Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Vraag om uitleg over de Biënnale van Venetië
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werden deze vragen om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw D’Hose heeft het woord.
Ik heb al vragen gesteld over de Biënnale van Venetië. Het is in de beeldende kunsten een zeer belangrijk evenement. Om de vier jaar krijgt Vlaanderen de kans om zich in het paviljoen te laten zien. De selectieprocedure wordt uiteraard altijd met argusogen gevolgd. We hadden het al eens over die selectieprocedure. Ze werd, in vergelijking met de vorige keer, door het departement aangepast. Het zou nu de bedoeling zijn om een meer inhoudelijk traject uit te werken. Een curator zou samen met meerdere kunstenaars een artistiek concept uitwerken.
Er werd daarvoor een jury samengesteld, en die jury bestaat uit acht personen die kennis moeten hebben van het Vlaamse en Belgische kunstenveld, de Biënnale, de diverse samenleving en de nieuwe tendensen in het kunstenveld en de kunstmarkt.
Op 16 maart – ik heb dat toen moeten omzetten naar een schriftelijke vraag door corona – heb ik gevraagd naar het waarom en naar de oorsprong van de nieuwe selectieprocedure. U gaf aan dat de reden hiertoe was dat de vorige selectieprocedure een zekere voorspelbaarheid had. Dat heeft natuurlijk geleid tot goede tentoonstellingen, maar daardoor was het niet altijd meer zo vernieuwend. Men wilde dus eigenlijk uitgaan van een andere benadering, die mogelijk een minder voorspelbare invulling zou geven aan het paviljoen.
Die nieuwe procedure heeft natuurlijk heel wat teweeggebracht, en daar is ook een artikel in Apache uit voortgevloeid. Daar zou blijken dat de jurering eigenlijk niet correct is verlopen. Men maakt gewag van verwijderde persberichten, criteria die niet werden gevolgd, en juryleden die zich door dreigende belangenvermenging in extremis een week voor de zitting terugtrokken.
We voelen toch wel allemaal aan dat hier wat zaken verkeerd zijn gelopen. Ik denk dat u het artikel in Apache wel hebt gelezen. Wat is uw reactie hierop? Bent u het er ook mee eens dat de procedure oneerlijk is verlopen? Hebt u hier al contact over gehad met de administratie en het departement? Ik vroeg mij af welk gevolg u zou geven aan deze gebeurtenissen. Ik dank u.
Mijn vraag is gelijkaardig. Er is inderdaad heel wat te doen over de selectie voor de Biënnale van Venetië. Eind juni selecteerde een jury in opdracht van het Departement Cultuur, Jeugd en Media (CJM) curator Hilde Teerlinck en kunstenaar Francis Alÿs om Vlaanderen te vertegenwoordigen in het Belgisch paviljoen op de Biënnale van Venetië voor beeldende kunsten in 2022. Eind augustus en begin september brachten zowel Apache als Doorbraak artikels waarin vragen gesteld werden bij het correcte verloop van de selectieprocedure.
Apache schrijft: “Toen de jury tot een beslissing moest komen, werden drie projecten al snel weggestemd. Twee daarvan, waaronder dat van Vanden Eynde, waren nochtans de enige twee die voldeden aan de verwachting die het departement met de oproep voor een project had gecreëerd. Uiteindelijk koos de jury voor “de kracht van Francis Alÿs” waartegen de twee andere overgebleven voorstellen “niet op kunnen”. Zodoende was het aanvankelijk nagestreefde belang van het curatorschap en het initiële “concept” voor de jury blijkbaar nog van weinig tel. Het departement Cultuur laat daarover weten dat er nog geen evaluatie werd gemaakt van de selectieprocedure. Het is wel van mening dat ”het de selectie op een objectieve wijze georganiseerd heeft”.”
