Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Vraag om uitleg over de strijd tegen waterlekken en het gebruik van innovatieve technieken
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werden deze vragen om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Perdaens heeft het woord.
Iedere dag gaat in Vlaanderen ongeveer 190 miljoen liter drinkwater verloren. Dat is 17 procent van het geproduceerde drinkwater.
In mei 2020 startte water-link, in samenwerking met Utilis, een proefproject in drie zones van hun werkingsgebied om die lekken op te sporen. Dit proefproject was goed voor 351 kilometer distributieleidingen ofwel iets minder dan een vijfde van het volledige distributienetwerk van water-link. Het project bleek een succes. De test leverde 45 verdachte punten op waarbij 23 onzichtbare lekken werden gevonden.
Water-link geeft aan dat ze met de huidige infrastructuur het volledige netwerk om de vijf jaar kunnen screenen. Met de nieuwe technologie zou dat om de twee jaar kunnen. Zo schat water-link op jaarbasis een volume van ongeveer 900.000 kubieke meter drinkwater te kunnen besparen.
Aquaflanders geeft aan dat water-link voorlopig het enige drinkwaterbedrijf is dat met satellietdetectie werkt. Intussen heeft het ook water op de planeet Mars gevonden.
Carl Heyrman van koepel AquaFlanders gaf in het Nieuwsblad op 13 oktober aan dat als het project resultaat oplevert, de andere maatschappijen de techniek zullen overnemen. We weten intussen dat het proefproject resultaat opleverde en in dat kader heb ik voor u een aantal vragen, minister.
Welke andere drinkwaterbedrijven binnen Aquaflanders plannen het gebruik van deze techniek om lekverliezen te beperken?
Het proefproject blijkt al een succes. Wat is de timing van de verdere implementatie bij water-link en mogelijke timing van implementatie bij andere drinkwaterbedrijven?
Op welke andere maatregelen wordt naast deze technologie nog ingezet om lekverliezen te beperken?
De heer Van Rooy heeft het woord.
Het probleem is al goed geschetst maar ik wil mijn duit in het zakje doen door opnieuw te wijzen op het gigantische probleem dat er jaarlijks zoveel drinkwater weglekt. Het gaat over 17 à 20 procent of 190 miljoen liter drinkwater dat weglekt.
Onlangs werd bekend dat het Antwerpse drinkwaterbedrijf water-link met satellietbeelden lekkages in zijn leidingnetwerk zal opsporen. De techniek is oorspronkelijk ontwikkeld om naar water te zoeken op Mars. Op deze manier wil water-link jaarlijks 900 miljoen liter drinkwater besparen.
Minister, u hebt laten weten dat de strijd tegen lekverliezen opvoeren een cruciale taak is voor de drinkwaterbedrijven. De Blue Deal stelt dat de opsporing van lekken via nieuwe innovatieve technieken en technologieën een onderdeel is van de inspanningen tegen waterverliezen. Tegen 2025 moet de Infrastructure Leakage Index (ILI) in Vlaanderen onder de 0,5 zitten. In 2019 lag deze in Vlaanderen tussen de 0,44 en 1,57. Dat is meer dan driemaal zoveel als wat eigenlijk de doelstelling is, namelijk 0,5.
Het gemiddelde bedraagt in Vlaanderen 1,15. Dat is meer dan het dubbel van de 0,5 die wordt beoogd.
Zult u, in het kader van de Blue Deal, de techniek die water-link gebruikt om lekkages op te sporen promoten en de andere drinkwaterbedrijven aanzetten om hetzelfde te doen? Indien ja, zult u hiervoor ook middelen ter beschikking stellen?
Hebt u samengezeten met de Vlaamse drinkwaterbedrijven om specifiek de lekkageproblematiek te bespreken? Indien ja, wat werd er toen besproken en zijn er concrete voorstellen naar voren geschoven om tot oplossingen te komen?
