Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Vraag om uitleg over contactopsporing door de centra voor leerlingenbegeleiding
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werden deze vragen om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Voorzitter, mijn vraag om uitleg betreft het problematisch uitstel van medische onderzoeken. We hebben signalen opgevangen van verpleegkundigen in de centra voor leerlingenbegeleiding (CLB’s) die zich ernstig zorgen maken om de nawerking van de coronacrisis op de opsporing van fysieke aandoeningen bij kinderen.
De CLB’s voorzien in een verplicht medisch onderzoek van heel wat leerlingen in Vlaanderen. Ouders en leerlingen kunnen dit onderzoek niet weigeren. Indien ze het niet in het CLB willen laten doorgaan, kunnen ze er enkel voor kiezen het door een eigen arts te laten uitvoeren. Die regelgeving is er gekomen om al onze kinderen en jongeren gelijke kansen in hun opgroeien en hun ontwikkeling te geven. Het CLB is vaak de instantie die doorverwijst vanwege allerlei problematieken en zaken die, indien ze niet worden opgevolgd, het opgroeien en het leren moeilijk maken.
Tijdens een normaal schooljaar zitten de dagen van artsen en verpleegkundigen goed vol. Door de lockdown tijdens de coronacrisis zijn heel wat medische onderzoeken uitgesteld. Niettemin is er voor elk onderzoek wetenschappelijke evidentie dat het op een bepaalde leeftijd cruciaal is. De CLB’s hebben echter geen bijkomende middelen en mensen om het groter pakket aan uitgestelde onderzoeken en opdrachten volledig en kwaliteitsvol uit te voeren. Naast de onderzoeken en de vaccinaties die vorig jaar, ten gevolge van de lockdown, niet zijn uitgevoerd en het normaal pakket aan onderzoeken en vaccinaties tijdens een schooljaar, worden de medische teams ook voor de contacttracing met betrekking tot scholen ingeschakeld. Dit alles moet zonder meer handen op het werkveld gebeuren. De vraag rijst dan ook hoe de CLB’s dit takenpakket kwalitatief kunnen blijven uitvoeren.
Een voorbeeld dat ik heb vernomen, betreft de oogtest bij kleuters in de eerste kleuterklas. Het doel van dit onderzoek is het risico op strabisme – een lui oog – te detecteren en kinderen voor een aangepaste behandeling naar een oogarts door te verwijzen. Dit schooljaar worden de oogtests bij kleuters die vorig niet zijn onderzocht vanwege de werkdruk niet ingehaald. Er is dus geen opsporing van luie oogjes. De eerste keer dat die kinderen hierop zullen worden onderzocht, is in het eerste leerjaar. De kritieke leeftijd voor een behandeling is 8 jaar. Als we kinderen pas in het eerste leerjaar kunnen doorverwijzen, gaat heel wat belangrijke tijd verloren.
Minister, bent u zich bewust van wat er zich in de praktijk afspeelt ten aanzien van medische onderzoeken en vaccinaties en het problematisch uitstellen daarvan?
Hoe zult u tegemoetkomen aan de vraag van de CLB’s naar extra ondersteuning zodat er geen problematisch of kansenverminderend uitstel van medische onderzoeken en vaccinaties optreedt? U kondigde al aan dat er extra middelen voor de CLB’s worden uitgetrokken, maar komt u ook over de brug met extra personeel, zeker extra medisch personeel? En wat met vacatures die nu al niet ingevuld raken?
De heer De Witte heeft het woord.
Mijn vraag gaat in dezelfde richting, maar het gaat nog iets breder. De CLB's zijn verantwoordelijk voor de contacttracing in de scholen. Dat is een belangrijke taak, zeker met de heropflakkering van het virus. Contacttracing is een intensieve opdracht. Is een leerling besmet, dan brengen de CLB’s in kaart met welke mensen die leerling in contact is geweest. Ouders moeten worden opgebeld. Als ze de mensen met wie ze in contact zijn geweest niet te pakken krijgen, moeten ze huisbezoeken doen bij de mensen. Dat zijn dus geen telefoontjes van vijf minuten, zeggen de CLB’s.
