Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Ceyssens heeft het woord.
Dat het verkeer steeds drukker wordt op Vlaamse wegen, weten we allemaal, uitgezonderd misschien in deze coronatijden. Dat merken ook de chauffeurs van De Lijn, die de rijtijden zo goed mogelijk proberen te volgen. Door de drukte lukt dat echter niet altijd. Dit kan voor extra stress zorgen, wat niet altijd een veilige rijstijl ten goede komt.
U maakte onlangs bekend dat lijnbussen steeds meer betrokken zijn bij verkeersongevallen. Dagelijks zou het zelfs gaan om 17 lijnbussen. Uit de jaarverslagen van De Lijn van de afgelopen drie jaar blijkt dat er in 2019 5921 verkeersongevallen gebeurden, in 2018 5443 en in 2017 5971. De cijfers schommelen, maar leunen dicht tegen de 6000 ongevallen op jaarbasis aan. Dat cijfer zou natuurlijk naar beneden moeten. Daarom is het belangrijk dat er bij De Lijn voldoende wordt ingezet op verkeersveiligheid.
Chauffeurs worden opgeleid en begeleid in de verkeersveilige uitoefening van hun taak wanneer ze bij De Lijn beginnen. Ze hebben dus al een heel leerproces doorlopen vooraleer zij effectief de weg opgaan. Wanneer een chauffeur van De Lijn toch betrokken geraakt bij een ongeval, dan staat de rijschool van De Lijn klaar om die chauffeurs op te vangen en te begeleiden.
Ik begrijp echter van de vakbonden dat er door besparingen en de grote vraag naar nieuwe chauffeurs die opgeleid moeten worden, minder tijd en plaats is voor coaching. Dat komt de verkeersveiligheid natuurlijk niet ten goede.
Minister, bij de MIVB is er een jaarlijkse campagne inzake voorrang van trams. Een tram is natuurlijk niet te vergelijken met een lijnbus, maar is het geen goed idee om iets gelijkaardigs voor De Lijn op te zetten en ook met het oog op de recurrente ongevallen die gebeuren met de Kusttram. De beveiliging van tramoversteekplaatsen is bij ons beduidend minder dan op andere plaatsen, zoals in Zwitserland. Kan daar ook eens naar gekeken worden?
Minister, hoe zult u extra investeren in de begeleiding van buschauffeurs van De Lijn alvorens zij voor het eerst de weg opgaan? Hoe worden de chauffeurs bij De Lijn opgevolgd die betrokken waren bij een ongeval? Hoe zult u extra investeren in de begeleiding van chauffeurs die betrokken zijn bij ongevallen?
Minister Peeters heeft het woord.
Mijnheer Ceyssens, een veilige rijstijl is natuurlijk van cruciaal belang opdat ook onze reizigers zich veilig kunnen verplaatsen.
Zoals u al aangehaald hebt in uw vraagstelling, krijgen de chauffeurs van De Lijn een ruime opleiding in de eigen rijschool. Bijkomend krijgen zij onmiddellijk na hun opleiding bij hun eerste diensten begeleiding van zogenaamde lijnverantwoordelijken, die de nieuwe chauffeurs extra begeleiden. Daarna komt men onder opvolging van een teamcoach. De Lijn heeft bij de reorganisatie van 2019 de nieuwe functie van teamcoach in het leven geroepen. Er zijn 77 teamcoaches die een stevige opleiding hebben gekregen in het voorjaar van 2019 en die sinds de zomer van dat jaar op de meeste plaatsen worden ingezet.
Uit de data blijkt dat het risico op ongevallen het grootst is bij chauffeurs die een anciënniteit hebben van tussen de zes maanden en anderhalf jaar. U weet ook dat we het voorbije jaar een heel grote instroom hadden van nieuwe chauffeurs. Daarom heeft De Lijn bijkomend een samenwerking opgezet tussen de rijschool, de lijnverantwoordelijken en de teamcoaches om de nieuwe chauffeurs in deze cruciale periode van zes tot achttien maanden actief op te volgen via een begeleidingstraject.
Telkens wanneer een chauffeur betrokken is bij een ongeval wordt dit rechtstreeks besproken en opgevolgd door de teamcoach. Indien nodig kan de teamcoach bijkomende begeleiding vragen aan de rijschool. Bij ernstige ongevallen komen de lijncontroleurs en eventueel de teamcoaches ter plaatse voor een onmiddellijke opvang van de chauffeur. Ernstige ongevallen worden besproken en onderzocht samen met de leden van het comité voor preventie en bescherming op het werk (CPBW). Na ernstige ongevallen kan een chauffeur ook een beroep doen op externe psychologische hulp, indien nodig. Bij de uitvoering van de eerste ritten na een zwaar ongeval kan er iemand met de chauffeur meerijden voor verdere begeleiding. Helaas is dit een reactief verhaal, en niet proactief. Wat het proactieve betreft, proberen we alleszins zo veel mogelijk in te zetten op de begeleidingen van tevoren, dus op het inzetten van die teamcoach.
Doordat het verhaal van die teamcoaches nog niet zo lang duurt, wordt dat zeer nauw opgevolgd, zeker ook op het vlak van verkeersongevallen. De Lijn zegt dat men nu toch al ziet dat dit zijn vruchten afwerpt, maar dat het ook toekomstgericht zeker nog moet worden geëvalueerd.
De heer Ceyssens heeft het woord.
Een bijkomende vraag, ik verwees er al naar in mijn inleiding: als ik die chauffeurs ’s ochtends zie stoppen aan een bushalte om passagiers te laten opstappen, moeten ze zich daarna terug in het drukke verkeer wringen. Ik weet wel dat dat aangegeven is achteraan op de bus. Iemand die een auto voor laat, laat een of twee personen voor. Iemand die een bus voor laat, laat in het verkeer eigenlijk een hele groep mensen voor, en dat kost maar evenveel moeite. Kan er misschien, toch eens even verwijzend naar de inspanning die de Maatschappij voor het Intercommunaal Vervoer te Brussel (MIVB) doet voor de voorrangsregels van de tram, ook een beetje sensibilisering gevoerd worden naar begrip van andere bestuurders ten aanzien van de buschauffeurs? Is dat de moeite waard om eens te bekijken om daartoe een inspanning te doen?
Ook met de Kusttram blijven we nogal wat ongevallen hebben. Zijn daar ook plannen – dat zal dan vooral over infrastructuur gaan – om verdere ingrepen naar beveiliging te doen?
Minister Peeters heeft het woord.
Inderdaad, de suggestie van hoffelijkheid in het verkeer en zeker ten aanzien van het collectief vervoer, zal ik zeker overmaken aan de vervoermaatschappij De Lijn, met de vraag om zeker te overwegen en/of te onderzoeken of dat een goede suggestie is.
Wat de Kusttram betreft, als men de cijfers in zijn totaliteit ziet, is het collectief vervoer, op een bus of een tram, nog altijd een van de veiligere vervoersmiddelen, maar opnieuw, elk ongeval is er een te veel. We zullen dat dus zeker ook meenemen, om te kijken wat er nog effectief kan worden ingezet om de ongevallen met de Kusttram, meestal in de zomermaanden, zoveel mogelijk te vermijden. Dat is sowieso een zaak van eenieder, want natuurlijk is elk ongeval er een te veel. Ik neem dat dus zeker mee en ik zal het ook vragen aan de vervoermaatschappij.
De vraag om uitleg is afgehandeld.