Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Vraag om uitleg over het doorbreken van het taboe op geestelijke gezondheidszorg bij kinderen en jongeren
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werden deze vragen om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Het gaat over het welzijn van jongeren in tijden van corona. Mijn vraag is: wordt er nagedacht hoe we jongeren kunnen betrekken bij het beleid door hen te bevragen wat zij aan problemen ervaren, wat zij nodig hebben en hoe zij de oplossingen daarvoor zien?
Als minister van Welzijn bent u bevoegd voor het welzijn, maar het regeerakkoord ambieert ook de eenzaamheid te bestrijden. Minister Dalle is bevoegd voor de jeugd en heeft hier uiteraard ook zijn bevoegdheid. Ziet u hier voor uzelf een coördinerende rol weggelegd vanuit uw bevoegdheid voor het welzijn van jongeren?
Mevrouw Jans heeft het woord.
Ik heb een aantal vragen over de campagne die WAT WAT op 12 oktober heeft gelanceerd. In een aantal eerdere vragen hebben we vaak gewezen op het belang van taboedoorbreking en vroegdetectie. Minister, het beleid dat u voert, is daar ook op afgestemd: vroeg detecteren, snel tussenkomen, erger voorkomen. U investeert in netwerken, in links met de integrale jeugdhulp. Er wordt ingezet op preventie om dat taboe te laten verdwijnen.
Afgelopen zomer hebben we het actieplan Zorgen voor Morgen gekend, met bijbehorende middelen. Daarover had ik een aantal vragen.
Gegeven de impact van de coronacrisis op de psychologische gezondheid en de vaststelling dat kinderen en jongeren extra worden getroffen door de coronamaatregelen, hoe kunnen we bottom-upinitiatieven versterken om hen opnieuw en sterker te connecteren in de samenleving en in hun omgeving?
Generatie Veerkracht, het actieplan voor maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren in tijden van corona, richt zich specifiek op kinderen en jongeren. Mogelijk voelen studenten zich daardoor iets minder aangesproken. Wordt er daarom samengewerkt – of is dat een denkspoor om te volgen – met de universiteiten en hogescholen om enerzijds de mentale gezondheid van studenten goed op te volgen en hen anderzijds goed toe te leiden naar het hulpverleningsaanbod, wetende dat veel mensen tussen 18 en 23 jaar er als doelgroep om bekend staan dat ze echt niet snel de stap naar professionele hulpverlening zetten?
Ten slotte, minister, welke initiatieven zult u nemen om de geestelijke gezondheidszorg voor kinderen en jongeren zo mogelijk nog toegankelijker te maken?
Minister Beke heeft het woord.
Er zijn de afgelopen periode verschillende initiatieven opgezet om de stem van kinderen en jongeren, maar ook die van hun ouders te capteren. Zo werden op verschillende regionale/provinciale tafels met cliëntvertegenwoordigers van zowel jongeren als ouders ervaringen over corona gedeeld. Het Intersectoraal Regionaal Overleg Jeugdhulp - ondersteuners neemt deze informatie mee naar de trajecten ‘verblijf na corona’.
Daarnaast is er in het kader van het actieplan Zorgen voor Morgen een ‘klankbordgroep mentaal welzijn’ opgestart, die al een aantal keer is samengekomen. Die klankbordgroep wordt getrokken door mijn kabinet en kwam de laatste keer samen op 23 september 2020. In de klankbordgroep zitten vertegenwoordigers vanuit diverse achtergronden: ouderen, het Netwerk tegen Armoede, mantelzorgers, personen met een handicap, Oudersparticipatie Jeugdhulp Vlaanderen, maar ook vanuit kinderen en jongeren, zoals de Vlaamse Scholierenkoepel, de Vlaamse Jeugdraad, de Vlaamse Vereniging van Studenten en Cachet vzw.
