Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Vraag om uitleg over de steun van drankenproducenten voor statiegeld
Vraag om uitleg over de oproep van drankenproducenten om over te gaan tot een systeem van statiegeld
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werden deze vragen om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, een tijdje geleden stond op de voorpagina van Het Belang Van Limburg te lezen dat de Europese producenten van dranken nu zelf voor de invoering van statiegeld pleiten, ook op plastic flessen. Dat maakten de Europese federaties van producenten van water en dranken bekend via een open brief, die ook verscheen op hun website.
Zowel de Europese federatie van waterproducenten, het European Federation of Bottled Waters (EFBW), die meer dan vijfhonderd producenten vertegenwoordigt, als de Europese federatie van producenten van softdrinks, de Union of European Soft Drinks Associations (UNESDA), waar Coca-Cola, Pepsico en anderen lid van zijn, stellen nu dat een slim systeem van statiegeld de sleutel vormt voor verschillende EU-lidstaten om hun doelstellingen inzake recyclage van drankflessen te halen. Die stelling wordt in de open brief onderschreven door Hans van Bochove, senior vice-president van Coca-Cola European Partners.
Volgens de milieuorganisatie Recycling Netwerk Benelux is dat niet meer of minder dan een historische doorbraak. “Vijf jaar geleden waren alle drankenproducenten nog traditioneel tegen statiegeld op plastic flessen. Daardoor waren sommige Europese regeringen terughoudend in het invoeren van de milieumaatregel. Nu de betrokken bedrijven zelf voor statiegeld pleiten, is er geen enkele reden meer om nog te wachten. Statiegeld vermindert het aantal plastic flessen in de natuur met 70 tot 90 procent”, zegt de milieuorganisatie.
Het stuk geeft ook aan dat de directeur communicatie van de Limburgse afvalintercommunale Limburg.net, Kris Somers, enthousiast is. Ik citeer: “We zijn ervan overtuigd dat het invoeren van statiegeld op alle plastic flessen een doorbraak kan betekenen om de problematiek van het zwerfvuil aan te pakken.”
Dat is eveneens de conclusie van tal van wetenschappelijke studies, waaronder een die in januari van dit jaar werd gepubliceerd door de Oostenrijkse overheid, waarin statiegeld als dé oplossing uit de bus kwam. Zowel op het vlak van het terugdringen van zwerfvuil, op het vlak van de kwaliteit van het ingezamelde plastic als op financieel vlak, scoorde dat scenario het best.
Vlaanderen heeft zich geëngageerd om pas in 2023 statiegeld te overwegen. Voorlopig blijven we ervan uitgaan dat de industrie zichzelf zal reguleren en zwerfvuil voldoende zal terugdringen. Maar als we naar de zwerfvuilcijfers kijken, blijkt dat allerminst het geval. We hebben geen maatregelen voorzien om hen tussentijds bij de les te houden.
Minister, we weten het allemaal en we zien het dagelijks op tv: we verdrinken stilaan in plastic. We hebben geen tijd te verliezen. Waar wachten we eigenlijk op, als zelfs de drankenproducenten vragen om statiegeld in te voeren? Meer dan 80 procent van de Belgen wil statiegeld. Bent u bereid om, op basis van de economische en ecologische realiteit, net zoals Duitsland, Frankrijk, en nu ook Luxemburg, Nederland en zoveel andere Europese landen, ook in Vlaanderen statiegeld in te voeren?
De heer Vandenberghe heeft het woord.
Zoals jullie weten, is onze fractie al veel langer pleitbezorger van het invoeren van statiegeld in Vlaanderen. We zijn die strijd al vele jaren aan het voeren, ook met de vorige minister. En nu opnieuw, want we weten allemaal dat statiegeld een bijzonder krachtig instrument is in de strijd tegen zwerfvuil. Volgens Recycling Netwerk Benelux zou een statiegeldsysteem het aantal plastic flessen in de natuur met 70 tot 90 procent verminderen. Dat is niet alleen een goede zaak voor de natuur, zowel op land als in de zee, maar vooral ook een heel grote vooruitgang in de strijd tegen afval. Er is nog geen enkele andere manier gevonden die zo doeltreffend werkt.