Het gevolg is dat veel mensen ’s avonds laat doorwerken om dat goed te doen. Louter en alleen al die contacttracing gebeurt vaak vrijwillig, buiten de uren. Als er een besmetting is tijdens het weekend, gebeurt dat werk ook in het weekend. Het is dus een zeer arbeidsintensieve bezigheid, voor een dienst die al lang op zijn tandvlees zit door de vele extra taken die er de laatste jaren bij komen, een nijpend personeelstekort en besparingen op werkingsmiddelen.
De contacttracing komt bovenop de kerntaken die prioritair moeten worden uitgebouwd of uitgevoerd. Door de lockdown is er een achterstand qua medische onderzoeken, vaccinaties, preventieve gezondheidsonderzoeken, psychologische begeleiding en het opvolgen van kwetsbare leerlingen. Dat kan niet zomaar worden ingehaald als die contacttracing erbij komt zonder extra volk. Dat zegt bijvoorbeeld Stefan Grielens van het Vrij CLB.
Minister, u maakt 1,3 miljoen euro vrij voor contacttracing. Dat is een goed begin, maar het personeelstekort en de onderfinanciering van de CLB’s is een structureel probleem. Er komen verschillende verantwoordelijkheden bij, denk maar aan het M-decreet of het Begeleidingsdecreet in de toekomst, en het decreet Integrale Jeugdhulp. Er is de eerstelijnsgezondheidsfunctie, die ook veel energie vergt.
Het gaat dus om extra taken aan de ene kant versus besparingen aan de andere kant. U hebt al meegedeeld dat u de besparingen bevriest voor dit jaar. Het gaat dan om de besparingen op de begeleidingsdiensten. Maar tegen 2024 staat er nog steeds een besparing gepland van 11 miljoen op de pedagogische begeleidingsdiensten en op de permanente ondersteuningscellen van de CLB’s. De twee zijn dus voor een deel aan elkaar gekoppeld.
U belooft nu tijdelijk extra middelen: die 1,3 miljoen euro. Voor hoelang zijn die middelen er? Hoe gaat u die verdelen?
De CLB’s laten weten dat het lastig zal zijn om op korte termijn extra personeel te vinden. Gaat u initiatieven nemen om hen daarbij te ondersteunen?
Gaat u de geplande besparingen op de CLB’s definitief terugschroeven en zorgen voor een structurele herfinanciering?
Minister Weyts heeft het woord.
Bedankt voor de vragen, want dat stelt mij in de gelegenheid om eens mijn uitdrukkelijke appreciatie en dank te uiten voor de CLB’s en hun flexibiliteit. Want aangezien zij niet zo regelmatig in contact komen met ouders, zitten zij nu natuurlijk een beetje in een backofficefunctie. Maar ze doen wel essentieel werk en ze doen dat op een heel flexibele, uitstekende manier.
Vorig schooljaar hebben we naar aanleiding van het schorsen van de lessen in overleg met de CLB-sector, met het Departement Onderwijs en Vorming, met het agentschap Zorg en Gezondheid en met de Vlaamse Wetenschappelijke Vereniging voor Jeugdgezondheidszorg een plan uitgewerkt rond wat wij noemden minimale verwachtingen bij het inhalen van vaccinaties en systematische contacten bij het CLB. Daarbij zijn we vertrokken vanuit een concreet voorstel dat was opgemaakt door de netoverstijgende werkgroep preventieve gezondheidszorg van de CLB-sector zelf.
Een aantal CLB’s hebben in het afgelopen schooljaar de minimale verwachtingen nog gehaald, andere centra hebben deze zomer inhaalmomenten gepland voor het schooljaar 2020-2021.
Ik besef meer dan wie ook dat de vele vragen van de CLB’s en de lokale pieken kunnen leiden tot de situatie waarin keuzes moeten worden gemaakt. De situatie zal niet overal gelijk zijn, ze is natuurlijk afhankelijk van uitbraken in bepaalde scholen in bepaalde regio’s. Wel hebben we heel duidelijk de prioritaire taken afgesproken met de CLB-sector.
Voor de inhaalbeweging van de systematische contacten of specifieke onderdelen van die contacten is vooral rekening gehouden met de in- en uitstroom van leerlingen en het belang om de focus te leggen op het psychosociale functioneren van kinderen, jongeren en hun gezin. De prioriteit wordt hier gelegd op: het systematisch contact van leerlingen uit de eerste kleuterklas en hun ouders; het systematisch contact bij leerlingen uit het derde leerjaar secundair onderwijs, waarbij minimaal wordt verwacht dat er een gesprek gevoerd wordt met de leerling over zijn of haar leefgewoonten en welbevinden; het systematisch contact bij leerlingen uit het eerste leerjaar lager onderwijs, waarbij minimaal de onderzoeksitems visus en gehoor worden ingehaald.
