Verslag vergadering Commissie voor Wonen en Onroerend Erfgoed
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Mijn vraag betreft mensen die wonen in een SVK-woning (sociaal verhuurkantoor) die plotseling verkocht werd, en waar de nieuwe eigenaar vervolgens in die nieuwe woning wil gaan wonen. Die mensen moesten daardoor op zoek gaan naar een nieuwe woning. Als zij dan op de privémarkt een woning vonden die niet onder de SVK-regeling viel, dan stelden zij vast dat zij niet meer automatisch recht hadden op een huursubsidie. Dit, hoewel het verlies van die SVK-woning niet te wijten was aan de fout van de huurders.
SVK’s kunnen onderhandelen dat ook bij verkoop de huurder beschermd blijft, maar dat gebeurt blijkbaar niet altijd. Er zijn meer situaties denkbaar waarbij de huurder zonder dat het aan zijn wil te wijten is niet meer in een SVK-woning kan blijven wonen, bijvoorbeeld wanneer het contract tussen SVK en eigenaar niet verlengd wordt. In artikel 12, zevende lid, punt 4 van het huursubsidiebesluit staat uitdrukkelijk dat de huursubsidie wordt stopgezet als iemand de woning van het SVK verlaat voor een woning die niet van het SVK is, ongeacht de reden waarom die verhuis plaatsvindt.
Ik vind dat een jammerlijke situatie en daarom stel ik u volgende vragen. Klopt het dat men in situaties die buiten de wil om van de huurder ertoe leiden dat men een SVK-woning moet verlaten en op de privémarkt terechtkomt, zonder uitzondering de huursubsidie zal verliezen? Zult u ervoor zorgen dat er voor dergelijke situaties een oplossing wordt gevonden waarbij de huurder toch zijn huursubsidie kan behouden?
Minister Diependaele heeft het woord.
Dank u wel voor uw vraag, mevrouw Schauvliege. Ik kan het gegeven bevestigen dat de huursubsidie wordt stopgezet als de huurder de SVK-woning verlaat. Bij een interne mutatie binnen hetzelfde SVK of tussen twee verschillende SVK’s kan de huursubsidie wel verder uitbetaald worden. Alle andere gevallen van verlaten van een SVK-woning leiden evenwel tot stopzetting van de huursubsidie. Er wordt geen beoordeling of onderscheid gemaakt volgens de omstandigheid die heeft geleid tot het verlaten van de SVK-woning voor een niet-SVK-woning.
De toegang tot huursubsidie gaat hand in hand met het in huur nemen van een SVK-woning. Bij het verlaten van de SVK-woning is het dan ook normaal dat de huursubsidie wegvalt. Ik vind het geval dat u aanhaalt betreurenswaardig, maar vind niet dat hier vanuit het huursubsidiestelsel een oplossing voor gezocht moet worden.
U haalt een concreet voorbeeld aan waarbij de eigenaar het contract met het SVK beëindigt, maar als we hier een uitzondering voor gaan inbouwen, dan rijst van daaruit onvermijdelijk de vraag naar alle omstandigheden die mogelijk buiten de wil om van de huurder gebeuren, en dat is geen eenvoudig in te schatten gegeven. Hoe kan er bepaald worden of een afvoering buiten de wil om van de huurder is? Ik wil absoluut vermijden dat we vervallen in een subjectief beoordelingskader met uitvoerige bewijslast bij het al dan niet toestaan van uitzonderingen binnen het huursubsidiestelsel. Je moet altijd redelijke oplossingen hebben voor die problemen, en het moet ook haalbaar zijn.
Welke oplossingen zijn er dan wel? Vooreerst vind ik het veel meer voor de hand liggend dat ervoor gezorgd wordt dat de huurder een andere SVK-woning krijgt aangeboden. Momenteel is in de regelgeving opgenomen dat een onderhuurovereenkomst van een SVK-huurder nooit langer kan zijn dan de resterende tijd van de hoofdhuurovereenkomst. Dat staat ook zo in de onderhuurovereenkomst opgenomen. De onderhuurder weet dus in principe dat zijn woning verbonden is met de hoofdhuurovereenkomst. Bij beëindiging moet hij zich opnieuw kandidaat stellen en dan wordt opnieuw zijn woonbehoeftigheid gemeten aan de hand van het puntensysteem dat momenteel nog gebruikt wordt bij toewijzing. Deze manier van werken vloeit dus voort uit de SVK-doelstelling om een woning toe te wijzen aan de kandidaat met de hoogste woonnood.
Het sociaal huurstelsel bevat momenteel dus geen expliciete verplichting voor het SVK om een onderhuurder van wie de hoofdhuurovereenkomst eindigt, bij voorrang te herhuisvesten. Bij de sociale huisvestingsmaatschappijen (SHM’s) is er een ander systeem.
