Verslag vergadering Commissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Tommelein heeft het woord.
Op 12 oktober 2017 werd de vzw Ondersteuningsfonds voor visserij in transitie (OVIS) officieel opgericht door de werkgevers en de werknemers in de visserijsector. U herinnert zich dat natuurlijk wel, want ik had daar toen ook op aangedrongen. De oprichting van de vzw OVIS kwam er na het verdwijnen van de Stichting Duurzame Visserijontwikkeling (SDVO). De bedoeling was dat de nieuwe vzw een antwoord zou bieden op de vele uitdagingen rond verduurzaming en innovatie waar onze visserij voor staat, maar ook voor de ontwikkeling van aqua- en maricultuurprojecten, die in Vlaanderen nog steeds in de kinderschoenen staan en waarover we daarnet gehoord hebben dat alle fracties daarachter staan. Het is dan ook dat soort innovatieve en duurzame projecten waarin wordt verwacht van de vzw OVIS dat ze een belangrijke rol kan spelen voor de transitie van onze visserij naar een moderne, duurzame en weerbare sector. De federale en Vlaamse overheid kunnen elk een vaste waarnemer afvaardigen die de raden van bestuur bijwoont, weliswaar zonder stemrecht. In het wetenschappelijk adviesorgaan zetelen zowel de federale als Vlaamse onderzoeksinstellingen. Voor Vlaanderen is dat het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO). De kredieten voor de vzw komen van het federale Zeevissersfonds, maar worden wel toegekend aan de sector, die Vlaams is. In de nieuwe vzw zetelen ook wetenschappers en mariene biologen, die hun oordeel kunnen geven over ingediende projecten. Het is de bedoeling dat de raad van bestuur van OVIS enkel na positief advies van een wetenschappelijk adviesorgaan een project kan laten opstarten.
In antwoord op een vraag om uitleg van 18 december 2019 stelde u, minister, dat de raad van bestuur van OVIS zijn goedgekeurde beleidsplan in september 2019 had overgemaakt aan het Departement Landbouw en Visserij, met de vraag om deze staatssteunregeling bij de Europese Commissie aan te melden in uitvoering van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU). Die aanmelding gebeurde op 26 september 2019. Zolang de aanmelding niet werd gevolgd door een Europese goedkeuring, konden er geen projectoproepen worden uitgeschreven door OVIS en ook geen projecten worden betoelaagd.
We zijn inmiddels één jaar verder en ik heb de volgende vragen.
Wanneer kwam de Europese goedkeuring van de aanmelding van de staatssteunregeling voor OVIS?
Werden er ondertussen reeds projecten ingediend binnen de vzw? Zo ja, om welke projecten gaat het? Werden de projecten beoordeeld door het wetenschappelijk adviesorgaan en/of de raad van bestuur?
Welke rol ziet u als minister voor OVIS in de toekomst weggelegd ter ondersteuning van het Vlaamse aqua- en maricultuurbeleid?
De beleidsvisie van OVIS toont aan dat de vzw de nodige aandacht wil hebben voor de brexit en de mogelijk zware gevolgen die dat zal hebben op de West-Europese visserijactiviteiten. Staan er hieromtrent reeds projecten in de steigers?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega Tommelein, ik dank u voor uw volgehouden aandacht voor OVIS. De staatssteunregeling voor OVIS is nog altijd in behandeling bij de diensten van de Europese Commissie. Ik kan u dus nog niet blij maken.
Het departement Landbouw heeft de federale steunregeling op 26 september 2019 – meer dan een jaar geleden – aangemeld bij de Europese Commissie. De Europese Commissie beschikt over een onderzoekstermijn van twee maanden na inschrijving van de aanmelding. De Commissie onderzoekt de aanmelding en geeft een beschikking. Maar die termijn gaat in op de dag na de ontvangst van een volledige aanmelding. De aanmelding wordt als volledig beschouwd als de Commissie binnen twee maanden na ontvangst van de aanmelding niet om verdere informatie heeft verzocht. De termijn begint opnieuw te lopen als de diensten bijkomende inlichtingen wensen.
Wat is er nu gebeurd? Op 25 november 2019, 18 maart 2020 en 16 juni 2020 heeft de Europese Commissie bijkomende vragen gesteld. De laatste antwoorden zijn op 20 augustus door ons departement aan de diensten van de Europese Commissie bezorgd.
Er zijn nog geen projecten ingediend of beoordeeld, aangezien het niet is toegelaten om steun toe te kennen vooraleer het aanmeldingsdossier formeel is goedgekeurd. Om die reden, collega Tommelein, kunnen we nog geen projectoproep uitschrijven en ook geen projecten betoelagen.
OVIS is opgericht door de werkgevers en de werknemers in de visserijsector, met eigen vertegenwoordigers in de raad van bestuur. De federale en de Vlaamse overheid hebben elk één vaste waarnemer zonder stemrecht die de raden bijwoont.
Ik vind het van belang dat de beschikbare Vlaamse en Europese middelen zo optimaal mogelijk worden ingezet. Daarom wil ik erover waken dat het beleid van de respectievelijke bevoegde overheden en de inzet van de middelen van OVIS elkaar maximaal aanvullen en versterken.
Zoals ik al zei, kunnen we nog geen concrete projecten in de steigers zetten, aangezien het niet is toegelaten om steun toe te kennen vooraleer het aanmeldingsdossier formeel is goedgekeurd door de diensten van de Europese Commissie. Maar ik hoop oprecht dat dat binnenkort in orde zal zijn.
De heer Tommelein heeft het woord.
Minister, ik hoop het samen met u. Als we de laatste antwoorden hebben gegeven op 20 augustus, dan begint het nu toch wel in de eindfase te komen. Tenzij men opnieuw nieuwe vragen zal beginnen stellen, dan kan het nog een tijdje blijven doorgaan. Maar ik hoop dat dit nu de finale is en dat we die aanmelding binnenkort kunnen finaliseren.
Ik heb twee bijkomende vragen. In 2020 dient een nieuwe convenant ‘Visserij Verduurzaamt’ te worden opgemaakt. Het spreekt voor zich dat beide dossiers nauw met elkaar verweven zijn. Wat is hier de stand van zaken?
Zal de vzw OVIS in dat nieuwe convenant worden opgenomen als een volwaardige partner in de werking en de voorbereiding van het nieuwe convenant?
Minister Crevits heeft het woord.
Het is afwachten of er al dan niet een nieuwe reeks vragen komt. Ik hoop oprecht van niet, collega Tommelein. Ook voor mij was het verrassend. Toen ik bij deze voorbereiding het antwoord las, vond ik het ook verbazingwekkend dat er tot drie keer toe extra vragen werden gesteld.
We werken volop aan het nieuwe convenant ‘Visserij Verduurzaamt’. Ik hoop daar snel te kunnen landen.
Maar wordt OVIS daarbij betrokken? Ja?
Wel, uiteraard. Ik zou niet durven, want anders krijg ik kwade vragen van u. OVIS zit niet formeel in de taskforce voor het convenant, maar ze zijn wel vertegenwoordigd in de subwerkgroepen. Ze zijn dus sowieso betrokken.
De vraag om uitleg is afgehandeld.