Er zijn ook verschillende bevragingen bij kinderen en jongeren geweest. Er was de bevraging van het Kinderrechtencommissariaat, de Kinderrechtencoalitie en het Kenniscentrum Kinderrechten. Er was de bevraging en het advies van de Vlaamse Jeugdraad, en Uit de Marge bijvoorbeeld gaf een stem aan kinderen en jongeren in maatschappelijk kwetsbare situaties. Al die bevragingen en adviezen hebben uiteraard een impact gehad op de beslissingen en de acties die we tot nu toe genomen hebben.
Een crisis van deze omvang vraagt een sterk gedeelde verantwoordelijkheid. Het voor de zomer gelanceerde plan Generatie Veerkracht, waarover hier gesproken is, is daarvan een duidelijk voorbeeld. Maar ik wil ook graag verwijzen naar het kaartspel ‘Donkere gedachten’, het recente initiatief van WAT WAT. Het kaartspel moet jongeren tussen 15 en 24 jaar helpen om moeilijk bespreekbare thema’s met elkaar te delen. WAT WAT heeft daarvoor onder meer samengewerkt met onze partnerorganisatie voor suïcidepreventie, het Vlaams Expertisecentrum Suïcidepreventie (VLESP). Ik ben blij met dit initiatief en de aandacht die er is voor het mentale welzijn, ook bij de initiatieven die andere ministers, zoals collega Dalle en ook collega Weyts, elk binnen hun bevoegdheden nemen.
Het klopt dat de impact van de coronacrisis op het welzijn van kinderen en jongeren groot is. De signalen die we vanuit Awel, nupraatikerover.be en het meldpunt 1712 bijvoorbeeld krijgen, tonen dat duidelijk aan. We hebben daarover in deze commissie al vaak van gedachten gewisseld.
Er bestaan op dit moment al heel wat initiatieven, zowel op lokaal als op Vlaams niveau, die inzetten op het blijven verbinden van kinderen en jongeren met hun omgeving en de samenleving.
Voor de groep tussen 12 en 25 jaar stel ik vast dat de OverKop-huizen ontzettend belangrijk werk verrichten. Ze zijn heel laagdrempelig, bieden tal van activiteiten aan die jongeren in contact brengen met andere jongeren en de bredere samenleving, en zijn tegelijk uitgerust om gemakkelijk te schakelen naar professionele hulpverlening. Er zijn op dit ogenblik vijf OverKop-huizen in Vlaanderen en volgend jaar zullen er dat zestien zijn. De komende drie jaar wil ik 4,8 miljoen euro uittrekken om dit mogelijk te maken. De bedoeling is dat we binnen elke regionale zorgzone ook werk maken van het realiseren van een OverKop-huis met de mogelijkheid voor antennes binnen die regionale zorgzone. Voor elk OverKop-huis is jaarlijks in 100.000 euro voorzien. De oproep hiertoe zal dit najaar de deur uitgaan.
Voor de vraag over Generatie Veerkracht verwijs ik graag naar het initiatief van minister van Onderwijs Weyts. Samen met de Vlaamse Vereniging van Studenten en professor Bruffaerts wordt er een bevraging uitgewerkt over het mentale welzijn van studenten die in alle hogeronderwijsinstellingen zal worden afgenomen. Het doel hiervan is een beeld te krijgen van het mentale welzijn van studenten in Vlaanderen en Brussel en om op basis van dat beeld specifieke, onderwijsgerelateerde beleidsaanbevelingen te formuleren richting overheid en hogeronderwijsinstellingen.
Dit alles moet ook het taboe rond mentaal welzijn doorbreken en het bewustzijn errond verhogen. In onze contacten met de Vlaamse Vereniging van Studenten benadrukken zij het belang van het versterken van de studentenverenigingen en het inzetten van studentenpsychologen. Ook dit valt binnen de bevoegdheid van de minister van Onderwijs. Ze vragen ook bijzondere aandacht voor de eerstejaarsstudenten. Daar houdt collega Weyts rekening mee in de nieuwe richtlijnen voor de hogescholen en universiteiten in code oranje.