Zoals al aangegeven kan een SVK-huurder zich wel opnieuw kandidaat stellen voor een SVK-woning. In het puntensysteem van de SVK’s worden dan extra punten gegeven voor een interne mutatie. Dat zijn 7 punten. Ik stel me bijgevolg de vraag: werden deze extra punten in het geval dat u aanhaalt, toegepast? Wij hebben geen zicht op het concrete geval. En als u het heeft over een gebrek aan beschikbare SVK-woningen, wilt u daarmee dan zeggen dat er helemaal geen aanbod was of dat de huurder het aanbod te beperkt vond en meer mogelijkheden zag buiten de SVK-sector? Zoals al aangegeven, merken we dat het geen gemakkelijke oefening is om hieromtrent een uitzonderingsregeling op te zetten binnen het huursubsidiestelsel, die dan ook nog eens sluitend moet zijn.
In bijkomende orde kan de inschrijving bij een domicilie-SHM een oplossing bieden. Het besluit van de Vlaamse Regering (BVR) van 5 april 2020 heeft een vrijstelling van inschrijving bij de domicilie-SHM ingebouwd voor SVK-huurders omdat we van de SVK’s volwaardige en betekenisvolle spelers op de sociale huurmarkt willen maken. De huurder hoeft zich dus niet in te schrijven bij een domicilie-SHM, maar kan dat wel en dat wordt bij de toekenning van de huursubsidie ook steeds ten stelligste aanbevolen aan de SVK-huurder. Het heeft alleen maar voordelen: het breidt de keuzemogelijkheid van de huurder uit en kan een recht doen ontstaan op de huurpremie in de situatie waarbij het recht op de huursubsidie zou ophouden naar aanleiding van het verlaten van de SVK-woning. Op die manier overbrugt de huurder dan na het verlaten van de SVK-woning de periode tot toewijzing van een SHM-woning. Vandaar mijn vraag: heeft de huurder in uw geval deze mogelijkheid om zich eveneens in te schrijven bij een domicilie-SHM benut?
Met de creatie van de woonmaatschappijen waarbij de activiteiten van SHM’s en SVK’s geïntegreerd worden in één woonactor met één uniform toewijzingssysteem, wordt dit probleem vermeden omdat het dan de bedoeling wordt bij herhuisvesting naar aanleiding van een renovatie of verkoop van de SVK-woning een voorrang te laten gelden op een andere sociale SVK-huurwoning in het patrimonium, zoals momenteel ook al bij de SHM’s van toepassing is.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw heel duidelijke antwoord. U zult hier geen uitzonderingen op maken. Aan de ene kant is dat jammer, maar aan de andere kant reikt u praktische oplossingen aan waarop iemand in een aantal gevallen een beroep kan doen. Dat zijn zeker pistes die verder moeten worden onderzocht. Het lijkt me nuttig bij de SVK’s na te gaan of dit probleem zich vaak stelt. U kunt die mogelijke pistes ook wat breder bekendmaken.
Alles heeft met het aanbod te maken. Het is goed dat de Vlaamse Regering naar aanleiding van de begroting in meer centen voorziet voor een groter aanbod aan betaalbare woningen. Het zal heel belangrijk zijn hier substantieel verder op in te zetten.
Ik heb een bijkomende vraag. De pistes die u net hebt opgesomd, lijken me heel interessant. Misschien moet u, voor zover dat nog niet het geval is, bij de SVK’s en bij de huurders die problemen hebben wat bekender maken waar ze terecht kunnen om met die bijkomende suggesties tot een oplossing te komen.
De heer Veys heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Dit is het typevoorbeeld van een kwetsbare huurder die een beetje tussen twee plooien valt. Dat zijn natuurlijk heel trieste verhalen, in het bijzonder omdat het een geval van overmacht is. De huurder kan hier zelf niets aan doen.
De hier geschetste situatie vormt op zich een algemeen minpunt van het SVK-systeem. De beperkte woonzekerheid is de reden waarom mijn fractie wat reserves heeft ten opzichte van het SVK-systeem. Aangezien de Vlaamse overheid niet snel genoeg bouwt, denken we dat SVK’s als alternatief uiteraard nog nodig zijn. Aangezien het een kwestie van overmacht is, vinden we wat u net hebt aangegeven gewoon jammer voor de huurder die er nu tussenuit valt.
U hebt naar de huurpremie verwezen. Bij de aanvraag van de huursubsidie is het verplicht zich bij een SHM in te schrijven. Naar mijn gevoel komt het erop neer dat we moeten hopen dat het pas na vier jaar gebeurt. Na vier jaar wordt het recht op de huurpremie geopend. In die zin staat in het Vlaams regeerakkoord een passage genoteerd over de manier waarop de sociale tegemoetkomingen voor de huurders van SHM’s en SVK’s naar elkaar toe moeten evolueren. Hoe bekijkt u dit op dit moment?
