Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Vraag om uitleg over de invoering van een capaciteitstarief in 2022
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werden deze vragen om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Van Rooy heeft het woord.
De Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt (VREG) wil de tariefstructuur voor elektriciteit hervormen om zo het gedrag van de consumenten, gebruikers, Vlamingen te sturen. Dat op zich vind ik al een vrij gruwelijke gedachte. De bedoeling daarachter is om pieken in het elektriciteitsverbruik te vermijden. Met deze hervorming wil de VREG dat wie een stroompiek veroorzaakt – we zullen dadelijk zien wat dat dan betekent – meer zal moeten betalen aan netkosten. Wie geen of lagere pieken veroorzaakt en zijn stroomverbruik meer spreidt of kan spreiden, wie dus zijn of haar verbruikersgedrag aanpast, zou minder moeten betalen of misschien evenveel als nu, wie zal het zeggen. Op deze manier zal niet langer het totaal aantal verbruikte kilowatturen de doorslaggevende factor zijn voor de netkosten, maar het piekvermogen. Dat heet dan een capaciteitstarief.
De VREG beweert dat op deze manier 60 procent van de gezinnen beter af zal zijn of minder dan 10 procent meer netkosten zal moeten betalen. Dat is op zich al een vrij sluwe manier om aan 60 procent te komen. Het zullen dus gezinnen zijn die misschien beter af zijn of ‘slechts’ 10 procent meer netkosten zullen moeten betalen. Dat betekent dus wel dat voor 40 procent van de Vlaamse gezinnen de stroomfactuur aanzienlijk duurder zal uitvallen.
Het is voor de gemiddelde werkende Vlaming vrijwel of totaal onmogelijk om geen piek te veroorzaken nadat men bijvoorbeeld ‘s avonds thuiskomt van het werk. Koken na het werk met de oven en een elektrisch vuur terwijl de vaatwasmachine en de wasmachine draaien, kunnen potentieel al leiden tot een piek hoger dan de limiet van 3,15 kilowatt. Ook een feestje of een etentje met vrienden thuis zal een aanzienlijk verhoogde elektriciteitspiek met zich meebrengen, waardoor mensen een hogere elektriciteitsfactuur zullen krijgen. In zulke gevallen zal men voor de maand waarin de piek plaatsvond meer moeten betalen aan netkosten.
Bovendien zal elk gezin vanaf 2022 een minimumbijdrage moeten betalen die overeenkomt met een piekverbruik van 2,5 kilowatt. Daar zullen voornamelijk kotstudenten of mensen met een tweede verblijf het slachtoffer van worden. Maar ook een koppel zonder kinderen zal bijvoorbeeld een meerkost betalen van 26,6 procent.
Het is heel ironisch dat de echte winnaars bij het capaciteitstarief de grootverbruikers zullen zijn, namelijk bedrijven die heel veel op een constante manier elektriciteit verbruiken. Zij kunnen namelijk op een gemakkelijkere manier hun verbruik slim spreiden en dus veel meer elektriciteit verbruiken tegen een lagere prijs. De mensen die het al financieel moeilijker hebben en ook de laatsten zullen zijn om de overstap naar bijvoorbeeld een elektrische wagen of een warmtepomp te maken, zullen het hardst getroffen worden. Volgens mij gaat het ongeveer om 100.000 Vlaamse gezinnen die meer zullen moeten betalen aan netkosten.
Minister, ik heb gezien dat u zich ook zorgen maakt. Schaart u zich achter de beslissing van de VREG? Indien niet, waarom niet en welke aanpassingen zouden gemaakt kunnen worden?
Volgt u de redenering van de VREG dat het capaciteitstarief zal leiden tot een meer in de tijd gespreid stroomverbruik en minder pieken? Zal dat effectief het gedrag van mensen sturen, zoals gewenst? Indien ja, waarom?
U kondigde aan rond de tafel te willen gaan zitten met de VREG. Waarom hebt u dit niet al vroeger gedaan? Is er ondertussen reeds overleg geweest? Indien ja, wat was de uitkomst hiervan? Indien niet, wanneer staat er een overleg gepland?
Plant de Vlaamse Regering aanvullende maatregelen te nemen die de onrechtvaardige verhoging van de elektriciteitsfactuur tegen zullen gaan? Zo ja, om welke maatregelen gaat het, voor welke gezinnen en voor welke gebruikers?
Mijn vijfde vraag is toch wel de hamvraag. Ik heb hier een aantal cijfers genoemd die de VREG zelf heeft gelanceerd, maar daar is toch nog veel onduidelijkheid over. Voor hoeveel procent van de Vlaamse gezinnen zal het capaciteitstarief voor de netkosten een meerkost met zich meebrengen indien zij hun gedrag niet kunnen of willen aanpassen? Hoeveel zal deze meerkost bedragen? Is dat al gedetailleerd berekend? Indien niet, wanneer zal die gedetailleerde berekening er dan komen?
Bent u bereid om in samenwerking met de distributienetbeheerders een langetermijnplan uit te werken om de stabiliteit van het stroomnet te verbeteren, want dat is deels de oorzaak van dit nieuwe tarief? De consument, die vaak haast niet anders kan dan op een bepaald moment veel stroom te verbruiken, hoeft dan niet op te draaien voor de kosten van deze energietransitie.
De heer Schiltz heeft het woord.
De context is door de heer Van Rooy, weliswaar in een ietwat gekleurde versie, al geschetst.
U herinnert zich ongetwijfeld de toch wel pittige debatten die we met de regulator aan het einde van het vorige zittingsjaar over het capaciteitstarief hebben gehad. U weet ook allemaal dat de regulator geen politiek orgaan is, het is een onafhankelijk orgaan dat zijn eigen beslissingen kan nemen. Er zijn tussen het parlement en de regulator wel discussies over hoe ver die autonomie mag en kan reiken, maar daarover later meer.
