Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Sleurs heeft het woord.
Minister, ik zou het graag even willen hebben over de sneltests, niet over de zelftests, al kunnen beide hetzelfde zijn, maar wel over de sneltests. Die zouden een hulp kunnen zijn in het snel terugvinden van mensen met een besmetting, gesteld dat die afgenomen worden door zorgpersoneel en dat ze in enkele minuten kunnen worden geïnterpreteerd. In het komende griepseizoen zouden die wel het verschil kunnen maken tussen een COVID-19-patiënt en een andere virale infectie.
Minister, hebt u al gepraat in de interministeriële conferentie of de Risk Management Group (RMG) over de introductie van sneltests in de teststrategie in het najaar? Wat zijn hier de mogelijke pro’s en contra’s? Wanneer zult u hierover een besluit nemen? Hoe zal men dit praktisch regelen? Wat is uw visie over het gebruik van sneltests, die naar mijn mening een meerwaarde hebben als ze kwalitatief zijn?
Minister Beke heeft het woord.
In augustus besprak de RMG inderdaad een nieuw RAG-advies (Risk Assesment Group) van 19 augustus, met daarin een evaluatie van de bestaande testmethoden om het virus op te sporen. Ook de snelle antigentesten werden besproken.
Zoals u zelf al aanhaalt, zal tijdens de herfst- en winterperiode het aantal personen met klachten gelijkend op COVID-19 waarschijnlijk toenemen, dit door een verhoogde circulatie van andere virussen die symptomen ter hoogte van het ademhalingsstelsel veroorzaken. De nood aan tests zal dan ook stijgen. In deze context is uiteraard de bestaande capaciteit de allerbelangrijkste factor.
In tegenstelling tot wat soms gedacht wordt, bestaat de capaciteit uiteraard uit veel meer dan enkel het aantal tests die uitgevoerd kunnen worden in een laboratorium. Het gaat ook over afnamemateriaal, over het beschermingsmateriaal voor deze personen, over de logistiek in de laboratoria voor ontvangst van de stalen en registratie van de stalen zowel als de resultaten, over het technisch personeel en over de benodigde reagentia. Vooral echter het personeel voor de afname van de stalen zien we de laatste tijd als een flessenhals voor simultane testing van grote groepen.
De snelle antigentests worden net zoals de klassieke PCR’s (polymerasekettingreactie) afgenomen via een neus-keelwisser. De afname is dus niet minder arbeidsintensief en in die zin alvast niet helpend.
De sneltests hebben ook een lagere sensitiviteit dan de PCR. Dat betekent dat deze testen weliswaar een directe aanpak van de patiënt toelaten bij een positief resultaat, maar dat alle negatieve resultaten opnieuw moeten worden getest met een PCR. Niet ideaal dus, in een situatie waarin je verwacht dat er net veel andere virussen dan SARS-CoV-2 circuleren die het ademhalingsstelsel aanvallen, en bovendien net de afnamecapaciteit een flessenhals kan zijn. In een eerder RAG-advies was de aanbeveling dan ook om deze tests hoogstens en alleen te gebruiken als de pre-testkans dat het daadwerkelijk om covid gaat, hoog is. Er is toen een minimale positiviteitsratio van 30 à 40 procent genoemd. De huidige positiviteitsratio in de bevolking ligt daar nu zeer ver onder.
Ook in haar recent advies van augustus raadde de RAG een veralgemeend gebruik van de antigensneltests niet aan. Naast het afwachten van meer wetenschappelijk onderzoek rond een aantal aspecten stelt de RAG dat de test het best alleen gebruikt wordt wanneer er geen PCR-testen voorhanden zijn. In die omstandigheden kan de zorg toch al ‘met bijna zekerheid positieve’ patiënten isoleren. De negatieve tests moeten dan, zoals gezegd, zo snel mogelijk herhaald worden met de PCR op een plaats waar die test wel beschikbaar is. De RMG is dit advies gevolgd en wacht nu het advies van de RAG af over de plaatsing van de verschillende testopties in een teststrategie.
Op 9 september gaf de RAG een eerste advies over de plaatsing van de verschillende testmethoden in een strategie. Dat advies werd op de vergadering van de RMG van 10 september een eerste keer besproken. Er worden nu nog opmerkingen ingewacht en waarschijnlijk zal de RMG deze week het advies in een al dan niet gewijzigde vorm bespreken en er een beslissing over nemen. Die kan dan meegedeeld worden als advies aan de interministeriële conferentie. Naar alle waarschijnlijkheid zal de antigensneltest in de nieuwe teststrategie evenwel nog geen grote rol spelen.