Voor de inhaalbeweging van vaccinaties werd afgesproken dat alle vaccinaties die niet werden aangeboden in het schooljaar 2019-2020, als inhaalvaccinaties worden aangeboden in het schooljaar 2020-2021. De afgevaardigden van de CLB-sector hebben op de vergadering van de Vlaamse vaccinatiekoepel van 23 september 2020 meegedeeld dat alle vaccinaties uit het schooljaar 2019-2020 ingehaald zullen zijn tegen het einde van het jaar.
Dit voorjaar al hebben we bovendien voor en met de CLB’s een specifiek draaiboek uitgewerkt, gebaseerd op de pandemieniveaus.
Contactonderzoek COVID-19 brengt in de verschillende pandemieniveaus heel wat extra werk mee voor de CLB’s. Via een permanentiesysteem zijn CLB’s bereikbaar voor het callcenter om contactonderzoek binnen de schoolmuren op te starten bij melding van een besmetting. Ook huisartsen kunnen in een aantal situaties contactonderzoek vragen bij het CLB. In de praktijk worden de CLB’s vaker rechtstreeks gecontacteerd aangaande een vermoedelijke besmetting, door de ouders, door de behandelende arts of door de school. Naast het effectieve contactonderzoek gaat er veel energie naar het informeren, ondersteunen en geruststellen van leerlingen, ouders en schoolpersoneel. Het contactonderzoek zelf is natuurlijk een cruciale schakel in de verdere aanpak van de pandemie, en krijgt dan ook de prioriteit op andere opdrachten, wanneer dat nodig is. Als je keuzes moet maken, dan gaat daar de prioriteit naar.
Bij de start van het schooljaar waren alle CLB’s klaar met het inplannen van de systematische contacten en vaccinaties van zowel het afgelopen schooljaar als het huidige schooljaar. Gezien het contactonderzoek vanaf dag één al heel wat tijd in beslag nam, hebben we met de CLB-sector en het agentschap Zorg en Gezondheid afgesproken dat de CLB’s steeds voorrang geven aan het contactonderzoek en dat zij hierdoor sommige geannuleerde systematische contacten niet dienen in te halen. Wel spraken we af dat er geen breuken mogen ontstaan in de vaccinatieschema’s. Bovendien kunnen systematische contacten die geannuleerd worden, op vraag van leerlingen of ouders ingepland worden. Dit sluit aan bij de vraaggestuurde werking van de CLB’s.
Wat de besparingen betreft: die komen er niet. Er komen zelfs extra middelen bij. De Vlaamse Regering heeft op de ministerraad van 4 september 1,3 miljoen euro extra werkingsmiddelen vrijgemaakt voor de CLB’s om hen in de periode tot eind december te ondersteunen in hun opdracht met betrekking tot het contactonderzoek. Die middelen worden toegekend als werkingsmiddelen, maar daar kan ook personeel mee aangesteld worden. Het is uitdrukkelijk de bedoeling om de centra hierin de keuze te laten. Sommige centra zullen ook moeilijker dan andere centra personeel kunnen vinden. Het artsentekort om het ambt van CLB-arts in te kunnen vullen is natuurlijk geen nieuw knelpunt; ook mijn collega van Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding worstelt daar natuurlijk mee.
Momenteel vraagt het contactonderzoek zoveel van het CLB, dat ook de niet-medische disciplines binnen het CLB worden ingezet om de medische disciplines te ondersteunen. Mijn administratie werkt elke dag samen met het agentschap Zorg en Gezondheid om knelpunten bij het contactonderzoek op te lossen. Die zijn er ook nog, zeker wat betreft de callcenters. Vooral in Brussel zijn er nog wel wat problemen vast te stellen.
Maar ik moet zeggen dat de relatie met de CLB’s goed is en dat we altijd zo kort mogelijk op de bal proberen te spelen.