Minister, ik denk dat het onderzoek naar een capaciteitstarief nodig en nobel is, en dat dat veel positieve effecten voor het elektriciteitsnet en de transitie naar een schoner en betaalbaarder energiesysteem met zich mee kan brengen. We mogen natuurlijk niet vergeten dat als we geen enkele prijsimpuls aan het gebruik van capaciteit geven, er dan enorme investeringen op ons afkomen en de netkosten enorm zullen toenemen. Het is niet alleen een handig trucje, mijnheer Van Rooy, dat heel selectief bepaalde mensen zal treffen. Het is de bedoeling om voor alle consumenten kosten te besparen. Natuurlijk zijn er grote vragen, bij de minister, bij de collega’s en bij mezelf over de impact van dat tarief. Sta mij toe om te stellen dat elk belastingsysteem, of het nu over fiscaliteit gaat of een andere belasting, een sturend effect heeft. Collega Van Rooy, het gaat er dus niet over dat we nu plots een sturend effect willen invoeren, want dat is er al. Mensen worden nu gemotiveerd of gestimuleerd om ’s nachts meer te verbruiken, met bijvoorbeeld het nachttarief. Nu gaat het over hoe we die sturende effecten kunnen aanwenden om kosten te besparen en de omslag naar een hernieuwbaar energiesysteem te bevorderen.
Grote hamvraag is: waar vallen de lasten en waar de lusten? De VREG heeft hierrond een aantal simulaties gelost, maar er zijn nog altijd bedenkingen en vragen over. Zullen de mensen die door de komst van het capaciteitstarief zwaar getroffen worden de tijd en de middelen hebben om zich aan te passen? Kunnen zij die grote prijsklap vermijden? Het kan niet de bedoeling zijn dat er een enorm Mattheuseffect optreedt en dat mensen die het al moeilijk hebben de dupe worden van de verandering van het capaciteitstarief. Ik pleit er zeker en vast niet voor om het capaciteitstarief over boord te gooien. Ik denk dat de discussie vooral gaat over de manier waarop we de omslag naar dat tarief of de introductie van dat tarief moeten begeleiden.
Minister, u hebt terecht een aantal bedenkingen gelanceerd. Graag wil ik u daarom de volgende vragen stellen.
Welke kansen ziet u voor netgebruikers bij de invoering van het capaciteitstarief? Hoe kan dit de energietransitie en de Vlaamse doelstellingen versterken?
Hoe wilt u de netgebruikers overtuigen van de voordelen van een capaciteitstarief? Het is altijd makkelijk om de mensen bang te maken voor prijsstijgingen, maar we hebben zeker en vast ook de verantwoordelijkheid om hen op de mogelijkheden te wijzen.
Kunt u de commissie nog eens in herinnering brengen welke bedenkingen en bezorgdheden u hebt bij het capaciteitstarief?
Ten slotte sluit ik me aan bij een aantal vragen die de heer Van Rooy ook heeft gesteld met betrekking tot uw overleg met de regulator. Heeft dat al plaatsgevonden, hoe ver staat dat?
U hebt ook aangekondigd, terecht, dat flankerende maatregelen zouden worden bekeken om net de impact voor de meest kwetsbare categorieën te bufferen. Hebt u daar suggesties over? Kunt u daar al iets over vertellen? Hoe ver staat het daarmee? Ik heb bijvoorbeeld begrepen dat u een besluit hebt genomen om de afschaffing van het nachttarief te bufferen. Graag enige duiding in de plannen van de regering om mogelijks met flankerende maatregelen te komen.
Minister Demir heeft het woord.
Collega’s, bedankt voor de verschillende vragen en bedenkingen.
Ik zal beginnen met het capaciteitstarief te situeren. Zoals u weet, bestaat het al voor grootgebruikers. Het capaciteitstarief voor gezinnen maakt ongeveer 20 procent uit van de energiefactuur, het gaat hier niet over de hele factuur.
Ik wil nog eens beklemtonen dat jullie als parlementsleden de enigen zijn die macht hebben over de VREG. De VREG zal alleen verantwoording afleggen aan het parlement. Ik zal straks het relaas geven van de gesprekken die ik tot nu toe heb gehad met de VREG. Van een aantal zaken is me nog altijd niet duidelijk wat het effect zal zijn maar ik dring er nogmaals op aan dat de VREG, vooraleer over te gaan naar een nieuwe tarifering, daarover verantwoording aflegt aan jullie. Ik stel voor om de VREG nog eens uit te nodigen en hen over de laatste details te ondervragen. Ik vind dat zij te snel over een aantal zaken gaan. Ik doe mijn werk vanuit het kabinet maar de VREG is verplicht verantwoording af te leggen aan het parlement en helaas niet aan mij.
Door de toenemende elektrificatie van onder andere transport en verwarming in combinatie met meer decentrale elektriciteitsopwekking via zonnepanelen zullen onze distributienetten in de toekomst blootgesteld worden aan steeds grotere piekbelastingen. Om dit op te vangen zullen de distributienetbeheerders op termijn mogelijk zware investeringen moeten uitvoeren om hun netten te versterken. De kosten van deze investeringen zullen uiteindelijk aan alle netgebruikers doorgerekend worden via de nettarieven. Ofwel kan men alle kabels en netten vernieuwen, wat gigantisch veel geld kost, ofwel kan men het capaciteitstarief overwegen om de beschikbare capaciteit van de distributienetten beter te benutten. Daardoor zullen minder nettariefinvesteringen nodig zijn wat resulteert in een lager distributienettarief.
