Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Parys heeft het woord.
Minister, het lijkt al lang geleden, maar hittegolven zoals we die de voorbije zomer hebben gekend, zorgen jaarlijks voor oversterfte bij het oudere deel van onze bevolking, logischerwijze ook in de woonzorgcentra. Volgens Sciensano stierven dit jaar ongeveer 1.460 mensen extra door toedoen van de hittegolf in augustus van dit jaar. Dat is meer dan tijdens de hittegolven van de voorgaande jaren. Tijdens de drie hittegolven van vorig jaar bedroeg de oversterfte gemiddeld 10,3 procent. Dit jaar is dat bijna 35 procent.
De verklaring daarvoor zou gezocht moeten worden in de maatregelen die werden ingevoerd ter bestrijding van het coronavirus. Zo moesten airco en ventilatie vaak uitgeschakeld worden. Ook waren heel wat personeelsleden van woonzorgcentra in welverdiende verlofperiode na de zware coronagolf in de woonzorgcentra. Ten slotte wijst Jan De Lepeleire, professor huisartsgeneeskunde aan de KU Leuven en voorzitter van de werkgroep coördinerende en raadgevende artsen in de woonzorgcentra, ook nog op het gebrek aan sociaal contact en het onwelbevinden dat daardoor werd veroorzaakt, zeg maar de eenzaamheid.
Minister, onderzoekt het agentschap Zorg en Gezondheid de sterkere oversterfte tijdens de hittegolf van augustus 2020 in vergelijking met de hittegolven van de vorige jaren? Welke conclusies zijn daar eventueel al uit getrokken?
Werden vanuit de Vlaamse overheid actief richtlijnen gestuurd wat betreft het gebruik van ventilatie en airco tijdens de coronapandemie in de woonzorgcentra? Ik heb u daarover in de plenaire vergadering een vraag gesteld. U hebt toen gezegd dat dat ging gebeuren. Wat was de inhoud van deze richtlijnen? Werden deze richtlijnen aangepast tijdens de hittegolf van augustus 2020?
Minister Beke heeft het woord.
Het vergelijken van hittegolven is geen eenvoudige zaak. Er zijn veel factoren die de oversterfte tijdens een hittegolf kunnen beïnvloeden. Zo zijn er, naast de hoge temperaturen op zich, ook andere factoren. Onder andere de duur van de warmteperiode, de opbouw van de temperatuur – wordt het snel warm of gaat het traag? –, de luchtvochtigheid, de impact van bijvoorbeeld de grieppiek in de voorafgaande winter, de maatschappelijke context en een aantal andere elementen. Op dit moment bestaat er geen gestandaardiseerde methode waarmee hittegolven met elkaar kunnen worden vergeleken. Het hoge percentage oversterfte is opmerkelijk, maar dat waren de omstandigheden ook – acht dagen, zeer lang dus, van hoge temperaturen.
Het team milieugezondheidszorg van het agentschap Zorg en Gezondheid heeft momenteel een aantal datascienceprojecten lopen waarbij de relatie tussen oorzaakspecifieke sterfte, morbiditeit (ziektelast) en hitte worden bekeken. Deze projecten zouden ons in de toekomst mogelijk in staat kunnen stellen om hittegolven beter met elkaar te vergelijken door een soort dosis-responsrelatie vast te leggen.
Op die manier kan beter worden bepaald of een sterftecijfer abnormaal is of niet en kunnen mogelijke oorzaken of beïnvloedende factoren opgespoord en gekwantificeerd worden in een apart onderzoek. In het verleden heeft een soortgelijk onderzoek door het agentschap geleid tot de bepaling van de activeringscriteria voor de waarschuwingsfase van het Vlaams Warmteactieplan.
Het is ook belangrijk om te duiden dat de cijfers die Sciensano bekendmaakte, de cijfers zijn van alle sterfgevallen. Dit omvat hittegerelateerde sterfgevallen, maar ook deze veroorzaakt door COVID-19, verkeersongelukken enzovoort. Momenteel beschikken we niet over de oorzaakspecifieke sterfte; dat volgt pas twee jaar na datum.
