Verslag vergadering Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën, Begroting en Justitie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Vande Reyde heeft het woord.
De Belgische Mededingingsautoriteit (BMA) is in de loop van dit jaar een onderzoek gestart naar illegale marktpraktijken bij de drie grootste spelers in de bewakings- en beveiligingssector, namelijk G4S, Securitas en SERIS. Het zou gaan over prijsafspraken in het kader van overheidsopdrachten. Ook bij het parket van Brussel en bij het ministerie van Justitie van de Verenigde Staten loopt hierover een onderzoek.
Ik heb hierover een schriftelijke vraag gesteld op 2 juli 2020. Het blijkt dat die bewakingsfirma’s de voorbije jaren ook aanzienlijke overheidsopdrachten hebben gekregen van de Vlaamse overheid. Die bedragen zijn niet gering. Het afgelopen jaar zou het over 5 miljoen euro gaan.
Zal de Vlaamse overheid zich aansluiten bij het lopend onderzoek? Zijn er al stappen in die richting gezet, zodat we toch minstens inzage krijgen in het onderzoek?
Welke mogelijkheden heeft de Vlaamse overheid om een deel van dat geld terug te vorderen indien de prijsafspraken de overheid, en dus ook de Vlaamse belastingbetaler, benadeeld hebben?
Minister-president Jambon heeft het woord.
De Vlaamse overheid volgt de ontwikkelingen in het onderzoek van de Belgische Mededingingsautoriteit op.
De wetgeving op de overheidsopdrachten biedt een scala aan maatregelen indien de beweerde inbreuken zouden komen vast te staan. Het gaat dan onder meer om de wettelijk omschreven uitsluitingsgronden die op een onderneming kunnen worden toegepast, zowel in de gunnings- als de uitvoeringsfase.
Daarnaast biedt het Wetboek van Economisch Recht onder meer de mogelijkheid om een rechtsvordering tot schadevergoeding in te stellen tegen de onderneming die een inbreuk op het mededingingsrecht heeft gemaakt.
Welke mogelijkheden hebben wij om schadeloosstelling te verkrijgen? De wetgeving op de overheidsopdrachten voorziet in twee uitsluitingsgronden die relevant zijn. Een eerste mogelijke uitsluitingsgrond betreft de situatie waarbij de aanbestedende overheid over voldoende plausibele aanwijzingen beschikt dat de inschrijver in een concrete overheidsopdracht handelingen zou hebben gesteld, overeenkomsten zou hebben gesloten of prijsafspraken zou hebben gemaakt die gericht zijn op vervalsing van de mededinging.
Een tweede mogelijke uitsluitingsrond betreft de situatie waarbij de aanbestedende overheid kan aantonen, met elk passend middel, dat de inschrijver in de uitoefening van zijn beroep een ernstige fout heeft begaan, waardoor zijn integriteit in twijfel kan worden getrokken.
Zoals blijkt uit de formuleringen kunnen deze uitsluitingsgronden pas worden toegepast indien er concrete aanwijzingen of gegevens voorhanden zijn die aantonen dat de betrokken feiten vaststaan. Dit illustreert het belang van het onderzoek dat door de Belgische Mededingingsautoriteit wordt gevoerd. Een beslissing van de Belgische Mededingingsautoriteit waarbij een inbreuk wordt vastgesteld, kan immers worden aangewend om de toepassing van de uitsluitingsgronden te motiveren.
Deze uitsluitingsgronden kunnen zowel in de gunnings- als de uitvoeringsfase van de overheidsopdrachten worden toegepast. In de gunningsfase kan dit tot gevolg hebben dat een onderneming de toegang tot de concrete opdracht wordt ontzegd. Bij mededingingsvervalsende prijsafspraken kan dit zelfs leiden tot de uitsluiting van de betrokkene van deelname aan de overheidsopdrachten van de aanbesteder gedurende een periode van drie jaar. In de uitvoeringsfase kan de aanbesteder ambtshalve maatregelen nemen, zoals bijvoorbeeld de eenzijdige verbreking, indien een opdrachtnemer zich in een van bovenstaande uitsluitingsgevallen zou bevinden.
De aanbesteder moet bij het nemen van deze maatregelen aan de opdrachtnemer uiteraard de kans bieden om zijn verweermiddelen te laten gelden. Zo wordt de opdrachtnemer in de mogelijkheid gesteld om aan te tonen dat hij corrigerende maatregelen heeft genomen die voldoende zijn om zijn betrouwbaarheid aan te tonen. Bij een uitsluiting van deelname voor een bepaalde periode moet de betrokken opdrachtnemer bovendien worden gehoord.