De verwachting is dat de sneltest vooralsnog geen substantiële rol zal spelen in het testbeleid. Er is in die optiek dan ook geen nood aan een praktische regeling.
Mevrouw Sleurs heeft het woord.
Minister, ik begrijp de bezwaren en de bedenkingen. Naar werklast zou dat inderdaad niet minder zwaar zijn. Ik zou er toch op willen aandringen om alle pistes te bekijken. Inzake bepaalde uitbraken op scholen of in de woonzorgcentra zou het een meerwaarde kunnen zijn.
Ik heb begrip voor de bezwaren van de RMG en de RAG, maar ik roep op om de pistes te blijven opvolgen en te bekijken voor welke delen van onze gezondheidszorg ze wel van nut kunnen zijn, zeker in het najaar en zeker bij uitbraken. Ik zou er willen op aandringen dat men de praktische kant van de zaak niet vergeet en dat dit in de toekomst verder wordt opgevolgd.
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Ik treed mijn collega bij. Het is natuurlijk belangrijk bij een sneltest dat er vooral op kwaliteit wordt getest. Als hij hypersensitief is, bestaat het gevaar dat mensen die besmet zijn, niet positief testen. Op dat gebied moeten we op onze hoede zijn.
Er is momenteel een project in Antwerpen waarbij men via speeksel testen doet. Bent u daarvan op de hoogte? Hebt u daarvan al resultaten?
Herman Goossens heeft in de commissie gezegd dat men werkt rond testen waarmee niet alleen op corona maar ook op andere virussen getest wordt. Men wacht daarmee tot ten laatste eind oktober. Hoever staat het daarmee?
Mevrouw Groothedde heeft het woord.
Minister, een sneltest mag inderdaad een flessenhals veroorzaken, maar ik moet me wel aansluiten bij collega Sleurs. Een sneltest zou de moeilijkheden waarover we in de commissie al weken praten, wel kunnen verlichten. Bijvoorbeeld in scholen kan dat ervoor zorgen dat er niet massaal en onnodig schoolverzuim is bij de kinderen.
U had het over de betrouwbaarheid van de tests en de flessenhals inzake het personeelstekort. Is het mogelijk om een correcte afname van een sneltest in een heel korte opleiding aan te leren zoals men voor de klassieke tests heeft gedaan?
De betrouwbaarheid kan minder zijn bij een sneltest. Kan men bij een positief resultaat dan geen klassieke test afnemen? Dat zullen dan minder gevallen zijn dan men initieel moest doen.
Mijn derde vraag gaat over de mogelijke flessenhals die een kost kan zijn.
Als we naar de kosten kijken die men in Brussels Airport voorziet voor een klassieke test en voor een sneltest, dan is dat, als ik me niet vergis, respectievelijk 65 euro en 135 euro. Is het inderdaad zo dat de sneltests meer zouden kosten? En hoe ziet men binnen de interministeriële conferentie de terugbetaling van die sneltests?
Mevrouw Vandecasteele heeft het woord.
Ik ben ook zeer nieuwsgierig naar de resultaten van die sneltests. Dat moet uiteraard een test zijn die sensitief genoeg is. Anders zullen we uiteraard veel valsnegatieve resultaten hebben, waarmee we niet veel verder komen. Daar ben ik het absoluut mee eens.
Ik wil echter toch wel eventjes de problemen op het terrein vandaag beschrijven. Soms moet men drie, vier dagen wachten op tests. In onze praktijk testen we elke namiddag. Vorige week nam ik op maandagnamiddag tests af. Normaal gezien zou ik volwassenen of kinderen maar voor een of twee dagen thuis laten blijven, dus tot woensdag, vanuit de gedachte dat er normaal gezien gemiddeld na twee dagen een resultaat is. Op woensdag bleken die resultaten echter niet binnen te zijn. Dat is het labo AML in Antwerpen. We hebben al die mensen bij wie we maandagnamiddag tests hadden afgenomen, moeten opbellen om te zeggen dat we nog geen resultaat hadden en dat we hen nog een dag extra thuis zouden moeten houden. Ik kan u garanderen dat dat heel wat werk met zich meebrengt. Uiteindelijk hebben we pas later de resultaten van de tests van maandagnamiddag gehad. Bij kinderen zorgt dat inderdaad voor onnodig schoolverzuim. Bij werknemers zorgt dat voor onnodige afwezigheid op het werk. Dat zorgt ervoor dat de contacttracing veel te laat op gang kan komen. Er gaat veel te veel tijd verloren tussen het afnemen van het staal en het kennen van het resultaat.