Naast de problematische procedure, schrijft Apache dat de werking van het departement an sich niet optimaal is: “Belangenorganisatie voor kunstenaars NICC legt de vinger op de pijnlijke wonde. De organisatie communiceerde de afgelopen maanden meermaals met verantwoordelijken op het departement om hen te wijzen op inconsequenties en gevaren: “Het lijkt erop dat men op het departement moeite heeft om de sector werkelijk inspraak te geven. Dat blijkt uit meerdere dossiers, en dus ook uit de voorbereiding en het verloop van de procedure voor de kunstbiënnale Venetië. Wij hebben niks tegen een competitie of een jury an sich. Alleen moet zoiets professioneel en tijdig worden aangepakt,” zegt Yannick Ganseman van NICC.”
Minister, heeft het departement ondertussen een evaluatie van de selectieprocedure gemaakt? Zo ja, wie evalueerde die procedure en wat is de uitkomst van die evaluatie?
Kunt u het juryverslag bezorgen, of indien daar bezwaren tegen zouden zijn, kunt u dat verslag minstens ter inzage ter beschikking stellen van het parlement? Zo kan inderdaad worden gekeken of die toetsing aan de vastgesteld criteria toch goed is verlopen.
Hoe evalueert u die bredere kritiek van onder meer NICC, dat het departement professionalisme en expertise ontbeert?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Ik heb natuurlijk kennisgenomen van dat artikel in Apache, en daarin staan een aantal ernstige beschuldigingen. Maar naast die beschuldigingen is dat artikel wel weinig concreet. Het plaatst een aantal zaken die tijdens de selectie gebeurden samen in een negatieve sfeer.
Ik verwacht van mijn administratie dat hierover duidelijkheid wordt geschapen en dat de context van een aantal gebeurtenissen verklarend werkt.
Wat betreft de vraag of ik ermee akkoord ga dat die procedure oneerlijk is verlopen, heb ik op dit moment geen enkele reden om te geloven dat de jury of de administratie oneerlijk heeft gehandeld tijdens deze procedure op basis van wat ik vandaag weet. De titel van het artikel in Apache is een bijzonder zware, sterke beschuldiging. Dat er corruptie in het spel is, wordt evenwel nergens in dat artikel hardgemaakt. De uitspraak betreft overigens een citaat van een kunstenaar die zich hiervan daarna gedistantieerd heeft en een recht van antwoord heeft geëist. Het Departement CJM is daarover ook duidelijk tegenover me en stelt pertinent dat het de procedure onpartijdig en objectief heeft georganiseerd. Het gevolg is dat ik aan de administratie een onderzoek heb gevraagd naar aanleiding van de artikels. Ik wacht op het onderzoek om mijn conclusies te trekken.
Het departement is nu bezig met een interne evaluatie van de procedure. We wachten daar momenteel op. Dat zal iets voor de komende weken zijn. Dat kan niet echt lang op zich wachten.
Ik heb er geen probleem mee om het juryverslag ter inzage te leggen aan de leden van het Vlaams Parlement. Dat kan dus.
Het NICC was, als belangenbehartiger van de individuele kunstenaar, niet tevreden met de huidige procedure. Hetgeen vanuit hun standpunt te begrijpen is.
Maar als het NICC zegt dat de sector geen inspraak heeft, is dat in het kader van de aanloop naar de selectieprocedure niet correct. Het Departement CJM heeft voor het eerst een expertgroep van kunstenaars, curatoren en kunstcritici samengebracht om te reflecteren over het waarom en het hoe van de deelname.
Het is voor het Departement CJM een natuurlijke reflex om bij de beleidsontwikkeling te luisteren naar en inbreng te vragen van de sector. Ook tijdens de reflectiemomenten in het kader van de herwerking van het Kunstendecreet, een proces dat nu loopt, is uitgebreid met vertegenwoordigers uit de sector overlegd.
Ik neem momenteel geen positie in of dat al dan niet correct is. Ik wacht daarover het onderzoek af dat ik onmiddellijk heb bevolen op het moment dat de artikelen zijn verschenen. Mijn uitgangspunt is dat de ambtenarij correct werkt tot het tegendeel bewezen is. Er is dus een onderzoek lopende.
Mevrouw D’Hose heeft het woord.
