Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Van de Wauwer heeft het woord.
Minister-president, op vrijdag 9 oktober kondigde u aan dat er een nieuwe premie voor de cultuursector komt van 2.000 tot 20.000 euro. Het budget komt uit het Vlaamse noodfonds om de gevolgen van de coronacrisis te bestrijden. Deze nieuwe culturele activiteitenpremie kan worden aangevraagd door rechtspersonen of eenmanszaken in de cultuursector. Een voorwaarde is dat er bij het project minstens twee professionele cultuurwerkers betrokken zijn. De activiteiten moeten ook coronaproof worden georganiseerd. De premie kan worden gebruikt voor de organisatie of uitvoering van een culturele activiteit, of voor de terbeschikkingstelling van infrastructuur voor een culturele activiteit. Ze kan worden aangevraagd in schijven van 2.000 euro, met een maximum van 20.000 euro. De premie is er vanaf de tweede helft van oktober 2020, tot en met 31 mei 2021, of tot de middelen van het noodfonds uitgeput zijn. De nieuwe cultuurpremie wordt toegekend volgens het principe ‘first come, first served’. Ik geef een citaat van u uit een Belga-bericht: “De culturele sector heeft de voorbije maanden bewezen dat ze in staat is om op een veilige manier activiteiten te organiseren. Er is dus geen enkele reden om niet aan cultuurbeleving te doen.”
Bij de lancering van het coronanoodfonds in het voorjaar ging u ervan uit dat de voorziene 265 miljoen euro niet zouden volstaan om de noden te lenigen in de cultuur-, jeugd-, sport- en mediasector. Het noodfonds voorzag in bijna 65 miljoen euro steun voor de cultuursector. Hoewel u vreesde dat het misschien niet voldoende zou zijn, was dat toch een zeer aanzienlijk bedrag binnen het noodfonds. Ik wil u bedanken voor de inspanning die u hebt geleverd om middelen voor de cultuursector te zoeken.
Dat geld kon gaan naar: een bijkomende subsidie voor organisaties die meerjarige subsidies ontvangen, een premie voor kwetsbare kernspelers uit de cultuursector en een forfaitair bedrag voor een aantal koepelorganisaties met bijzondere opdracht.
Nu hebt u een nieuwe corona-activiteitenpremie georganiseerd. Kunt u in detail toelichten hoeveel van de 65 miljoen euro van het noodfonds voor de cultuursector nog niet werden toegekend en bijgevolg nu voorzien zijn voor deze corona-cultuuractiviteitenpremie?
De cultuursector kon bovengenoemde steun van het cultuurnoodfonds aanvragen tot en met einde augustus. Hoeveel aanvragen werden ingediend en hoeveel aanvragen werden inmiddels goedgekeurd en uitbetaald?
We horen in de cultuursector een aantal klachten over deze regeling. Er zou een te beperkte referteperiode zijn – de verliezen beginnen pas op te lopen vanaf juli. Het was ingewikkeld om het dossier in te dienen via KIOSK. Het was moeilijk om precaire kernspelers mee op te nemen in het dossier, enzovoort. Waarom werd deze procedure niet geëvalueerd en bijgestuurd? Hebt u zelf een evaluatie gedaan en wat waren uw conclusies? Waarom kiest u nu voor het uitdelen van ‘helikoptergeld’ in plaats van gericht een bijgestuurde tweede ronde te doen op basis van de bevindingen uit de eerste ronde?
Mijn vierde vraag is of over deze nieuwe corona-activiteitenpremie het advies van de Strategische Adviesraad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media (SARC) is gevraagd. Zo ja, welke opmerkingen heeft de SARC overgemaakt? Op welke wijze is hier rekening mee gehouden?
Mijn vijfde vraag is welk advies de Raad van State heeft uitgebracht.
Mijn zesde vraag betreft het feit dat de corona-activiteitenpremie vanaf de tweede helft van oktober 2020 kan worden aangevraagd. Dat is kort dag. Ondertussen zitten we al in de tweede helft van oktober 2020. Met welk systeem kan de premie worden aangevraagd? Hoe zal de sector over deze nieuwe premie worden geïnformeerd? Het is belangrijk dat de potentieel geïnteresseerden duidelijke en correcte informatie krijgen, want er wordt gewerkt met het principe ‘first come, first served’?
