Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Vande Reyde heeft het woord.
In het Vlaamse regeerakkoord hebben wij de ambitie om Vlaanderen te laten doorstoten naar de top 5 van innovatieve regio’s. In deze context is er, samen met de minister-president Jambon, door u, minister, advies gevraagd aan de Vlaamse Adviesraad voor Innoveren en Ondernemen (VARIO) voor de uitwerking van een strategie.
Dat heeft geleid tot drie recente adviezen, die u in mijn vraagstelling kunt vinden. Ik vat ze kort samen. Er moeten zeven sterktes worden ontwikkeld, waaronder bijvoorbeeld de tekorten in Science, Technology, Engineering, Mathematics (STEM) wegwerken, levenslang leven stimuleren en een geïntegreerde visie op innovatie ontwikkelen.
Minister, mijn vraag is voor de hand liggend. Hoe evalueert u de aanbevelingen van VARIO? Met welke aanbevelingen bent u het eens of oneens?
Hoe zullen we daar verder mee omgaan om dat gat met de topregio’s in Europa te dichten? Zal dit worden omgezet in een transversaal beleid, wat wil zeggen dat u daarbij uw collega’s betrekt?
De beleidsnota voorziet eveneens een opvolging van de vooruitgang van Vlaanderen als kennis- en innovatieregio. Er zou een voorstel worden gevraagd aan VARIO, om een aantal strategische indicatoren te ontwikkelen. Hoe zal de voorziene periodieke monitoring verder worden uitgewerkt? Vanaf wanneer zal deze worden uitgevoerd? Ik dank u.
Minister Crevits heeft het woord.
Collega Vande Reyde, ik dank u voor uw vraag. Samen met de minister-president had ik aan VARIO een drieledig advies gevraagd. Dat advies richt zich op de globale doelstelling van het regeerakkoord en de beleidsnota om van Vlaanderen een top 5-regio te maken volgens het Regional Innovation Scoreboard (RIS).
De drie adviezen betreffen, ten eerste, voorstellen voor regio’s en landen met wie we ons kunnen benchmarken; twee, indicatoren om de prestaties van Vlaanderen op te volgen, en drie, aanbevelingen voor mogelijke beleidsacties om sterke vooruitgang te boeken tegen 2030.
Op 26 november in de namiddag wordt er een e-colloquium ‘Vlaanderen naar de top van kennis- en innovatieregio’s in 2030’ georganiseerd. VARIO zal daar de drie adviezen voorstellen. Ik zal daar uiteraard virtueel bij aanwezig zijn, samen met de minister-president, en wij zullen dan ons antwoord op het drieluikadvies toelichten. Onze voorzitter is zo vriendelijk geweest om onze commissievergadering van die namiddag te annuleren zodat ik daarbij aanwezig kan zijn. Misschien kunnen jullie daar dan ook bij aanwezig zijn? Dat zal wellicht wel een van de doelstellingen zijn.
Hoe evalueer ik die aanbevelingen? Het zijn breed gekende aanbevelingen, die grotendeels terug te vinden zijn in het memorandum van VARIO. Over het belang ervan heerst een vrij grote consensus.
Het gaat in de negen aanbevelingen van VARIO over de fundamenten van ons innovatiesysteem. Ik vind het bijzonder waardevol dat de aanbevelingen op een geïntegreerde manier zijn samengebracht.
Deze aanbevelingen zijn in belangrijke mate ook al aanwezig in het regeerakkoord en in de beleidsnota. Je kunt ook heel veel terugvinden in de verslagen die werden gemaakt door onze relancecomités.
Ik geef een paar voorbeelden. Ik verwijs naar de inspanningen die we leveren voor meer ambitieus ondernemen, zeg maar het stimuleren van start-ups. Hiervoor hebben we via het Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO) acties samen met onder meer Imec, Sirris, Voka en Startit@KBC. Er is ook een conceptnota voor het aantrekken van buitenlandse start-ups, die we hier vorige week hebben besproken.
Ik ga ook akkoord met de nadruk die VARIO legt op competenties, en in het bijzonder digitale competenties en het belang van levenslang leren. Ik volg VARIO ook uitdrukkelijk in hun pleidooi voor een brede invulling van het concept innovatie en de aandacht voor maatschappelijke uitdagingen. Ik verwijs hiervoor naar de inspanningen die we via VLAIO doen voor kennisverspreiding naar kmo’s. Er zijn de oproepen voor TETRA- en COOCK-projecten, maar ook de ‘Blikopener’-werking van de hogescholen en de projecten voor lerende netwerken. Deze projecten gaan over innovatieversnelling.