Ik ben zelf kustburgemeester. Het zou ons ook de enorme opruimkosten van zwerfvuil besparen. Volgens cijfers van 2015 tot 2017 kost dat telkens 100 tot 150 miljoen euro. Nog een reden waarom we een statiegeldsysteem nodig hebben, is de transitie naar een circulaire economie. Een performant collectiesysteem is noodzakelijk wanneer we drankverpakkingen opnieuw als grondstof voor nieuwe producten willen gebruiken.
We waren dan ook enorm blij toen de vertegenwoordiger van meer dan 500 flessenproducenten en de Europese federatie van softdrinkproducenten hun steun uitspraken voor het invoeren van statiegeld. Volgens hen is een statiegeldsysteem noodzakelijk, als we de Europese doelstellingen willen bereiken. Voor de producenten is het essentieel dat alle flessen voor recyclage worden ingezameld, zodat ze als grondstof voor nieuwe flessen kunnen worden gebruikt. Daarom moet het collectiesysteem voor plastic flessen een stuk performanter worden. In Vlaanderen wordt het huisvuil heel goed gesorteerd, maar het is nog altijd moeilijk om het afval te verzamelen. In dat geval is en blijft statiegeld cruciaal.
Minister, wat vindt u van de oproep van de flessen- en drankenproducenten om statiegeld in te voeren? Vindt u ook dat we nu echt wel het punt hebben bereikt om dat toch te doen en niet tot 2023 te wachten? We noemen dat in het vakjargon een momentum, nu de drankproducenten oproepen om een statiegeldsysteem in te voeren en vele buurlanden al sneller schakelen.
Als de zwerfvuilcijfers die eraan komen, tegenvallen, vind ik dat de Vlaamse Regering niet tot 2023 moet wachten om het statiegeld in te voeren. Als die cijfers nu tegenvallen, zullen ze in 2023 niet beter zijn. Laten we elkaar niets wijsmaken. Wanneer verwacht u de zwerfvuilcijfers voor 2019? Als ze slecht zijn, zult u dan vlugger schakelen?
In het regeerakkoord van de Federale Regering staat dat er werk mag en moet worden gemaakt van een statiegeldsysteem. Hebt u al afspraken gemaakt met uw federale collega’s en zult u die nota in het regeerakkoord als opportuniteit gebruiken om vlugger te schakelen in Vlaanderen?
De heer Ceyssens heeft het woord.
De vorige Vlaamse Regering keurde een verpakkingsplan 2.0 goed waarin verschillende doelstellingen en engagementen vervat zitten met betrekking tot zwerfvuil, de recyclage van verpakkingsafval en het duurzamer ontwerpen van verpakkingsafval die recyclage beter mogelijk maken. Het huidige regeerakkoord stelt dat de Vlaamse Regering de afspraken uit dat verpakkingsplan zal uitvoeren en deze eind 2023 zal evalueren. Indien de doelstellingen nog steeds niet significant gehaald worden, dan zal men de sector vragen om een statiegeldsysteem in te voeren.
Op 25 september 2020 maakten de Europese federaties van drankproducenten in een brief bekend dat ze nu wel voor de invoering van statiegeld zijn, ook op petflessen. De houding die de drankproducenten nu aannemen, is heel anders dan vijf jaar geleden, toen de meesten nog resoluut tegen statiegeld waren. Daardoor reageerden sommige Europese regeringen terughoudend in het invoeren van die milieumaatregel. Nu zien de drankenproducenten in statiegeld echter een slim systeem dat de sleutel vormt voor verschillende EU-lidstaten om hun doelstellingen inzake recyclage van drankflessen te halen.
Het invoeren van statiegeld zorgt voor een stevige vermindering van het aantal petflessen in de natuur, wat een enorme vooruitgang zou kunnen zijn. Tegen 2025 wil Coca-Cola alle drankverpakkingen uit 100 procent gerecycleerd materiaal vervaardigen. Dat is volgens mij een enorme inspanning. Om dat mogelijk te maken, moet het collectiesysteem voor petflessen een stuk performanter worden.
Wat vindt u van de oproep van de drankenproducenten om over te gaan tot het invoeren van een statiegeldsysteem?
Hoe ver staat Fost Plus met de voorbereiding van een eventueel statiegeldsysteem? Zijn er al stappen ondernomen richting 2023 of gaan de verpakkingsdoelstellingen de goede richting uit?