Mijn zevende vraag is of het wel zinvol is de cultuursector nu aan te sporen om activiteiten te organiseren. Gelet op de stijging van de coronacijfers, is er de dreiging van bijkomende beperkende maatregelen. Ik heb begrepen dat de premie nu on hold staat. Morgen is er opnieuw een zeer belangrijke vergadering van het Overlegcomité. Ik ben benieuwd wat daar zal uitkomen, maar ik vind het toch interessant nu uw mening te horen over die aansporingen om activiteiten te organiseren.
Mijn achtste vraag betreft de voorwaarden om in aanmerking te komen. Er moeten twee professionele cultuurwerkers bij betrokken zijn. Kunt u concreter toelichten wat dat betekent? Betekent dit dat de lokale sociaal-culturele verenigingen en de amateurkunstenorganisaties uit de boot vallen? Zo ja, waarom is de keuze gemaakt om specifiek op de professionele spelers en minder op de lokale verenigingen en de amateurkunstensector in te spelen? Voorziet u voor die groep in bijkomende ondersteuning? De middelen die vanuit het Vlaams coronanoodfonds onder de lokale besturen zijn verdeeld, blijken onvoldoende te zijn om het voortbestaan van ons rijke lokale verenigingsleven te garanderen.
Mijn negende vraag is of er nog andere voorwaarden zijn om voor deze premie in aanmerking te komen. Zo ja, om welke voorwaarden gaat het dan?
Een dergelijk breed premiesysteem lijkt me vaak ook erg fraudegevoelig. Mijn laatste vraag is dan ook hoe u zult controleren of het geld terechtkomt waar het nodig is.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Mijnheer Van de Wauwer, u hebt veel vragen gesteld, maar volgens mij zijn het allemaal terechte vragen. Ik zal proberen ze zo uitgebreid en zo volledig mogelijk te beantwoorden.
Eerst en vooral is het bedrag van 65 miljoen euro in het Vlaams coronanoodfonds natuurlijk niet het enige bedrag dat de Vlaamse Regering voor cultuur heeft uitgetrokken. De Vlaamse Regering heeft de lokale besturen ook ruim 87 miljoen euro bezorgd. Dat geld is niet voor cultuur geoormerkt, maar er is gesteld dat het cultuur, sport en jeugd moet afdekken. Een substantieel gedeelte is zeker en vast naar lokale culturele organisaties doorgestroomd. In het noodfonds is nog een substantieel bedrag over. Voor de corona-activiteitenpremie voorzien we in een bedrag van minimaal 30 miljoen euro uit dat noodfonds. Het gaat om zaken die we in de eerste golf niet hebben kunnen toewijzen. We zetten 30 miljoen euro van dat geld in voor de corona-activiteitenpremie. Dat geld komt, voor alle duidelijkheid, niet bovenop wat in het noodfonds zit. Het gaat om de aanwending van een gedeelte van het noodfonds.
We lanceren de corona-activiteitenpremie om de cultuursector een boost te geven en om mensen opnieuw van het Vlaams cultureel leven te laten proeven. Het is de bedoeling dat het een laagdrempelige premie wordt die gesubsidieerde en niet-gesubsidieerde lokale, regionale en nationale culturele organisaties op het vlak van kunst, erfgoed, sociaal-cultureel werk en amateurkunsten om publieke culturele activiteiten te organiseren en uit te voeren of om hiervoor infrastructuur ter beschikking te stellen. De premie zal een forfaitaire subsidie zijn die, afhankelijk van de kosten van de culturele activiteit, 2000 euro of een veelvoud van 2000 euro kan bedragen. Het maximum is 20.000 euro.
De communicatie en de praktische uitrol volgen snel. Gezien de verslechterde epidemiologische situatie heb ik dit even on hold gezet. In de loop van de komende weken zal de situatie hopelijk verbeteren en zal hierover uitgebreid worden gecommuniceerd.
