Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Vraag om uitleg over technische werkloosheid voor zorgpersoneel in het licht van de coronacrisis
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werden deze vragen om uitleg via videoconferentie behandeld.
Minister, ik kan vrij kort zijn. Mijn inleiding werd daarjuist al deels gegeven door de heer Parys, waarvoor dank. Minister, u hebt ongetwijfeld de concrete casus gelezen in mijn vraagstelling. Ik wil er alleen aan toevoegen dat het een zekere onrechtvaardigheid is dat mensen die in een voorziening voor kinderen en jongeren met een beperking werken, onmogelijk alle maatregelen kunnen volgen, zoals mondmaskerplicht, afstand houden en dergelijke meer. Mensen die zich iedere dag opnieuw met hart en ziel inzetten voor hun job, worden eigenlijk gestraft voor het feit dat ze hun job goed doen wanneer ze in quarantaine moeten gaan en op tijdelijke werkloosheid moeten terugvallen, met het gevolg dat ze op 75 procent van hun loon terugvallen. Voor heel wat mensen gaat het om veel geld. We weten dat allemaal, ik hoef de cijfers niet te geven.
Ik kom onmiddellijk tot mijn vragen.
Werd de procedure door de coördinerende arts correct gevolgd?
Vindt u ook niet dat dit een onrechtvaardigheid is? We hebben het hier al een paar keer gehad over mensen die de regels niet volgen, zelfs niet in quarantaine gaan wanneer ze dat zouden moeten doen en aan alles hun voeten vegen. Daarnaast zijn er, zoals ik eerder al zei, mensen die gestraft worden omdat ze hun job met hart en ziel uitvoeren. Ik weet wel dat dit niet helemaal uw bevoegdheid is. Maar ik denk wel dat u een initiatief ter zake kunt nemen en dat u, misschien in overleg met het federale niveau, kunt proberen om een oplossing te zoeken voor dergelijke gevallen.
De heer Anaf heeft het woord.
Ik zal het kort houden, want we hebben hier vorige week woensdag al over gesproken en collega Sintobin heeft ook al een en ander gezegd. Er zijn een aantal procedures die voorzien in uitzonderingen, waarbij besmette of vermoedelijk besmette personeelsleden, bijvoorbeeld in cohortzorg, toch nog actief kunnen blijven zorgen voor besmette bewoners, omdat ze tijdens hun taken niet in contact komen met bewoners of patiënten. In veel gevallen is dat echter niet mogelijk. Dat loonverlies wordt dan als onrechtvaardig ervaren, gelet op de bijzondere inspanningen die het zorgpersoneel levert.
Zoals ik vorige woensdag ook al aanhaalde, kan dit ook gevaarlijk zijn, als mensen vanwege dat loonverlies toch aan de slag zouden blijven terwijl ze eigenlijk in quarantaine zouden moeten gaan. Daarnaast kunnen mensen aan een contacttracer bewust contacten niet doorgeven waarvan ze weten dat die in de zorgsector actief zijn, omdat die dan loonverlies lijden. Ik hoop dat dat grote uitzonderingen zijn, want dat lijkt me heel kwalijk.
Minister, klopt het dat ondanks de maatregelen om het zorgpersoneel aan het werk te houden, er situaties zijn waarbij zij vanwege een vermoedelijke besmetting in quarantaine geplaatst kunnen worden en een deel van hun loon verliezen gedurende die periode?
Acht u het systeem van technische werkloosheid billijk voor het verzorgend personeel wanneer zij in de context van hun job de besmetting oplopen of het risico lopen?
Kan Vlaanderen, gelet op de verschillende steunmaatregelen die actief zijn en gelet op de eigen bevoegdheden, van instellingen eisen dat zij bij quarantaines hun personeel doorbetalen of dat het personeel uitgesloten wordt van technische werkloosheid vanwege een quarantaine? Zo ja, bent u bereid om zo’n bepaling in te voeren?
Minister Beke heeft het woord.
Voorzitter, bij de vorige vraag vroeg collega Parys naar de interpretatie van de quarantainecijfers van de Universiteit Antwerpen. 67 procent zegt de maatregelen altijd op te volgen, 27 procent meestal. In totaal zegt dus 94 procent die quarantaine toch wel goed op te volgen. Dat nog even ter verduidelijking.
Ik zal gebundeld antwoorden op de vragen van de collega’s.
De algemene regel die op federaal niveau bepaald is en gehanteerd wordt is dat iemand die besmet is met COVID-19 in quarantaine wordt geplaatst en als arbeidsongeschikt wordt beschouwd. Dit houdt in dat de persoon in kwestie onder het ziektestelsel valt en dus een beroep kan doen op een periode van gewaarborgd loon als hij bijvoorbeeld niet kan telewerken.