Op die manier wil de VREG de netgebruikers via het capaciteitstarief aansporen om slimmer om te gaan met hun elektriciteitsverbruik en om hoge piekbelastingen te vermijden. Niet enkel de hoeveelheid elektriciteit is van belang maar ook de mate waarin men zijn verbruik spreidt. In het kader van een betaalbare energietransitie is de invoering van het capaciteitstarief volgens de VREG noodzakelijk.
Niet alleen wij maar ook middenveldorganisaties en burgers hebben daar heel wat vragen bij. Voor de VREG daarover gaat communiceren, moeten alle modellen goed worden uitgevoerd.
Meer dan dertig jaar geleden is het systeem van dag- en nachttarief ingevoerd. Ook daar heeft het enkele jaren geduurd voor iedereen doorhad hoe het systeem werkte, hoe men dat moest gebruiken, vanaf wanneer enzovoort. Sommigen onder ons kennen dus misschien uit het verleden al een dergelijk systeem met dag- en nachttarieven.
Volgens de VREG biedt de invoering van het capaciteitstarief voordelen. Zoals u weet, en wellicht ook in de media hebt gelezen, ben ik bezorgd over de impact die het capaciteitstarief zal hebben op de netfactuur van sommige netgebruikers. Het is daarom belangrijk dat de VREG iedereen daar duidelijk over informeert, en ook over de mogelijkheden om de eventuele impact op de factuur zo klein mogelijk te houden.
Daarnaast wordt het dag- en nachttarief en exclusief nachttarief afgeschaft en worden de voordelen, verbonden aan het exclusief nachttarief, uitgefaseerd en op termijn ook afgeschaft. Voor wat betreft het exclusief nachttarief kan het huidige voorstel van de VREG vanaf 2021 een beduidende financiële impact hebben, vooral op gezinnen die verwarmen met accumulatieverwarming.
Daarom voer ik voor die doelgroep alvast flankerende maatregelen in. De regering heeft, op mijn voorstel, beslist om wie met exclusief nachttarief verwarmt, flankerend te begeleiden. Voor die groep zullen we de premies voor een warmtepomp en warmteboiler met 20 procent verhogen. De premies voor dak-, muur-, vloerisolatie en hoogrendementsglas zullen we met 50 procent verhogen.
In het kader van de evaluatie van de energieleningen in het najaar zal ik een uitbreiding van de doelgroep van de 0 procentleningen met de categorie van gezinnen met exclusief nachttarief invoeren. Op die wijze zullen die huishoudelijke afnemers, los van enig ander statuut, ook in aanmerking komen voor dat gunstige tarief. Daarnaast kunnen gezinnen uiteraard ook een beroep doen op de energiehuizen. Ik heb voor die groep dus flankerende maatregelen genomen.
Collega Van Rooy, ik ben natuurlijk gaan samenzitten op het moment dat de VREG op 13 augustus zijn beslissing over de tariefmethodologie voor 2021 en de tariefstructuur 2022 bekend heeft gemaakt. Of we dat nu leuk vinden of niet, de VREG werkt onafhankelijk. Ik heb daar niks over te zeggen. Jullie hebben daar, denk ik, nog wat meer over te zeggen. Gebruik dus alstublieft die macht die jullie hebben.
Reeds voor 13 augustus hadden mijn administratie en mijn kabinet wel al een aantal opmerkingen en bedenkingen aan de VREG overgemaakt. Na de formele beslissing hebben we samen met de VREG de mogelijke impact van het capaciteitstarief op de netfactuur van de verschillende doelgroepen verder besproken. Daarbij is de impact bij bepaalde doelgroepen, meer specifiek wat betreft de doelgroep met uitsluitend nachttarief, verder duidelijk geworden. We spraken ook af om, elk binnen zijn eigen bevoegdheid, na te gaan welke flankerende maatregelen moeten worden genomen.
Voor de groep van uitsluitend nachttarief heb ik dus zelf voor flankerende maatregelen gezorgd, maar ik heb ook aan de VREG gevraagd om die tarifering zelf ook wat te spreiden. Het kan niet dat de grootste financiële impact bij mensen zit die een klein gebruik hebben. Persoonlijk versta ik dat niet. Maar de VREG staat daarop. Zij zeggen dat het zo is. Ik denk dus dat daar wel ergens een verschuiving moet gebeuren bij degenen die nu bij de tarifering van de VREG een groot voordeel hebben. Verschillende parlementsleden hebben al verwezen naar mensen die al heel wat hebben inzake elektrificatie.
Er moet dus ergens wel een verschuiving van de financiële impact gebeuren van diegenen die er nu een heel groot voordeel uithalen naar diegenen die redelijk zwaar getroffen worden. Dat zijn dan de mensen met een klein verbruik. Dat is wat ik heb gevraagd aan de VREG, maar ik heb daar tot op heden nog geen antwoord op gehad. Ik denk dat ze ervan uitgaan dat ze geen rekening moeten houden met mijn bedenking. Het zou veel fairder zijn om het wat meer te spreiden. Dus nogmaals, ik hoop dat jullie – jullie hebben daar wat meer impact op – dat ook aan hen overbrengen als ze worden uitgenodigd in het parlement om toelichting te geven over de maatregelen.