De volgende vraag is hoe het reeds bestede geld van het noodfonds is aangewend. Ik zal dat kort opsommen. Voor de gesubsidieerde organisaties zijn 138 aanvragen ingediend. Uiteindelijk is 12,4 miljoen euro uitgekeerd aan 118 organisaties die aan de voorwaarden voldeden. De betalingen zijn voor de volgende dagen gepland.
Voor de cultuurcoronapremie waren er 2311 aanvragen. Daarvan is uiteindelijk 3,15 miljoen euro uitgekeerd aan 2090 personen die aan de voorwaarden voldeden. De forfaitaire bedragen voor de koepelorganisaties VAF/Filmfonds en Literatuur Vlaanderen, respectievelijk 5 miljoen euro en 1,3 miljoen euro, zijn ook uitbetaald aan die organisaties en de verdere verdeling gebeurt via het fonds. Ten slotte zijn ook de middelen voor de werking van Hefboom goedgekeurd en is die betaling lopende, en zijn de middelen voor Cultuurloket uitbetaald.
Klachten over de regeling? Dat is waar, die zijn tot bij mij gekomen. De eerste ronde zal, zoals dat bij elk decreet het geval is, zeker en vast geëvalueerd worden door mij en mijn administratie.
Op basis van de eerste bevindingen kan ik grosso modo al wel twee belangrijke aspecten meegeven. Ten eerste: wanneer Vlaanderen in lockdown is gegaan, heeft de Vlaamse Regering beslist om de subsidies te laten doorlopen; dat was het eerste nooddecreet. De structureel gesubsidieerde organisaties bleven hun subsidie ontvangen terwijl ze geen activiteiten konden organiseren. Tegelijkertijd konden ze ook gebruik maken van de federale maatregelen, zoals de tijdelijke werkloosheid voor hun personeelsleden. De combinatie van die maatregelen, zowel op Vlaams als op federaal niveau, zorgden ervoor dat een deel van de structureel gesubsidieerde organisaties de eerste golf relatief ongeschonden doorkwamen. Anderzijds hadden we ook als expliciete voorwaarde om aanspraak te kunnen maken op het noodfonds opgenomen dat de organisaties ook de kwetsbare derden dienden te ondersteunen. We hebben echter moeten vaststellen dat het opgezette trickle-downsysteem richting de kwetsbare derden maar in beperkte mate opgevolgd is. Dat is dus ook de reden waarom niet het volledige bedrag van dat noodfonds toegekend is kunnen worden.
Ten tweede was het grootste deel van het noodfonds voorzien voor die kwetsbare derden via de cultuurcoronapremie. De cultuurcoronapremie was een forfaitaire subsidie van 1500 euro voor de kwetsbare kernspelers in het Vlaamse culturele ecosysteem die niet konden genieten van de verschillende federale en/of regionale compensatiemaatregelen zoals de hinderpremie, de compensatiepremie, enzovoort, maar toch schade hadden geleden door de coronacrisis. Met andere woorden: voor die kunstenaars en kunstwerkers die tussen alle mazen van het net dreigden te vallen. Na het lanceren van onze cultuurcoronapremie heeft de Federale Regering ook de uitbreiding van het kunstenaarsstatuut goedgekeurd, waardoor deze premie voor heel wat kunstenaars niet meer van toepassing was.
Om de cultuursector opnieuw een boost te geven en mensen weer te laten proeven van het Vlaamse culturele leven, lanceren we de activiteitenpremie, uiteraard steeds rekening houdend met de epidemiologische situatie. De logica van deze premie is anders dan het oorspronkelijke noodfonds: op een veilige manier aan cultuur doen en beleven. Dat is iets anders dan de cultuursector volledig te sluiten en louter de geleden schade te vergoeden. Ik vind het activeren van de cultuursector nuttiger en zinvoller. Het is evident dat als je die sector gaat activeren, de cultuurwerkers weer gaan presteren en weer van die premie gebruik kunnen maken.