Als een persoon met een vermoeden van besmetting zich al dan niet moet laten testen en in afwachting van de resultaten van de test een quarantainebewijs ontvangt en dus zijn huis niet mag verlaten, zijn er twee mogelijkheden. Mogelijkheid 1: de persoon is arbeidsongeschikt. Op dat moment valt hij onder het ziektestelsel en ontvangt dus het gewaarborgd loon. Mogelijkheid 2: de persoon wordt arbeidsgeschikt verklaard door de arts. Dan is de situatie anders. De persoon in kwestie heeft meestal beperkte symptomen, waardoor het nog mogelijk is om te blijven functioneren, maar de persoon mag zich niet verplaatsen. In dat geval is de eerste regel dat gekeken wordt of telewerk mogelijk is voor de functie die de persoon uitvoert. In dat geval kan de persoon van thuis uit blijven werken en blijft zijn loon gewoon lopen. Als telewerk niet mogelijk is, wat globaal genomen geldt voor zorgverleners – men kan niet vanop afstand aan een bed staan –, dan kan de persoon ook thuis niet aan de slag blijven. In dat geval valt de persoon inderdaad terug op het systeem van tijdelijke werkloosheid door overmacht. Hij ontvangt een verhoogde werkloosheidsuitkering in het kader van dat specifieke stelsel van tijdelijke werkloosheid. Dat is de situatie waarnaar verwezen wordt in deze vragen.
Het is een terechte vraag voor personen die dag en nacht in de vuurlinie staan.
De kern van de zaak is dat dit een federale bevoegdheid betreft. Gezien het belang – dat ik zeker inzie – heb ik aan mijn collega Hilde Crevits, minister van Werk, gevraagd dit in haar overleg met haar federale collega bevoegd voor het werkgelegenheidsbeleid te bespreken en te zoeken naar antwoorden.
Minister, bedankt om de situatie te schetsen en de verschillende mogelijkheden die er zijn. Uw antwoord stemt mij in die zin tevreden dat u erkent dat het hier een beetje om een onrechtvaardigheid gaat, gelet op de inspanningen die de personeelsleden in deze specifieke casus doen. Ik veronderstel dat dat in andere zorginstellingen hetzelfde geval is. Ik hoop dat het overleg van minister Crevits met haar federale collega iets zal opleveren op korte termijn. Ik zal minister Crevits daar dan ook na het reces over ondervragen. In ieder geval bedankt voor uw antwoord.
Ik denk dat de mensen in dergelijke instellingen met hart en ziel in heel moeilijke omstandigheden werken, en dan eigenlijk nog eens gestraft worden, als ik dat zo mag zeggen, voor het uitvoeren van hun job.
De heer Anaf heeft het woord.
Ik snap dat u naar het federale verwijst. Ik heb vorige week woensdag ook aangegeven dat er een heel belangrijke federale component aan zit. Maar anderzijds worden al die voorzieningen gesubsidieerd door de Vlaamse overheid, zij krijgen ook allemaal extra middelen van Vlaanderen, of toch heel veel momenteel. Is het toch niet mogelijk om ook een oproep te doen om dat personeel toch voor een stuk te compenseren, al is het een gedeelte daarvan? Ik denk dat je daarvoor niet op het federale niveau moet wachten. Het zou iets kunnen zijn waarmee je de mensen in de zorg op Vlaams niveau een serieus duwtje in de rug kunt geven en kunt compenseren voor al de inspanningen die ze nu doen. Ik snap dat u naar het federale niveau verwijst, maar ik wil u toch nog eens de vraag stellen of het niet mogelijk is om aan de voorzieningen te vragen om dat gat dicht te rijden. Er zijn heel veel bedrijven die dat ook doen. Volgens mij moet dat perfect kunnen, ook op Vlaams niveau. Daar hoef je zelfs federaal geen inspanningen voor te doen, terwijl het uiteraard belangrijk is dat die ook gebeuren.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Het thema is vorige week inderdaad in de plenaire vergadering ook aan bod gekomen. Het is zeer belangrijk om daarmee bezig te zijn. Het is niet iets waarvoor we enkel en alleen maar naar Vlaanderen kunnen kijken om dat uit te klaren. Er zijn ook gesprekken met het federale niveau nodig. Ik begrijp ook dat er tot nu toe altijd voor gekozen is om in de bestaande stelsels te blijven en op die manier een aantal nieuwe problemen op te vangen. Naast de terechte vraag richting de mensen in de zorg en de helden van de zorg en het specifieke effect voor hen, wil ik ook gewoon een pleidooi houden om het iets breder te bekijken richting de mogelijke perverse effecten van die beslissing voor mensen die sowieso in een lage verloningsschaal zitten. Voor hen kan de financiële impact in die mate groot zijn dat het ook een prikkel kan zijn om de quarantaine-instructies niet te volgen. We moeten ook specifiek die groep eens voor ogen houden en kijken naar mensen die in de lagere inkomensgroepen zitten, voor verloond werk, voor alle duidelijkheid. We moeten voor hen echt én Vlaams én federaal een antwoord geven om op die manier de prikkel om in quarantaine te gaan niet negatief te maken.
