Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Ik ben heel blij om opnieuw in deze commissie te zijn. Het is wederom over hetzelfde onderwerp, namelijk 5G. Ik ga niet zeggen waarom 5G zo belangrijk is, dat weten we ondertussen allemaal.
Er is tijdens het zomerreces wel het een en ander gebeurd. Ik zou graag daar de mening van de minister over en houding van de Vlaamse Regering in willen weten. Om precies te zijn: op 22 juni heeft de federale Nationale Veiligheidsraad een aantal beslissingen genomen omtrent de infrastructuur van 5G. Zoals u weet, is dat een belangrijk onderwerp, want er is natuurlijk de vrees dat bepaalde fabrikanten van apparatuur de onveiligheid van het netwerk zouden vergroten, met name – om geen namen te noemen – fabrikanten van Chinese oorsprong. Er was natuurlijk de vraag of we die fabrikanten moeten toelaten in de corenetwerken van de toekomstige 5G-netwerken.
De Nationale Veiligheidsraad heeft daarin een vrij strikte beslissing genomen, namelijk dat er geen apparatuur in het corenetwerk geïnstalleerd mag worden van buitenlandse leveranciers met een hoog risico. Die leveranciers met een hoog risico mogen wel antennes plaatsen in de buitenlandse schil van het netwerk, maar dan nog voor maximaal 35 procent van de sites.
De federale overheid zal in samenwerking met de veiligheidsdiensten ook de sites aanduiden die een hoog veiligheidsrisico hebben en waar er dus nog strengere regels zullen zijn voor bepaalde leveranciers. Dat is een vrij strikte regelgeving en dat zorgt er natuurlijk voor dat we ook in Vlaanderen moeten kijken welke leveranciers hier welkom zijn om dat 5G-netwerk, dat we de komende jaren toch tot elke prijs willen ontwikkelen, mee vorm te geven. Dat is tenminste wel duidelijkheid, want die duidelijkheid was er lange tijd niet, maar dat zorgt er wel voor dat de Vlaamse Regering daar moet op inspelen en zien welke keuzes we daar in Vlaanderen voor maken.
Dan speelt er nog een andere kwestie en dat is natuurlijk de veiling van de licenties. Ik heb u daar voor de zomer een vraag over gesteld. U weet dat daar een studie gaande was die de verdeling van de licentie-inkomsten op een objectieve basis moest beoordelen. Die studie is uitgebracht. U hebt mij zeer vriendelijk verteld dat daar enige twijfel over bestaat binnen de Vlaamse Regering of die studie wel correct is, en dat u daar ook een antwoord op zou formuleren dat dan verdere aanleiding moet geven tot het bepalen van die verdeling tussen het federale niveau en de verschillende deelstaten.
Die twee elementen in beschouwing genomen, had ik u graag volgende vragen gesteld.
Werd de Vlaamse Regering eigenlijk betrokken bij heel die oefening over de veiligheid van het netwerk en welke fabrikanten wel of niet zouden worden toegelaten? Wat is uw mening over de uitkomst daarvan en de gevolgen voor de verdere ontwikkeling van 5G in Vlaanderen? Wat de sites met een hoog risico betreft: ik denk dat we er wel een aantal kunnen hebben in Vlaanderen, denk maar aan onze havens, onze luchthavens, enzovoort. Hoe gaan we die verder bepalen? Hoe gaan we echt bepalen waar leveranciers uit het buitenland die geacht worden een groot risico te hebben, aanwezig mogen zijn en niet? En vooral, wie gaat dat bepalen? Is dat in samenwerking met minister-president Jambon of zo? Het is soms zo onduidelijk wie daar eigenlijk de eindverantwoordelijkheid in heeft, wat toch wel belangrijk is.
Mijn tweede vraag gaat over de licentieverdeling. U hebt gezegd dat u een officieel standpunt ging formuleren wat de studie betreft. Ik heb dat nog niet gelezen, maar misschien is dat er wel en is dat ook aan de federale overheid meegedeeld. Hoe werd er dan gereageerd op dat standpunt? Hoe gaat die verdere besluitvorming nu gebeuren? Ik vraag het u ook omdat u ongetwijfeld weet dat er zich een Federale Regering aan het vormen is, en ik denk dat de verdeling van die licentieopbrengsten daar toch ook een onderwerp kan zijn dat eventueel op tafel of in de Zoommeetings ter sprake komt. Ik vroeg mij dus af of u uw mening ook al aan die federale onderhandelaars had geventileerd en wat daarin dan het officiële standpunt van de Vlaamse Regering is.
Minister Dalle heeft het woord.
De veiligheid van 5G-netwerken wordt exclusief opgevolgd door de federale overheid. Maar het spreekt voor zich dat ook de Vlaamse Regering wordt betrokken bij zaken die besproken en beslist worden op de Nationale Veiligheidsraad. Dat gebeurt in hoofde van de minister-president.
Zoals ik reeds heb geantwoord op uw vraag in de commissievergadering van 14 mei, heb ik effectief het BIPT aangeschreven om mijn bedenkingen over te maken bij de studie die Capgemini maakte in opdracht van het BIPT inzake het mediagebruik en de mediadefinitie.