Ziet u mogelijkheden om de afspraken uit het verpakkingsplan te vervroegen, nu de drankenproducenten zelf vragende partij zijn om een statiegeldsysteem in te voeren?
Minister Demir heeft het woord.
Collega’s, ik heb het bericht van de Europese drankenfederaties uiteraard ook gezien. In een standpunt van een Europese federatie staat letterlijk te lezen dat ze een goed werkend statiegeldsysteem voor de Europese lidstaten ondersteunt. Dat helpt om de doelstellingen rond recyclage en recycled content in de SUP-richtlijn (single-use plastic) te halen.
Zoals jullie weten, gaan de doelstellingen in ons verpakkingsplan echter al een stuk verder. Ik kom daar straks nog op terug. Ik heb ook gezien dat er nadien verschillende reacties zijn gekomen uit België, onder meer van de Federatie van de Belgische Voedingsindustrie (Fevia) en de Belgische federatie van handel en diensten Comeos, die stellen dat het standpunt van de Belgische producenten niet werd gewijzigd. Indien de Belgische drankenproducenten zelf zouden willen overgaan tot een statiegeldsysteem zal ik hen in ieder geval niet tegenhouden.
Zoals u weet, werd de leidraad voor ons verpakkingsbeleid vastgelegd in het verpakkingsplan 2.0. Daarin zijn de doelstellingen vervat. Ze hebben daarvoor de tijd tot eind 2023. We hebben dat hier al vaak besproken. Ik heb mij ook geëngageerd om de evaluatie wat naar voren te trekken in de timing. U weet ongetwijfeld ook dat Fost Plus het bestaande inzamelsysteem van de blauwe zak aan het uitbreiden is. Hiervoor worden nieuwe sorteerlijnen en recyclagecentra gebouwd.
Afspraken die daarover zijn gemaakt, zijn ook herbevestigd in het regeerakkoord. We moeten dat dan ook uitvoeren. De doelstellingen zijn duidelijk, het is aan de producenten om ze ook te halen. De consequenties wanneer ze de doelstellingen niet halen, zijn ook heel duidelijk afgesproken in het regeerakkoord.
Voor de volledigheid geef ik ook nog mee dat statiegeld geen oplossing is voor het gehele zwerfvuilprobleem. Sterk aanwezige stromen, zoals peuken, kauwgom en recent de mondmaskers, zullen we hiermee niet aanpakken. Daarom heb ik er alvast voor gekozen om de scope van de SUP-richtlijn in Vlaanderen breder te interpreteren en alle producenten die een significant deel van het zwerfvuil veroorzaken volledig financieel verantwoordelijk te stellen voor het inzamelen, opruimen en sensibiliseren. Ze staan daar natuurlijk niet voor te springen; ik heb daar nog wat werk aan. Dat geldt zeker voor de tabaksector.
Collega Vandenberghe, u vraagt wanneer ik de cijfers over zwerfvuil verwacht. Normaal gezien zullen die beschikbaar zijn tegen eind 2020 en dan kunnen we ze eventueel bespreken in de commissie.
Collega Vandenberghe, u verwijst ook naar het federaal artikel. Ik citeer even uit het federaal regeerakkoord: “In overleg met de deelstaten en de betrokken sector wordt onderzocht of het incorporeren van een statiegeldregeling in de verpakkingsheffing wenselijk is.” Ik denk dat u misschien wat te enthousiast bent. U beschouwt dat daarmee als beslist. Maar het gaat nog altijd over een Vlaamse bevoegdheid. Deze zin kan ook nog alle kanten uit. We moeten dus even afwachten wat men wilt.
In ieder geval wil ik in overleg gaan, ook met de Federale Regering, om te kijken wat ze bedoelen. Maar ik vraag natuurlijk wel dat iedereen zich binnen zijn of haar bevoegdheden houdt. Dat zou het leven veel aangenamer maken. Ik heb alvast aan mijn administratie gevraagd om hierover op ambtelijk niveau snel duidelijkheid te scheppen.
Hoever staat Fost Plus met de voorbereiding van een eventueel statiegeldsysteem? Naar mijn weten heeft Fost Plus geen extra stappen gezet richting statiegeld. Fost Plus is volop bezig met de uitrol van de uitgebreide blauwe zak en een versterking van het ‘out of home’-beleid.