Wat de huurpremie betreft, hebben we al eerder voorgesteld om de termijn van vier jaar eventueel te vervroegen, als dat binnen het budget kan, of om het budget te verhogen. Is dat een optie? De huursubsidie en -premie zijn recent aangepast. Zijn er al plannen voor een grote evaluatie?
Hoe kan de Vlaamse overheid de kwetsbare huurders beter beschermen, zeker in coronatijden? Ik denk dat de grootste sociaal-economische gevolgen nog moeten komen. De mensen met de meest precaire jobs en de laagste inkomens huren proportioneel meer. Hoe ziet u dit in het bredere plaatje om de huurder beter te ondersteunen met het Vlaams woonbeleid?
Mevrouw Van Volcem heeft het woord.
Voorzitter, een advocaat krijgt dikwijls van die schrijnende gevallen te zien. Naar mijn mening, houdt een van die gevallen in dat mensen die in een woning van een SVK zijn gehuisvest na drie of vier jaar opeens een brief krijgen dat ze een sociale woning kunnen betrekken. Ze kunnen dat geen twee keer weigeren. Als iemand een huis huurt, het daar een beetje gewoon is en zijn buren kent, weten we ook dat hij niet naar een sociale woning wil verhuizen. Als hij weigert, verliest hij echter de huurpremie.
Minister, bent u bereid om de mensen die nu in een woning van een SVK zijn gehuisvest, wat volgens mij de ideale sociale mix is, de keuze te laten al dan niet naar een sociale woning te verhuizen? Als ze niet naar die sociale woning verhuizen, komt iemand op de wachtlijst in aanmerking en worden twee bewegingen vermeden. Iemand kan van een woning van een SVK naar een sociale woning gaan, maar er zijn nog 130.000 gerechtigde mensen. Waarom laten we niet de mogelijkheid om zo veel mogelijk mensen op de wachtlijst aan een sociale woning van een SVK of een SHM te helpen? Waarom zouden we die mogelijkheid niet aanpassen, ook omdat we in de toekomst een integratie wensen te realiseren?
Mevrouw Claes heeft het woord.
Voorzitter, deze situatie is heel onaangenaam, dat kunnen we niet ontkennen. De huursubsidie hangt vast aan het huren van een woning en aan een SVK. Minister, ik hoor u ook vertellen dat er alternatieven zijn of toch een paar pistes die onderzocht kunnen worden.
Het punt dat ik wil maken – en daar heb ik vorige week ook al over gesproken en de minister heeft het aangekaart – is dat deze situatie net het voorbeeld bij uitstek is waarom we moeten overgaan tot die integratie van de sociale verhuurkantoren en de sociale huisvestingsmaatschappijen tot eengemaakte woonmaatschappijen waar alles gestroomlijnd verloopt en zulke situaties vermeden kunnen worden. En gelukkig gaan we daar volgende week ook verder op in in deze commissie.
Minister Diependaele heeft het woord.
Dank u wel voor de bijkomende vragen. Mijn antwoord was voor alle duidelijkheid niet zomaar: ja, het is jammer. Ik denk dat we een hele reeks oplossingen hebben aangereikt. Mevrouw Schauvliege heeft er ook op gewezen dat we wel degelijk een paar mogelijkheden aanreiken die in dit geval een uitweg of hulp kunnen bieden. Maar een uitzondering inschrijven specifiek voor dit geval, dat zou dermate moeilijk te interpreteren zijn – ik denk dat jullie dat ook wel aanvoelen – dat je snel geconfronteerd zou worden met verwarring en misbruik, waardoor er ook weer zeer terechte vragen zouden rijzen.
Mijnheer Veys, wat het naar elkaar toegroeien van die sociale tegemoetkomingen betreft, het budget verhoogt sowieso elk jaar. We hebben in de begrotingsopmaak 2021 voor de huurpremie 10 procent meer ingeschreven en voor de huursubsidie 15 procent meer. Elk jaar wordt dat budget dus wel degelijk verhoogd. En eigenlijk tonen de meeste van jullie opmerkingen over de SVK’s en SHM’s het belang aan van de oefening waar we het vorige week over gehad hebben: de integratie tot eengemaakte woonmaatschappijen.
Mevrouw Van Volcem, we delen uw analyse in die zin, maar ik denk dat u ook wel weet dat overheidsmiddelen niet onbeperkt zijn. Ik denk dat we de middelen op deze manier op de meest doelgericht manier inzetten en daar gaat het hem uiteindelijk om: zowel bij de SVK’s en SHM’s is het de bedoeling om de mensen die in de meest precaire woonsituatie zitten het best en het eerst te kunnen helpen. De regelgeving die we tot nog toe hanteren, ook in dit geval, is voornamelijk daarop gericht.
De vraag om uitleg is afgehandeld.