In uitvoering van het relancebeleid, kiezen we ervoor om sterk in te zetten op een beperkt aantal maatschappelijke uitdagingen. Zo voorzien we bijvoorbeeld impulsprogramma’s voor de vergroening van de economie. Heel veel van die aanbevelingen stroken dus perfect met wat we doen.
De bundel met aanbevelingen van VARIO is anderzijds redelijk beknopt gehouden. Dat heeft als beperking dat een aantal acties nog vrij algemeen geformuleerd zijn. Tijdens het colloquium kunnen we hierover verder van gedachten wisselen.
Ik deel vanzelfsprekend de bekommernis van VARIO dat er een optimale afstemming moet zijn met andere beleidsdomeinen. Dat zijn we ook aan het doen. Ik kan hiervoor verwijzen naar het nieuwe STEM-actieplan (Science, Technology, Engineering, Mathematics) of naar de structurele samenwerking tussen VLAIO en FIT rond innovatieve export.
Ik ben voorzichtiger om een uitspraak te doen over de eventuele meerwaarde van nog een zeer brede overkoepelende strategie want er is al het regeerakkoord en het relanceplan ‘Vlaamse Veerkracht’. We zijn wel nog bezig aan een langetermijnplan 2050 waarin nog een aantal zaken kunnen worden meegenomen.
Het is mijn bedoeling om nu aan VARIO te vragen om samen met het departement een ‘nulmeting’ uit te voeren voor Vlaanderen. Dit moet ons in staat stellen om de precieze sterktes en zwaktes in kaart te brengen. Op basis van de nulmeting kan er dan met een meer gerichte blik gekeken worden naar de aanbevelingen. Er zal een opvolgingsmeting nodig zijn om het beleid te meten op de weg naar 2030. VARIO beveelt aan dit te doen in 2024; ik vind dat een goede timing.
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik kijk samen met u uit naar het colloquium. Ik wou aan de commissie voorstellen om eventueel een gedachtewisseling met VARIO te houden, maar als het colloquium doorgaat, is dat misschien overbodig. Ik laat het aan de wijsheid van de voorzitter over.
Veel van de aanbevelingen zijn niet nieuw en komen ook voor in het relanceplan. Het is inderdaad vooral een kwestie om ze nu uit te voeren. Er zijn in het verleden al een aantal ambitieuze plannen geweest zoals ‘Vlaanderen in Actie. Pact 2020’. Ze waren mooi maar als sommige doelstellingen, zoals de ambitie om tot de top vijf van de innovatieve regio's te behoren, niet worden behaald, dan hebben zulke plannen natuurlijk weinig zin. Ik hoop dat we nu deze aanbevelingen wel in realiteit kunnen omzetten.
Zoals u terecht opmerkt, zal het niet enkel een zaak van u zijn. Daarom vind ik het ook goed dat u zelf zo achter de transversale aanpak staat. Ik denk daarbij spontaan – ik zit ook in de commissie Welzijn – aan innovatie in de zorg waar nog een enorm potentieel ligt. Ik vind het goed dat u dat op die manier aanpakt. Ik kijk samen met u uit naar de verdere uitwerking door de regering na of tijdens het colloquium.
Mevrouw Gennez heeft het woord.
Minister, ik wens u een veilige rit en hopelijk is het niet te druk op de weg. Collega Vande Reyde, ik dank u voor de vraag.
Ons oog viel vooral op de aanbevelingen van VARIO. Volgens VARIO zitten er zwakke schakels in het Vlaamse innovatiesysteem. Eén daarvan, waarin we als overheid het verschil kunnen maken, is de impact van publieke O&O-investeringen (onderzoek en ontwikkeling). Die staan bij VARIO op nummer vijf van de prioriteitenaanbevelingen. Vlaanderen zit relatief op koers inzake de 3-procentnorm, in veel regio’s en landen is dat een probleem, het financieringsprobleem. Voor ons is het nog belangrijker echter dat de investeringen naar de juiste projecten gaan en dat deze een kwalitatieve opvolging krijgen.
U hebt eraan gerefereerd, minister, op het einde van uw antwoord: we moeten meer naar strategische indicatoren gaan, we moeten beter meten. Dat klopt natuurlijk, maar focus op de juiste projecten is belangrijk. Uit uw antwoord bleek ook dat we heel veel doen, maar toch lijkt het op een lappendeken met een overaanbod aan te kleine initiatieven met te weinig opvolging. De mechanismen moeten gevonden worden om de regionale impact van onderzoek te realiseren. We slagen er niet genoeg in om publiek gefinancierd onderzoek te commercialiseren.