Welke initiatieven zal ik nemen om onze geestelijke gezondheidszorg voor kinderen en jongeren nog toegankelijker te maken? In het actieplan Zorgen voor Morgen zijn verschillende maatregelen opgenomen die tot doel hebben om niet alleen de brede bevolking, maar ook specifieke doelgroepen te ondersteunen en te versterken. Daartoe hebben we de psychosociale ondersteuning die door de Centra Algemeen Welzijnswerk (CAW’s) wordt geboden, versterkt ter hoogte van 3,4 miljoen euro. Dat komt ook ten goede aan jongeren met psychosociale noden.
Ook versterken we de basiswerking van de centra voor geestelijke gezondheidszorg (CGG’s) voor alle leeftijdsgroepen. Hiervoor investeer ik structureel in een bedrag van 3,3 miljoen euro. Daarnaast wordt er in een extra investering van 1,5 miljoen euro voorzien in de kinder- en jongerenteams van de CGG’s vanuit het uitbreidingsbeleid in de geestelijke gezondheidszorg.
We nemen deze specifieke focus omdat we vanuit het beleid sterk willen inzetten op de psychische noden van kinderen en jongeren en op het verminderen van de wachttijden voor hen. We bekijken momenteel samen met de CGG’s hoe deze bijkomende middelen kunnen worden ingezet daar waar de noden op dit moment het hoogst zijn.
Daarnaast zal er in de beleidsperiode 2018-2021 een extra budget van 9 miljoen euro worden geïnvesteerd in rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp voor de uitbreiding van de samenwerkingsverbanden 1Gezin1Plan. We willen deze extra capaciteit al vanaf 2020 mogelijk maken, zodat kinderen, jongeren en gezinnen bij wie er door de gevolgen van de coronacrisis een ondersteuningsnood is, er ook al op kunnen rekenen.
Uit de eerste projectfase kunnen we alvast concluderen dat 1Gezin1Plan een belangrijke schakel vormt tussen de basisvoorzieningen en het meer gespecialiseerde aanbod. In elk team 1Gezin1Plan wordt voorzien in een eerstelijnspsychologische functie die laagdrempelige en kortdurende zorg en ondersteuning biedt aan kinderen en jongeren met milde tot matige psychische klachten en hun contextfiguren, gericht op het verhogen en herstellen van hun veerkracht.
Verder blijven we inzetten op vroegdetectie en vroeginterventie van psychische problemen via het programma Connect dat binnen de netwerken geestelijke gezondheid kinderen en jongeren wordt uitgevoerd. Hierin investeren we jaarlijks 2,3 miljoen euro.
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. We weten allemaal dat jongeren het bijzonder moeilijk hebben. Als volwassene is het niet gemakkelijk in deze gezondheidscrisis, maar voor jongeren, juist op het moment dat schoolvrienden heel belangrijk zijn, is dit des te pijnlijker. Het is echt in ieders belang dat wij ten volle inzetten op het welzijn van jongeren. Zo moeten we hen betrekken bij de beslissingen die genomen worden. We moeten ook echt inzetten op het informeren van onze jongeren, want we zijn er ons onvoldoende van bewust dat jongeren niet de traditionele kanalen gebruiken en dat we dus vooral moeten inzetten op sociale media.
Dit is ook het momentum om het taboe omtrent geestelijke gezondheidszorg meer te doorbreken.
Ik heb nog een vraag over de CLB's omdat zij ook een belangrijke rol spelen in het detecteren van problemen bij jongeren. Op dit moment zijn zij volop bezig met contacttracing en hebben ze niet zoveel tijd meer om die problemen te detecteren. Hebt u er enig zicht op hoe dit loopt in de scholen?
Mevrouw Jans heeft het woord.