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Minister, u hebt het inderdaad wel gehad over een inhaaloperatie die op poten wordt gezet, zeker wat die vaccinaties betreft, maar ik denk toch dat er een achterstand is, een serieuze achterstand. U bent niet ingegaan op het voorbeeld dat ik aanhaalde over die problematiek met de oogtests. Ik weet niet of dat heel concrete voorbeeld u ook ter ore is gekomen en of ook die zaken rechtgetrokken zullen worden. Toen ik dat hoorde, vond ik dat toch wel echt problematisch.
Zoals u zegt, is het medisch personeel toch wel een probleem voor heel wat CLB’s. Er is de werkdruk, maar er is ook het invullen van vacatures en het vinden van medisch geschoold personeel. Ik vroeg mij af er geen andere pistes zijn die u kunt bewandelen. Kan er bijvoorbeeld niet naar arbeidsgeneesheren gekeken worden? Kan er niet gekeken worden of bepaalde taken door ondersteunend of anders geschoold medisch personeel kunnen worden opgenomen? Bent u in gesprek om te kijken welke andere pistes mogelijk zijn om die extra handen in de CLB’s op het vlak van medisch personeel te gaan invullen?
De heer De Witte heeft het woord.
(Slechte geluidskwaliteit)
Minister, ik had nog twee concrete vragen. Ten eerste, die 1,3 miljoen euro die u voorziet, is die recurrent, tot aan het eind van de legislatuur? Wat is het statuut van die middelen?
Ten tweede, u zegt dat er geen besparingen komen, maar zoals ik heb begrepen van de CLB’s zelf, wordt er wel bespaard op de permanente ondersteuningscellen van de CLB’s. Dat is wat de sector zelf zegt. De drie dingen samen doen – alle achterstand van het afgelopen jaar wegwerken, de geplande onderzoeken van dit jaar laten plaatsvinden en contacttracing organiseren op de scholen –, is heel zwaar. U hebt een prioriteitenlijstje opgesteld, wat op zich goed is, maar het gevaar bestaat dat de psychosociale begeleiding, die als laatste staat, onder druk komt te staan. Dat is al een kritiek die ik deze regering maakte: meer aanwezig zijn in de scholen, ervoor zorgen dat kinderen die het moeilijk hebben, geholpen worden en dat er ook structurele begeleiding is naar de schoolteams toe.
Mijn vraag gaat dus vooral over het statuut van de bijkomende middelen en de voorziene besparingen op de begeleidingsdiensten.
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Minister, ik ben blij te horen dat u zoveel appreciatie uitspreekt voor de CLB’s. Ik sluit mij daar namens mijn fractie heel graag bij aan, want wat zij nu presteren, is toch wel ongezien. Ik hoor van verschillende directeurs dat het hen lukt, maar dat het water hun soms wel aan de lippen staat. Waar ik wel soms opmerkingen over hoor, is dat men bijvoorbeeld ook in het weekend mensen moet contacteren en dat men nu werkt met tijdsloten, zodat men duidelijk weet wanneer men iemand op het CLB kan bereiken of niet.
Wat ik ook hoor, is dat bepaalde CLB’s zich aansluiten bij het covidteam, het regionaal overleg. Ik vroeg mij af of er duidelijkheid over is of dat over heel Vlaanderen het geval is, want dat is toch wel echt een meerwaarde. Opmerkingen die men vaak hoort, is dat er verschillende adviezen gegeven worden naargelang de arts bij wie men terechtkomt en naargelang het om een hoogrisicocontact ging of net niet. Er was ook een arts die ervoor pleitte om meer te werken met clusterartsen, waarbij er echt overleg is over de verschillende artsen heen. Dat was nog een vraag.
Aansluitend op de vraag van mevrouw Meuleman, wil ik het hebben over het artsentekort. Ik merk dat er toch heel veel vacatures zijn die niet ingevuld geraken, los van corona. Mijn vraag is: hoe kunnen we hierop een antwoord bieden en op zoek gaan naar ander medisch geschoold personeel om ervoor te zorgen dat we die vaccinaties en die bezoeken aan de CLB-arts toch kunnen laten doorgaan voor alle leerlingen in Vlaanderen?
De heer Laeremans heeft het woord.
Voorzitter, uiteraard sluiten wij ons graag aan bij de vaststellingen en de vragen van de collega’s. Wij vinden dat toch ook wel een probleem.