De SARC heeft haar advies over de culturele activiteitenpremie uitgebracht op 29 september 2020. De repliek op het advies van de SARC kan worden gelezen in de nota aan de Vlaamse Regering van 9 oktober 2020 over de culturele activiteitenpremie. Ik zal de volledige repliek niet overnemen, maar verwijs graag naar die nota.
Er werd geen advies gevraagd aan de Raad van State wegens de hoogdringendheid van de maatregel, met toepassing van artikel 3, §1, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.
Dan uw vraag over communicatie naar de sector. De premie zal aangevraagd kunnen worden via een gelijkaardige applicatie zoals die van de cultuurcoronapremie. De organisaties zullen kunnen inloggen met hun eID om dan erna het formulier in te vullen. Bij de ontwikkeling van de applicatie wordt rekening gehouden met de gebruiksvriendelijkheid voor de aanvrager. Er komt ook een handleiding die bijkomende uitleg geeft over de aanvraagprocedure en de applicatie.
Na de goedkeuring van de Vlaamse Regering werd de komst van de nieuwe premie aangekondigd via deze kanalen: mailing naar de steunpunten, de belangenbehartigers, de fondsen, publiq, sociale bureaus voor kunstenaars (SBK’s), het Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO), Informatie Vlaanderen en het Crisiscentrum van de Vlaamse overheid (CCVO), een nieuwsbericht op onze website en sociale media, gerichte nieuwsberichten naar onze steunpunten en belangenbehartigers en een persbericht. Op onze website kunnen geïnteresseerden hun e-mailadres achterlaten. Bij de lancering van de aanvraagapplicatie worden ze als eerste op de hoogte gebracht. Het bericht wordt ook opgenomen in de eerstvolgende nieuwsbrieven.
Als de omstandigheden gunstiger zijn, lanceren we een brede communicatiecampagne. We hebben hiervoor digitale advertenties gereserveerd bij verschillende mediabedrijven en plannen ook advertenties op Facebook. Bovenstaande actoren worden uiteraard ook ingelicht als de campagne gelanceerd is, zodat zij die verder kunnen verspreiden via hun kanalen. Daarnaast zullen we dan opnieuw een persbericht uitsturen.
U stelt een vraag naar de zinvolheid. Deze culturele activiteitenpremie werd opgemaakt omdat het ook noodzakelijk en wenselijk is voor de sector om bezig te zijn, om actief te zijn. Niet alleen vanuit maatschappelijk oogpunt, maar ook vanuit economisch oogpunt. Deze premie zou voor een zogenaamde kickstart van de sector kunnen zorgen, die de hele sector weer doet aanslaan. Het is natuurlijk zo dat als de omstandigheden dusdanig zijn dat we in Vlaanderen op de rand van lockdown staan, we ook moeten letten dat dergelijke activiteitenpremie effect kan hebben. Het is om die reden dat we het precieze moment van lancering nog aan het bekijken zijn, dat we bekijken welke omstandigheden gunstig genoeg zijn om deze activiteitenpremie te lanceren. We beseffen dat het een afweging is van moeilijke omstandigheden maar anderzijds, als we te lang wachten, dan komt die kickstart in gevaar.
Mijn persoonlijke overtuiging is dat wij de sector vandaag vervat hebben in protocollen om de veiligheid te garanderen en dat wij die moeten voortzetten. Ik heb gisteren nog overleg gehad met de Franstalige Gemeenschap en de Duitse Gemeenschap, en we zijn tot een gemeenschappelijke visie gekomen op die protocollen. Morgen wordt dat besproken op het Overlegcomité. Ik hoop dat wij die gemeenschappelijke visie op de protocollen kunnen standhouden. Dan kan de cultuursector onmiddellijk weer doorstarten in het kader van die protocollen. Tot het Overlegcomité van morgen hebben wij de regeling met de protocollen on hold gezet. Als de visie op de protocollen niet zou aanvaard worden, dan hoeven wij ze dan niet weer in te trekken. Ik ga morgen in elk geval voor het behoud van de protocollen, na een kleine bijsturing gezien de code rood waarin wij nu verkeren. In principe kunnen culturele activiteiten dan doorgaan, met mondmasker, met crowd control en alle maatregelen die wij intussen goed kennen. Als die visie morgen bevestigd wordt in het Overlegcomité, dan lanceren wij ze onmiddellijk.