Op 1 oktober is de VREG gestart met de consultatie over een voorstel tot wijziging van de tariefmethodologie voor de periode 2021-2024. Daarin stelt de VREG een alternatief voor, een geleidelijke afbouw van de korting op het ODV-tarief (openbaredienstverplichting) voor het exclusief nachtverbruik. Deze korting bedraagt 75 procent in 2020. In het gewijzigde voorstel, na mijn bespreking met hen, wordt de korting verminderd tot 70 procent in 2021. Daarna is er een reductie met 10 procent per jaar tot in 2028. In het initiële voorstel van de VREG werd de korting onmiddellijk verlaagd naar 40 procent met daarna een reductie met 10 procent per jaar tot in 2025. Het is goed dat men dit nu geleidelijk aan gaat spreiden tot 2028. De consultatie loopt tot en met 15 november. De combinatie van de flankerende maatregelen die ik zelf heb ingevoerd en het aangepast en verbeterd voorstel van de VREG zullen de impact voor deze doelgroep wel beperken en deze gezinnen ook ruimte en tijd geven om hun verbruik van elektriciteit sterk te verminderen door hun woning grondig te isoleren en over te schakelen naar performantere verwarmingsinstallaties.
Dan kom ik tot de kosten voor het onderhoud van de openbare verlichting. Het heeft mijn voorkeur om deze kosten op korte termijn uit de nettarieven te halen. Over de exacte datum moet ik nog in overleg treden met de coalitiepartners, maar het lijkt me aangewezen om dit samen met de invoering van het capaciteitstarief te laten ingaan. Op die manier wordt de kost ook naar beneden gehaald. Ik hoop op die manier zo weinig mogelijk impact van het capaciteitstarief te laten voelen.
Dan was er de vraag over de investeringen door Fluvius. Ik zal er sowieso op toezien dat de distributienetbeheerders voldoende blijven investeren in hun netten. We hebben dit ook opgenomen in de beleidsnota als een operationele doelstelling. In het kader van de omzetting van de Vierde Elektriciteitsrichtlijn naar Vlaamse regelgeving zal de distributienetbeheerder een transparant investeringsplan moeten opstellen, waarbij de distributienetbeheerders op korte en op lange termijn zullen moeten aangeven welke investeringen er nodig zijn om te voldoen aan de toekomstige noden van verbruikers met warmtepompen en elektrische voertuigen, zoals de aansluiting van decentrale productie-eenheden.
De heer Van Rooy heeft het woord.
Minister Demir, u hebt lang geantwoord, maar ik heb op veel van mijn vragen geen echt antwoord gekregen.
U hebt zelf blijkbaar ook nog geen antwoorden gekregen op de vragen die u hebt gesteld aan de VREG. U hebt wel een aantal keren herhaald – dat heb ik natuurlijk goed onthouden – dat de VREG eigenlijk doet waar de VREG zin in heeft en dat u daar als Vlaams minister van Energie geen impact op hebt, want de VREG is onafhankelijk en wij als parlementsleden kunnen meer doen dan u.
Wel, ik vind dat te gek voor woorden. Ik vind dat pure waanzin. Ik roep de meerderheidspartijen op om hier paal en perk aan te stellen en ervoor te zorgen dat de VREG niet langer een onafhankelijk instituut of een onafhankelijke energieregulator is, die zomaar kan doen wat hij wil. Dat klopt echter ook niet helemaal, want wat de VREG doet, is natuurlijk wel een gevolg van de beslissing van deze Vlaamse Regering – en zo komen we opnieuw bij de decreetwijziging die we zonet hebben besproken – om zich volledig in te schrijven in dat klimaatalarmisme, die Green Deal en die Europese Unie. Daarom moet natuurlijk heel de samenleving zo snel mogelijk geëlektrificeerd worden. Daar zijn de elektrische wagens het beste voorbeeld van. Dan is er de VREG die zegt: ja maar, als dat gebeurt, dan kan ons elektriciteitsnet dat niet meer aan, want dat is daar niet op voorzien. Daarom komen we met een nieuw capaciteitstarief dat natuurlijk als enige doel heeft om meer geld in de zakken te krijgen om die elektriciteitsvoorzieningen en die netwerken klaar te maken voor die elektrificatie. Dat is een heel perverse situatie.
In de krant van 4 september zegt u dan, minister Demir, dat dat financiële gevolgen kan hebben voor 140.000 gezinnen. Ik citeer: “De beslissing lijkt op het eerste gezicht een verhoging van hun netfactuur van 30 procent, maar kan zelfs hoger oplopen. De VREG mag hier niet te licht over gaan.” U zegt ook dat u het belangrijk vindt dat we goed weten wat de VREG nu precies beslist en wie hier nadelen van ondervindt. Wel, ik heb die vraag hier heel expliciet gesteld: welke gezinnen ondervinden hier volgens u en volgens de berekeningen nadelen van? Wat zal er gebeuren om die gezinnen bij te staan? U noemt dan wel een aantal doelgroepen, maar ik heb van u niets gehoord over de kotstudent, over de mensen met een tweede verblijf, over de mensen die zoals de meeste Vlamingen een keer per maand een etentje of feestje geven en daardoor dus een piekverbruik hebben, hoewel ze misschien in het algemeen een laag elektriciteitsverbruik hebben. Maar door dat etentje of feestje krijgen ze een hoog piekverbruik en dus ook een hogere elektriciteitsfactuur. Of over koppels of alleenstaanden die ook weinig verbruiken, maar wel een piekverbruik hebben als ze na een zware werkdag hun kookplaat, wasmachine en meer opzetten. Ik heb daar allemaal geen antwoorden op gekregen.