De heer Parys heeft het woord.
Ik heb de problematiek inderdaad vorige week in de plenaire vergadering aangekaart.
Wat ik nog wou vragen, minister, is wie nu de bevoegdheid heeft om de quarantaineattesten uit te schrijven. Wordt daar ook aan een mogelijke verbreding gedacht? Kunnen contacttracers bijvoorbeeld vandaag of in de toekomst die quarantaineattesten uitschrijven?
Ik hoor dat die attesten vaak te laat komen, dat die vaak na de feiten komen. Werkgevers vinden dat ook moeilijk; uiteraard vinden de mensen zelf dat ook heel moeilijk. Kan daar wat aan gedaan worden?
Daarnaast is er de vraag van de collega’s die dezelfde is als vorige week en die bijzonder terecht is: we moeten echt vermijden dat mensen ofwel niet komen werken omdat ze zich ziek laten schrijven door de dokter voor een periode die langer is dan de quarantaine en ze dus uitvallen in de zorg, ofwel, zoals collega Vaneeckhout zei, toch komen werken omdat ze dat loonverlies niet kunnen dragen. Als u dat op de interministeriële conferentie (IMC) of via minister Crevits kunt aankaarten, hoop ik dat hier snel verandering in kan komen.
Minister Beke heeft het woord.
Collega’s, ik heb daarstraks al geantwoord dat we daar met minister Crevits over gesproken hebben. Normaal gezien ging zij minister Dermagne deze week zien, maar door een aantal dringende zaken, denk ik, is dat nog niet gebeurd. Maar we hebben het mee op de radar gezet.
Als ik misschien kort mag reageren, minister: we zullen afwachten wat dat overleg geeft, maar ik steun toch ook wel de vraag van collega Anaf om te bekijken wat er mogelijk is op Vlaams niveau. U zult zich herinneren dat minister Demir indertijd voor alle tijdelijk werklozen een soort van premie heeft gegeven om de energiefactuur te verlichten. Ik dacht dat dat om een bedrag van 206 euro ging. Misschien moet u inderdaad eens op zoek gaan naar mogelijkheden om via het Vlaamse niveau een oplossing te bieden voor deze mensen.
Tot slot wil ik u toch wel zeggen dat collega Parys gelijk heeft wat het uitschrijven van quarantaineattesten betreft. We moeten kijken wat de mogelijkheden daar zijn. U hebt deze week ongetwijfeld ook wel gelezen dat jonge huisartsen weigeren om quarantaineattesten uit te schrijven, omdat dat hun werklast nog meer verhoogt.
Dat zijn enkele puntjes die u zeker moet meenemen.
De heer Anaf heeft het woord.
Minister, u verwijst vooral naar het federale niveau, maar ik moet u er toch wel op wijzen dat dit effectief een zeer dringende zaak is. Als ik mensen op het terrein hoor, dan is het dat waar ze het meest bezorgd over zijn, de personeelsuitval, iets wat zeer snel aangekaart moet worden met de federale collega’s van minister Crevits.
Maar, nogmaals, u als minister kunt subsidievoorwaarden opleggen, bijvoorbeeld wat betreft de extra middelen die aan woonzorgcentra worden gegeven voor de compensatie voor lege bedden. U zou perfect kunnen opnemen dat er geen personeel op technische werkloosheid mag worden geplaatst als er een quarantaineplicht is. U kunt perfect zelf opleggen dat ze die mensen moeten compenseren voor het loonverlies dat ze lijden. Ik zou dus toch willen vragen om alle mogelijkheden die u zelf hebt op Vlaams niveau, te bekijken om er zo heel snel voor te zorgen dat dat loonverlies verdwijnt. Het gaat niet alleen om de terechte bekommernis dat we die mensen moeten waarderen voor hun werk, maar ook om het feit dat we echt moeten vermijden dat mensen toch komen werken, terwijl ze eigenlijk in quarantaine zouden moeten gaan.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.