Dan is er uw vraag over de twee professionele cultuurwerkers. Dat gaat in feite over twee zaken. Enerzijds moet de aanvrager professioneel actief zijn in de Vlaamse cultuursector. Dit betekent dat de aanvrager onder andere een ondernemingsnummer moet hebben en actief is binnen de geselecteerd NACE-codes. Niet alleen structureel gesubsidieerde organisaties komen in aanmerking voor de premie, maar ook amateurkunstenorganisaties of sociaal-culturele verengingen kunnen beroep doen op deze premie wanneer ze voldoen aan de voorwaarden. Anderzijds moet de aanvrager twee cultuurwerkers aanstellen. De term cultuurwerker gaat breed en gaat niet enkel over uitvoerende artiesten. De cultuurwerkers kunnen zowel voltijds als deeltijds, vast of tijdelijk, als werknemer (inclusief onder artikel 1bis van de RSZ-wet) of als zelfstandige gecontracteerd worden. Het belangrijkste is dat de opgeladen contracten duidelijk aantonen dat de twee cultuurwerkers ingezet worden voor de activiteit en op een correcte manier worden verloond, dus minimaal volgens de cao’s van de geselecteerde paritaire comités. Dat zijn de PC’s 304, 227, 303, en 329. Als de amateurkunstenorganisatie of de lokale sociaal-culturele vereniging voldoet aan de voorwaarden, kan ze in aanmerking komen voor de premie. Ze wordt dus zeker niet a priori uitgesloten.
U vraagt of er nog andere voorwaarden zijn. De voorwaarden en de FAQ zijn duidelijk gecommuniceerd op de website van het Departement Cultuur, Jeugd en Media. De organisaties kunnen nu al de voorwaarden doornemen en nadenken over mogelijke culturele activiteiten om te organiseren. Ik wil er ook op wijzen dat wij begrotingstechnisch een ruiter gekregen hebben om tot eind maart 2021 activiteiten te kunnen laten plaatsvinden.
Wat is de fraudegevoeligheid? Dat is een belangrijk punt. De applicatie controleert enkele zaken automatisch, bijvoorbeeld of jouw organisatie de juiste NACE-code heeft. Bovendien moet de aanvrager twee cultuurwerkers aanstellen en de contracten opladen in de applicatie. Dat zorgt voor een zekere drempel. Als de aanvraag goedgekeurd is, moeten de begunstigde ten laatste twee maanden nadat zijn of haar activiteit plaatsvond de bewijsstukken die de kosten van de activiteit verantwoorden in de applicatie opladen. De bewijsstukken zullen bekeken worden door mijn administratie. Als iemand geen recht had op de premie zal die teruggevorderd kunnen worden.
Ik heb mijn administratie nadrukkelijk gevraagd om steekproefgewijs controles uit te voeren. Niettemin vind ik het belangrijk dat er voldoende vertrouwen is in de sector, en dat de sector in deze barre tijden op een laagdrempelige manier geholpen wordt.
De heer Van de Wauwer heeft het woord.
Minister-president, dank u wel voor uw heel uitgebreide antwoord op mijn vele vragen. Hartelijk dank om er zo gedetailleerd op in te gaan.
Excuseer. De activiteiten moeten voor eind mei, niet voor eind maart worden georganiseerd.
Dank u voor deze verduidelijking. Ik dacht al dat u het inderdaad over 31 mei 2021 had.
Ik denk dat de Vlaamse Regering heel veel inspanningen heeft gedaan vanaf het begin van de coronacrisis, toen het duidelijk werd dat de cultuursector als een van de eersten moest sluiten. Er zijn verschillende maatregelen genomen omdat de cultuursector zo’n heel diverse sector is, zodat zoveel mogelijk spelers en actoren konden worden bereikt. Ik begrijp ook wat de aanleiding of de doelstelling is van deze activiteitenpremie. Het idee erachter is: mensen opnieuw naar de cultuursector te krijgen, om op die manier de hele culturele wereld en de actoren daar te kunnen activeren. Die logica begrijp ik, maar ik heb toch nog een aantal bedenkingen of vragen bij deze cultuuractiviteitenpremie.