Tegen wanneer wilt u in heel Vlaanderen tot een aanvaardbaar laag niveau van waterverlies via lekken komen? Welke niveau zou dat dan zijn, met andere woorden: hoeveel liter of percentage door lekken verspild water per jaar acht u aanvaardbaar en schuift nu naar voren als doelstelling?
Minister Demir heeft het woord.
Ik heb vanaf de eerste dag van mijn aantreden gezegd dat ik de waterproblematiek en de droogteproblematiek in Vlaanderen zal aanpakken. Ik heb dat ook gedaan, op vrij korte termijn zelfs. Nog voor de zomer heb ik de Blue Deal laten goedkeuren. Daarin staan tachtig maatregelen die in heel Vlaanderen moeten worden uitgerold. We hebben daar bijna een half miljard euro voor vrijgemaakt. Ik ben heel vastberaden om Vlaanderen voor te bereiden op de droogteproblematiek.
De lekverliezen zelf zijn al meermaals aan bod geweest tijdens parlementaire vragen van verschillende parlementsleden, onder meer van de heer Danen. Ik heb daarop geantwoord dat dit hoog op de agenda staat. Er was een eerste test bij Pidpa maar die was niet zo goed en daarom wordt er nu een nieuwe gedaan. Ik kom daar straks nog op terug. Ook Farys heeft al een test afgerond die wel positief was. Het negatieve testresultaat bij Pidpa hebben we onderzocht, samen met het bedrijf dat de techniek aanbiedt. Men denkt dat het slechte resultaat het gevolg is van een te natte periode voor die test. Nu zal hetzelfde gebied worden getest tijdens een iets drogere periode om mogelijke weersinvloeden uit te sluiten.
Dit thema is al besproken tijdens verschillende overlegmomenten met de drinkwatermaatschappijen waarbij we hebben benadrukt dat dit waterverlies niet toelaatbaar is. Dit is de verantwoordelijkheid van de sector zelf. Het is hun taak om ervoor te zorgen dat er zo weinig mogelijk waterverlies is door lekken. Dat betekent dat zij de nodige investeringen moeten doen. Ze zijn daar nu allemaal druk mee bezig, wij houden dat goed in de gaten. Die doelstelling is ook opgenomen in de Blue Deal.
Voor het begroten van lekverliezen wordt internationaal gewerkt met de Infrastructure Leakage Index (ILI).
In de Blue Deal hebben we expliciet de doelstelling opgenomen dat tegen eind 2025 de Vlaamse ILI onder de 0,5 moet zitten. Zoals u weet, lag de ILI in Vlaanderen in 2019 tussen 0,44 en 1,57, afhankelijk van de drinkwatermaatschappij. Het verschilt van drinkwatermaatschappij tot drinkwatermaatschappij. Sommige scoren wel heel goed, andere minder. Een index onder de 2 wordt internationaal gezien als een goede score, voor alle duidelijkheid. Maar nogmaals, het is mijn ambitie om van Vlaanderen een waterefficiënte topregio te maken, dus leg ik de lat redelijk hoog.
In mijn antwoord op een schriftelijke vraag maakte ik reeds melding van de audit die momenteel door de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) wordt opgestart. Ik wil in eerste instantie de resultaten hiervan afwachten en vervolgens – als jullie dat goed vinden, maar ik denk dat het logisch is – in overleg met de sector bekijken of het nodig is om specifieke meer bindende minimale doelstellingen te gaan verankeren. Maar laat me even de resultaten van die audit afwachten. Dan hebben we ook iets in handen om met de drinkwatermaatschappijen aan tafel te gaan zitten om de minimale doelstellingen te verankeren. Maar nogmaals: het is erg dat de Vlaamse overheid dit moet opleggen. Het is eigenlijk aan de sector zelf om zichzelf een doelstelling op te leggen en om tot oplossingen te komen binnen het kader dat wordt opgelegd. De resultaten van water-link tonen dat dit ook werkt. Los van het feit dat het inderdaad hun verantwoordelijkheid is, zal ik zelf ook de resultaten van de audit met de ‘slechte leerlingen’ – om het zo te zeggen – bespreken om hen doelstellingen op te leggen. Ik denk wel dat ze hebben begrepen dat men het zich niet meer kan permitteren – het is trouwens ook slechte reclame – om met naam en toenaam in de kranten te staan over hoe slecht je het doet, wat waterverlies betreft. Ik denk dat men het echt wel heeft begrepen, maar los daarvan, eens ik de resultaten heb, zal ik ijveren voor meer vergaande en dwingende doelstellingen.
