Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Van Rooy heeft het woord.
Voorzitter, de drie grootste waterbedrijven in Vlaanderen, De Watergroep, FARYS en Pidpa, zullen samen digitale watermeters installeren. Samen leveren ze water aan ruim 90 procent van de Vlaamse gezinnen. Tijdens de eerste fase zouden 70.000 digitale watermeters moeten worden geïnstalleerd. Indien die test goed verloopt, zou de rest van Vlaanderen in 2023 aan de beurt zijn.
Minister, indien de digitale watermeter op grote schaal doorbreekt, kan de waterfactuur fundamenteel veranderen. Een digitale watermeter laat toe om het verbruik in real time te meten en dus meer diverse en flexibele tarieven aan te rekenen. In de watersector gaan dan ook stemmen op om het in droogteperiodes, zoals in het begin van deze zomer, duurder te maken om meer water te gebruiken. Dat stemt ongeveer overeen met de opdracht die u uw administratie hebt gegeven om verschillende pistes voor variabele tarieven uit te werken.
Wat vindt u van de opkomst en de invoering van de digitale watermeter? Vindt u dat een positieve evolutie en, zo ja, waarom?
Is reeds een rapport opgesteld of is meer informatie bekend over het onderzoek naar verschillende pistes voor variabele watertarieven dat u hebt gevraagd? Zo ja, wat zijn die resultaten? Zo neen, wanneer zullen die resultaten worden bekendgemaakt? Zal de digitale watermeter een rol spelen in die pistes voor variabele tarieven en, zo ja, op welke manier?
Zullen er voor de klant kosten verbonden zijn aan de installatie van een digitale watermeter? Is al informatie bekend over de levensduur van een digitale watermeter? Hoe verhoudt dit zich tot de klassieke watermeter? Zullen het onderhoud en de eventuele vervanging van een digitale watermeter door de watermaatschappijen of door de klant worden bekostigd?
Zijn er al landen bekend die over digitale watermeters beschikken en waar we naar kunnen kijken om te zien hoe het daar verloopt of is verlopen? Zo ja, wat was de impact van de invoering van de digitale watermeter in andere landen op het gevoerd beleid en op de waterfactuur?
Plant u de digitale watermeter, net zoals de elektriciteitsmeter, op termijn te verplichten? Zo ja, zijn hier reeds concrete plannen voor gemaakt? Zal de weigering, net zoals bij de digitale elektriciteitsmeter, een afsluiting van het net met zich kunnen meebrengen?
Beschouwt u het als een mogelijkheid om, net zoals met de elektriciteitsfactuur, een capaciteitstarief in te voeren, waarbij het piekverbruik een groot gedeelte van de factuur bepaalt?
Minister Demir heeft het woord.
Collega Van Rooy, ik kijk inderdaad positief naar de opkomst van de digitale watermeter. Een digitale watermeter kan immers verschillende pijlers uit het beleid over de openbare watervoorziening ondersteunen. Zo krijgt de klant een beter zicht op zijn verbruik. Zowel hij als het drinkwaterbedrijf kunnen snel een abnormaal hoog verbruik vaststellen, bijvoorbeeld als gevolg van een lek, en zo kan er onmiddellijk worden ingegrepen en kunnen er maatregelen genomen worden. Ook worden fouten vermeden bij het doorgeven van de meterstanden. We kennen het allemaal: iemand die komt aanbellen, gaat kijken en opmeten. Als we dat allemaal kunnen doorgeven, denk ik dat we een hele stap verder staan. Er moeten geen verplaatsingen meer gebeuren voor de meteropnames. Door digitalisering en data-analyse kan bovendien een uitgebreidere dienstverlening voor de klant gerealiseerd worden, bijvoorbeeld met gerichte adviezen rond waterbesparing.
Het gaat dan ook om een optimalisatie van de dienstverlening ten aanzien van de klant met aandacht voor kwetsbare doelgroepen en een geoptimaliseerd beheer van het openbaar waterdistributienetwerk. Die stap naar digitalisering is anno 2020 en in het licht van de digitalisering van onze samenleving een logische stap die we ook in Vlaanderen moeten zetten.
