Verslag vergadering Commissie voor Wonen en Onroerend Erfgoed
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Smeyers heeft het woord.
Minister, ASTER (Access to Sustainability for Tenants through Energy Effective Retrofit), is een coöperatieve vennootschap van huisvestingsmaatschappijen die tot hoofddoel heeft aan de behoeften en noden te voldoen van de huisvestingsmaatschappijen, al dan niet aandeelhouder van ASTER zelf, onder meer door met hen overeenkomsten te sluiten over de levering van goederen en diensten, meer specifiek in het kader van het verduurzamen van de energie- en isolatiebehoeftes van sociale woningen.
Elke huisvestingsmaatschappij heeft in december van vorig jaar een indicatief overzicht gekregen van haar zonnepotentieel. Dat was interessant. Daarnaast kregen de huisvestingsmaatschappijen ook de statuten van ASTER en een modelbeslissing voor hun raad van bestuur. Ze hadden tot 1 maart 2020 de tijd om te beslissen of ze wilden participeren in ASTER. Op 26 oktober aanstaande zal ASTER officieel worden opgericht. Op die dag zullen 41 huisvestingsmaatschappijen de oprichtingsakte ondertekenen. De overige 23 aandeelhoudende huisvestingsmaatschappijen zullen eveneens aanwezig zijn.
Op 3 februari heb ik u al een aantal vragen gesteld over ASTER. Tijdens de commissievergadering van 5 maart had ook collega Moerenhout het over ASTER. In antwoord op een schriftelijke vraag van collega Moerenhout zei u dat het ASTER-project een initiatief is van de Vereniging van Vlaamse Huisvestingsmaatschappijen (VVH) en dat het ook hun uitdrukkelijke bedoeling is om een volledig privaatrechtelijke coöperatieve vennootschap op te stellen. Het is dus zeker geen woonactor of sociale woonorganisatie, erkend op basis van de Vlaamse Wooncode. Dat hebt u uitdrukkelijk uitgesloten en duidelijk gesteld. Op 10 maart 2020 heeft de VVH toelichting gegeven bij de ontwerpstatuten van de nog op te richten vennootschap. In het antwoord aan mevrouw Moerenhout benadrukte u ook dat in dit traject Wonen-Vlaanderen, noch de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW), noch uzelf of uw kabinet betrokken zijn of mee optreden.
De vragen om toelichting betroffen vooral de mogelijkheden tot het houden van toezicht op de besteding van de gelden die vanuit de huisvestingsmaatschappijen, als aandeelhouders en als medeoprichters, naar ASTER zouden vloeien, en daarmee samenhangend de toepassing van de wet op de overheidsopdrachten, iets wat bij huisvestingsmaatschappijen in het algemeen in de gaten moet worden gehouden. Maar het gaat hier nu niet over een huisvestingsmaatschappij, zoals u duidelijk hebt gesteld.
De VVH heeft op het overleg aangevoerd dat de opdrachten van de op te richten ASTER-vennootschap beschouwd moeten worden als zogenaamde inhouseopdrachten van huisvestingsmaatschappijen, waardoor het ASTER-vehikel volledig onderworpen is aan de wetgeving overheidsopdrachten. Dat is dan al duidelijk. De VVH zal over dit en een aantal andere inzichten nog verduidelijking scheppen aan de administratie, onder andere wat betreft de consequenties en de voorwaarden van de andere doelen en activiteiten van de coöperatieve vennootschap in oprichting.
Minister, wat leverde de toelichting over de ontwerpstatuten op? Welke concrete mogelijkheden tot toezicht op de besteding van gelden vanuit de huisvestingsmaatschappijen naar ASTER heeft men? Is de verduidelijking aan de administratie, onder andere over de consequenties en de voorwaarden van de andere doelen die in de statuten staan, er intussen gekomen?
Minister Diependaele heeft het woord.
Naar aanleiding van de toelichting van 10 maart 2020 en de gedachtewisseling die daarop volgde, heeft de VVH aangegeven dat de ontwerpstatuten nog zouden worden aangepast, zodat ASTER cv in aanmerking zou komen voor een erkenning als sociale onderneming, wat een minimale vereiste zou vormen om het toelaatbaar te stellen dat sociale huisvestingsmaatschappijen erin zouden participeren.