De opportuniteiten en resultaten van het Utilis-project worden tussen de drinkwaterbedrijven gedeeld via hun ledenorganisatie, AquaFlanders. Verschillende drinkwaterbedrijven zien potentieel in dit project. Zo zijn – naast water-link – ook FARYS, De Watergroep en Pidpa de mogelijkheden van een samenwerking met Utilis aan het onderzoeken.
Water-link zal nog dit jaar starten met het onderzoek naar een tweede gedeelte van het leidingnetwerk. Bedoeling is tegen eind 2022 in vier fases het hele netwerk te inspecteren. Afhankelijk van de resultaten zal water-link op regelmatige basis zijn volledig netwerk met deze technologie laten controleren.
Concreet werden er al verschillende proeven met deze techniek uitgevoerd door de andere drinkwaterbedrijven of zullen deze binnenkort worden opgestart. Indien de resultaten positief zijn, zal de techniek in de nabije toekomst worden geïmplementeerd.
Alle drinkwaterbedrijven zijn actief bezig met het beperken van lekverliezen.
Ik som een aantal andere maatregelen op die de waterbedrijven mij doorstuurden: doordacht en efficiënt infrastructuurbeleid door onder andere vervangingsinvesteringen in te zetten op de meest kritieke leidingen en het bewaken van goede materiaalkeuzes; extra personeel inzetten op terrein, dat uitgerust wordt met de best beschikbare technieken om lekken te detecteren en op de hoogte zijn van de laatste innovatieve technieken; de uitrol van digitale watermeters; digitalisatie van het meetnet via sensoren waarbij accuraat watervolumes worden gemeten of de druk in de leiding opvolgen; zelflerende software voor lekdetectie die de data verwerkt van deze sensoren; gerichte onderzoeken in gebieden waar er hoge nachtverbruiken zijn; nieuwe innovatieve projecten zoals bijvoorbeeld het onderzoeksproject SmartWaterGrid.
In Vlaanderen hebben we heel veel technologieën en innovatie ter beschikking, op alle domeinen maar ook op dit domein. Ik denk dat er geen enkel excuus meer is om het probleem niet met beide handen aan te pakken.
Mevrouw Perdaens heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw uitvoerig antwoord.
Ik merk dat er bij de bevolking – en ik merk bij u dezelfde insteek – op momenten als deze, wanneer we kampen met serieuze droogte, heel weinig begrip is voor lekverliezen. Zoals u aangeeft, is het de verantwoordelijkheid van die watermaatschappijen om hun net goed te onderhouden en ervoor te zorgen dat die lekverliezen beperkt blijven. Ik ben heel erg blij dat u ook wijst op die verantwoordelijkheid en er daardoor – om het zo te stellen – ‘achterzit’.
Ik ben ook heel erg blij met de ambitieuze doelstellingen die vooropgesteld zijn en die ons internationaal ook zeer ambitieus tonen tegenover andere landen.
U zei dat u wacht op de audit van de VMM om verdere stappen te zetten. Eerder dit jaar zei u dat de cijfers en de gegevens van de audit beschikbaar zouden zijn tegen eind dit jaar. Is deze timing nog steeds dezelfde gebleven? Is er al een zicht op een mogelijke timing voor de evaluatie nadien, dus wanneer zouden we eventuele maatregelen als reactie op die audit, mogen verwachten?
De heer Van Rooy heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord waar ik zeer goed mee kan leven. Ik zie dat het u nauw aan het hart ligt, en ik ben daar zeer blij mee.