Het is belangrijk om op te merken dat de overheid deze maatregelen ambtshalve kan nemen, wat wil zeggen dat er geen tussenkomst van de rechter nodig is.
Het Wetboek van Economisch Recht biedt daarnaast de mogelijkheid om een rechtsvordering tot schadevergoeding voor inbreuken op het mededingingsrecht in te stellen. Dit laat toe om via gerechtelijke weg een volledige schadevergoeding te vorderen en te verkrijgen voor de geleden schade. Een inbreuk op het mededingingsrecht vastgesteld in het kader van een definitieve beslissing door de Belgische Mededingingsautoriteit wordt geacht om onweerlegbaar vast te staan voor de behandeling van een rechtsvordering tot schadevergoeding.
Zoals toegelicht in antwoord op de tweede vraag, biedt de wetgeving op de overheidsopdrachten de mogelijkheid om maatregelen te treffen indien er concrete aanwijzingen of gegevens voorhanden zijn die aantonen dat de betrokken feiten vaststaan. Dit geldt zowel voor opdrachten in de gunnings- als in de uitvoeringsfase. In lopende plaatsingsprocedures wordt bovendien zoals steeds een grondig prijsonderzoek gevoerd, teneinde na te gaan of er geen sprake is van schijnbaar abnormale prijzen en er geen aanwijzingen zijn van prijsafspraken. Dit prijsonderzoek gebeurt onder andere aan de hand van de raming en een vergelijking met historische gegevens.
Als het onderzoek door de Belgische Mededingingsautoriteit eenmaal is afgerond en er een beslissing is genomen, zal de Vlaamse overheid evalueren welke maatregelen er kunnen of moeten worden getroffen. Bij een uitspraak van de Mededingingsautoriteit hebben we in ieder geval rechtsmiddelen ter beschikking om ons schadeloos te stellen.
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Dank u wel voor uw zeer uitgebreid antwoord.
U zei in uw eerste zinnen dat jullie het onderzoek verder opvolgen, maar betekent dat ook dat wij ons effectief hebben aangemeld als belanghebbende partij in dat onderzoek? Ik vraag dat vanwege de bewijslast in dat onderzoek. Dat onderzoek is gestart door de FOD Defensie en later hebben zich daar nog andere federale diensten bij aangesloten. Als wij als Vlaamse overheid aansluiten bij dat onderzoek, geeft dat mogelijk ook meer duidelijkheid over onze contracten, kan dat het onderzoek misschien ook vooruithelpen en zal dat er uiteindelijk misschien ook voor zorgen dat de mogelijkheden om schadeloos gesteld te worden, vergroten. Ik weet dus niet of we ons echt actief bij het onderzoek hebben aangemeld dan wel of we het gewoon gaan opvolgen. Dat was me nog niet helemaal duidelijk.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Mijnheer Vande Reyde, ik ben geen jurist, maar ik denk dat het in dezen om een ander soort procedure gaat dan de procedure in een rechtbank waarbij je je burgerlijke partij kunt stellen. Als ik het goed begrepen heb, is in onze contracten voorzien dat, wanneer er een uitspraak komt van een autoriteit, wij bepaalde zaken bij de uitvoering van het contract kunnen inroepen. In die zin denk ik dat zaken zoals actieve inmenging of burgerlijke partijstelling zich hier niet stellen. We moeten er gewoon voor zorgen dat we, als er uitspraak is vanwege de Mededingingsautoriteit, die uitspraak kunnen aanwenden om geen schade te lijden.
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Ik stel deze vraag niet zomaar omdat het dossier sterk in de media aanwezig is; ik merk ook bij lokale besturen dat er heel weinig transparantie bestaat over offertes en bijvoorbeeld openbare werken, dat de overheidsdiensten vaak de dupe zijn van beperkte transparantie en asymmetrische informatie. Ik ga op de langere termijn ook eens nadenken over een conceptnota over hoe we dit kunnen verbeteren, want dit zorgt er wel voor, denk ik, dat de belastingbetaler uiteindelijk meer moet betalen voor bepaalde overheidsopdrachten, ondanks alle wettelijke regelingen daaromtrent. Hoe we die prijstransparantie kunnen vergroten in de toekomst, dat is voer voor een conceptnota en een discussie.
De vraag om uitleg is afgehandeld.