Een statiegeldsysteem zal niet in hun strategie voor de komende jaren zitten, gelet op de gemaakte afspraken. Zoals u aanhaalt, is de finale evaluatie van het doelbereik van het verpakkingsplan 2.0 gepland in 2023. Het is dus nog wat te vroeg om hier al op vooruit te lopen. Het is te hopen dat men goed op schema zit met de doelstellingen rond inzameling en recyclage. Ik krijg alvast geen signalen die dat tegenspreken.
De doelstelling van ons verpakkingsplan gaat veel verder. Het aandachtspunt hierbij is de doelstelling om 90 procent van de verpakkingen in te zamelen en te recycleren. Dit zal voor een deel bepaald worden door de exacte berekeningsmethode die nog moet worden vastgelegd. Zo moet nog concreet worden uitgeklaard of we de doelstelling per materiaalsoort apart bekijken en wat mag worden meegeteld als inzameling en recyclage. Hierover worden momenteel op Europees niveau rekenregels bepaald, die vervolgens ook moeten leiden tot een afspraak over de regels die we in dat kader gaan aannemen.
Ik ga uiteraard niet wachten tot eind 2023 om het verpakkingsplan te evalueren. Ik zeg hier niets nieuws, collega’s, ik heb dat meermaals toegezegd. Op dit ogenblik werkt de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) aan een tussentijdse evaluatie van dat plan. Ik wil niet vooruitlopen op de resultaten. Ik denk dat we allemaal willen dat het zwerfvuil wordt aangepakt. Het middel daartoe is misschien wat verschillend. Ik denk dat er in bijna elke partij voor- en tegenstanders zijn van het statiegeldsysteem.
Het verpakkingsplan 2.0 staat voorop. We gaan bekijken hoe dat evolueert. De evaluatie is naar voren getrokken. Ik geef hier een signaal. Voor het overige verwijs ik naar de evaluatie eind dit jaar.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, hartelijk dank voor uw antwoord. U geeft aan dat u tussentijds zult evalueren, en dat die evaluatie naar voren wordt getrokken. Kunt u aangeven wanneer dat precies zal zijn?
Er staat inderdaad, zoals collega Vandenberghe al zei, een paragraaf in het federale regeerakkoord. Maar ook het Brusselse en Waalse regeerakkoord geven aan van plan te zijn om statiegeld in te voeren. Dat zal wellicht behandeld worden op de interregionale verpakkingscommissie. Wanneer komt die samen? Als alle andere partners statiegeld bepleiten, zult u dan bij uw standpunt blijven en weigeren om in te gaan op het vervroegd invoeren van statiegeld, ondanks het feit dat de andere regio’s dat wel wensen te doen?
De heer Vandenberghe heeft het woord.
Minister, dank u voor uw antwoord. Het blijft in essentie een bevoegdheid van de gewesten. Wat in het federale regeerakkoord staat, is vooral een signaal en voor u een ruggensteun om werk te maken van het statiegeldsysteem. De voorbije jaren stond tijdens de debatten in de commissie vooral Open Vld op de rem, samen met nog een aantal anderen. Maar Open Vld zit nu ook in de federale regering. Dat is een kans, een opportuniteit, om dat duwtje in de rug te gebruiken.
Als uit de cijfers van 2018-2019 blijkt dat we onvoldoende vooruitgang creëren – en ik denk dat dat zo zal zijn –, dan moeten we niet naïef zijn: dan zal dat in 2020, 2021, 2022 en 2023 wellicht ook zo zijn. Nogmaals, ik heb ook in het afvalplan nog geen enkel alternatief gevonden dat in zijn totaliteit meer voordelen of resultaten oplevert dan statiegeld. Ook specialisten bevestigen dat. We moeten elkaar niets wijsmaken. We moeten ons niet altijd wegsteken achter het feit dat we in het regeerakkoord hebben afgesproken dat we tot 2023 zullen wachten. Maar, minister, we weten nu al dat de vooruitgang onvoldoende zal zijn. We zullen dat debat voeren als de cijfers van 2018 worden vrijgegeven. Minister, als de cijfers van 2019 onvoldoende zijn, bent u dan bereid om echt uw verantwoordelijkheid te nemen, om uw nek uit te steken en volop te gaan voor de invoering van het statiegeld? Zult u zich dan niet langer wegstoppen achter het regeerakkoord en zeggen dat u gaat wachten tot 2023 en tussentijds zult evalueren?