We hebben één groot voordeel in Vlaanderen, we zijn fysiek nabij. In deze tijden is dat misschien een risico, maar om innovatie te laten bloeien is dat een positieve zaak, zeker de nabijheid van bedrijven en kennisinstellingen. Andere vormen van proximiteit zijn nog onderbenut: cognitieve, sociale en organisatorische nabijheid tussen academische onderzoekers en ondernemers, en tussen bedrijven en kennisinstellingen. We denken en dat zegt ook VARIO, dat we aan dat ecosysteem echt moeten bouwen, dat we ons innovatie-instrumentarium ecosysteemproof moeten maken, dat we de versnippering van middelen moeten tegengaan, dat we grotere lijnen moeten trekken in het innovatielandschap. We moeten daar heel snel mee beginnen, ook in het kader van onze relance. Het momentum kan nu zijn, de Vlaamse Regering heeft aangekondigd dat ze 4,5 miljard euro tegen het einde van de legislatuur aan publieke investeringen wil doen. Wel, maak die O&O-proof en maak dat de overheid als katalysator kan optreden om die innovatie maximaal in het centrum van onze economische activiteiten te zetten.
Tot slot, ik las gisteren een artikel in De Tijd dat aangaf dat onze overheidsinvesteringen echt nog steeds ondermaats blijven en dat dit al twintig, dertig jaar zo is. Iedereen en alle indicatoren moedigen ons aan om een tandje bij te steken. We denken dat dat op het vlak van O&O het verschil kan maken om zo snel mogelijk uit deze economische crisis die we vandaag beleven, te geraken.
Ik zal nog twee elementen aanhalen. Het is inderdaad de bedoeling dat de commissie participeert aan het colloquium van VARIO, vandaar dat we ruimte moeten maken in de agenda. Dat is een belangrijk moment voor het beleid en de toekomst van het beleid.
Ik heb nog een vraag, minister. Het is heel goed dat we ons gaan benchmarken met de top 5 in Europa. De lat mag wel eens hoog liggen. Dat was indertijd ook de verdienste van Vlaanderen in Actie als beleidsprogramma. Dit is nu vanuit de invalshoek van innovatie en industrie. Het lijkt me nuttig om dat open te trekken naar ons hele arbeidsmarktbeleid en de indicatoren te maken zodat we echt een topregio in Europa kunnen zijn op dat punt. We kunnen en moeten die ambitie hebben. Kunnen we die indicatorenset op die manier verbeteren? We willen top 5 worden in de economie, op de arbeidsmarkt en inzake innovatiebeleid.
Minister Crevits heeft het woord.
Collega’s, ik zit in de tunnels, vandaar het wat vreemde beeld nu. Ik ben bijna aan mijn kabinet.
Collega Vande Reyde, innovatie in de zorg is zeker een van de prioriteiten in de relance. We doen dat uiteraard ook in afstemming met collega Beke. Het is dus niet alleen een goede opmerking, het is ook iets dat we voluit aanpakken.
Collega Gennez, wat de publieke investering in O&O betreft, is de bekommernis terecht dat O&O impact moet hebben en moet bijdragen aan jobs en de realisatie van maatschappelijke doelstellingen. We willen via onze impulsprogramma’s net meer impact gaan genereren. En wat betreft de nabijheid: ons clusterbeleid legt net de focus op enkele speerpunten in onze triplehelixwerking voor O&O. Dus daar staat de vorming van dat ecosysteem centraal. U hebt ook de nood aan investeringen benadrukt, wat ik beschouw als een teken van appreciatie voor het relanceplan, waarin ook heel veel investeringen aangekondigd zijn.
Collega Bothuyne, u deed de suggestie om te benchmarken voor de arbeidsmarkt. Op dit ogenblik zitten levenslang leren en de STEM-profielen in de indicatoren, maar ik ben zeker bereid om te kijken of we daar nog meer arbeidsgerichte indicatoren kunnen opnemen.
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Ik moet nog kort mijn verontschuldigingen aanbieden aan mijn Brusselse collega’s. Als ik zie dat de minister al dekking heeft en zonder problemen kan videocallen in de tunnels, is het misschien toch nog niet zo slecht gesteld met de stralingsnormen in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest. Dat is toch wel indrukwekkend, dat je in tunnels kunt videocallen.
We gaan er altijd op vooruit.
Meestal doe ik mijn video uit in de auto, en eigenlijk ook als ik op de iPad werk, omdat dat ook batterijbesparend werkt. Maar ik was ook verbaasd dat het perfect verlopen is in de tunnels. Dat is niet altijd zo. Soms valt mijn telefoon uit, maar nu werkte het perfect.
De vraag om uitleg is afgehandeld.