Het is dus moeilijk om de specifieke oorzaak van het hogere sterftepercentage aan te duiden zonder diepgaander wetenschappelijk onderzoek. Aangezien de piek van oversterfte en de periode met hoge temperaturen en luchtverontreiniging samenvallen, kunnen we er wel van uitgaan dat de oversterfte grotendeels door deze hittegolf werd uitgelokt. Een piek in oversterfte wordt ook dikwijls gevolgd door een dipje. Dat betekent dat een aantal personen vroegtijdig zijn overleden die anders in de loop van de weken of maanden ook overleden zouden zijn. Daarom is het ook belangrijk om te kijken naar de cijfers over een heel seizoen. Die zeggen meer dan de cijfers van een hittegolf op zich.
Woonzorgcentra zijn wettelijk verplicht om een warmteactieplan of hitteplan op te maken. Daarin wordt de aanpak van een hittegolf uitgestippeld. Naast dit plan zijn woonzorgcentra ook verplicht om een koele ruimte te voorzien voor de bewoners wanneer de temperaturen in de kamers te hoog oplopen.
De maatregelen tegen hitte en de coronamaatregelen kunnen bij bepaalde acties leiden tot tegenstellingen of het moeilijker hanteren van de nodige maatregelen. Hierop werd geanticipeerd op de website www.warmedagen.be.
Per sector, waaronder de woonzorgcentra, werden mogelijke hittemaatregelen getoetst aan de coronamaatregelen en werden waar mogelijk alternatieve opties voorgesteld. Hiervoor werd een beroep gedaan op de toen beschikbare wetenschappelijke kennis van onder andere de Wereldgezondheidsorganisatie en het Global Heat Health Information Network (GHHIN).
Ook de aanbevelingen rond ventilatie en airco werden grondig bekeken. Deze aanbevelingen werden gedeeld via www.warmedagen.be, www.zorg-en-gezondheid.be en via de covidrichtlijnen naar de woonzorgcentra. Hierbij werd onder andere rekening gehouden met het advies van de Hoge Gezondheidsraad nr. 9599 en de aanbevelingen van de Federation of European Heating, Ventilation and Conditioning Associations.
Ventilatoren en airco’s worden niet verboden, maar er wordt sterk aangeraden om deze bedachtzaam te gebruiken.
Deze hittegolf was uitzonderlijk op vele vlakken. Zo was het de eerste maal dat de alarmfase werd opgestart. Op dat moment werd de Risk Assessment Group (RAG) betrokken en werden bijkomende adviezen geformuleerd, die later door de Risk Management Group (RMG) werden bekrachtigd. De adviezen werden dus op vlak van hitte en van COVID-19 bekeken. Deze adviezen werden overgenomen door het Nationaal Crisiscentrum en werden door het agentschap Zorg en Gezondheid verspreid via een nieuwsbrief naar alle actoren die werken met kwetsbare groepen voor hitte.
Er zijn heel wat extra adviezen naar de woonzorgcentra gecommuniceerd tijdens de alarmfase. Ik ga ze niet voorlezen, tenzij u dat zou willen.
Tijdens de alarmfase werd de mogelijkheid gegeven om af te wijken van een aantal maatregelen, ook rond airco, ventilatoren en ventilatie.
Het is wel belangrijk om te vermelden dat het gebruik van ventilatoren en airco niet de enige maatregelen zijn die genomen kunnen worden in de strijd tegen hittestress bij bewoners van woonzorgcentra. Het aanbieden van voldoende drank is zeker zo belangrijk, eigenlijk de belangrijkste maatregel. Het is dan ook een combinatie van maatregelen die nodig is. Het beperkend gebruik van een ventilator zal naar alle waarschijnlijkheid dan ook niet de doorslaggevende factor geweest zijn.
Sinds de eerste COVID-19-golf werden tijdelijke maatregelen gepubliceerd op de website van Zorg en Gezondheid en via mailings verspreid bij alle ouderenzorgvoorzieningen. We mogen zeker stellen dat er op actieve wijze is gecommuniceerd.