Ik had daar grosso modo twee bedenkingen. De eerste houdt verband met de mediadefinitie die de studie hanteert om het mediagebruik en het media-aandeel te berekenen in het totale volume van mobiele data en die volgens mij te beperkend is.
Ten tweede stelde ik me ook vragen bij de resultaten van de studie en hoe men tot bepaalde resultaten komt. Zo lijken mij bepaalde veronderstellingen over de exponentiële groei van mobiele data wat overroepen en zijn er bepaalde dimensies die in de studie ontbreken inzake marktontwikkeling en toekomstige spelers.
Mijn bedenkingen bij de resultaten van de studie worden trouwens bevestigd wanneer je ze vergelijkt met de resultaten van andere internationale studies, die een groter aandeel van media voorspellen op 5G dan de cijfers waar de BIPT-studie toe komt.
Op 28 augustus hebben medewerkers van mijn kabinet en mijn administratie een technisch onderhoud gehad met het BIPT en de opdrachtnemer van de studie. Daar werden de wederzijdse standpunten en interpretatieverschillen over de conclusies die volgen uit de studie en de assumpties die tot de resultaten van de studie geleid hebben, besproken. Ze blijven wel aanwezig. Het is uitgeklaard waar de verschillen liggen, maar er is nog geen consensus over.
U hebt verwezen naar de federale regeringsvorming. Ik denk dat we inderdaad nood hebben aan een nieuw voorstel van de Federale Regering, waarbij het spectrumdossier wordt ingediend bij het Overlegcomité. Het is daar dat het verdere overleg zal moeten plaatsvinden. U kent het standpunt van de Vlaamse Regering, dat staat ook in ons regeerakkoord: wij gaan ervan uit dat, gelet op de evolutie en het aandeel van media bij mobiele data, er een merkelijk hoger aandeel moet zijn in de inkomsten van die licentieveiling. Dat standpunt is onveranderd en wij rekenen er ook op dat daar de komende weken en maanden vooruitgang in kan komen.
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Minister, hartelijk dank voor uw antwoorden. Ik moet eerlijk zeggen dat ik een beetje op mijn honger blijf zitten wat het antwoord op de eerste vraag betreft, maar ik neem aan dat ik die dan gewoon aan de minister-president moet stellen. Het betreft onze Vlaamse houding ten opzichte van fabrikanten met een hoog risico in het corenetwerk en de sites met hoog risico. Dat is belangrijk, omdat het lastige in heel het verhaal is dat de leveranciers die worden aangemerkt als hoog risico, vaak technologisch superieure producten hebben. Ik geef een voorbeeld: de Chinese fabrikant Huawei heeft technologie die 5G-signalen kan versturen aan constante sterkte, zelfs wanneer er objecten in de weg staan, terwijl andere fabrikanten die technologie nog niet of onvoldoende hebben. Het is een keuze tussen veiligheid en technologische superioriteit.
Voor alle duidelijkheid: ik begrijp de bezorgdheden over de veiligheid. Ik vind het goed dat we daar op federaal niveau beslissingen hebben genomen, maar het is mij niet altijd duidelijk hoe de Vlaamse Regering daar verder op ageert, zeker wetende dat we in onze havens en luchthavens enzovoort in de toekomst voor een aantal dilemma's zullen staan. Ik neem aan dat ik de vraag nog verder moet uitspitten met de minister-president. Ik weet dat onder meer collega Van Peteghem daar al een aantal vragen over heeft gesteld.
Wat betreft de tweede vraag over de licenties, kies ik geen zijde in dezen, ik wil gewoon dat er een oplossing komt, dat die licenties verdeeld worden en dat we daar vooruit mee kunnen gaan, want ons land heeft dat echt nodig. Dat mag niet in de communautaire frigo blijven zitten. Ik vind dat een zeer nefaste houding. Ik wil er geen uitspraak over doen wie gelijk heeft of niet, ook niet over de studie zelf. Er zijn een aantal juridische twisten over. Goed, dat zijn meningsverschillen, maar ik denk dat het heel belangrijk is dat er een oplossing komt.
U vraagt een hoger aandeel van de opbrengsten, dat begrijp ik, maar welk percentage legt de Vlaamse Regering dan expliciet vast? Staat daar een bepaald bedrag op? Zou het de mogelijkheid zijn, zoals federaal minister De Backer heeft voorgesteld, om als er geen akkoord kan worden gevonden, de licentieveiling wel te laten doorgaan en de opbrengsten in een soort infrastructuurfonds te bundelen, dat later eventueel kan verdeeld worden tussen de deelstaten? Dat is een ‘second best’-oplossing die ervoor kan zorgen dat die licentiekwestie geen beperking meer vormt op de verdere ontwikkeling van 5G.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Ik wijk een beetje af van de kern van de vraag van collega Vande Reyde, maar we hebben dezelfde overtuiging, namelijk dat 5G een essentiële stap is die we moeten zetten, gewoon om niet achterop te geraken zodat onze economie en communicatievoorzieningen in onze maatschappij competitief blijven.
