakt een vergelijking tussen de regeling voor de wegrestaurants en de hotels. Dat is niet allemaal mijn bevoegdheid. Maar in de hotels zie ik dat de hotelgasten hun maaltijd op hun hotelkamer moeten nuttigen en geen gebruik kunnen maken van de zaal van het restaurant. Voor de wegrestaurants is dat nu eigenlijk hetzelfde.
Als we nu zouden zeggen dat de wegrestaurants wel open moeten blijven om de chauffeurs toch van maaltijden te kunnen voorzien, denk ik dat dat moeilijk is, zeker als we vandaag her en der horen dat de horeca toch vaak een bron was voor de verspreiding van het virus. Ik herhaal dat ik hoop dat, als iedereen alle maatregelen heel strikt naleeft, we zo snel mogelijk weer uit de lockdown kunnen komen. Ik denk dat dat het allerbelangrijkste is.
We zijn tegemoetgekomen aan de vraag naar sanitaire voorzieningen in die dienstenzones. Dat is ook wel heel belangrijk.
De winkels blijven open en het is mogelijk om maaltijden af te halen. Maar ik vind het wel een brug te ver om restaurants te openen voor vrachtwagenchauffeurs, maar niet voor anderen. Ik denk ook niet dat dat winstgevend zou zijn.
Ik zal hier ook nog verder op ingaan bij mijn antwoord op de vraag om uitleg van mevrouw Robeyns.
Mevrouw Ryheul heeft het woord.
Ik zal me dadelijk aansluiten bij de vraag om uitleg van mevrouw Robeyns. Ik wilde toch wel pleiten voor die sanitaire voorzieningen, zeker nu de wintermaanden eraan komen, wat toch niet zo gemakkelijk zal zijn voor de truckers. Ik stel me vooral in de plaats van die vrouwelijke chauffeurs, voor wie het ontbreken van sanitaire voorzieningen nog veel problematischer is dan voor de mannelijke. Als we wensen dat in de toekomst het beroep van ladytrucker nog aantrekkelijk blijft, dan moet er zeker aandacht komen voor het comfort, voor de noodzakelijke basisvoorzieningen, dus ook voor de sanitaire voorzieningen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.