Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw De Rudder heeft het woord.
Begin oktober lazen we in de krant dat tegen volgend jaar Sport Vlaanderen het domein Putbos in Oordegem wil afstoten. De gemeente Lede krijgt nu de vraag of zij het domein wil overkopen. Dit zou het resultaat zijn van een studie over de toekomst van de veertien sportdomeinen die Sport Vlaanderen heeft.
Volgens wat we kunnen lezen, zou het domein Putbos een te beperkt bovenlokaal belang hebben en zouden de financiële inspanningen om de site binnen een verantwoorde termijn naar een center of excellence te laten evolueren te veel investeringen vragen. Sport Vlaanderen wil dan ook graag dat het domein al in 2021 wordt overgenomen.
Wat is uw standpunt over deze communicatie?
Is het onderzoek naar de toekomst van die veertien sportdomeinen al afgerond? Zo ja, wat is het resultaat van het onderzoek? Is er al een volledige en grondige evaluatie gemaakt? Zo neen, waarom wordt er over dit domein dan al een voorafname gedaan?
Wanneer wordt het rapport over de centra van Sport Vlaanderen gepubliceerd?
Minister Weyts heeft het woord.
Onze ambitie voor de centra van Sport Vlaanderen staat in het Vlaamse regeerakkoord: “We trachten van onze Sport Vlaanderen centra maximaal excellentiecentra te maken die een voorbeeld en inspiratie zijn op vlak van infrastructuur, exploitatie, duurzaamheid en innovatie.” U weet dat er in een regeerprogramma altijd hoge ambities worden geformuleerd.
De basis hiervoor werd gelegd in het Globaal Sportinfrastructuurplan Vlaanderen (GSV), dat in 2016 werd goedgekeurd door de Vlaamse Regering. Dit plan bestaat uit zes krachtlijnen waarvan een de visienota van de centra is. In 2017 werd een audit uitgevoerd door Sport Vlaanderen om van een ‘as is’ naar een ‘to be’ te gaan in overleg met alle stakeholders, waaronder ook de lokale besturen en de sportfederaties. Hierin werd hun behoefte en hun engagement, bijvoorbeeld op het vlak van cofinanciering, bevraagd. In welke mate is men zelf bereid om daar financieel in te participeren? Waar wil men zelf in meestappen en waarvoor neemt men zelf de verantwoordelijkheid?
Met de visienota 2020 keurde de Vlaamse Regering een visie goed voor de evaluatie en ontwikkeling van de centra van Sport Vlaanderen. De visienota legt de vier prioritaire bovenlokale functies vast.
Je hebt de topsporttrainingsinfrastructuur, infrastructuur voor breedtesport met overnachtingsfaciliteiten, opleidingsinfrastructuur en bijzondere bovenlokale sportinfrastructuur eerder gericht op niches. Daarnaast is voorzien in een doelstellingenkader voor ‘centers of excellence’.
Op basis van kritische prestatie-indicatoren (KPI’s) evalueerde Sport Vlaanderen de invulling van de vier prioritaire functies en dit voor elk van de veertien centra. Men heeft een soort nulmeting gedaan. Naast de screening van de bovenlokale invulling, bracht Sport Vlaanderen exploitatiekosten en de noodzakelijke investeringen in kaart om het patrimonium in stand te houden voor de volgende vijftien jaar.
De evaluatie ging gepaard met het uittekenen van een ontwikkelingsperspectief per centrum. Voor elk centrum heeft men een keuze gemaakt om in te spelen op één of meerdere van die vier prioritaire functies. Daarnaast zijn een honderdtal concrete investeringsvoorstellen opgelijst om deze bovenlokale invulling waar te maken. De sportfederaties en de gastgemeenten waar de centra gehuisvest zijn, werden actief betrokken bij de opmaak van dit ontwikkelingsperspectief. Dat is echt in samenspraak gebeurd. De verschillende voorstellen worden nader onderzocht naar haalbaarheid, naar partners en dergelijke.
Het evaluatierapport van de centra is niet gepubliceerd, omdat er gevoelige bedrijfsinformatie in staat. Dit intern document dient als inhoudelijke onderbouw om verder onderzoek naar efficiëntiewinsten door Sport Vlaanderen te faciliteren.
Uit de evaluatie van Sport Vlaanderen Oordegem, bleek ondanks de aanwezigheid van een goede atletiekaccommodatie, het centrum een beperkte bovenlokale invulling heeft, met lage scores op de prioritaire functies. Uit de conditiescoremeting bleek bovendien dat de accommodatie sterk verouderd is en dat er over een periode van vijftien jaar jaarlijks bijna 1 miljoen euro geïnvesteerd zou moeten worden. Daarnaast kent Sport Vlaanderen Oordegem momenteel een exploitatiedeficit van ongeveer 680.000 euro per jaar. We moeten daar dus iets doen.
We bekijken momenteel de ontwikkelingsmogelijkheden. Het overleg is gestart. Er is slechts beperkte interesse van bovenlokale stakeholders, onder andere de judo-, rugby- en bobsleefederatie. Bovendien toonde geen enkele bovenlokale partner bereidheid naar cofinanciering. Het bovenlokale karakter ontbreekt. Een bovenlokale invulling van het centrum wordt dus zeer moeilijk. We zijn dan ook in gesprek met de gemeente Lede om te zien wat we zouden kunnen betekenen. Ik erken zeker het belang van het centrum voor de lokale sportgemeenschap, de lokale sporter en de clubs. Maar dat is iets anders dan onze prioritaire doelstellingen en onze visie die we hadden vooropgesteld.
Dit is een particuliere vraag in een particulier dossier, maar we zijn dus in dialoog. We proberen altijd een oplossing te vinden. Ik heb u de cijfers gegeven die aantonen dat er iets moet gebeuren en daar zetten we ons voor in.
Mevrouw De Rudder heeft het woord.
Onze fractie staat zeker achter het principe van het globaal sportinfrastructuurplan en natuurlijk achter de criteria in het decreet Sportinfrastructuur, laat daar geen twijfel over zijn.
Het is goed dat die analyse gebeurd is. Soms moeten we alles in vraag durven stellen. Het onderzoek was een goede zaak. Het is natuurlijk altijd jammer als zo’n mooie site moet verdwijnen. Dat geeft toch een meerwaarde voor het lokaal niveau. De gebruikers zouden het wel missen.
Het is goed dat er met het lokale niveau in gesprek gegaan wordt. Ik hoop dat er een mooie oplossing komt voor de site. We moeten toch echt wel de sport promoten, dat weet u. Inderdaad, zo’n mooie site geeft daar een meerwaarde aan.
Minister Weyts heeft het woord.
Het is inderdaad confronterend als men vertrekt vanuit een visie en die vragen stelt. Wat zijn de noodzakelijke investeringen? Hoe zit het met de exploitatiekosten? It's a rude awakening, zo'n ontnuchterende vaststelling schudt een mens wel wakker. We moeten de waarheid natuurlijk naar boven halen en bekijken wat de toekomst kan zijn van zo’n sportcentrum, hoe we dat een solide toekomst kunnen geven. Daarvoor is een goede samenwerking met de gemeente wel essentieel. De besprekingen lopen. Ik hoop dat die tot een goed einde kunnen worden gebracht.
Mevrouw De Rudder heeft het woord.
Minister, ik steun u zeker in uw aanpak en in uw overleg met het lokale bestuur. Dat is de belangrijkste stap om beiden tot een goed einde te komen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.