De maatregelen werden systematisch bijgesteld aan de hand van de epidemiologische situatie, voortschrijdende wetenschappelijke inzichten enzovoort. Dat is niet nieuw. Gelet op de kwetsbaarheid van de doelgroepen in de ouderenzorgvoorzieningen wordt al meerdere jaren bijzondere aandacht besteed aan het belang van een warmteactieplan.
De heer Parys heeft het woord.
Minister, het is duidelijk dat er een heel aantal acties zijn genomen en dat ook de coronamaatregelen actief en proactief zijn afgestemd met de hittemaatregelen. Maar de realiteit op het terrein blijft – en dat hebt u gezegd in het eerste deel van uw antwoord – dat er dit jaar veel meer ouderen zijn gestorven door de hitte dan in de andere jaren.
Wat we gedaan hebben, heeft er toch toe geleid dat er een oversterfte was die drie keer zo groot is dan in de andere jaren. U hebt terecht gewezen op een aantal factoren die daar een invloed op kunnen hebben, maar ik denk dat de basisanalyse wel blijft.
Ik wil u vragen, minister, of u die analyse van de artificiële-intelligentietoepassing die u aan het bouwen bent, heel erg au sérieux kunt nemen. We moeten die lessen absoluut meenemen naar de volgende zomer, wanneer er waarschijnlijk nog altijd sprake zal zijn van corona en we toch een aantal dingen moeten veranderen – ik weet nog niet wat.
Ik zou graag van u horen wanneer die analyse klaar is om ervoor te zorgen dat we volgende zomer niet hetzelfde meemaken in de woonzorgcentra. Ik heb geen verdere vragen.
Mevrouw Vandecasteele heeft het woord.
Ik wil nog opmerken dat de oversterfte inderdaad groot was tijdens de hittegolf, groter dan in de voorgaande jaren. Dat is dubbel zo ernstig omdat we net uit een periode van hoge sterfte kwamen. Eigenlijk zou je ervan uit kunnen gaan dat je net minder sterfte hebt omdat je uit de coronacrisis bent gekomen. Dat maakt het dubbel zo erg.
De hitteplannen die in de woonzorgcentra worden gebruikt om het effect van hitte op de bewoners te beperken, gaan heel erg uit van meer handen aan het bed. Zoals ik al gezegd heb, minister, is de belangrijkste maatregel vaker drank aanbieden aan de bewoners. We hebben zelf met de huisartsen gezien dat er heel wat sterfte is door bijvoorbeeld urineweginfecties die verergeren. Dat komt omdat er te weinig drank aangeboden wordt.
Maar er is daarnaast ook verhoogd toezicht nodig op de bewoners. Je ziet bijvoorbeeld veel meer doorligwonden en veel meer wonden die slecht genezen. Die hittegolf en het gebrek om daaraan echt te verhelpen ligt grotendeels aan het tekort aan personeel.
Ik weet dat er vandaag sociale onderhandelingen bezig zijn. We moeten het personeel van de woonzorgcentra echt gaan versterken want zeker tijdens de hittegolf waarbij er meer drank moet worden aangeboden en er verhoogd toezicht op de bewoners moet zijn, moet er meer personeel op de vloer zijn.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Zo’n hittegolf brengt specifieke risico’s mee, zeker voor ouderen. Daarom is het natuurlijk goed dat er actieplannen zijn. Die zijn enerzijds gericht op de woonzorgcentra, waarop de vraag voornamelijk was gericht, maar er is natuurlijk ook een risico voor de ouderen thuis. Ik heb er tijdens de plenaire vergadering ook al eens op gewezen dat we de thuiszorg kunnen inschakelen om heel alert te zijn voor bepaalde risico’s bij ouderen en om dat toezicht dat we belangrijk vinden in de woonzorgcentra, ook een beetje thuis te houden. Daar zijn trouwens ook actieplannen en richtlijnen voor, zeker ook wanneer je zegt dat voldoende drinken een van de allerbelangrijkste maatregelen is. Dat is iets waarop in de thuissituatie moeilijker kan toegezien worden.
Daarom mijn vraag, minister. Ik weet dat u buurtzorg heel sterk vooruitschuift en ik onderschrijf het helemaal dat buurtzorgnetwerken en verenigingen ook bepaalde taken in de buurt opnemen. Mijn vraag is om ook aandacht te hebben voor het thema hitte wanneer u in de toekomst verder gaat werken met buurtzorg en initiatieven zal ondersteunen.
