Verslag vergadering Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën, Begroting en Justitie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Verheyden heeft het woord.
Minister, uw eis om 3 miljard euro van het Europees herstelfonds naar Vlaanderen over te hevelen, valt blijkbaar niet bij iedereen in goede aarde. Pierre-Yves Jeholet, de minister-president van de Franse Gemeenschapsregering, vindt de eis van de minister onredelijk. En daarmee wordt de vrees die ik in een eerdere vraag om uitleg uitte rond de toekenning van de gelden aan Vlaanderen, bewaarheid.
U redeneert dat het geld uit het coronaherstelfonds niet de Federale Regering toekomt, maar naar de deelstaten moet vloeien, omdat de meeste bevoegdheden voor de relance bij de deelstaten zitten. In die zin is het dus inderdaad logisch dat het geld naar de deelstaten gaat. Een verdeling op basis van de procentuele inbreng van de drie deelstaten in het Belgische bruto binnenlandse product (bbp) is dan ook de meest logische verdeelsleutel voor de 5,15 miljard euro die België toegekend zal krijgen. Daarmee ontvangen de regio’s die het meeste bbp verloren hebben in de coronacrisis, de meeste steun.
Minister-president Jeholet vindt echter dat als iedereen zijn eigen berekening uitvoert, men snel boven het totale bedrag van 5,15 miljard euro zal uitkomen. Hij is van mening dat de Franse Gemeenschapsregering recht heeft op haar deel. De minister-president wil hier zelfs voor vechten.
In uw antwoord op een eerdere vraag over dit onderwerp verklaarde u dat Vlaanderen zijn huiswerk zou maken en een herstelplan zou indienen. Hoever staat het ondertussen met dit plan?
Hebt u reeds contact gehad met uw collega’s van het federale niveau, het Waalse en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest en de Franse Gemeenschap? Wat is hier desgevallend het resultaat en welke initiatieven zult u verder nog nemen ter zake?
Minister Diependaele heeft het woord.
De Vlaamse Regering heeft naar aanleiding van de Septemberverklaring aangekondigd dat Vlaanderen in het postcoronatijdperk zal inzetten op de economische relance met een plan van 4,3 miljard euro. Dit plan moet zuurstof en veerkracht bieden aan de economie en de productiviteit en competitiviteit van de Vlaamse economie verhogen. Het plan zet duidelijk in op de prioriteiten die beoogd worden in het kader van het Europees herstelfonds en focust op zeven speerpunten: het versterken van het Vlaamse zorg- en welzijnssysteem, het efficiënter maken van de overheid, de digitale transformatie, het verduurzamen van de economie, bijkomende overheidsinvesteringen, het beheren van de coronacrisis en het investeren in mensen en talenten. Het plan is goedgekeurd door de Vlaamse Regering en is beschikbaar op de website van de Vlaamse overheid.
U vraagt of er al contact geweest is. Er is een eerste startvergadering tussen de gewesten en de federale overheid belegd op 23 september, waarbij de gepubliceerde richtlijnen van de Europese Commissie met betrekking tot het Recovery & Resilience Facility werden besproken. De Europese Commissie heeft op 8 oktober bijkomende toelichting verschaft aan de gewesten en de federale overheid en geantwoord op specifieke vragen om verduidelijking. Met die elementen zijn we momenteel aan de slag om ons Vlaamse plan volgens de Europese richtlijnen op te stellen, vertrekkend vanuit het Vlaamse relanceplan Vlaamse Veerkracht.
We verwachten van federaal staatssecretaris Dermine dat hij ons plan zal overmaken aan de Europese Commissie, zoals dat ook gebeurt met betrekking tot het Vlaamse hervormingsprogramma of de Vlaamse ontwerpbegroting. Dat is eigenlijk een werkwijze die we altijd al gevolgd hebben, toch met betrekking tot die laatste twee.
De Vlaamse Regering heeft bij deze begrotingsonderhandeling een akkoord bereikt over de contouren en invulling van het relanceplan Vlaamse Veerkracht. Met dit plan als basis zal ik de administratie verder de instructie geven om gestalte te geven aan het opstellen van een Vlaamse insteek voor het nationale plan voor herstel en veerkracht conform de richtlijn, zoals deze bekendgemaakt zijn door de Europese Commissie. Op basis daarvan zullen de discussies met de Europese Commissie en de discussies over het opstellen van een intra-Belgische verdeling aangevat worden.
Voor mij is de kern dat we die 4,3 miljard euro zo doeltreffend mogelijk gebruiken. Dat betekent dat het moet gaan dienen voor investeringen die onze economie weer aanzwengelen. Ik heb u daarnet de zeven krachtlijnen gegeven. Als je dan kijkt naar de cijfers in België, dan zijn het voornamelijk de deelstaten en de lokale besturen die zorgen voor die investeringen en dus is het logisch dat die middelen zoveel mogelijk naar de deelstaten gaan. Maar de discussie moet nog opgestart worden en wij zullen die natuurlijk aangaan. Maar nu zijn we nog bezig met het plan om te vormen en in het format te gieten dat Europa van ons vraagt.
De heer Verheyden heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor uw antwoord.