U bent ingegaan op de terechte kritieken op de eerste ronde van het noodfonds. Zou het niet wenselijk zijn om daar toch nog een grondige evaluatie te doen en te bekijken hoe er toch een soort van tweede ronde kan komen – ter vervanging van of als aanvulling bij deze activiteitenpremie? De vraag waar ik nog altijd mee zit is of de middelen van deze corona-activiteitenpremie wel degelijk zullen toekomen bij die mensen, die spelers die er het meeste nood aan hebben. ‘First come first served’: dan bestaat toch de kans dat er spelers uit de boot vallen die meer nood hebben aan die premie? Komen de middelen waar ze moeten komen? U verwijst naar de NACE-codes. We moeten dat ergens kunnen objectiveren. Maar dat is natuurlijk ook heel breed. Ik heb gezien dat bijvoorbeeld ook tuin- en interieurarchitecten daaronder vallen. Gaat dat effectief over de culturele sector? Ik ga niet spreken over misbruiken, maar mogelijk komt het geld bij mensen die niet het recht hebben om de premie aan te vragen, terwijl dat wel niet de initiële bedoeling was.
U zegt dat 30 van de 65 miljoen euro nog niet is uitgekeerd, terwijl er zulke hoge noden zijn. De eerste ronde van het noodfonds toont aan dat er veel noden waren, maar dat het geld niet altijd terechtkomt waar het nodig is.
Wat de lokale organisaties betreft: we mogen inderdaad niet alleen maar kijken naar deze 65 miljoen euro. Via de 87 miljoen euro, via het Gemeentefonds gaat er ook een heel groot deel naar de lokale organisaties. Maar ook daar heb ik nog een aantal hiaten gezien. Er is een hele discussie geweest over of dat nu moest worden geoormerkt of niet. Het gaat over vertrouwen hebben in de lokale besturen, of het op de juiste plaats terechtkomt of niet. Er zijn heel veel goede voorbeelden van gemeenten waar dat perfect is gelopen, maar er zijn ook gevallen waar dat minder vlot verliep. Ik ben bijvoorbeeld zelf tussengekomen bij een aantal gemeentebesturen die letterlijk zegden: ‘Het moet gaan over cultuur, jeugd en sport. Seniorenverenigingen vallen daar dus niet onder.’ Zij hadden geen notie van het sociaal-culturele, dat seniorenwerking ook onder cultuur valt. Er waren dus nog een aantal problemen.
Mijnheer Van de Wauwer, kunt u stilaan afronden want we hebben nog heel veel vragen?
Wat betreft het afwachten van het lanceren, moeten we inderdaad bekijken wat het Overlegcomité zegt. Ik heb begrepen dat u gaat pleiten voor de uitvoering van de protocollen. Indien we naar code rood gaan en er weer niets kan, gaat er dan intussen bekeken worden hoe er eventueel aan een tweede ronde kan worden gewerkt in plaats van aan die activiteitenpremie? Want als er geen activiteiten kunnen doorgaan, moet de sector op een andere manier worden ondersteund.
De bedenkingen van KIOSK zijn algemeen bekend. Ik ga die niet uitgebreid herhalen.
Minister-president, ik heb vorige week een vraag om uitleg over de schoolvoorstellingen gesteld. Het is duidelijk dat ze niet meer zullen doorgaan. We hebben toen een heel debat gevoerd over de kleurcodes en over wat hierbij komt kijken. Ik wil van de gelegenheid gebruik maken om de vraag te herhalen. Kan met betrekking tot de resterende middelen naar de uitkoopsommen voor de schoolvoorstellingen worden gekeken, zodat de publieksdruk wegvalt en de boekingskantoren kunnen worden ondersteund? U hebt vorige week geen volledig antwoord gegeven, want u wilde op het Overlegcomité wachten. Misschien kunt u hier nu verder op ingaan?