Het gaat inderdaad over heel forse beschuldigingen. Daarmee wordt het departement fel geraakt, vind ik. We moeten daarin klaarheid krijgen.
Ik vraag me of ik het goed begrepen heb. U hebt een onderzoek bevolen en daarnaast is er ook nog een evaluatie. Er zijn dus eigenlijk twee sporen die lopen. Ik vroeg me af of u al een idee hebt over de timing waarbinnen beide kunnen worden afgerond. Ik denk dat het belangrijk is dat we dat dan hier hernemen. Als blijkt uit het onderzoek dat het ‘much ado about nothing is’, moeten we dat heel helder in deze commissie publiekelijk kunnen zeggen. Los van de evaluatie en welke selectieprocedure je nu neemt, denk ik dat het op zich interessant is om niet alleen af te toetsen met kunstenaars, maar hen ook mee te nemen in het verhaal en in de selectie. Dat moeten we in de toekomst toch een beetje voor ogen houden.
Ik denk inderdaad dat het goed is dat we de evaluatie en het onderzoek afwachten, minister-president. Het is ook goed dat we de verslagen kunnen inkijken. Ik weet niet of ik de vraag dan nog moet stellen aan de parlementsvoorzitter of zij dat kan regelen.
Er zijn voor mij toch wel twee heel belangrijke elementen in het onderzoek dat u wilt voeren, die zeker moeten worden onderzocht. Dat is enerzijds de samenstelling van de jury. Ook in Doorbraak wordt gewag gemaakt van het feit dat er juryleden vervangen werden, waarbij er twijfel is of u dan al niet op de hoogte moest zijn. Volgens hen was dat wel het geval en zijn die vervangingen gebeurd zonder dat u daarvan op de hoogte was. Ik weet niet of dat correct is. Dan zijn er natuurlijk de juryleden die zich op het einde, al dan niet onder dwang, hebben teruggetrokken.
Minister-president, weet u of de samenstelling van de jury correct is verlopen? Ik weet niet of u daar al indicaties over hebt. Kunt u zeggen of wat Doorbraak heeft geschreven, correct is? Doorbraak heeft geschreven dat u eigenlijk van die eerste vervangingen op de hoogte had moeten zijn.
Ik heb nog een bijkomende vraag. Er zijn natuurlijk criteria naar voren geschoven. Er zou veeleer naar jonge of beginnende kunstenaars worden gekeken. De originaliteit is daarbij heel belangrijk, maar nu kan in vraag worden gesteld of dit project wel zo origineel is als het lijkt – of als het niet lijkt, want dat lijkt het niet te zijn. Ook zou niet helemaal aan de criteria in verband met de educatieve werking zijn voldaan. De betrokkenheid bij de Vlaamse gemeenschap wordt eveneens in twijfel getrokken. Vindt u, zonder op het onderzoek vooruit te lopen, dat het project aan de criteria voldoet?
Mevrouw Segers heeft het woord.
Voorzitter, ik had een soortgelijke vraag om uitleg voorbereid, maar ze was niet klaar voor de deadline. Het is goed dat hier sowieso aandacht aan wordt besteed, want ik heb natuurlijk ook de wenkbrauwen gefronst toen ik het artikel op de website van Apache en nadien een soortgelijk artikel op de website van Doorbraak heb gelezen.
Minister-president, ik begrijp volkomen dat u voorzichtig bent en geen grote uitspraken op basis van krantenartikels wilt doen. Ik apprecieer ook hoe u onmiddellijk in actie bent geschoten en zelf een onderzoek bent gestart. Kunt u misschien wat meer details geven over welk type onderzoek u hebt bevolen? Tegen wanneer denkt u dat de resultaten er zullen zijn? Het is goed dat we het juryverslag alvast kunnen inkijken, waarvoor ik u wil danken.
De heer Van de Wauwer heeft het woord.