De toelichting heeft er de VVH naar eigen zeggen ook toe gebracht om een aantal bijkomende technische verduidelijkingen aan te brengen aan de ontwerpstatuten, omdat ze aanleiding konden geven voor interpretaties die een participatie door een SHM zouden problematiseren, onder meer wat de andere doelen en activiteiten betreft.
Na de toelichting van 10 maart 2020 heeft de VVH op 7 april 2020 aangepaste ontwerpstatuten bezorgd. Mijn administratie heeft de VVH op 8 mei 2020 op de hoogte gebracht dat sommige van de aangekondigde aanpassingen om als sociale onderneming te kunnen worden erkend, wellicht per vergissing nog niet integraal waren doorgevoerd.
Tijdens een vervolgoverleg op 20 mei 2020 informeerde de VVH de administratie dat de oprichting van ASTER cv wellicht zou worden uitgesteld tot na de zomer en dat van de administratie geen verdere input meer werd verwacht voor wat de statuten van ASTER cv betreft. De VVH engageerde zich daarbij ook om de ontwerpstatuten van ASTER cv te laten aanpassen aan de opmerkingen die op 8 mei 2020 waren bezorgd.
Belangrijk is om te duiden dat de VVH op deze vergadering expliciet stelde dat ze geen verdere ondersteuning verwachtte van Wonen-Vlaanderen met betrekking tot de oprichting van ASTER cv en de participatiemogelijkheden daarin van een SHM. Onze administratie is bijgevolg niet meer betrokken geweest bij de totstandkoming van de definitieve statuten op basis waarvan ASTER officieel zal worden opgericht.
Initieel was het voor het toezicht belangrijk om na te gaan of de wetgeving overheidsopdrachten door ASTER werd gerespecteerd omdat ASTER wordt aanzien als een publiekrechtelijke instelling conform de EU-richtlijn. Dit bleek het geval te zijn. ASTER zal de nodige procedures organiseren conform de wetgeving overheidsopdrachten binnen de inhousesystematiek. Concreet betekent dit dat ASTER cv min of meer als een interne dienst van de gezamenlijke SHM’s en de VVH kan worden beschouwd overeenkomstig artikel 30 van de wet op de overheidscontracten. De toezichthouder is evenwel niet bevoegd om op ASTER cv en de gunningen van ASTER cv rechtstreeks toezicht uit te oefenen. De toezichthouder kan enkel de SHM’s desnoods op hun verantwoordelijkheid in deze zaak wijzen.
De VVH verzekerde dat de inbreng van SHM’s die willen participeren in ASTER cv, wordt beperkt tot 1000 euro cash per SHM en het engagement om de daken die daarvoor dienstig zijn, ter beschikking van ASTER cv te stellen om PV-installaties op te kunnen plaatsen.
Het nemen van een participatie vergt een beslissing van de raad van bestuur van een SHM, en op die beslissingen kan de toezichthouder zo nodig toezicht uitoefenen. Wanneer zou blijken dat er bijvoorbeeld een grotere participatie zou worden genomen, zal die participatie worden beoordeeld op basis van de contextfactoren die zich op dat moment aandienen, zo nodig in samenwerking met de toezichthouder die dan dwingend zou kunnen optreden.
Om in de toekomst een beter zicht op en betere controle over participaties te hebben, plan ik een decreetswijziging die de toekomstige woonmaatschappijen zal verplichten om het nemen van een participatie voorafgaandelijk voor goedkeuring aan mij voor te leggen.
Mevrouw Smeyers heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw verduidelijking. Het is inderdaad goed dat die ontwerpstatuten zijn voorgelegd en blijkbaar ook nog wat zijn aangepast. Voor de rest werkt de VVH autonoom en heeft ze ook te kennen gegeven geen ondersteuning van de administratie nodig te hebben. Uw antwoord was daar heel duidelijk over.
De vraag naar toezicht op de sociale huisvestingsmaatschappijen kan niet rechtstreeks aan ASTER worden gevraagd, want dat is geen huisvestingsmaatschappij, wel onrechtstreeks via de participatie van de SHM's, die dus al beperkt zijn in hun participatie. De omvang van die participatie binnen ASTER door de individuele huisvestingsmaatschappijen is beperkt. Dat zit dus goed en zal wel worden opgevolgd.
De vraag om uitleg is afgehandeld.