Wat uw tweede vraag betreft, heeft de Vlaams Milieumaatschappij (VMM), zoals in deze commissie dit voorjaar besproken, een evaluatie uitgevoerd van de drinkwaterfactuur. Op basis daarvan werd gewerkt aan mogelijke scenario’s om de vastgestelde pijnpunten weg te werken en zal er een voorstel uitgewerkt worden voor aanpassing van de tariefstructuur.
In de media is helaas de indruk gewekt dat de minister een studie zou hebben gevraagd naar tarieven die ook in de tijd variabel zijn. Dat idee is toen wel geopperd door mensen binnen de drinkwatersector, maar is momenteel totaal niet aan de orde. Na aftoetsing bij hen zien zij dat eerder als een interessant traject om te onderzoeken op de langere termijn.
Wat de derde vraag betreft benadruk ik dat de dynamiek die we opmerken rond de uitrol van digitale watermeters is ingegeven vanuit opportuniteiten voor een geoptimaliseerd beheer van het openbaar waterdistributienetwerk en een betere dienstverlening. Een digitale watermeter zou het in de praktijk mogelijk maken om met variabele tarieven doorheen het jaar te gaan werken. De vraag om al dan niet de stap te zetten naar dergelijke variabele tarieven ligt momenteel niet op tafel.
De drie drinkwaterbedrijven die al gestart zijn met de uitrol van de digitale watermeters, rekenen geen specifieke extra kosten aan de abonnees waar deze meter geplaatst wordt. De kosten verbonden aan de uitrol zitten vervat in de drinkwatercomponent van de integrale waterfactuur. We werken momenteel aan een wettelijk kader voor de uitrol van de digitale watermeter in Vlaanderen.
Op basis van beschikbare informatie kan ik wel meegeven dat de waterbedrijven als uitgangspunt aanhouden dat de digitale meter op het vlak van levensduur minimaal evenwaardig moet presteren als de analoge meter, die voorziet in een ijking om de zestien jaar.
Voor het onderhoud en de vervanging wordt dezelfde aanpak aangehouden die vandaag geldt voor de analoge watermeters. Kosten worden enkel specifiek aangerekend aan de klant als de werken op vraag van de klant zijn of als die nodig zijn door schade aan de aftakking veroorzaakt door de klant.
Voor de systematische vervanging van de meters in functie van de wetgeving over metrologie worden geen specifieke aparte kosten aangerekend. Het wettelijk kader dat in opmaak is, zal ook de mogelijkheid bieden om daar algemeen geldende afspraken voor vast te leggen.
Bij navraag bij de drinkwatersector blijken er nog maar weinig buitenlandse voorbeelden bekend te zijn. Eau de Paris zou ongeveer 100.000 digitale watermeters geïnstalleerd hebben bij klanten en Herning Vand in Denemarken 20.000 stuks. We kunnen dus momenteel helaas nog niet veel leren van buitenlandse projecten waarin dergelijke meters grootschalig zijn uitgerold. Ik denk dat we hier wat pionierswerk doen voor de rest van Europa.
Wat uw zevende vraag betreft, heb ik al aangegeven dat we werken aan een wettelijk kader voor de uitrol van de digitale watermeter. Concreet voorzien we hier in de eerste fase in een decreetswijziging. Op de korte termijn dien ik een voorstel in binnen de Vlaamse Regering.
De integrale waterfactuur – achtste vraag – bestaat voor alle abonnees al deels uit een vastrecht. Bij grotere aansluitingen is voorzien dat er daarbovenop nog een capaciteitsvergoeding aangerekend wordt. Hierdoor betalen abonnees die maar beperkt gebruikmaken van het net, voor de mogelijkheid om te allen tijde van het net gebruik te kunnen maken.
De heer Van Rooy heeft het woord.
Bedankt voor uw toch wel vrij duidelijke antwoorden, minister. Het enige wat ik misschien een beetje te vaag vind, is hetgeen waar u mee begonnen bent, namelijk de voordelen voor de gebruiker of het gebruiksgemak. Misschien kunt u dat nog iets duidelijker toelichten, want ik zie niet in wat er zo moeilijk is aan het noteren van meterstanden en die door te geven.