Ik denk dat er nu een momentum is, de kans van uw leven om die stap te zetten. Het zou u enorm sieren mocht u dat zelf aandurven, zodat Vlaanderen geen eiland is tussen allemaal landen en regio's die wel al statiegeld hebben ingevoerd. Dat is mijn vraag en mijn warme oproep.
De heer Ceyssens heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, we moeten wel even ernstig blijven. We kunnen de minister niet verwijten dat ze zich verstopt achter het regeerakkoord. Als ze zich op andere terreinen niet aan het regeerakkoord zou houden, dan zou het kot te klein zijn. Het regeerakkoord is duidelijk, dat heb ik in mijn inleiding gezegd.
Minister, ik geef u gelijk als u aangeeft dat de petflessen onderdeel van het probleem zijn. Er zijn ook nog andere dingen, zoals sigarettenpeuken en mondmaskers, hoewel ik samen met iedereen hoop dat die mondmaskers in 2023 echt niet meer in de afvalberg zullen zitten. Petflessen hebben hier toch een groot aandeel in en vormen uiteindelijk een groot volume.
We hebben inderdaad die evaluatie afgesproken. We krijgen vandaag een signaal dat ik toch een beetje onverwacht vond, namelijk van de drankproducenten zelf. Dat moeten we toch goed in het oog houden. Ik ben alleszins blij te horen dat u die evaluatie eventueel naar voren wilt schuiven. Dat zou dan best met de sector worden besproken. Mijn vraag is op dat vlak dezelfde als die van mevrouw Schauvliege: aan welke timing denkt u daarbij?
De heer Pieters heeft het woord.
Ik heb een aantal bijkomende vragen voor de minister. Als de drankenproducenten hier voorstander van zijn omdat ze van gedacht veranderd zijn de laatste vijf jaar, dan kwam bij mij direct de vraag op: waarom? Zijn er andere maatregelen die hen daartoe gedreven hebben, bijvoorbeeld dat dit voor hen de goedkoopste oplossing is? Of het daarom de beste oplossing is, is nog maar de vraag.
Drankenproducenten kunnen daar dan wel in toestemmen, en er zullen misschien hier en daar producenten zijn die volledig recycleerbare verpakkingen hebben, maar in veel gevallen moet de handel het organiseren. Dat vergt een hele investering. Dan is de vraag of het die investering voor een bepaalde termijn waard is. Er kan misschien nog een betere oplossing zijn waarbij de drankenproducenten misschien iets meer inspanningen doen. Dat is wellicht een interessante vraag voor de minister.
Wat betreft het zwerfvuil volg ik de minister. Flessen zijn een onderdeel van dat zwerfvuil. Mevrouw Schauvliege geeft een buitenlandse studie aan, maar ik denk dat Vlamingen op dat vlak misschien toch anders zijn als ik zie wat er aan de op- en afritten van de autostrades en langs de grote wegen ligt. Hetzelfde geldt volgens mij voor de schoolgaande jeugd. Ik moet bijna elke dag lege drankverpakkingen van mijn oprit halen omdat ze die gewoon weggooien. Zij gaan voor die paar cent niet in het systeem meegaan. Ik zie ook andere mensen die niet mee zijn in hoe het hoort te zijn. In welke mate gaat sensibilisering dan ook mee zijn?
Mevrouw Perdaens heeft het woord.
Ik ben heel blij dat ik van de collega’s hoor ‘als de cijfers dit of dat uitwijzen’. Daaruit kunnen we vaststellen dat we effectief gaan wachten tot die cijfers er zijn. Beslissingen gaan nemen voor we de resultaten hebben, lijkt me een beetje te gek.
In die studie werd aangehaald dat er nood is aan een performant collectiesysteem. Ik denk dat we het daar allemaal absoluut over eens zijn. Dat was een internationale studie. Als we bijvoorbeeld alleen nog maar naar Nederland gaan kijken: daar is het echt schrijnend. Ze doen daar amper aan bronsortering. Ze hebben het in Utrecht geprobeerd en meteen weer afgevoerd want men vond dat men dat de mensen niet kon laten doen. Er is geen vertrouwen in de mogelijkheid van mensen om te sorteren. We staan in Vlaanderen en in België mijlenver voor. Om daar dan een vergelijking tussen te maken, ligt heel lastig. Bovendien zie je dat de drankenproducenten in het buitenland groot voorstander van statiegeld zijn, maar bij ons niet. Dat komt omdat we hier effectief inzetten op sortering.