Ik wil nog twee kleine dingen aanhalen. In de artikels hierover in de krant, werden voorbeelden gegeven van kinderen die soms op vrijdag te horen krijgen dat ze naar de dokter moeten en pas vijf dagen later uiteindelijk een test kunnen laten afnemen, waardoor ze natuurlijk te lang en onnodig in quarantaine zitten.
U hebt aangegeven dat er extra aandacht nodig is voor Brussel. Als ik de cijfers bekijk, zijn dat veruit de slechtste van het hele land. Op welke manier wordt de aanpak daar dan versterkt?
De heer Daniëls heeft het woord.
Dank u wel, minister. De N-VA-fractie wil haar appreciatie uitspreken voor de mensen in de CLB’s. Collega Meuleman, ik heb begrip voor uw vraag over horen en zien. Ik heb die vraag ook gesteld aan een aantal CLB’s. Ze antwoordden: dat is een bekommernis die we hebben, maar we hebben ook maar de tijd die we hebben.
Op dit moment gaat er heel veel tijd naar het begeleiden van scholen in het kader van besmettingen met covid. Dat is ook iets waar onze scholen nood aan hebben. Dat is dus een goede zaak. Verder is het cruciaal dat die vaccinaties in verschillende stappen en op het juiste moment en met de juiste cadans gebeuren om te vermijden dat er in sommige vaccinatieschema’s opnieuw vanaf nul gestart zou moeten worden.
Ik heb wel begrepen dat een aantal CLB’s ouders en scholen oproepen om bij vragen over het zicht of het gehoor van een kind een beroep te doen op de consultatie bij een CLB. Dat zou dus niet meer gebeuren bij alle leerlingen maar wel gericht. Ik denk dat op die manier die bekommernis opgevangen kan worden, door dat nog meer bij de scholen bekend te maken: als leerkrachten of ouders zich zorgen maken over een kind – en ik maak me soms ook zorgen over mijn eigen kinderen: ze horen perfect maar luisteren niet altijd – kan men wel doorverwijzen naar het CLB en een test uitvoeren.
Minister, ik heb nog een laatste vraag. De artsen en de verpleegkundigen zijn twee beroepscategorieën die onder druk staan. Velen zijn op zoek naar verpleegkundigen. Het is ook niet altijd evident om artsen te vinden die bij een CLB willen komen werken. Bent u al in contact met minister Beke om die twee zaken aan te pakken?
Minister Weyts heeft het woord.
Daarstraks had collega De Witte het over de extra lasten in het kader van het M-decreet. Ik wil toch even meegeven dat we net aangaande het M-decreet vanaf dit schooljaar de procedures vereenvoudigd hebben voor het verslag, wat een daling van de administratieve last met zich meebrengt voor de CLB’s. Dat is geen gigantisch verschil maar betekent wel iets, denk ik.
Ik sluit niet uit dat er hier en daar wegens de coronacrisis analyses niet kunnen worden gedaan die anders wel zouden worden gedaan. Er zijn duidelijke prioriteiten en duidelijke schema’s vastgelegd voor het contactonderzoek binnen de schoolmuren en voor de vaccinaties, al dan niet via een inhaalprogramma. We proberen er zoveel mogelijk voor te zorgen dat de medici zich kunnen concentreren op hun medische taken en dat ze worden ontheven en ontlast van andere taken door niet-medisch personeel van het CLB.
De extra middelen die we voorzien, lopen tot eind december. Dat heeft met het principe van de annuïteit van de begroting te maken. Ze zijn specifiek gericht op de extra taken in het kader van het contactonderzoek. Wanneer die taken zich volgend jaar zullen voortzetten, dan zal ik er ook voor zorgen dat hiervoor extra middelen worden uitgetrokken.