U sluit blijkbaar ook niet uit dat er op langere termijn iets van variabele tarieven of capaciteitstarief zal worden ingevoerd, zoals dat nu is voorgesteld voor elektriciteit. Ook wat dat betreft zou ik van u toch wel duidelijk willen horen – wij zijn daar uiteraard tegen – dat het nooit tot de mogelijkheden kan behoren voor particulieren, voor kleinere gebruikers, dat zij op basis van hun piekverbruik zullen worden belast. Voor elektriciteit zal dat 80 procent van de aanrekening gaan bepalen. Ik zou zeer graag van u willen horen dat u dat uitsluit voor het waterverbruik.
Tot slot hebt u eigenlijk niet geantwoord op dat verplichte karakter… (het geluid van Sam Van Rooy valt weg) … en daaruit blijkt dat het ultieme middel toch is dat mensen van het elektriciteitsnet kunnen worden afgesloten, als ze dat systematisch blijven weigeren. Ik herhaal mijn vraag daarover: zal het ook het geval zijn bij die digitale watermeter dat mensen die om welke reden dan ook systematisch weigeren, uiteindelijk van het waternet dreigen afgesloten te worden?
De heer Danen heeft het woord.
Ik denk dat technologie op zichzelf nooit positief of negatief is; het gaat erom hoe je die technologie gebruikt, bestraffend of net heel stimulerend. Bij de digitale watermeter, die er sowieso zal komen, moet het de uitdaging zijn om iedereen de voordelen ervan duidelijk te maken. Misschien klinkt dat nu een beetje vaag, maar ik denk dat het mogelijk moet zijn om na te denken over wat die voordelen zoal kunnen zijn.
Een van de voordelen is, zoals u zegt, minister, lekopsporing. Mensen zouden op hun gsm een automatische melding kunnen krijgen, als er een gigantisch hoog verbruik wordt vastgesteld. Ik stel immers vast dat mensen geconfronteerd worden met gigantisch hoge waterfacturen, omdat ze met lekken zaten waar ze gewoon geen weet van hadden. Dat kan dus een voordeel zijn. Ook inzicht geven in het waterverbruik kan interessant zijn.
Nu, ik denk dat erover nagedacht moet worden en dan zal wel duidelijk worden wat de voordelen kunnen zijn. Ik zou dus willen voorstellen om daar een sterk wettelijk kader rond te bouwen. De digitale watermeter tegenhouden omdat we bang zijn dat er misbruik van gemaakt zou worden, dat mogen we niet doen. Dan had het internet ook nooit mogen bestaan.
Ik heb wel nog een belangrijke opmerking wat het sociale aspect betreft. Het zal gemakkelijker zijn om mensen vanop afstand van het net af te sluiten, terwijl mensen nu echt aan huis moeten komen, als dat nodig is. Dat zou ik een heel slecht signaal vinden. Blijkbaar is het ook mogelijk om een debietbegrenzer op de watermeter te zetten, wat wil zeggen dat je het waterverbruik van mensen kunt beperken, bijvoorbeeld omdat ze hun waterfactuur niet betaald hebben. Ik zou u willen vragen om daar heel voorzichtig mee om te gaan, ten eerste omdat het maatschappelijk onverantwoord zou zijn als dat zo gemakkelijk zou gaan en ten tweede omdat dat het draagvlak voor zo’n digitale watermeter ook heel snel onderuit zou halen, terwijl de digitale watermeter net kansen biedt om beter met water om te gaan.
Wat ons betreft is het dus een genuanceerd verhaal, maar we vragen wel aandacht voor de sociale aspecten.
Mevrouw Perdaens heeft het woord.
Ik denk dat het belangrijk is om eerst even af te wachten en te kijken wat die studie brengt. Collega Danen gaf terecht aan dat we moeten nagaan hoe we slimmer waterverbruik kunnen sturen, want bij momenten is dat gewoon ongelooflijk hard nodig, zoals we de voorbije zomer ook gemerkt hebben. Daar kan de digitale watermeter een oplossing zijn en daarom zijn we er ook voorstander van. De kostenbesparing dankzij de snelle lekdetectie kan een grote winst betekenen voor consumenten.