Ik wil natuurlijk voorstellen om de VREG nog eens uit te nodigen en aan de tand te voelen. U noemt dat toelichting geven. Heel graag, natuurlijk, want mijn laatste vraag ging over hoeveel procent van de Vlaamse gezinnen meer moeten betalen met dit nieuwe capaciteitstarief en wat die meerkost dan zal zijn. Daar hebt u blijkbaar geen antwoord op, niemand heeft daar een antwoord op. U schudt inderdaad van neen, maar dat is toch te gek voor woorden. Ik vind het nogmaals te gek voor woorden dat de VREG zijn zin doet. Ik zeg u, maar dat zal u niet verbazen, dat wij ons zullen verzetten tegen wat ik het rekeningrijden voor Vlaamse elektriciteitsverbruikers noem die met dure woorden, zoals slimmer verbruik, eigenlijk verplicht worden om iets te doen wat vaak onmogelijk is, namelijk hun elektriciteitsverbruik spreiden. Als ze dat niet zullen doen omdat dat onmogelijk is, moeten ze hoe dan ook meer betalen. Ik vind dat te gek voor woorden. Ik zal mij daartegen verzetten met alles wat ik in mij heb.
De heer Schiltz heeft het woord.
Minister, bij mij klinkt een heel andere toon. Ik deel uw bezorgdheid en ik ben blij dat u heel kort op de zaak zit, voor zover dat binnen uw bevoegdheden ligt.
De maatregelen die u hebt voorgesteld om de meest getroffen doelgroepen te flankeren, zijn goede maatregelen. We moeten op dat pad zeker verder gaan. De beslissing is tot nu toe ook nog niet definitief. Het stakeholderoverleg loopt nog tot in november. Ja, mijnheer Van Rooy, u hebt vorige keer ook in de hoorzitting gemerkt dat alle partijen zeer kritisch en bezorgd waren over de manier waarop die beslissing genomen werd en of er wel voldoende kennis over die verschillende doelgroepen was, maar u kunt toch niet van de minister verwachten dat zij over al die technische data beschikt? Dat is aan de regulator om die te komen toelichten.
Mijnheer Van Rooy, de reden waarom de VREG onafhankelijk is, heeft te maken met rechtsorde. Dat heeft ermee te maken dat het niet aan de politiek toekomt om willekeurig te zeggen wie welk tarief krijgt. Weet u wat men dan krijgt? Vriendjespolitiek. Er is een heel grondige en goede reden waarom er een onafhankelijke regulator is. Die is niet oppermachtig en u weet ook dat de VREG een procedure heeft opgestart tegen een decreet dat het parlement heeft goedgekeurd over de exacte rol van de VREG, omdat wij vanuit de meerderheid, voor een deel gesteund door de oppositie, net heel duidelijk hebben willen afbakenen welke kaders wij opleggen, wat wij als maatschappij rechtvaardig vinden en welke systemen moeten worden uitgewerkt om een tarief op te vestigen. En de VREG vindt dat zij daar meer ruimte in moet hebben of dat wij die ruimte hebben overschreden. Een rechtbank zal uitmaken hoe dat zit.
Wel is het zo, en u zult het zich herinneren, dat wij er heel hard op hebben gehamerd dat, wanneer de VREG dat tarief invoert, er geen specifieke doelgroepen mogen zijn die heel hard worden getroffen, want dan is het draagvlak voor dat tarief weg.
Minister, ik denk dat we ook niet onnozel moeten doen over het principe van een capaciteitstarief. Mijnheer Van Rooy, als ik een kabeltje liggen heb waar een bepaalde hoeveelheid elektriciteit over kan, en ik wil ineens een feestje geven waardoor het verbruik dubbel zo groot is, dan moet de netbeheerder naar mijn huis komen en een nieuw stuk kabel leggen. Dat kost heel veel geld, en dus is het heel logisch dat ik op voorhand een bepaalde capaciteit reserveer en dat ik aangeef wat ongeveer mijn verbruik per maand is. En ja, als je daarover gaat, dan betaal je meer. Dat is ook zo met je internetabonnement, daar reserveer je ook een bundel per maand en betaal je extra wanneer je daarover gaat. Zo zot is dat dus niet.
Hoeveel het kost om een bepaalde bundel, een bepaalde breedte, een bepaalde capaciteit te reserveren, is exact de inzet van de discussie. We moeten dus zien dat het gros van de bevolking met een heel normaal verbruik niet ineens een mokerslag krijgt, en allerlei investeringen moet doen om minstens gelijk te blijven. Dat kan niet de bedoeling zijn. Het moet de bedoeling zijn dat wie turbo force investeert, zijn tarief ook ziet dalen, en vooral dat wie geen geld heeft om te investeren, ook geen mokerslag krijgt. Ik kan het niet voldoende herhalen. De overheid moet, het liefst samen met de VREG, door die tarieven wat te differentiëren, die mensen ondersteunen om de omslag te maken. En dat heeft niets te maken met klimaatalarmisme. Dat gaat over het uitrollen van een economisch model waarin we opnieuw meerwaarden kunnen creëren, waarin er meer jobs zijn, waarin ons geld opbrengt en dat bovendien zorgt voor een properder milieu en klimaat voor onze kinderen. Dat is het opzet van dat capaciteitstarief en alles wat daarbij komt kijken. Het is absoluut zo dat dit allemaal technisch en ingewikkeld is, maar ik denk niet dat we gebaat zijn met bangmakerij en slogans over het rekeningrijden en dergelijke. Ik denk dat er vooral kalmte en redelijkheid moeten zegevieren.
En ja, we hebben nog een armworsteling met de VREG uit te vechten over wiens bevoegdheid waar begint en eindigt maar dat mag geen reden of excuus zijn om het principe van een capaciteitstarief overboord te gooien. Dus, minister, wij ondersteunen u volop in het zoeken naar de correcte flankerende maatregelen en we hebben uw oproep goed begrepen. Wij zullen met de VREG nog een hartig woordje praten om ervoor te zorgen dat ze net als wij in eerste instantie het algemeen belang van alle Vlamingen, van alle elektriciteitsverbruikers dienen.