Ik ben het er wel mee eens dat we moeten afstappen van het dogmatische. We moeten nagaan wat het beste zou zijn, maar we moeten daarvoor wachten op de cijfers. Nu, we wachten niet gewoon op de cijfers, want vanaf januari is er de P+MD. OVAM zet ook verder in op de gescheiden ophaling. Ik begrijp van collega Vandenberghe dat het heel belangrijk is, en ik deel die mening. Ik ben er niet van overtuigd dat statiegeld het antwoord zal zijn, maar ik laat me het wel graag toelichten.
Ik denk dat we voorlopig moeten zien wat de cijfers zeggen, wat de samenstelling van het zwerfvuil is. Zoals de collega's ook al aangaven, zal het niet de oplossing zijn voor al het zwerfvuil en zal het ook het gedrag van alle mensen niet bijstellen omdat die paar centen niet voor iedereen het verschil gaan maken. Om daar dan de grote heilige graal in te zien, durf ik te betwijfelen.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Ik wil me graag even aansluiten bij deze vraag. Collega's, zwerfvuil heeft vele kanten. Sensibilisering is een basis voor deze uitdaging, dat is zeer duidelijk. We moeten daarop blijven inzetten.
Zwerfvuil bestaat uit diverse fracties. Minister, ik ben het met u eens dat we op alle fracties moeten inzetten. Het is ook wel duidelijk dat pet de grootste fractie is, ook in omvang. Als er vervuiling is in het straatbeeld, weten we dat het ook meer vuil aantrekt. We hebben er dus alle belang bij dat we inzetten op de diverse fracties en onder meer ook op de pet.
Minister, we hebben in het verleden hierover al debatten gevoerd en afspraken gemaakt om in overleg te gaan met de sector om na te gaan wat ze zelf kunnen doen, of ze de resultaten kunnen bereiken en of men moet overschakelen naar een inzamelsysteem met statiegeld.
Net als collega Schauvliege ben ik benieuwd naar de timing. Wanneer kan er een tussentijdse evaluatie komen?
Ik ben ook, zoals de collega's, verrast door de berichtgeving vanuit de sector zelf. Ik vraag me af of het ook niet een moment is om met de sector zelf rond te tafel te gaan zitten om minstens te horen hoe men er in Vlaanderen naar kijkt. U zegt dat u niet weet of Fost Plus aan bijsturingen denkt of aan een statiegeldsysteem werkt – ik kan me dat indenken –, maar als je zo'n berichten leest, denk ik dat het u toch ook moet triggeren om eens samen aan de tafel te gaan zitten, ook al zijn de cijfers er nog niet, om te zien wat dat voor Vlaanderen betekent en hoe we de verdere weg gaan afleggen.
Minister, hebt u samengezeten of zult u samenzitten om deze boodschap te bespreken?
Collega's, ik ga namens mijn fractie nog even een korte tussenkomst houden.
Minister, het klopt volledig dat zwerfvuil alle partijen irriteert – dat is duidelijk merkbaar in deze commissie. Wat belangrijk is, is dat we de recyclagegraad aanhouden en verbeteren en dat we de doelstellingen, die toch wel heel ambitieus zijn, halen. Bijvoorbeeld, 90 procent van de drankverpakkingen moeten tegen 2022 worden ingezameld en gerecycleerd. We moeten niet alleen naar de zwerfvuilproblematiek, maar naar de totale problematiek kijken.
De evaluatie was inderdaad voorzien voor 2023. Ik sta achter uw idee – en u hebt dat in het verleden ook al gezegd – om die tussentijdse evaluatie te vervroegen. Ik meende daarnet begrepen te hebben dat het al eind dit jaar zou zijn. Ik denk dat het een goede zaak is om die cijfers grondig te evalueren.
De P+MD-zak wordt in het voorjaar overal ingevoerd. Ik sprak daarnet over de recyclagedoelstelling van 90 procent voor drankverpakkingen, en ik denk dat die uitbreiding hierbij een grote rol kan spelen.