Minister, ik heb geen bijkomende vragen. Ik wil u danken voor het overzicht dat we hebben gekregen. Het is positief om te zien dat wanneer we spreken over het doorbreken van het taboe omtrent mentale veerkracht van kinderen en jongeren, er vanuit verschillende beleidsdomeinen initiatieven worden genomen in samenspraak met elkaar, zowel binnen het beleidsdomein Onderwijs als binnen Jeugd, met Generatie Veerkracht. Ik ben een groot believer van de OverKop-huizen. Dank dat u daarop inzet in elke regio, met nog eens antennes om kort bij de mensen te komen. Naast het versterken van de CAW’s en de CGG’s, meer specifiek de kinderen- en jongerenteams, maken we zo plekken waar jongeren zonder schroom binnen kunnen stappen met eender welke vraag. Daar liggen veel antwoorden op vele vragen die we hier stellen. Ik ervaar dit als positief, maar ik zal uw antwoord zeker nog eens nalezen om het overzicht te behouden.
De heer Parys heeft het woord.
Minister, ik neem even de resolutie inzake eenzaamheid erbij die we in de vorige legislatuur hebben goedgekeurd. Daarin hebben we gevraagd om van eenzaamheid een transversaal beleidsthema te maken dat gevolgd wordt door de minister van Welzijn als coördinerend minister, met als vooropgesteld resultaat een aantal weloverwogen acties in alle beleidsdomeinen. Voorbeelden daarvan zijn de inrichting van de openbare ruimte, de toegankelijkheid van het sociaal-cultureel verenigingsleven, het jeugdwerk, het stimuleren van buurtinitiatieven en het structureel aanpakken van uitsluiting. Wat is de stand van zaken met betrekking tot jongeren in die transversale aanpak van eenzaamheid, die u als coördinerend minister over alle beleidsdomeinen heen samenbrengt?
Ik heb nog een vraag over de initiatieven die Ariane Bazan, hoogleraar klinische psychologie en psychopathologie aan de ULB, naar voren heeft gebracht in een oproep om jongeren niet te stigmatiseren en niet lijdzaam toe te zien, maar om proactief te werken en samen te kijken wat mogelijk is. Hoe kunnen jongeren bijvoorbeeld op een alternatieve manier feesten? Hoe kunnen ze op een alternatieve manier dansen? Kan de kunstensector hierin betrokken worden? Minister, ziet u daar een gat waarin u initiatieven kunt ontwikkelen?
Inzetten op sociale verbinding is een must. Mensen moeten, zeker vandaag, het gevoel krijgen dat er nog iets positiefs is om naar uit te kijken en dat er niet alleen maar heel deprimerende boodschappen uitgezonden worden. Daarin kunnen goede praktijkvoorbeelden een rol spelen. Kunt u samen met de minister van Jeugd kijken hoe jongeren en influencers ingezet kunnen worden om die rol op te nemen en perspectief te geven en om in rechtstreekse communicatie met de jongeren te treden?
Mevrouw Groothedde heeft het woord.
Minister, de collega heeft een punt. Voor een aantal problemen biedt deze crisis echt een kans. Jongeren, en kinderen trouwens ook, kunnen zelf heel veel oplossingen aanreiken als we er goed mee in dialoog gaan. Recent heeft A Seat At The Table, een samenwerkingsinitiatief van jonge ondernemers, samengewerkt met het UZ Brussel, waarbij zij in dialoog gingen over op welke manier jongeren en kinderen bewuster kunnen worden gemaakt van de risico's van COVID-19 en de exponentieel stijgende cijfers.
In die zin mis ik wat de innovatie die nodig is om hen te bereiken. Er worden in de media een aantal initiatieven genomen en er zijn een aantal privé-initiatieven, maar echte samenwerking vanuit uw kabinet met de jongeren zie ik nog niet zo vaak gebeuren. Het kan nochtans heel veel kansen bieden voor uw beleid. Ik wil u daartoe uitnodigen. Welke initiatieven bent u op dit moment voornemens te nemen?