Nu, ik denk dat het wel opportuun is dat de verschillende watermaatschappijen eenzelfde technologie gebruiken voor die digitale meter. Is dat zo? Want dat is me nog niet helemaal duidelijk. Voor analyse nadien lijkt me dat in elk geval ongelooflijk handig.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Minister, bedankt voor uw uitgebreide antwoord. Ik denk dat we met zijn allen hier zeer goed weten dat er heel wat voordelen verbonden zijn aan de uitrol van de digitale watermeter. We hebben dat ook tijdens de hoorzittingen over de droogteproblematiek gehoord. Ik denk niet dat wij nog van de voordelen overtuigd moeten worden, maar de mensen thuis wel, op veel vlakken. Het is dan ook heel belangrijk, minister, om een heel goede begeleidende communicatie te voeren over het hoe en het waarom en dat het op een efficiënte manier gebeurt. Ik denk dat we kunnen leren uit de communicatie rond de energiemeter. Hebt u wat betreft de begeleidende communicatie, die toch wel heel belangrijk is voor een efficiënte uitrol, al gesprekken gehad met de drinkwatermaatschappijen? Is er op dat vlak al iets gaande? Dat had ik graag van u vernomen.
In het regeerakkoord is er sprake van om de digitale watermeter samen met de digitale energiemeter uit te rollen. Er is nu een versnelde uitrol van die laatste, maar voor de watermeter geldt er een ietwat andere timing. Ik wou daarom even informeren wat er eventueel nog gaat gebeuren om die samenloop toch zoveel mogelijk te bewerkstelligen. Hoe wil men die twee in de toekomst op elkaar afstemmen?
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Voorzitter, ik wil graag even aansluiten. Wat de mogelijkheden van de digitale watermeter betreft, zijn er zeker interessante elementen die we moeten onderzoeken. Ik ben ook blij dat een aantal watermaatschappijen hier nu een prioriteit van maken en dat er ook een goede monitoring is. We zullen daar veel gegevens uit kunnen halen om het systeem op zich verder te evalueren en om eruit te gaan leren.
Ik heb al een aantal keer gevraagd of we een goed zicht hebben op de kosten en baten van een Vlaanderenbrede uitrol van de digitale watermeter. Op het vlak van kosten en baten zijn er tot op vandaag immers een aantal onbekende factoren en ik ga ervan uit dat uit de eerste uitrol extra inzichten komen om de informatie te vervolledigen. Voor we naar een algemene besluitvorming gaan, hoop ik toch dat we over alle gegevens zullen beschikken. Bij dezen wil ik dan ook vragen of dat ook effectief de bedoeling is en tegen welke periode u voldoende gegevens denkt te hebben om een volledige kosten-batenanalyse te kunnen maken.
Een tweede element is de maximale afstemming, waar ook collega De Vroe naar verwezen heeft. Ook al beschikt u nog niet over alle gegevens, toch moeten we al een stukje anticiperen op de keuze die we gaan maken, zodat we naar een maximale afstemming kunnen gaan. Ik denk dat iedereen daar voordeel uit zal halen. Ik hoop dan ook dat het overleg van heel nabij wordt opgevolgd, zeker qua technieken en dergelijke meer, en dat we zoeken naar een maximale afstemming.
Een derde element betreft de tarifering, waar u en enkele collega’s al naar verwezen hebben. U hebt aangegeven dat uw woorden op een bepaald moment bewust verkeerd geïnterpreteerd zijn. Bij deze wil ik heel duidelijk aangeven dat we destijds gevraagd hebben naar een evaluatie van de tarifering. Wat sturing van het waterverbruik betreft is onder andere heel duidelijk naar voren gekomen dat capaciteitstarifering een zeer beperkt effect zal hebben op het waterverbruik. Ik zou me dan ook vragen stellen, als we daarop zouden inzetten, aangezien een studie aangeeft dat dat geen effect heeft. Ik ga er dan ook vanuit dat we dat … (het geluid van Tinne Rombouts valt weg) … vragen, met ook duidelijke conclusies.