In die zin is het zeer, zeer belangrijk om verder sneltests of speekseltests te ontwikkelen, want met de tests die we vandaag hebben, met labo’s die te traag werken, zullen we echt de winter niet doorkomen. Er moet dus iets gebeuren. Wij menen bijvoorbeeld dat er echt extra personeel zou moeten komen in de labo’s om de tests sneller te kunnen verwerken en meer tests te kunnen verwerken op een kortere periode. Mensen vier dagen laten wachten op een testresultaat is immers echt totaal niet wenselijk.
Minister, bent u het ermee eens dat er bij de labo’s moet worden ingezet op een sneller resultaat?
Ik ben aan de andere kant nieuwsgierig naar de resultaten van die speekseltests. Die kunnen immers echt wel zorgen voor een aanzienlijke verlichting van de eerste lijn, bijvoorbeeld bij een positief geval in een school, want dan kunnen die speekseltests in de school gebeuren bij de leerlingen waar dat nodig is, en moeten niet al die leerlingen naar de huisarts worden gestuurd voor een klassieke test.
De heer Daniëls heeft het woord.
Collega’s, ik wil nog even de oproep van collega Sleurs onderschrijven. Minister, heel specifiek wat scholen betreft, zijn er drie onderdelen. De tests moeten snel worden afgenomen. Er moesten sneltests zijn, omdat je dan sneller een resultaat hebt. En ook die resultaten moeten we snel hebben. Op dit moment zie ik immers, samen met u en minister Weyts, steeds meer klassen, maar ook heelder scholen in lockdown gaan, terwijl er weliswaar een aantal besmettingen zijn, maar niet de hele school besmet is. Het is in het belang van ons allen, van de scholen, van de schoolgaande jeugd, van de continuïteit, van de opvang voor ouders, van de leerkrachten en alles wat daarmee samenhangt, om dat te realiseren. Ik wil dus eigenlijk expliciet de vraag van collega Sleurs heel sterk onderstrepen. Het is niet omdat er hier en daar een aantal opmerkingen of bedenkingen bij te maken zijn dat we moeten besluiten om gewoon zoals nu voort te doen, want ik vrees dat we dan echt veel gesloten scholen zullen hebben. Bedankt om dat mee te willen realiseren.
Minister Beke heeft het woord.
Dank u wel voor de bijkomende vragen. Collega Saeys, ik ben inderdaad op de hoogte van dat proefproject dat loopt, in Antwerpen, dacht ik. Als ik me niet vergis, zijn dat paralleltests. Dat betekent dat men het ene en het andere doet. Voor het maximaal inzetten van de capaciteit lijkt me dat nu niet het antwoord, maar dat kan het in de toekomst misschien wel zijn. Ik heb er wel nog geen resultaten van.
Professor Goossens zit ook in onze testingstuurgroep. Hij was daar vanmorgen niet aanwezig, maar ik vermoed dat, wanneer er resultaten zijn, die daar dan ook wel zullen worden besproken. We zijn dus in contact wat dat betreft.
Zoals ik daarstraks zei, onderzoekt de RAG de meerwaarde van die sneltests. Daarbij zijn er een aantal vragen over de sensitiviteit. Die zijn hier ook gesteld. Ik kan daar nu niet op vooruitlopen. Ik heb begrepen dat de RMG ergens deze week, als ik me niet vergis donderdag, met het resultaat van een analyse daarvan zou komen. Dan zullen we verder bekijken op welke manier die kunnen worden ingezet, of ze kunnen worden ingezet en hoe snel ze kunnen worden ingezet.
Dan was er de vraag of er snel een opleiding kan zijn om dit soort tests af te nemen. Dat is niet alleen een kwestie van opleiding. Was het maar zo eenvoudig. Het gaat ook over de vraag wie wettelijk gezien deze handelingen mag stellen. Ik heb daar tijdens de interministeriële conferentie ook al over gesproken. Misschien moeten we, wanneer we die maximale testcapaciteit benaderen, toch eens bekijken wie welke van deze handelingen mag stellen. Dan moet die regelgeving desgevallend ook eens worden bekeken.
Mevrouw Sleurs heeft het woord.
Minister, dank u wel. Ik wil alleen maar benadrukken dat ik echt hoop dat u deze sneltests zeker verder wilt onderzoeken als deel van de strategie, en dat u wilt bekijken hoe dit snel op een kwalitatieve manier zou kunnen worden geïntegreerd in onze teststrategie, zeker voor scholen, universiteiten en zorginstellingen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.