De heer Daniëls heeft het woord.
Ik heb een korte vraag, omdat er op het terrein onduidelijkheid heerst over het niet mogen gebruiken van airconditioning in gebouwen van woonzorgcentra.
Ik heb recent nog zo’n debat meegemaakt. Het ging over een nieuw gebouw. Er werd gezegd dat dat niet mag worden geïnstalleerd van Zorg en Gezondheid, met het oog op legionella en andere zaken. Dat is echter een kwestie van onderhoud, uiteraard. Dan kreeg ik het advies dat het enkel in gemeenschappelijke ruimten mag, niet in de kamers van de bewoners. U zegt nu in uw antwoord dat airconditioning niet verboden is. Dat is natuurlijk wel iets anders dan zeggen dat het toegelaten is. Ik denk dus dat het goed zou zijn om die richtlijnen daarover eens te verduidelijken: mag het of mag het niet? Mag het op de kamer of mag het enkel in gemeenschappelijke ruimtes, en waaraan moet het voldoen? Bedankt voor uw toelichting.
Mevrouw Wouters heeft het woord.
Minister, ik ben al heel blij dat collega Parys een uitgebreid antwoord heeft gekregen op zijn vraag. Ik heb op 25 augustus in onze commissie immers ook al een vraag gesteld over het hitteplan tijdens de afgelopen hittegolf, want toen stond al in de krant dat er vierhonderd overlijdens meer waren dan tijdens de hittegolf van 2018. Ik kreeg toen van u het antwoord dat er een hitteplan was gemaakt, dat ik dat kon terugvinden op www.warmedagen.be en dat er was gecommuniceerd naar de sector over de manier waarop dat moest worden geïmplementeerd. Dat was dus eigenlijk geen antwoord op mijn vragen. Daarom stel ik nu nog de vragen. Ik sluit me aan bij collega Vandecasteele: was er voldoende personeel om de maatregelen inzake die hittegolf én corona aan te pakken? De combinatie van beide gaf immers nog eens extra druk voor het personeel. Is er genoeg aandacht besteed aan die maatregelen tijdens heel de coronacrisis?
Minister Beke heeft het woord.
Ik zal heel kort zijn. Ik zal focussen op het element van het personeel. Ik heb voor de zomerperiode, tot en met eind september, door de Vlaamse Regering een heel flexibel systeem laten goedkeuren, waarbij men jobstudenten, mensen met allerlei soorten profielen op een heel flexibele manier kon inzetten. We hebben alle mogelijkheden maximaal aangewend om aan flexibele inzet te kunnen doen. Dat was niet zozeer met het oog op de hitte, dat was vooral met het oog op personeelsleden die na de eerste coronagolf misschien hun recuperatieverlof of vakantiedagen zouden willen opnemen enzovoort. Ik denk dus dat we er alles aan hebben gedaan om maximaal in te zetten op personeel.
Ook voor de komende periode zal het echter een van de uitdagingen zijn om daarvoor personeel te vinden. Alleen al in het voorbije jaar zijn er meer dan 1100 personeelsleden extra aangeworven in de woonzorgcentra. Mevrouw Vandecasteele, u hebt er een parlementaire vraag over gesteld. Er staan hopen vacatures open, dus die moeten worden ingevuld. Middelen ter beschikking stellen is één zaak, ervoor zorgen dat we daarvoor ook de juiste mensen hebben is een andere zaak.
Wat de standaard hittemaatregelen betreft en het aanraden om ramen en deuren gesloten te houden: ik denk dat dat in tegenspraak is met de aanbevelingen die hieromtrent zijn gedaan. Daarom gold de aanbeveling om deuren en ramen ‘s avonds en ‘s morgens, tijdens de koelere momenten van de dag, te openen, als de ruimtes leeg zijn. Ventilatoren en airconditioning moesten worden vermeden, maar het gebruik ervan kon natuurlijk individueel worden bepaald.
De heer Parys heeft het woord.
Ik heb geen verdere vragen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.