Als u me toelaat, minister, dan wil ik u ook nog even de bezorgdheden vanuit de sp.a-fractie overmaken. Die gaan niet zozeer over de technologie van die meter, want op termijn zullen alle meters digitaal zijn. Dat is onvermijdelijk en ook logisch en daar is niets mis mee. De bezorgdheden van de sp.a gaan over de tarifering. Ik had inderdaad graag van u enige duidelijkheid gehad over de ambities van de Vlaamse Regering op dat vlak. Er is de vraag om het forfaitaire deel van de kosten zo laag mogelijk te houden. Hoe kleiner het verbruik of het gezin, hoe zwaarder dat forfaitaire deel immers doorweegt: een alleenstaande betaalt op dit moment in verhouding een veel hogere forfaitaire kost dan een groot gezin, omdat een gezin die kost over een grotere groep verbruikers kan spreiden.
Als we praten over capaciteitstarieven of variabele tarieven, dan wil ik er toch wel absoluut voor pleiten dat we die niet toepassen op basisnoden. In periodes van droogte of watertekorten moet men hogere prijzen proberen te gebruiken met het oog op sturing, ook al is het effect daarvan beperkt, maar dat mag niet het geval zijn voor basisnoden. Het kan niet het geval zijn dat je die dan disproportioneel duur maakt. Dat je dat doet voor luxeverbruik, voor zwembaden en dergelijke meer, lijkt me logisch, maar ik had graag van u bevestigd gekregen dat men dat niet van plan is voor de basisnoden en het basisverbruik van gezinnen.
Minister Demir heeft het woord.
Dank u, collega’s, voor uw vragen en terechte bezorgdheden. Ik deel die bezorgdheden.
Zoals jullie weten is de VMM op dit moment verschillende scenario’s aan het bekijken. Ik kan jullie verzekeren dat er geen enkele vraag is gekomen, ook niet van ons uit, om naar variabele tarieven te gaan. Normaal gezien zouden we tegen eind dit jaar een voorstel ontvangen en dat zal dan binnen de regering besproken worden. Uiteraard komt dat dan ook in alle transparantie naar het parlement.
Hoe dan ook is het niet de bedoeling, met of zonder digitale meter, om mensen van het net af te sluiten. Ik heb van bij het begin gezegd dat afsluiten enkel kan in het geval van fraude of misbruik, ook in het kader van de digitale meter.
Collega Rombouts, wat de kosten en baten betreft: daarvoor hebben we de studie en het proefproject dat de drinkwatermaatschappijen samen met Fluvius opzetten om alles zo goed mogelijk te kunnen inschatten. Het doel is om een zo goed mogelijke afstemming te hebben met de uitrol van de digitale energiemeter, al heeft die laatste wel een voorsprong en willen we die tegen het einde van de legislatuur bij 80 procent van de verbruikers uitgerold hebben. Na afloop van de studie en het proefproject zullen we dus moeten bekijken hoe we zullen aansluiten bij de uitrol van de digitale energiemeter.
Nu, ik denk dat we toch overtuigd zijn dat de digitale watermeter voordelen heeft. De burger, de gebruiker, heeft de regie in handen. Hij weet wanneer je hoeveel gebruikt. Ook kan er bij overmatig watergebruik onmiddellijk worden ingegrepen. Het geeft je een inzicht in het waterverbruik. Ik zie daar voordelen in. Samen met de nodige tips om water te besparen kan dit de burger helpen bij het gebruik van water. Ik hoop dat de voltallige commissie ervan overtuigd is dat dit een goede zaak is. We moeten de digitalisering ingaan.
Collega De Vroe, ik ben het ermee eens dat we dit zo goed en helder mogelijk moeten uitleggen, waarom we dit doen en waarvoor het dient. Laten we nog even dit proefproject afwachten, om het vervolgens zo goed mogelijk in te schatten. Wat de tarifering betreft, hoop ik dat ik duidelijk ben. Bij mijn weten ligt er nergens iets op tafel dat zou wijzen naar variabele tarieven. Eind dit jaar volgt er meer over de tariefstructuren.
De vraag om uitleg is afgehandeld.