Minister-president, ik dank u, want u hebt al een en ander verduidelijkt. Ik heb in het verleden al een paar keer kritische vragen gesteld over de werking van het departement en een aantal problemen. Ik ben niet meer zeker, maar ik denk dat ik dat de laatste keer heb gedaan naar aanleiding van een vraag om uitleg van mevrouw Segers. U hebt toen gezegd dat ik te kritisch ben omdat ik in persoonlijke onvrede leeft met de secretaris-generaal. Aangezien ik me toen louter aansloot, heb ik daar niet meer op gereageerd, maar ik was daar niet mee opgezet. Mijn kritische opmerkingen komen altijd voort uit getuigenissen die ik vanuit het departement zelf heb gekregen en uit het bredere ongenoegen dat in de sector leeft.
We mogen niet te voorbarig zijn en het is heel goed dat u het onderzoek afwacht, maar als we naar deze case kijken en als in dit dossier mogelijk fouten zijn gemaakt, zijn er een aantal problemen in het departement. De kritiek is heel hard. Het gaat om een gebrek aan professionalisme en expertise. Dat schaadt het departement zelf … (onverstaanbaar) …veel dossiers en subsidies. Dat schaadt niet enkel het departement, maar heel de Vlaamse overheid. Het is dan aan u, als minister van Cultuur en als minister-president van de Vlaamse Regering, om erop toe te zien dat niets verkeerd loopt. Ik ben heel tevreden dat u zo snel actie hebt ondernomen en dat onderzoek hebt bevolen.
Ik wil een paar gelijkaardige vragen stellen, onder meer over de timing. Ik kijk uit naar het antwoord, want mij lijkt het alsof er in het departement een aantal zaken niet lopen zoals ze zouden moeten lopen. Het is heel goed dat u hier met een onderzoek duidelijkheid over kunt verschaffen.
Mevrouw Coudyser heeft het woord.
Minister-president, ik denk dat we allemaal hebben vastgesteld hoe delicaat het dossier is. Ik ben blij dat iedereen erkent dat u daar zeer alert op hebt gereageerd door een intern onderzoek te vragen.
Het is inderdaad wachten op die resultaten. Ik wil mij ook aansluiten bij de vraag van collega D’Hose. Er is daarnaast ook een algemene evaluatie. Zal dat intern onderzoek deel uitmaken van de hele evaluatie, zodat we in de toekomst, als er bijsturingen nodig zijn, naar het geheel kunnen kijken? Uiteraard moeten we duidelijkheid in die case vooropstellen.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Ik wil vooraf toch meegeven: we leven nog altijd in een rechtstaat. Het is niet omdat er in een artikel, in welk medium dan ook, dingen worden geponeerd, dat we al moeten overgaan tot veroordeling en bestraffing. Als daar onregelmatigheden gebeurd zijn, moet dat aangepakt worden, tot op het bot, bij wijze van spreken. De vraag is dus zeer terecht, maar de veroordeling kan pas na het bewijs.
Ik zal u de opdracht van dat onderzoek die ik letterlijk aan het departement gegeven heb, lezen. Ik stel vast dat er twee artikels verschenen zijn over een unfair verloop van de selectieprocedure en dat er vragen gesteld worden bij het tot stand komen van de uiteindelijke beslissing. En dan vraag ik: “Ik zou u daarom willen vragen om zo snel als mogelijk een doorlichting en objectieve analyse te maken van de volledige projectflow en hierbij alle mogelijke probleempunten te benoemen en te analyseren. Graag ontvang ik ook concrete voorstellen om de voorgestelde procedure te verbeteren.” Dat is dus mijn vraag aan het departement voor die evaluatie. Ik heb daarin geen timing opgelegd, maar ik heb toch gevraagd om dit met bekwame spoed te doen om zo rap mogelijk die zaak uit te klaren.
Mevrouw D’Hose heeft het woord.
Ik stel dan voor dat we dit op de radar blijven houden en dat we, wanneer er een tijdje gepasseerd is, hier opnieuw de vraag agenderen om het opnieuw te bekijken.
Ik heb daar verder niet echt iets aan toe te voegen. Wij zullen ook afwachten wat uit de verslagen blijkt.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.