Het gaat natuurlijk over verschillende watermaatschappijen. De audit zal meer duidelijkheid verschaffen. U zegt het zelf: er zijn goede en slechte leerlingen. Vandaar ook het grote verschil tussen een index van 0,44 en 1,57. Het gemiddelde ligt veel te hoog, of althans veel hoger dan 0,5, wat het streefdoel is. Hoe gaat u dat concreet aanpakken om 0,5 te behalen in 2025? Het is toch de bedoeling om gemiddeld bij alle watermaatschappijen van heel Vlaanderen 0,5 te halen? Stel dat we er niet geraken en dat u weet welke slechte leerlingen daarvan de oorzaak zijn, hebt u dan een stok achter de deur om hen er toch toe te bewegen die index naar beneden te brengen door opsporing en door de nodige herstellingen? Of zegt u – wat ik in uw antwoord hoorde – dat het hun verantwoordelijkheid is en dat u eigenlijk geen stok achter de deur hebt? Dat is mijn laatste vraag.
De heer Danen heeft het woord.
Ik heb voor alle duidelijkheid weinig begrip voor de gigantisch hoge lekverliezen. Ik heb u daarover een vraag gesteld, ook aan de vorige ministers van Leefmilieu.
Ik heb het idee dat de uitspraken die ooit gedaan zijn van zogenaamde aanvaardbare verliezen, uit een tijd komen toen er nog water genoeg was en toen er nog geen droogteprobleem was. Dat is intussen al eventjes geleden en het is heel goed dat we wat gaan bijspijkeren. Dit soort verliezen zijn natuurlijk totaal onaanvaardbaar.
Ik ben benieuwd naar de audit waarnaar werd verwezen. Drinkwatermaatschappijen hebben altijd wel een goede uitleg waarom zij net veel verliezen hebben. Ik neem aan dat er een aantal redenen zijn die objectief zijn, maar er zijn er zeker ook een aantal die niet objectief zijn of zelfs niet objectiveerbaar zijn. Ik ben echt benieuwd naar de verklaring waarom de ene maatschappij gigantische verliezen heeft en de andere minder. Ik kijk dus uit naar de audit.
Het is ook zo dat de meeste partijen vertegenwoordigers hebben in de raden van bestuur van die drinkwatermaatschappijen en ook op de algemene vergaderingen.
Ik zou echt willen oproepen dat onze vertegenwoordigers, van ons allemaal, ook aandacht zouden hebben voor die lekverliezen. Want het is natuurlijk zo dat je heel snel in een puur economische logica komt in dat soort raden van bestuur. Ik betreur het dat men dan zegt: ‘Dat aandeel van verliezen kunnen we economisch dragen. En als we naar de investeringen kijken, kunnen we dat er nooit uit halen.’ Dat soort overwegingen zou ook wel eens bijgesteld mogen worden. Ik begrijp natuurlijk wel dat je nooit naar nul lekverlies kunt gaan, maar alleszins moet het beter zijn dan nu het geval is. Ik doe dus een oproep aan onze vertegenwoordigers in de raden van bestuur om daar bij uitstek ook aandacht voor te hebben, aandacht die er de laatste jaren veel te weinig voor geweest is.
Collega’s, u weet dat ik hier erg mee begaan ben, en dus wil ik namens mijn fractie ook een tussenkomst doen. We weten met zijn allen, zeker in deze commissie, hoe kostbaar water is. De voorbije jaren is het nog duidelijker geworden dat we er duurzamer en duurzamer mee moeten omspringen.
Het is goed dat de minister duidelijk heeft gesteld dat de drinkwatersector hier zelf ook een grote verantwoordelijkheid in draagt. Het is goed om hen daarop te wijzen. De minister heeft ook heel correct gesteld dat we hier in Vlaanderen op het vlak van innovatie vooruitlopen. Het is goed dat er wat dat betreft ambitieuze doelstellingen worden gesteld. We gaan dat zeker verder opvolgen.