Dan was er uw vraag over de hoog- en laagrisicocontacten en de bijhorende maatregelen. Samen met het CLB en het brede onderwijsveld hebben we aangedrongen op twee zaken, die we ook hebben kunnen bekomen: ten eerste is er de halvering van de quarantaineperiode van veertien naar zeven dagen. Dat is vooral een goede zaak voor de scholen, want leerlingen en leerkrachten moeten dan geen veertien dagen maar slechts zeven dagen uit de klas wegblijven. Ten tweede was er ook de discussie over de inschatting van hoogrisicocontacten. Tot op heden was het zo dat bij de inschatting van laagrisico- of hoogrisicocontacten het dragen van een mondmasker eigenlijk geen rol speelde. Daar hebben de Evaluatiecel (Celeval) en andere organen zich op onze vraag over uitgesproken. Ze erkennen dat als het mondmasker correct werd gedragen, het niet langer over een hoogrisicocontact gaat. Dat heeft natuurlijk gevolgen voor de ‘testing and tracing’, maar ook voor de quarantaine en het contactonderzoek. Dat is niet alleen voor de scholen een goede zaak, maar ook voor de CLB’s, want zo gaat de druk wat naar beneden.
Je zag in mijn cijfers over het aantal quarantaines dat er een heel groot verschil is tussen het secundair onderwijs en basisonderwijs. Dat heeft natuurlijk te maken met de verschillende inschattingen van laagrisico- en hoogrisicocontacten. Op dat vlak hebben we wel al wat progressie kunnen maken. We blijven natuurlijk de vinger aan de pols houden. Sommige CLB’s kampen nog altijd met de moeilijkheid dat men geen personeel vindt. Net daarom zorgen we ervoor dat we de middelen die we extra uittrekken, dus die 1,3 miljoen euro, niet libelleren. Men mag dat geld naar eigen inzicht spenderen aan werkingsmiddelen en/of personeel, natuurlijk afhankelijk van de lokale arbeidsmarkt.
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Minister, ik begrijp natuurlijk de prioritaire aandacht voor COVID-19, maar ik wil er toch voor waarschuwen dat we het preventieve luik van die CLB-opdracht echt geen tijdelijke achterstand mogen laten oplopen. We hebben dat voor een stuk ook in de ziekenhuizen gezien: toen de covidbesmettingen op hun piek waren, ging alle aandacht daar naartoe. Andere aandoeningen konden niet meer behandeld worden. Dat had als resultaat een toename van het aantal kankers. De ziekenhuizen zeggen ook: dit nooit meer. Ik denk dat elke vorm van preventief onderzoek toch wel heel belangrijk is.
De heer Daniëls zegt dat als ouders merken dat er iets mis is met het gehoor of zicht van hun kind ze wel kunnen worden doorverwezen. Ze kunnen op de school terecht bij de CLB-arts, maar dat moet natuurlijk nog gebeuren. Er zijn mij onlangs nog een aantal schrijnende verhalen ter ore gekomen. Die medische onderzoeken zijn net in het leven geroepen voor die kinderen die in een gezin opgroeien waar daar veel minder aandacht voor is. Zo kan men ervoor zorgen dat net die kinderen, van wie de ouders het probleem niet zelf opsporen of daar moeite voor doen of aandacht aan besteden, ook de kans krijgen om de school goed te kunnen beginnen. Ik hoop dat er toch een extra inspanning wordt gedaan zodat er in de CLB’s extra werkkracht komt en dat er andere manieren worden gezocht om die vacatures in te vullen. Zo kan men ervoor zorgen dat die medische onderzoeken echt kunnen worden verdergezet, want die zijn heel belangrijk.
De heer De Witte heeft het woord.
Dank u wel voor de antwoorden, minister. Ik noteer dus dat die 1,3 miljoen euro volgend jaar blijft zolang het virus er nog is en die contacttracing nodig is. Dat is op zich een goede zaak.
Ten tweede sluit ik me aan bij wat mevrouw Meuleman zegt, maar ik wil het een beetje uitbreiden. Enerzijds heb je het belang van de preventieve gezondheidszorg, die cruciaal is. Anderzijds heb je het belang van de psychosociale begeleiding. Wat wij horen vanuit het werkveld, is dat de twee keihard onder druk staan en dat dat wel een moeilijke kwestie is. We hebben vorige week het debat gehad over het belang van goede leerkrachten, goede begeleiding, opvolging. Het CLB doet meer dan die gezondheidsonderzoeken. Het is ook dat luik. Ik ken het een beetje, mijn moeder heeft daar heel haar leven in gewerkt.
Op die as heb ik gewoon geen antwoord gekregen. Zoals ik het begrijp, gaat u ook besparen op die permanente ondersteuningscellen van de CLB’s. U ontwijkt gewoon de vraag, dus ik ben wel ongerust over de toekomst op dat vlak.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.