Minister, ik ben al heel lang vragende partij om de kauwgomsector en de tabaksindustrie te mobiliseren inzake de zwerfvuilproblematiek. Ik was net heel tevreden om u te horen zeggen dat ze aan het bewegen zijn, meer nog, dat u duidelijk hebt gezegd dat u volledige financiële verantwoordelijkheid van deze sectoren wilt. Zo heb ik dat toch begrepen. Ik denk dat dat een heel goede zaak is en ik kijk ernaar uit hoe u dit verder gaat uitrollen.
Last but nog least: goed overleg met de federale collega's is belangrijk. Er is een evolutie geweest en ik denk dat het overleg grondig moet worden gevoerd. Ik kijk uit naar de berichtgeving wat dat betreft.
Minister Demir heeft het woord.
Collega's, ik denk dat we allemaal hetzelfde willen. Ik wil nog eens benadrukken, collega's, als u denkt dat ik mijn telefoon die dag niet heb opgenomen, dan hebt u het volledig mis. Voor alle duidelijkheid: ik heb dat dus wel gedaan. Je zou geen goede minister zijn als je het momentum niet zou gebruiken. Ik heb het onmiddellijk gedaan. Ik heb gezegd: "Ik noteer dat hier en ik ga ervan uit dat de Belgische drankenproducenten dit ook effectief zullen doen." Uit de reacties is echter gebleken dat het standpunt van de Belgische producenten niet gewijzigd is.
De cijfers van het zwerfvuil van 2019 krijgen we eind dit jaar. De evaluatie van het verpakkingsplan is voorzien eind 2023, maar ik ga ze naar voren trekken. De timing is volgend jaar, in 2021. Ik hoop dan op basis van die cijfers – ik weet niet wat ze gaan geven, sommige collega's hebben misschien een glazen bol – opnieuw met de producenten aan tafel te gaan zitten. Dan is er misschien ook een momentum om na te gaan hoever we staan.
In gidsland Noorwegen zien we dat verpakkingen ‘on the go’ – blikjes, energiedrank en kleine petflesjes – de laagste inzamelpercentages halen. Hoge inzamelcijfers halen ze met verpakkingen die bij ons in de pmd-zak zitten.
Er is het verpakkingsplan 2.0. Men is aan het investeren en eenzelfde inzamelsysteem voor de blauwe zak aan het uitbreiden. Er komen ook nieuwe sorteerlijnen en er worden recyclagecentra gebouwd. Het zou niet verstandig zijn om nu te zeggen dat we naar een ander systeem gaan, vooraleer we de eerste cijfers hebben. Ik heb de evaluatie al naar voren geschoven; ik denk dat dat ook een moment is om na te gaan in welke evolutie we zitten.
Daarmee hebben we natuurlijk niet alles opgelost. Kauwgom en sigarettenpeuken zijn verschrikkelijk. Het is iets wat ik niet begrijp. Het is ongemanierd dat men dat op de grond gooit. Ook met die sector, zowel de tabakssector als de kauwgomsector, ben ik in overleg, ook over hun bijdrage bij de opruim. Ze betalen veel te weinig. Het is schandalig dat ze de afgelopen jaren zo weinig hebben betaald terwijl de kost vanuit Vlaanderen, maar ook vanuit de lokale besturen, veel groter is. Ik ben nog niet klaar met die jongens. De gesprekken lopen verder.
Wat ook het middel zal zijn om het zwerfvuil aan te pakken, we moeten de kosten voor de kauwgom en de sigarettenpeuken helemaal verhalen op de sector zelf. Daarnaast is het ook een kwestie van opvoeding. Ik vind eigenlijk dat zowel lokale besturen als Vlaanderen veel investeren in campagnes, maar men leert het niet. Dat baart me zorgen: de nonchalance waarmee men die zaken op de grond gooit.
Maar ik denk dat we met zijn allen dat zwerfvuil wel willen aanpakken. Ik heb natuurlijk de afspraken die zijn vastgelegd in het verpakkingsplan en waarvoor men volop aan het investeren is.