Over de digitale watermeter hebben we het half september ook al gehad in de commissie. Zoals reeds aangegeven, zien wij voor de digitale watermeters een heel grote rol weggelegd om de lekverliezen in de toekomst te beperken. Daarvoor gaat water-link alvast ‘all in’, en ook alle andere drinkwaterbedrijven slaan de handen in elkaar. Minister, in de commissievergadering van 16 juni stelde u dat u met alle drinkwatermaatschappijen een akkoord wilt bereiken omtrent de uitrol, naar analogie van de digitale energiemeter. Wat is de stand van zaken wat betreft de impact van de watermeter, en vooral de uitrol ervan?
Minister Demir heeft het woord.
Bedankt om deze problematiek op de agenda te zetten, collega's. Jullie weten dat ik een minister ben die vaak ook verschillende tussenkomsten van jullie meeneemt. Als jullie dossiers op de radar zetten, ga ik daar ook mee aan de slag. Ik denk dat het ook jullie taak is om dat zo te doen, en mijn taak om daar dan mee aan de slag te gaan. Ook in dezen heb ik dat gedaan.
Collega Van Rooy, de index van 0,5 geldt inderdaad voor heel Vlaanderen. Een aantal bedrijven zitten daar al aan. Een aantal bedrijven zitten er nog fel boven. Die gaan dus heel wat tandjes bij moeten steken. Ze zijn voor alle duidelijkheid al bezig met het uitrollen van maatregelen. Ze zijn bijvoorbeeld al sensoren aan het plaatsen. Die resultaten worden nu ook al gebruikt.
Ik denk dat we een belangrijke stok achter de deur kunnen hebben. De drinkwatermaatschappijen moeten namelijk hun tariefplan bij ons goedgekeurd krijgen. In die zin kunnen we daar wel een financieel aspect aan koppelen. We hebben dus wel een stok om eventueel te gebruiken.
Collega Danen, ik steun uw oproep, vandaar dat ik dit als aandeelhouder van de Watergroep ook gedaan heb. U weet dat Vlaanderen aandeelhouder is van de Watergroep. We hebben ook bij hen gewezen op het probleem van de lekverliezen. Zij zijn daar voor alle duidelijkheid ook mee aan de slag.
Voor de digitale watermeter komt een ontwerp van decreet nog deze week of de week na de herfstvakantie op de ministerraad, collega De Vroe. Daar leggen we de koppeling met de uitrol van de digitale energiemeter. De digitale watermeter is vooral ook heel goed voor de drinkwatermaatschappijen want die gaan veel efficiënter kunnen werken. Ze moeten geen mensen meer sturen om te gaan meten. Het is echt iets uit het verleden dat iemand komt aanbellen om de waterstand te meten. Die tijd is binnenkort voorbij. Het is ook belangrijk voor lekverliezen die men snel zou kunnen detecteren. Ik krijg verhalen binnen dat men tot een paar jaar geleden op een vrijdag een lekverlies meldt en dat men pas dinsdag of woensdag eens langskomt om dat te herstellen. Dat zijn allemaal zaken die we ons vandaag gewoon niet meer kunnen permitteren.
Collega Perdaens, ik verwacht de cijfers van de audit eind dit jaar nog. Zodra we die hebben, zullen we daar uiteraard heel snel mee aan de slag gaan. Het dossier staat in ieder geval hoog op mijn agenda.
Mevrouw Perdaens heeft het woord.
Minister, dank u wel voor de antwoorden. Het is heel erg knap dat er naast dit project, waarop meteen andere drinkwatermaatschappijen intekenen, ook op andere manieren innovatief omgesprongen wordt met het zoeken naar oplossingen. Ik denk dat het weer een streepje bij is voor de manier waarop Vlaanderen aan de top kan staan en hoe wij binnen Europa toonaangevend kunnen zijn. Zoals wel vaker gesteld in deze commissie, heel erg bedankt, minister. Ik kijk uit naar de audit en de maatregelen die we daaropvolgend kunnen nemen om de lekverliezen nog meer te kunnen beperken.
De heer Van Rooy heeft het woord.
Ik heb daar niets aan toe te voegen. Dank u, minister.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.