Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Tavernier heeft het woord.
Vorige week had ik samen met de leden van de raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) in de commissie voor Brussel een uitgebreide gedachtewisseling over het Vlaamse welzijnsbeleid in Brussel. Daar had u het al even over de preventieve gezinsondersteuning. Ik gebruik graag deze gelegenheid om u meer in detail te bevragen over dit thema. Begin dit jaar toonde een onderzoek van het Kenniscentrum Gezinswetenschappen van Hogeschool Odisee aan dat er nog heel wat werk aan de winkel is wat betreft de zichtbaarheid van het netwerk van Nederlandstalige preventieve gezinsondersteuning in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest. Uit de onderzoeksresultaten bleek dat er bij Brusselse gezinnen een grote nood is aan extra gezinsondersteuning, maar dat het bestaande gezinsondersteunende aanbod te weinig bekend is bij de ouders en niet altijd behoeftedekkend. Vooral voor kwetsbare ouders is er niet altijd gepaste en betaalbare ondersteuning bereikbaar of beschikbaar.
Tijdens de commissievergadering van 18 februari reageerde u op de conclusies van dit onderzoek. U erkende dat preventieve gezinsondersteuning een specifieke invulling moet krijgen in Brussel en dat de huidige manier waarop het basisaanbod aangestuurd en gefinancierd wordt, niet langer werkt. Daarom zou u, in overleg met de Vlaamse minister voor Brussel en het VGC-college, bekijken welke aanpassingen van de regelgeving er op korte of middellange termijn moeten gebeuren. U vermeldde eveneens het traject waar het agentschap Opgroeien in 2019 mee startte om het geïntegreerd gezinsbeleid in Brussel verder uit te bouwen en bekend te maken. Dit is in lijn met uw beleidsnota, waarin u zich engageert om, samen met de VGC, een geïntegreerd Vlaams gezinsbeleid uit te werken in Brussel.
Ruim acht maanden na onze eerdere discussie over dit thema, heb ik de volgende vragen. Wat zijn de belangrijkste acties en resultaten van het traject dat het agentschap Opgroeien heeft opgestart om het geïntegreerd gezinsbeleid in Brussel verder uit te bouwen en bekend te maken? Loopt dit traject nog steeds of is het afgerond?
Ten tweede, kunt u een stand van zaken geven over het uitwerken van een geïntegreerd Vlaams gezinsbeleid in Brussel? Hoe coördineert u de realisatie van die doelstelling met de VGC? Welke rol speelt het Huis van het Kind daar precies in?
Ten derde, welke nodige aanpassingen van de regelgeving hebt u daartoe geïdentificeerd en zitten er in de pijplijn? Kunt u die toelichten?
Ten vierde, welke acties onderneemt u op korte termijn om Nederlandstalige preventieve gezinsondersteunende initiatieven in Brussel beter kenbaar en toegankelijk te maken?
Een vijfde en laatste vraag: hebt u in de voorbije maanden overleg gepleegd met uw Franstalige collega’s om te bekijken op welke manier het aanbod aan gezinsondersteuning in Brussel, zowel Nederlandstalig als Franstalig, overzichtelijker en toegankelijker gemaakt kan worden? Indien ja, wat waren de belangrijkste resultaten van die contacten? Indien niet, plant u op korte termijn een dergelijk overleg?
Minister Beke heeft het woord.
Collega, het traject vanuit het agentschap Opgroeien dat in 2019 van start ging, loopt nog en heeft in de huidige fase vooral betrekking op het bestaande preventieve consultaanbod.
Met het preventief consultaanbod wil Opgroeien aanstaande ouders en gezinnen met jonge kinderen van 0 tot 3 jaar bereiken, met bijzondere aandacht voor kwetsbare gezinnen. Specifiek voor het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad ligt de focus daarbij op gezinnen met een Nederlandstalige achtergrond en/of die aansluiting zoeken bij de Vlaamse dienstverlening. Om dat te bereiken is het belangrijk om te blijven voorzien in een voldoende fijnmazig aanbod. Het agentschap Opgroeien heeft intussen een nieuwe planning voor het preventieve consultaanbod uitgewerkt. De voorbereiding zit in een eindfase. Het is de bedoeling om die planning, samen met de erkende en gesubsidieerde voorzieningen, vanaf 1 januari 2021 uit te rollen. De bekendmaking van het aanbod is daarbij een belangrijk aandachtspunt.