Uiteraard zal ik in overleg gaan over het artikel in het federale regeerakkoord in verband met die mogelijke opportuniteit van die verpakkingsheffing, want dat is me nog niet duidelijk. Daarom heb ik al aan de administratie gevraagd om op ambtelijk niveau duidelijkheid te krijgen en ik zal zelf ook in overleg gaan. Want elke opportuniteit die we krijgen, moeten we nemen.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Het is uiteraard zo dat zwerfvuil ons na aan het hart ligt en dat het zwerfvuil niet alleen bestaat uit petflessen. We zijn het erover eens dat ze op dit moment de grootste fractie zijn en dat we al een hele stap vooruit zijn als we die kunnen aanpakken. Het is goed dat u ook op sigarettenpeuken en kauwgum inzet en op de andere fracties. Dat steunen we helemaal.
We zijn tevreden dat u de zwerfvuilcijfers zult gebruiken om in overleg te gaan met de sector. Dat is alvast een goede zaak. We zijn hoopvol. U gaat ook tussentijds evalueren. We hopen dat u niet gaat evalueren zonder daar acties aan te koppelen. Als zowel vanuit de sector als vanuit de andere regio’s die vraag om statiegeld komt, hopen we dat u toch de moed zult hebben en het geweer van schouder zult veranderen, als blijkt dat het echt nodig is. Gezien de cijfers van de vorige jaren en de ervaringen die we nu hebben, denken we dat het absoluut niet beter zal zijn. Laten we hopen dat het wel zo is. We dringen er toch op aan dat u het statiegeld niet weggooit en wegzet als een onhaalbare kaart – dat bewijzen de ons omliggende landen niet –, dat u dat ernstig meeneemt in de besprekingen met de sector na de evaluatie en nadat de cijfers over het zwerfvuil bekend zijn.
De heer Vandenberghe heeft het woord.
Ik wil eerst een rechtzetting tegenover collega Ceyssens. Ik verwijt de minister niets hoor, integendeel. Ik weet dat ze perfect onze partner kan zijn en we gaan haar steunen om stappen vooruit te zetten. Ik ben heel tevreden over het enthousiasme van de vandaag bevoegde minister, die inderdaad haar nek uitsteekt en zich er wil achter zetten. Ik bedoel dat heel erg positief. De sp.a-fractie gaat daaraan meewerken en dat kritisch blijven bekijken. Dat blijft een stokpaardje bij ons en ik weet ... (onverstaanbaar) ...
Het doet me ook heel veel deugd dat de mensen over de andere partijgrenzen heen heel erg bezorgd zijn over dat thema. Ik denk dat we daarin geen politieke spelletjes moeten spelen. Dat is ook zeker niet mijn bedoeling. Ik denk dat we allemaal hetzelfde doel willen bereiken: minder afval, minder kosten, noem maar op, en ook een vorm van opvoeding. Daar kan ik de minister ook gelijk in geven, dat het ook een stuk afhankelijk is van de opvoeding van de mensen. Maar het is een en-enverhaal en ik denk dat we dat in deze commissie over alle partijgrenzen heen van dichtbij verder kunnen opvolgen en ons zeker niet uit elkaar mogen laten spelen, want dat heeft geen enkele zin, integendeel, en dan moeten we kijken welke beslissingen op korte, middellange of lange termijn genomen kunnen worden. Ik besef ook wel dat de minister zich moet houden aan het regeerakkoord, maar als we allemaal samen met alternatieven kunnen komen om het toch sneller te doen, denk ik dat dat alleen maar een vooruitgang voor de bevolking is.
De heer Ceyssens heeft het woord.
Met die conclusie ben ik het helemaal eens, collega Vandenberghe. Ik ben tevreden vanwege twee zaken, minister. Ik ben in het parlement samen met de andere collega’s altijd een vurig pleitbezorger van statiegeld geweest. Ik hoor u zeggen dat u de evaluatie naar voren schuift. Daar ben ik blij om.
U hebt zich terecht boos gemaakt over sigarettenpeuken en kauwgum, maar ik heb u die koppeling niet horen maken in verband met statiegeld. Dat vind ik jammer. Dat het probleem daarmee niet opgelost is, werd in het verleden al eens aangehaald om te zeggen: we moeten het statiegeld niet invoeren, want er is ook nog het probleem van de tabak en van de kauwgum. Ik heb u die koppeling niet horen maken. Ik vind dat we dat evenzeer moeten aanpakken, maar dat mag ons niet tegenhouden om het statiegeld vroeger in te voeren, als die kans er is. Dus ik ben tevreden met uw antwoord.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.