De heer Danen heeft het woord.
Net zoals het met zoveel zaken gaat, zijn we het vaak eens met de algemene principes. Maar hoe concreter het wordt, hoe complexer het ook wordt en hoe meer ongewenste effecten zich voordoen.
Collega's, in de maand juli hebben wij de VREG tweemaal gezien in onze commissie waarbij we hen een stevig signaal hebben gegeven. Het is echter ook niet zo dat dit capaciteitstarief ineens op onze tafel is komen te liggen. De vorige jaren is er ook heel vaak sprake over geweest, meer nog, er zijn consultatiemomenten en -documenten geweest met de VREG waar Groen steeds op gereageerd heeft, en wel op drie vlakken.
Eerste bedenking is wie het gelag zal betalen. Het is niet logisch dat iemand die weinig verbruikt een hoge of hogere factuur heeft dan voordien, behalve voor een tweede woonst. Ik vind het geen probleem dat iemand met een tweede woonst bijvoorbeeld 100 euro per jaar zou betalen voor de elektriciteitsvoorziening, daar is niets mis mee.
Waar ik wel een probleem mee heb, is dat bijvoorbeeld een eenpersoonsgezin, iemand die bijvoorbeeld weinig kookt of wast of plast in zijn of haar woning, maar daar gewoon de baas is en dingen doet, dat hij of zij wel extra betaalt. Volgens mij zijn er wel extra maatregelen mogelijk om dat weg te werken.
Er wordt gesteld dat we met slimme toestellen veel kunnen bereiken om onze capaciteit te spreiden. Dat klopt natuurlijk, maar veel mensen zijn niet in de mogelijkheid om die slimme toestellen te kopen of om te begrijpen waarover het gaat. Ook daar moeten we bijsturen.
Mijn derde en belangrijkste punt gaat over het nachttarief. Ook daar zijn we telkens weer op tussengekomen en hebben we de VREG ter verantwoording geroepen. Ik vind het niet logisch, in de geest van het capaciteitstarief, dat men het nachttarief nu ineens zou afschaffen. Want 's nachts wordt er niet veel capaciteit gebruikt. De kerncentrales gaan, althans tot 2025, blijven draaien. Ik zie eigenlijk weinig reden om dat nachttarief ineens af te schaffen. Ik heb begrepen dat er wel een paar bijsturingen zullen gebeuren, minister, maar ik hoop dat die nog sterker zullen worden. Als we het plaatje dan compleet krijgen, en er komt nog overleg met de armoedeorganisaties, denk ik dat we wel tot een model kunnen komen dat verdedigbaar is. En ik wil het ook verdedigen, als er op die punten wordt bijgestuurd. Maar dan moet dat wel gebeuren. En wij zullen als partij ook onze rol daarin spelen om op die vlakken wat bijsturingen te krijgen.
Dus wie weinig verbruikt, moet minder betalen. En het nachttarief mag geen boetetarief zijn voor iemand die geen andere keus heeft. Daar komt het voor ons op neer.
De heer Pieters heeft het woord.
Ik wil even reageren op wat collega Schiltz aangeeft. Er is niet voor niets een vergadering geweest voor het zomerreces waarin de meerderheidspartijen wel degelijk wat schrik hadden omdat de rekening voor iedereen omhoog zou gaan. Zoals daarnet al is gezegd, is daar veel onzekerheid over. De VREG heeft ook al in de krant laten publiceren dat er maar enkelen zijn die meer zullen betalen. Uiteindelijk gaat het erop neerkomen dat er meerdere mensen zijn die meer zullen moeten betalen. En dan zijn er heel veel correcties nodig. U zult zien dat u veel correcties zult moeten uitvaardigen, want anders gaat voor iedereen de stroom meer kosten.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Ik wil graag reageren op een paar puntjes. Als het over de regulator gaat, hebben wij als fractie altijd ons punt gemaakt, ook in de vorige legislatuur, dat wij verantwoordelijk zijn, of althans onze regulator, omtrent de energietransitie, maar dat we geen tools hebben als het over het tariefgebeuren gaat. Dat is altijd dezelfde discussie, altijd hetzelfde spanningsveld. Als het dus gaat over wat een regulator wel en niet kan doen, denk ik dat we daar eigenlijk – als we ook kijken naar de discussies die we in juli gehad hebben met de regulator – ongeveer op dezelfde lijn zitten.
Alleen is het zo dat de vraagstellers, en zeker vanuit het Vlaams Belang, op de verkeerde pianist schieten. Het is niet de minister die verantwoordelijk is voor dat capaciteitstarief. Het is de regulator. Wij moeten de regulator gaan ondervragen. Ik zal daarvoor straks ook een heel concreet voorstel doen in de regeling van de werkzaamheden. Ik hoop dan ook dat u, beste collega's van het Vlaams Belang, dat voorstel zult ondersteunen over hoe wij inderdaad de regulator kunnen ondervragen, net zoals we ook een minister kunnen ondervragen.
Eigenlijk heeft men met het capaciteitstarief wel een discriminatie weggewerkt. Want wat is weinig verbruik? Ik heb dat vroeger ook al gezegd: je kunt heel veel brutoverbruik hebben, maar een laag nettoverbruik doordat je zonnepanelen hebt. Of je bent alleenstaande en je hebt geen zonnepanelen, maar je nettoverbruik is ook laag. Wat is dan het meest discriminerende? Dat is hier wel weggewerkt.