Wij kunnen ons ook vinden in de zeven speerpunten die u hebt aangehaald en het is inderdaad, denk ik, noodzakelijk dat we de middelen doeltreffend aanwenden om onze economie een nieuwe boost te geven. Tot daar zitten we op dezelfde golflengte.
Maar het is toch niet zo evident dat u de 3 miljard euro die u voor Vlaanderen opeist, ook daadwerkelijk zult krijgen. Ik ben er helemaal niet van overtuigd dat het zoveel zal zijn. Ik denk eerder dat het wel wat minder zal zijn, als we zien dat de minister-president van de Waalse Gemeenschap er helemaal niet mee akkoord gaat dat Vlaanderen het grootste deel zou binnenrijven. Mijn vraag is dan ook of u reeds van uw coalitiepartners, die ook in de Federale Regering zitten, toezegging hebt gekregen dat ze die Vlaamse eisen mee zullen ondersteunen binnen de Federale Regering. Het is gemakkelijk om ideeën te opperen, maar ik denk niet dat u die zonder uw coalitiepartners kunt hardmaken. Vandaar ook mijn vraag: hebt u ondertussen steun gekregen van uw coalitiepartners binnen de Vlaamse Regering om bij de Federale Regering daadkrachtig op tafel te kloppen om die 3 miljard euro naar Vlaanderen te loodsen?
De heer Coel heeft het woord.
Het is evident dat onze fractie die claim van de minister op die 3 miljard gegrond vindt. Het is logisch, gezien onze staatsstructuur en de bevoegdheidsverdeling, dat die middelen grotendeels naar de deelstaten gaan, waar ook de meest productieve investeringen gebeuren. En aangezien het over zeer belangrijke bedragen gaat, lijkt het mij evident dat het huiswerk grondig gemaakt wordt. De minister heeft tot nu altijd zeer transparant gewerkt naar de commissie toe en we gaan er dan ook van uit dat we dit samen met hem zullen kunnen opvolgen tot het dan in het voorjaar effectief wordt ingediend. We kijken ernaar uit om dat mee te kunnen opvolgen. Wat ons betreft legt het Vlaams relanceplan zeer duidelijk de juiste klemtonen, die ook in het kraam passen van het herstelfonds. Mits het dossier goed is, maken we een zeer goede kans om de middelen binnen te halen. Dat zal des te belangrijker zijn, want nu de tweede golf op kruissnelheid komt, zal er wellicht ook een tweede economische dip zijn en zullen alle middelen die we kunnen aanwenden om dat herstel te financieren, hard nodig zijn.
Minister Diependaele heeft het woord.
Mijnheer Verheyden, eerst en vooral denk ik dat het ondertussen wel duidelijk is dat niets in dit land evident is, maar dat betekent natuurlijk niet dat we niet volgens de logica der dingen kunnen werken, want daar gaat het hem natuurlijk om: dit is geen eis of claim of gevecht, maar gewoon de logica der dingen. We hebben een staatsstructuur in dit land en wij vragen dat die in die zin ook gerespecteerd wordt.
De gesprekken zelf zijn nog niet opgestart, zoals ik in mijn antwoord al gezegd had. We zijn nu nog bezig met ons plan in dat Europees format te gieten; de gesprekken over de intra-Belgische verdeling zijn nog niet opgestart.
De heer Verheyden heeft het woord.
Minister, uiteraard hebt u onze steun in dezen. Onze fractie steunt u daar volmondig in. Het is inderdaad de logica der dingen dat Vlaanderen de middelen krijgt waar het recht op heeft, maar zoals u weet is dat met onze staatsstructuur niet altijd het geval. Vlaanderen heeft al heel vaak naast middelen gegrepen waar het eigenlijk recht op had. In die zin houd ik dus nog even mijn hart vast en wacht ik af of u inderdaad dat bedrag zult kunnen ontvangen vanwege het federaal niveau.
Ik vind het ook wel opvallend dat het stil blijft bij uw coalitiepartners CD&V en Open Vld, die in dezen duidelijk geen kleur willen bekennen. Ik vind dat bijzonder jammer. Ik had toch wel gehoopt dat er vanuit hun fracties enige steun zou komen voor uw plan en voor uw vraag, die volkomen terecht zijn. In die zin houd ik dus inderdaad mijn hart vast en ik vrees dat we nog op dit onderwerp zullen terugkomen.
Minister Diependaele heeft het woord.
Mag ik een heel kleine toevoeging doen, mijnheer Verheyden? De avond toen mijn bericht in de krant stond, heeft collega Bothuyne bevestigd dat dat inderdaad de logica der dingen is. Dus als u steun zoekt vanwege de coalitiepartners: daar heb je ze al.
Maar zoals gezegd zijn de gesprekken nog niet opgestart, dus we moeten het nog bezien. Maar er zijn wel degelijk al uitspraken geweest.
Mijnheer Verheyden, voor het allerlaatste woord.
Dank u, minister. Ik hoop inderdaad dat u gelijk hebt en dat u op die steun zult kunnen rekenen, als puntje bij paaltje komt. Onze steun hebt u alvast.
De vraag om uitleg is afgehandeld.