Mevrouw Segers heeft het woord.
Mijnheer Van de Wauwer, ik wil me graag bij uw bedenkingen aansluiten. Voor cultuur was voorzien in 65 miljoen euro, aangevuld met ongeveer 20 miljoen euro van de lokale besturen. Als ik de uitkeringen van het noodfonds, de cultuurcoronapremie, het Fonds Audiovisueel Vlaanderen (FAVV) en Literatuur Vlaanderen optel, kom ik aan 21,85 miljoen euro.
Minister-president, u voorziet nu in 30 miljoen euro voor de activiteitenpremie. Betekent dit dat er nog geld van dat bedrag van 65 miljoen euro over is? We zitten nog niet aan 65 miljoen euro. Er is maar een derde uitgekeerd, niet omdat er in de culturele sector geen noden waren, maar omdat de aanvraag te complex was, de referentieperiode tot juni 2020 te kort was en de plafonds de hoog waren. In augustus 2020 is gebleken dat de versoepelingen niet zouden doorgaan. We zien dat het perspectief sinds de zomer is weggevallen. Sindsdien is er ongelooflijk veel nood. We hebben allemaal de oproep gezien van de DJ die 31 mensen uit de evenementensector kent die aan zelfdoding hebben gedaan omdat ze het niet meer zagen zitten. De nood is heel groot. Ik ondersteun absoluut de vraag om eens te kijken of het noodfonds minstens tot het einde van dit jaar opnieuw kan worden geactiveerd. Zo kunnen we ervoor zorgen dat de ergste noden worden gelenigd.
Wat de keuze betreft, snap ik dat u een perspectief wilt bieden en de dynamiek niet wilt laten stilvallen. Het is wel zo dat veel producties die voor dit jaar waren gepland nu naar 2021 zijn verschoven. Nu komt er een oproep voor nieuwe, bijkomende activiteiten in 2021. Dat jaar zit eigenlijk al vol. We weten ook niet wat het publiek zal mogen doen en zo. Alle goede bedoelingen ten spijt, maakt de corona-activiteitenpremie deel uit van het relanceplan, maar de sector is nog niet bezig met een relance. De sector is nog bezig met overleven. Er is crisisbeheersing en overleg nodig. U moet bekijken wat u nog kunt doen om de overblijvende middelen zeker tot het einde van dit jaar aan te wenden en om het noodfonds en de cultuurcoronapremie opnieuw te activeren.
Ik sluit af met een heel goed punt. Ik ben bijzonder verheugd te horen dat u met de andere gemeenschappen voor afstemming hebt gezorgd. De protocollen om in de cultuursector coronaproof te werken, zijn uitgewerkt. U moet het Overlegcomité ervan overtuigen dat het niet goed zou zijn cultuur volledig stil te leggen. De vraag is natuurlijk hoe de cijfers zullen evolueren. We voelen allemaal aan dat er verdere verstrengingen zullen komen.
Minister-president Jambon heeft het woord.
De eerste keer hebben we geprobeerd de cultuurwerkers langs de gesubsidieerde organisaties te bereiken. Dat is niet voldoende gelukt. Vergissen is menselijk, maar nu zetten we er juist op in de sector tamelijk risicoloos weer te laten starten. We helpen bij die start. We denken dat heel de keten dan weer aan het werk kan gaan. Dat is de filosofie hierachter.
We zullen de aanvraagprocedure grondig evalueren. Het is belangrijk te weten waarom het niet is gebeurd.
Ik wil niet minimaliseren wat er in de cultuursector aan de hand is, absoluut niet. Maar het aanpassen van het kunstenaarsstatuut op federaal vlak heeft er wel voor gezorgd dat veel meer mensen in aanmerking kwamen voor werkloosheidsvergoeding dan zonder die aanpassing. Zeker niet alle, maar het heeft de groep die geholpen werd vanuit het kunstenaarsstatuut aanzienlijk vergroot. Die groep kwam natuurlijk niet meer in aanmerking voor de coronapremie, daar moeten we ook duidelijk over zijn.
