Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw van der Vloet heeft het woord.
Voorzitter, minister, dit is een belangrijke vraag die we bijna zouden vergeten tijdens deze coronaperiode. Ook de werkgroep rond de persoonsvolgende financiering (PVF) voor minderjarigen met een beperking heeft even stilgelegen. Begin april is er een kerngroep opgericht die in het najaar naar de projectgroep zou komen met een conceptnota over hoe zij de invoering van de persoonsvolgende financiering van minderjarigen met een beperking zien.
Minister, wat is de stand van zaken van de werkzaamheden van de kerngroep? Met andere woorden: is de conceptnota met geactualiseerd tijdspad klaar? Kunt u een samenvatting geven van deze conceptnota?
Wat is de timing die vooropstaat voor de werkzaamheden van de kern- en projectgroep en de invoering van de PVF voor minderjarigen? Kan men het vooropgestelde tijdspad nog steeds volgen?
Hoe verloopt de samenwerking tussen de twee agentschappen, het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) en het agentschap Opgroeien, in de kerngroep?
Minister Beke heeft het woord.
De kerngroep heeft op 13 oktober een nota met krijtlijnen besproken met de leden van de projectgroep. Omdat de nota inhoudelijk nog niet gevalideerd is, beperk ik mijn toelichting op dit moment tot de thema’s die erin vervat zijn en die werden besproken.
De volgende punten kwamen in de bespreking aan bod: definities en doelstellingen; de basisondersteuning voor minderjarigen met een handicap; het persoonsvolgend budget voor minderjarigen met een handicap – dat is de kern van de nota –, en daaromtrent werden de thema’s toepassingsgebied, vraagverheldering en toekenning, inschatten van zorgzwaarte, budgetteringsmogelijkheden en doelmatigheid in ontwikkelingsperspectief besproken; verdere timing en fasering; verdere werkwijze.
De feedback van de projectgroep wordt verwerkt in een nieuwe nota. Tegelijkertijd worden er ook eerste simulaties gemaakt.
De kerngroep komt opnieuw samen op 12 november om de aangepaste nota en de eerste simulaties te bespreken.
In de verdere aanpak heb ik gevraagd om het gebruikersperspectief centraal te zetten en de verschillende stakeholders, zoals de gebruikers zelf, onderwijs en voorzieningen, hierin een actieve rol te geven.
Zoals ik aangaf, loopt het proces rond het afwerken van de conceptnota nog.
Rond het precieze tijdspad kan ik vandaag geen voorafname doen. De ambitie om in 2021 te starten, is in elk geval nog altijd het uitgangspunt.
De samenwerking tussen het agentschap Opgroeien en het VAPH voor minderjarigen met een handicap is niet nieuw. Ook vandaag al zijn een aantal bevoegdheden met betrekking tot minderjarigen met een handicap verdeeld over de beide agentschappen. Zo zit bijvoorbeeld de toekenning van de budgetten – het persoonlijkeassistentiebudget (PAB) – aan minderjarigen bij Opgroeien, en de besteding van deze budgetten bij het VAPH.
En ook in dit dossier zal ieder agentschap vanuit de eigen, opgebouwde expertise een belangrijke bijdrage leveren.
Mevrouw van der Vloet heeft het woord.
Minister, ik vind uw antwoord een beetje vaag. Er is nog niet heel veel nieuw, ook geen nieuws.
U zegt dat de projectgroep het licht heeft laten schijnen over die conceptnota. Kunt u misschien zeggen of dat positief of negatief was? Moet er nog veel aan worden veranderd? Ligt er nog veel werk op de plank?
U zegt dat u hoopt om de timing nog steeds te kunnen halen. Ik denk dat dat natuurlijk zeer belangrijk is; de timing is al eens opgeschoven en de mensen zitten erop te wachten. Het is dus belangrijk dat er toch concretere zaken naar voren moeten kunnen komen, want de klok tikt verder.
Ik heb nog een specifieke vraag over het zorgzwaarte-instrument. Normaal zou men in oktober opnieuw opstarten, maar door corona heeft dit ook een tijdje stilgelegen. Voor ons is het heel belangrijk dat eraan verder wordt gewerkt. Hebt u daar een laatste stand van zaken over? Zijn ze opnieuw opgestart? Geraken ze op tijd klaar voor de invoering van de persoonsvolgende financiering voor minderjarigen? Voor ons is het heel belangrijk, en ik hoop dan ook op een positief antwoord van u.
De heer Anaf heeft het woord.
Collega's, wij zijn als fractie zeker niet tegen de invoering van het PVF-systeem voor minderjarigen, maar volgens ons moet er wel aan twee voorwaarden worden voldaan. Ten eerste moet het huidige PVF-systeem goed worden geëvalueerd. Ten tweede moet er een garantie zijn dat er voldoende middelen zijn, want anders doen we niet meer dan het herverdelen van schaarste, en dat lijkt ons niet de bedoeling.