Slimme toestellen? Daar vragen wij niet naar. Slimme stopcontacten kosten 15 euro per stuk. ’s Nachts geen capaciteit? Als wagens straks meer opgeladen worden ’s nachts, hebben we ’s nachts juist wel capaciteit. Het dag-nachtsysteem is gewoon verouderd. We moeten overgaan naar een systeem dat zich aanpast in functie van de hernieuwbare energie.
Tot slot wil ik mij nog richten tot de collega's van het Vlaams Belang. Ik vind het nogal cru dat u nu doet alsof u niets te maken hebt met de regulator. Het is al zes maanden dat iemand uit de raad van bestuur zijn ontslag heeft ingediend. Door het systeem-D'Hondt kwam dat aan u toe. Men heeft dat ook zes maanden laten liggen. Toevallig wordt deze namiddag wel iemand van het Vlaams Belang benoemd in de raad van bestuur. Dan zou ik zeggen: fantastisch, doe uw werk daar dan ook, zoals u het hier ook probeert te doen, en stel daar de vragen in plaats van ze aan de minister te stellen.
Minister Demir heeft het woord.
Ik ga kort in op een aantal zaken.
Collega Schiltz, ik dank u voor de verduidelijking. Het is inderdaad zo. Maar als er geen slim capaciteitstarief is, zullen we onze netten moeten veranderen. De collega’s weten – of niet – hoeveel miljarden dat wel niet kost. Ik denk dat men zoekt naar een zo goedkoop mogelijke, kostenefficiënte oplossing met dat capaciteitstarief.
Jullie stellen verschillende vragen. Collega Van Rooy, het is inderdaad jammer dat u tijdens die zes maanden in de raad van bestuur uw werk niet hebt gedaan. Andere partijen die daarin zitten hebben wel heel veel vragen gesteld. Er zijn ook nu nog heel veel vragen, ook bij mij, bijvoorbeeld over het exclusief nachttarief, omdat er daar een heel grote impact was. Als ik me niet vergis, ging het over een paar duizenden euro’s per jaar. Het is goed dat we dat flankerend zijn tegemoetgekomen.
We weten allemaal dat de VREG een onafhankelijke instantie is. Ook deze oefening hebben ze onafhankelijk gemaakt. Zij zullen de vragen die worden gesteld veel beter kunnen beantwoorden. Er zijn verschillende doelgroepen, ik denk dat er extra modellen moeten draaien. Als wij de druk bij hen leggen, zullen we wellicht tot een oplossing kunnen komen met milderende maatregelen. Voor dat exclusief nachttarief ben ik zelf tegemoetgekomen. Maar ik denk bijvoorbeeld aan de mensen die een klein verbruik hebben. Zij zullen niet begrijpen waarom zij ineens 10 of 20 euro meer moeten betalen, terwijl een andere groep veel minder zal moeten betalen. Als je daarin verschuift, als de VREG toch wat tegemoetkomt aan wat de verkozene des volk zegt, kunnen we misschien tot een mooie oplossing komen.
Ik ben er zelf voorstander van om die tarifering wat uit te vlakken. Ik heb dat ook gevraagd aan de VREG. Als die vraag ook aan jullie kant wordt gesteld, hoop ik dat we tot een oplossing komen en dat die goed is voor de mensen. Dat kunnen we alleen toejuichen. Dat is ook de bedoeling van ons werk als volksvertegenwoordiger. Tenzij sommige commissieleden gewoon willen dat alles keldert? Dat kan ook, maar dat moeten ze dat vooral zeggen. Ik probeer gewoon aan een oplossing te werken. Die oplossing ligt niet in mijn eigen handen, maar in die van de VREG. Ik probeer daar natuurlijk wel inzage in te hebben, voor zover dat kan. Ik hoop dat jullie dat de komende weken en maanden ook zullen doen.
Ik heb de VREG gevraagd om in overleg te gaan met de armoedeorganisaties en het middenveld, met alle organisaties die bijvoorbeeld aanwezig zijn in de SERV en hier en daar wat vragen hadden. Het lijkt mij belangrijk om, vooraleer men een systeem uitrolt, dat goed door te spreken. Want de tijd dat men vanuit een ivoren toren allerlei beslissingen nam, is voorbij. Men zal in overleg moeten treden met die organisaties, maar ook met het parlement en met mij. De oefening is nog niet af. Ik probeer de druk en de kost van hetgeen ik eigenlijk zou willen, te spreiden, zodat het een goede operatie blijft. Want u moet weten dat we die kosten van de openbare verlichting er nog moeten uit halen. De VREG wil ook nog 200 miljoen euro investeren in die tarifering.
Als we dat op een slimme manier aanpakken en een oplossing vinden die goed is voor een groot deel van de bevolking, lijkt me dat goed. Op die manier hebben we elektriciteit, natuurlijk.
De heer Van Rooy heeft het woord.
Minister Demir, ik dank u voor uw antwoorden. Ik merk aan uw toonzetting en die van sommige commissieleden dat het hen zwaar op de maag ligt, hoewel dat niet wordt uitgesproken. Ik vraag mij soms af wat de Vlamingen die naar de livestream kijken moeten denken, als ze dit rond de pot draaien moeten aanhoren. Er worden dure woordjes gebruikt, zoals ‘Het is complex’, ‘de rechtsorde’, ‘rechtvaardigheid’. Maar net zoals ik, blijven zij op hun honger zitten. Ze vragen zich af wat er nu eigenlijk zal gebeuren met die elektriciteitstarieven: zal ik meer moeten betalen en, zo ja, hoeveel meer? Er wordt hier oeverloos rond de pot gedraaid om die hete aardappel zo ver mogelijk naar voren te schuiven. En daarbij is er bij iedereen hier het besef dat er iets op komst is dat heel moeilijk zal liggen voor de regering en voor de meerderheidspartijen en waarvoor zij potentieel zullen worden afgestraft door de kiezer, door de mensen die door dat capaciteitstarief meer zullen moeten betalen.