Maar een punt dat we met zijn allen al gemaakt hebben, is dat er een draagvlak moet zijn. We weten allemaal dat er een hevig verzet is vanuit een zeer kleine hoek, dat via de sociale media wordt opgeblazen. Dat verzet en die angst zijn er wel, onder meer dat 5G voor corona zorgt.
Er wordt wel wat weerwerk geboden. De VRT informeert goed. Deze week was er een goede reeks in De Standaard rond 5G, waar ook tegenstanders weerwerk konden bieden. Het was een goede reeks, maar niet alle Vlamingen lezen De Standaard uiteraard. Ik wil nog eens van de gelegenheid gebruikmaken, minister, om u op te roepen om met de federale collega's te kijken naar de mogelijkheid van een informatiecampagne over het nut, het belang en de veiligheid van de 5G, want daar zijn we allemaal bezorgd om. De onduidelijkheden die er zijn over de onveiligheid en de gezondheidsrisico's moeten uitgeklaard worden en dan moet dat gewoon naar de bevolking gebracht worden.
De heer Vandaele heeft het woord.
De verdeling van de opbrengsten van de veilingen ligt ons natuurlijk zeer nauw aan het hart. U zult zich herinneren dat wij jaren geleden over dit dossier voor het eerst de kat de bel hebben aangebonden. We weten dat het aandeel media steeds groter wordt. Je kunt daar wat mij betreft dikke studies over maken, maar je moet echt niet lang gestudeerd hebben om te weten dat het aandeel media, en dus het deel dat de regio’s toekomt, steeds groter wordt.
Collega Vande Reyde, wij gaan er in elk geval van uit dat uw partij en ook de partij van de minister dat dossier met kracht op de tafel zullen leggen bij de federale regeringsvorming. Dat is iets waar wij echt op rekenen. Het zal uit de uitkomst van dat soort dossiers moeten blijken wat de impact is van jullie partijen aan de federale regeringstafel.
Minister Dalle heeft het woord.
Dank u wel, collega's, voor de bijkomende vragen. De minister-president is inderdaad aanwezig in de Nationale Veiligheidsraad. Hij brengt daar uiteraard die elementen in die voor Vlaanderen relevant zijn. Onze strategische locaties, zoals onze zeehavens en onze luchthavens, zijn daar uiteraard bepalend in. Wat ik enkel heb willen aangeven, is dat het aspect veiligheid van het 5G-netwerk een federale bevoegdheid is en dat de minister-president daarin de Vlaamse belangen en verzuchtingen aanbrengt. Wat dat betreft, kan ik niet meer details geven.
Het percentage waarnaar gepeild wordt: u weet dat daar ook in de begrotingsbesprekingen naar gekeken is, maar uiteindelijk moet dat samen beslist worden in het Overlegcomité. Ik wens niet vooruit te lopen op dat precieze percentage. Ik kan enkel verwijzen naar wat ik heb gezegd over het Vlaamse regeerakkoord ter zake.
Tot slot is er de informatie over 5G, bijvoorbeeld rond de gezondheid. Dat is eigenlijk het tegengaan van fake news. Dat is een bredere problematiek waarover we het in deze commissie al hebben gehad en waarvoor verschillende mediabedrijven inspanningen doen. Ook de VRT doet dat via factchecken. Er zijn zelfs diverse factchecks geweest van berichten rond 5G, die uiteraard berusten op manifest onjuiste data. Er zijn geen aanwijzingen dat dit problematisch is voor de gezondheid, en al zeker niet in het kader van het coronavirus.
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Mevrouw Segers heeft volledig gelijk dat een tegengewicht tegen het fake news echt wel noodzakelijk is. Ik heb dat voor het zomerreces ook al aan de minister-president gevraagd. Hij heeft gezegd dat daarvoor zou worden gezorgd. Moet dat via de overheid? Ik denk dat de overheid er wel een rol in kan spelen om eventueel een aantal middelen vrij te maken om objectieve informatie te promoten, onder andere via de kanalen waar het moet, zoals YouTube, Facebook en Instagram. De reeks in De Standaard is inderdaad zeer goed, maar niet iedereen wordt daarmee bereikt. Ik denk dat we online echt wel een tegengewicht moeten vormen, maar het is ook in de eerste plaats aan operatoren en fabrikanten om daarvoor te zorgen. Misschien kan de overheid daar inderdaad een ondersteunende rol in spelen.
En dan, ten slotte, mijnheer Vandaele, bedankt voor de voorzet. Het is blijkbaar een sport geworden om te verwijzen naar het federale niveau en te zeggen dat het daar allemaal slecht is en bij ons fantastisch. Ik denk dat dat misschien een nieuwe realiteit is tegenwoordig. Ik neem de opmerking mee. Ik hoop, net zoals u, dat daar een gedegen oplossing komt, los van Vlaanderen of België, gewoon een efficiënte overheid, en dat die 5G er komt, voor Vlamingen en voor Belgen. Dat is het allerbelangrijkste.
De vraag om uitleg is afgehandeld.