Minister, ik heb twee bijkomende vragen. Probeer ervoor te zorgen dat we de PVF voor minderjarigen niet snelsnel invoeren, maar dat er eerst een grondige evaluatie gebeurt van het PVF-systeem. Wanneer en hoe zal het systeem worden geëvalueerd? Als we het dan toch zouden invoeren, zal er dan ook in budget worden voorzien zodat we niet gewoon een herverdeling van de schaarste doen, maar ook echt stappen vooruitzetten?
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Ik sluit me volmondig aan bij de vragen en de opmerkingen van collega van der Vloet. Volgens de oorspronkelijke planning zou de invoering van de PVF voor minderjarigen reeds een feit moeten zijn. Het uitstel is stilaan groot aan het worden.
Ik begrijp de bezorgdheden van collega Anaf zeker en vast. Ik ga niet akkoord dat het zou gaan om een herverdeling van schaarste. De voorbije maanden is het belang van PVF voor minderjarigen, het zelf kunnen inzetten van budgetten, enorm aangetoond. Ik moet het verhaal niet opnieuw doen; er zijn de coronacommissies geweest. De noodzaak aan PVF, zeker in crisissituaties, is enorm prangend.
Ik sluit me aan bij collega van der Vloet. Ik zou graag willen dat er stappen worden gezet. Als ik het zo hoor – ik heb er ook al een aantal vragen over gesteld –, is het uitstel, naar mijn gevoel, zonder vorderingen, en dat maakt me toch ook wel een beetje bezorgd. Als er dingen gebeuren die pertinent zijn, kan ik mij voorstellen dat het uitstel gerechtvaardigd is, maar op dit moment heb ik het gevoel dat men van vergadering naar vergadering gaat zonder dat er stappen worden gezet. Ik sluit me dus volmondig aan bij collega van der Vloet.
De heer De Reuse heeft het woord.
Ik deel de bezorgdheden van de collega's, maar ik heb nog een korte bijkomende vraag.
Persoonsvolgende financiering wordt natuurlijk voor een heel stuk bepaald door de bepaling van de zorgzwaarte. De Vlaamse Regering zou een nieuw instrument gebruiken, namelijk de BelRAI. Hoever staat het met de invoering van de BelRAI voor het bepalen van de zorgzwaarte, wat leidt tot de persoonsvolgende financiering voor minderjarigen met een beperking?
Minister Beke heeft het woord.
Collega's, de PVF is een systeem dat op sporen is gezet en dat een belangrijke hervorming is. Het heeft ook een aantal analyses met zich meegebracht over de werking nu en over hoe het moet worden geïmplementeerd. Welke lessen trekken we daaruit? Die lessen nemen we zeker mee wanneer we dat voor de minderjarigen willen implementeren. Vandaar dat er ook een actieve inbreng is van het gebruikersstandpunt.
Wat is de feedback over het eerste overleg? Die was eigenlijk positief, met veel aandacht voor het concept en met verschillende aandachtspunten die verder zullen worden doorgenomen op een volgend overleg.
De vraag over de zorgzwaarte is een juiste vraag. Er is een werkgroep die gekoppeld blijft aan het project. Het is inderdaad heel belangrijk. Die technische werkgroep loopt en onderzoekt onder andere de proefinschalingen.
BelRAI is niet alleen voor minderjarigen. Het is een algemeen inschalingsinstrument en gaat dus veel verder dan enkel de PVF voor minderjarigen. Het is een heel specifieke vraag, maar de BelRAI-projecten worden ook verder verfijnd.
Mevrouw van der Vloet heeft het woord.
Collega Anaf, niet snelsnel invoeren, zegt u. Ik denk dat het kabinet en zeker ook het VAPH er al vier of vijf jaar mee bezig is. Ik denk dat het niet vlugvlug gaat, maar dat het meer het aanvoelen is – zoals ook collega Vande Reyde zegt – dat het niet vooruitgaat. Men is er al lang mee bezig, maar men geraakt geen stap vooruit. Dat gevoel heb ik dus ook. Er is altijd wel iemand die op de rem staat om dit niet vooruit te laten gaan.
Minister, ik hoor u zeggen dat de technische werkgroep over de zorgzwaarte opnieuw loopt. Ik ben zeer tevreden dat die onderzoeken opnieuw van start zijn gegaan. Het is een belangrijk instrument om mee door te gaan.
Ik sluit af, minister. De vooropgestelde timing is voor ons, en uiteraard ook voor de mensen zelf, heel belangrijk. Ik zou heel graag hebben dat het niet op de lange baan wordt geschoven en dat u er heel correct op toekijkt of die timing nog steeds en altijd haalbaar blijft. In het dossier van de persoonsvolgende financiering hebben we toenmalig minister Vandeurzen gedurende meerdere jaren ook heel vaak gevraagd: is de timing nog oké, zitten we nog op het tijdspad? Het antwoord was altijd: ja. Tot wanneer het moest worden ingevoerd; toen was het ineens: oei, het lukt niet meer.
Minister, daarom vraag ik u: let alstublieft op die timing, houd die goed mee in het oog, zodat de vooropgestelde timing haalbaar is en ook wordt gehaald. Ik dank u alvast.
De vraag om uitleg is afgehandeld.