Als het gaat over mentaal welzijn, is het natuurlijk fijn om met iemand te praten, maar soms is er professionele geestelijke hulpverlening nodig om hiermee om te gaan. Dit is een crisissituatie die voor jongeren en kinderen niet evident is. U hebt zelf de CGG's al aangehaald. Vlaanderen heeft veel hefbomen in handen. Het is echter een heel oud zeer dat jongeren lang moeten wachten op geestelijke gezondheidszorg bij de CGG’s, omdat de vraag daar al jaren overweldigend is. Kunt u info geven over hoe het momenteel staat met de vraag naar geestelijke gezondheidshulp bij de CGG’s en de wachtlijsten? Zijn de wachtlijsten aan het oplopen of net aan het afnemen? Kunt u daarop ingaan?
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Collega's, ik sluit me graag aan bij deze vraagstelling. Het is een thematiek die we in de commissie Jeugd al veelvuldig hebben besproken, namelijk hoe het algemeen welzijn van onze kinderen en jongeren in deze periode extra onder druk komt te staan. Inzake de manier van communicatie ben ik heel blij dat er maximaal ingezet is op het uitwerken van informatie op maat van kinderen en jongeren. We zien ook in de cijfers dat we op dat vlak een heel grote stap voorwaarts hebben gezet, maar de juiste boodschap bij mensen krijgen, blijft uiteraard een uitdaging. Zoals gezegd, zijn er op dat vlak heel grote stappen gezet. Ik ben ook blij te horen dat er een heel nauwe samenwerking is tussen het beleidsdomein Jeugd en de kanalen die daar worden gebruikt en Welzijn.
Ik wil u ook danken voor het extra budget dat gevrijwaard wordt om kinderen en jongeren bij te staan op het moment dat ze het moeilijk hebben.
Ik wil tot slot aandacht vragen voor de betrokkenheid van kinderen en jongeren bij het begin van het proces, bij het nemen van maatregelen. Ik heb van u vernomen dat u dat doet en hen betrekt in de taskforce. Dat is cruciaal. Op het moment dat we maatregelen nemen, is het belangrijk om hen rond de tafel te hebben om te vermijden dat er conflicten ontstaan als er beslissingen genomen worden. Ik moet vaststellen dat dat niet voor alle beleidsdomeinen in Vlaanderen en op het federale niveau even accuraat gebeurt. Wilt u samen met minister Dalle binnen de regering oproepen om daar aandacht voor te hebben, zodat op het moment dat er beslissingen worden genomen, kinderen en jongeren mee aan tafel zitten om van bij de start aandacht te hebben voor hun algemeen welzijn?
Minister Beke heeft het woord.
Mevrouw Saeys, u had een vraag over de inzet van de CLB's voor contacttracing en hun capaciteit voor andere zaken. Ik kan daar niet onmiddellijk op antwoorden. U kunt die vraag het best eens aan minister Weyts stellen. Ik kan u wel zeggen dat wij samen in overleg zijn om te kijken hoe we daar breder op kunnen ingaan.
Mevrouw Jans, de bredere bekendmaking is een belangrijke zaak waar we op sociale media aan werken. Zo is er onlangs de NokNok-campagne met influencers geweest om de bekendheid te vergroten.
Wat de resolutie betreft, ontwikkelen we een doelstellingenkader om een horizontaal plan te ontwikkelen.
Wat de doelgroepencommunicatie betreft, is er overleg met minister Dalle en minister Somers om aan een doelgroepgerichte communicatie te werken.
Mevrouw Groothedde, er zijn een aantal schriftelijke vragen over de wachtlijsten gesteld, maar ik heb die cijfers niet bij me. Wat ik wel kan zeggen, is dat we verder investeren in de CGG’s en in de kinderen- en jongerenteams van de CGG’s om op die manier aan de wachtlijsten tegemoet te komen. Ik wil nog eens herhalen dat in de ‘1Gezin1Plan’-samenwerkingsverbanden eerstelijnspsychologen zitten die voor geestelijke gezondheidszorg voor kinderen en jongeren zorgen.
Mevrouw Rombouts, de klankbordgroep is belangrijk. We hebben dat al van in het begin gedaan. Zowel tijdens de opmaak van de plannen als bij de start van het actieplan hebben we met dit belangrijke element rekening gehouden.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.