Op die lokale toewijzing van de middelen kunnen we iedere week terugkomen. Wij hebben destijds gekozen om de lokale autonomie te laten spelen. Mijnheer Van de Wauwer, u hebt absoluut gelijk: in heel veel gemeenten is dat goed gedaan, durf ik zeggen, met een bepaalde redenering – daar kun je het mee eens zijn of niet. Daar speelt ook de rol van ons allemaal in de gemeenteraden om daarop toe te zien. Ik merk ook in de gemeenten die ik ken dat die rol wel gespeeld wordt door meerderheid en door oppositie.
Of er geen activiteit meer zou mogelijk zijn na morgen: ik zeg het nog eens, ik ga mij daar met alle kracht tegen verzetten. Men moet maar eens proberen een speld tussen mijn redenering te krijgen. Tot een tijdje geleden was het virus minder verspreid dan vandaag – er circuleren getallen van 10 procent en zo vandaag, het zit wijd verspreid in onze samenleving – maar een aantal maanden geleden was dat minder. Een aantal maanden geleden zijn dan die protocollen gemaakt. Die protocollen beschermen u als u een zaal binnengaat. Statistisch gezien is de kans dat men daar iemand tegenkomt met een besmetting 5 of 10 procent. Dan is het toch dezelfde bescherming die men nodig heeft: het mondmasker, handen wassen, een zekere afstand behouden, crowdcontrole. Het is toch hetzelfde, of de verspreiding 5 of 10 of 15 procent onder de bevolking is. Dat men dan zegt dat er niet gegeten en gedronken mag worden, dat begrijp ik. Maar je kunt toch niet zeggen: bij 5 procent 1 mondmasker, bij 10 procent moet men 2 mondmaskers opzetten, of bij 5 procent kon je veilig gaan met een mondmasker en bij 10 procent kun je niet meer veilig gaan met een mondmasker. Ik begrijp dat niet. Mevrouw Segers, ik ga dus even uw hulp inroepen – u weet waar ik naartoe wil –: de minister van Volksgezondheid heeft hierover zeer geprofileerde meningen, en u zou mij enorm helpen om tussen vandaag en morgennamiddag daarnaar nog eens een lijntje open te leggen en mijn redenering hier mee te helpen ontwikkelen; ik denk dat dat kan helpen.
Ook de schoolvoorstellingen kunnen in aanmerking komen. Dat zijn dan schoolvoorstellingen op de school zelf. Die komen ook in aanmerking voor die activiteitenpremie.
Mevrouw Segers, de overschot op het noodfonds is inderdaad om en bij de 35 miljoen euro, maar we communiceren dat er minimum 30 miljoen euro beschikbaar is. Ik ga niet besparen op het noodfonds, laat dat heel duidelijk zijn. Ik ga wel zorgen dat het noodfonds komt bij de mensen die het nodig hebben.
De heer Van de Wauwer heeft het woord.
Minister, heel erg bedankt voor de redenering die u opgebouwd hebt. U vindt daar bij de CD&V-fractie heel veel steun voor. Wij hopen dat u morgen echt volop voor die cultuursector kunt gaan, niet alleen zodat alle Vlamingen kunnen blijven genieten van het culturele aanbod, wat ons ook door een nieuwe lockdown kan loodsen, maar vooral zodat de sector zelf aan de slag kan blijven. Volgens die basisprotocollen kunnen mensen op een veilige manier cultuur blijven beleven, dus wij zullen u volop steunen in uw engagement en u daar heel uitdrukkelijk voor bedanken.
Ik ga in de toekomst nog eens terugkomen op die schoolvoorstellingen. Het ging niet alleen maar om voorstellingen die op de school doorgaan, wat nu niet meer kan, maar ook om de voorstellingen in de niet-gesubsidieerde huizen enzovoort. We moeten daar nog altijd naar een specifieke oplossing gaan, maar ik ga heel dat pleidooi hier niet herhalen.
Dank u wel, minister, en wij steunen u volop in uw pleidooi om de basisprotocollen voort te laten werken en de sector open te houden.
De vraag om uitleg is afgehandeld.