Mijnheer Schiltz, ik zal niet nalaten om te blijven herhalen dat dat het gevolg van het klimaatalarmisme is. Daaruit volgt de elektrificatie van heel de samenleving en met name het wagenpark, en daardoor is er een probleem met de capaciteit van het elektriciteitsnet. Daardoor wordt het capaciteitstarief ingevoerd, in de ijdele hoop dat al die Vlamingen tijd en zin hebben om hun gedrag aan te passen om een piekverbruik te vermijden. Wel, ik zal u zeggen: als u dat denkt, dan leeft u in een ivoren toren. Want de Vlaming heeft daar geen tijd voor en heeft daar geen zin in. De Vlaming wil zijn gedrag niet aanpassen en zal elektriciteit blijven verbruiken in grote mate zoals hij of zij dat altijd heeft gedaan, en zal dus meer moeten betalen. Ik heb de groepen hier opgenoemd. Die flankerende maatregelen zullen daar onvoldoende voor zijn. Dat kan ik u nu al zeggen. Want die flankerende maatregelen zullen ten eerste geld kosten, geld dat er eigenlijk allicht weer niet zal zijn. En ten tweede zullen het gewoon te veel mensen zijn, want het gaat over studenten, tweedeverblijvers, koppels die relatief weinig verbruiken en een piekverbruik niet kunnen vermijden. Het gaat over minstens honderdduizend Vlamingen, minstens honderdduizend gezinnen. Dat kan ik nu al voorspellen. En u zult al die mensen niet kunnen redden met flankerende maatregelen. En dus zal dit de facto een verhoging zijn van wat mensen betalen voor hun elektriciteitsverbruik. Ik vind dat schandalig. Het is het rekeningrijden voor Vlaamse elektriciteitsverbruikers. En u weet hoe het met dat rekeningrijden is afgelopen. We hebben daar met succes campagne tegen gevoerd en het is afgevoerd, tenminste tijdelijk. Ik hoop dat het niet terugkomt. En wij zullen dat capaciteitstarief ook op die manier tegengaan. Want het is schandalig en het zal niets bijbrengen, behalve een hogere elektriciteitsrekening.
De heer Schiltz heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw bijkomende antwoorden. Collega's, ik dank u voor uw tussenkomsten.
Het simpelste op korte termijn is niets doen. Het simpelste op korte termijn is de mensen in de waan laten dat de wereld niet verandert en dat alles altijd bij het oude zal blijven. Dat is het simpelste. Ik moet de mensen die dat comfortabel vinden, helaas melden dat dat niet zo is. Als wij niet proberen om in onze hoek van de wereld de speerpunten, de voorlopers te zijn van de omslag naar een nieuw soort economie, een duurzame economie, dan vrees ik dat er geen geld voor pensioenen zal zijn. Zelfs in het Vlaams Belang-programma zal er geen geld zijn om onze welvaart te blijven financieren en, vooral, te blijven garanderen.
Zelfs zonder een duurzame omslag en hernieuwbare energie, stijgt het energieverbruik van de gemiddelde Vlaming, omdat zijn welvaart erop vooruitgaat en omdat we steeds meer elektrische toestellen gebruiken. En dus komt vroeg of laat de enorme kost op ons af. De minister heeft dat terecht aangehaald. Dat gaat over miljarden. En als we niets doen, mijnheer Van Rooy, zullen we die kosten niet morgen betalen, maar dan zullen we die overmorgen drievoudig betalen, en zullen we bovendien alle voordelen van die omslag gemist hebben. Dat is een factuur, en helaas is dat niet vandaag. Wat u ‘rond de pot draaien’ noemt, noem ik: zoeken naar vooruitgang, naar inzichten die misschien niet vandaag, en niet alleen morgen, de toekomstige generaties veilig stellen van gezonde welvaart. Dat is een meningsverschil dat we hebben. U mag dat uiteraard bekampen, maar ik plooi niet voor een complex probleem. Ik probeer dat aan te pakken, samen met heel veel collega's. En ik probeer daar inderdaad de rechtvaardigheid en de helderheid zoveel mogelijk in te vinden.
De minister heeft aangehaald dat zij een aantal flankerende maatregelen wil nemen vanuit de regering, maar dat ze niet alles kan flankeren en dat dus ook de VREG zal moeten inzien dat het dat tarief moet bijstellen. We zullen uiteraard de VREG opnieuw uitnodigen – collega Gryffroy zal het er op het einde van de vergadering nog over hebben – om hen verder te bevragen over wat nu het resultaat is van hun consultaties. En je kunt er donder op zeggen dat wat wij hier vandaag zeggen, vanuit heel veel geledingen uit de maatschappij tot bij de regulator zal zijn gekomen. En dus reken ik erop dat wij inderdaad, binnen alles wat ons ter beschikking staat, de regulator ertoe zullen bewegen om dat tarief zo rechtvaardig mogelijk bij te stellen. Want ik deel met u wel de mening – ik denk dat iedereen hier die mening deelt – dat de energietransitie er alleen maar kan komen als ze ook sociaal rechtvaardig is. Daarin zijn we geen tegenstanders, maar we hebben een andere visie op de wereld en een andere visie op hoe we de dingen aanpakken. So be it.
Ik dank alvast de minister voor haar antwoorden en ik kijk, samen met de collega's, uit naar de volgende hoorzitting met de VREG, om onze taak als volksvertegenwoordiger op te nemen en ook de mensen uit te leggen wat de gevaren zijn, maar vooral wat de oplossingen zijn.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.