In een volgende fase zullen we, samen met de VGC, verdere stappen zetten in de uitbouw van het Huis van het Kind in Brussel. Dat moet op termijn uitgroeien tot het ‘vlaggenschip’ van het Vlaams geïntegreerd gezinsbeleid in Brussel, dat we ook zullen doen aansluiten op het onderwijs, de brede school, en op kinderopvang. We willen een voldoende gespreide lokale aanwezigheid combineren met een efficiënte inzet van de middelen en een slagkrachtige organisatie. Dat (vervolg)traject wordt momenteel volop voorbereid.
De bedoeling is om op korte termijn te komen tot een specifieke regeling voor het Vlaams geïntegreerd gezinsbeleid in Brussel met als opzet ten eerste het kunnen voortzetten en het versterken van het preventieve consultaanbod nadat de bestaande overgangsregeling voor Brussel verstrijkt op 1 januari 2022, en ten tweede het creëren van experimenteerruimte en/of een regelluw kader voor de verdere uitbouw van het Huis van het Kind in Brussel.
Op dit ogenblik focussen we vooral op de bekendmaking van de medisch-preventieve dienstverlening van Opgroeien. Om professionelen beter te informeren over de fysieke en niet-fysieke dienstverlening werden de brieven die naar de ziekenhuizen en partners werden gestuurd, vertaald naar de specifieke Brusselse situatie. Zo werd naast de Kind en Gezinlijn, ook het centrale telefoonnummer en e-mailadres babyopkomst@kindengezin.be vermeld. Via die weg kunnen professionelen kwetsbare gezinnen die onder de radar dreigen te verdwijnen, rechtstreeks aanmelden bij de lokale teams. In de brieven werd ook gewezen op het belang van het blijven doorgeven van de gegevens van nieuwgeboren kinderen aan de verpleegkundige van Kind en Gezin.
Om ouders beter te informeren werd, in opvolging van een signaal van enkele kraamklinieken, een infoblad opgemaakt. Er werd gekozen voor eenvoudig taalgebruik en veel pictogrammen.
De focus ligt nu op de ontwikkeling van het Vlaams geïntegreerd gezinsbeleid in Brussel. Daarnaast zal ik waar nodig en/of waar opportuun ook overleg plegen met mijn Franstalige collega’s.
Mevrouw Tavernier heeft het woord.
Minister, er is nog heel wat werk aan de winkel om de drempels die momenteel bestaan om Nederlandstalige gezinsondersteuning te vragen in onze hoofdstad, weg te nemen. Maar uit uw antwoord blijkt dat er toch wel concrete stappen voorwaarts worden gezet om dat structureel te verbeteren, en dat is natuurlijk een goede zaak. Het is namelijk van heel groot belang dat Nederlandstalige Brusselaars altijd terechtkunnen voor de Nederlandstalige ondersteuning die ze nodig hebben. We moeten vermijden dat Nederlandstalige ouders zich vanwege allerhande drempels zich genoodzaakt voelen om een beroep te doen op Franstalige ondersteuning of op zelfredzaamheid, wat nu toch te vaak gebeurt in de praktijk. De Nederlandstalige gezinsondersteuning biedt bovendien net een uitgelezen kans om de integrale Nederlandstalige dienstverlening in Brussel van bij de start bekend te maken bij jonge ouders. Die kennismaking kan dan een opzet zijn om gezinnen bij de hand te nemen naar andere Nederlandstalige initiatieven, gaande van crèches, Nederlandstalige kinderactiviteiten tot de eerste stappen naar het Nederlandstalige onderwijs. Het zou bijzonder jammer zijn mocht men die trein missen omdat men de weg ernaartoe gewoon niet vindt.
Ik heb nog een bijkomende vraag. In uw beleidsnota en ook in deze commissie hebt u duidelijk gemaakt dat het Vlaams gezinsbeleid nauw wil aansluiten op het onderwijs. Brede scholen kunnen volgens u een rol spelen in een wijde promotie van het Vlaams gezinsondersteunend aanbod. Kunt u verder verduidelijken op welke manier u die synergieën met het onderwijs precies ziet en, vice versa, op welke manier wilt u de preventieve gezinszorg aanwenden om andere vormen van ondersteuning en dienstverlening binnen het Nederlandstalige netwerk te promoten en proactief aan te bieden?
Minister Beke heeft het woord.
We hebben daar al kort over gesproken vorige week in de commissie. We willen dat in de komende periode verder bekijken, waarbij we naar dat geïntegreerde beleid willen gaan zoals ik heb gezegd.
Mevrouw Tavernier heeft het woord.
Het is positief dat de minister de mouwen wenst op te stropen en in samenwerking met verschillende partners werk wil maken van dat geïntegreerd Vlaams gezinsbeleid. Ik kijk natuurlijk uit naar de concrete vooruitgang die de minister op het terrein zal boeken in de komende maanden en jaren.
De vraag om uitleg is afgehandeld.