Verslag vergadering Commissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Coenegrachts heeft het woord.
Minister, ik zal heel kort een problematiek schetsen waarover we het verschillende malen hebben gehad, namelijk dat de financiële dienstverlening op het platteland in service steeds meer achteruitgaat. Steeds minder banken investeren in kantoren en automaten op het platteland. Dat maakt dat zeker het oudere, maar soms ook het financieel minder geletterde gedeelte van de bevolking het steeds moeilijker krijgt om zijn eigen bankzaken te beheren.
Er zijn ook al private firma’s geweest die daarin wilden investeren en daarbij steeds op zeer praktische problemen zijn gebotst.
Tijdens de commissievergadering van 29 januari hebt u gezegd dat u hierover in overleg zou gaan met de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG). Dit is dus een opvolgvraag.
Minister, bent u in overleg geweest? Hoe evalueert u dat?
Bent u zich bewust van de moeilijkheden die zeker kwetsbare personen ondervinden door het dalend aantal bankkantoren en -automaten?
Hoe evalueert u de initiatieven van bpost om per gemeente altijd een neutrale bankautomaat te voorzien indien de private ondernemingen en banken dat niet doen? Zijn er initiatieven van bpost om nog verder te gaan in service richting bankzaken?
Hebben de lokale besturen hierin een uitgebreide rol te spelen?
Dank u voor deze bondige vraagstelling, mijnheer Coenegrachts.
Minister Demir heeft het woord.
Collega Coenegrachts, uiteraard ben ik op de hoogte van de problematiek. We hebben met het kabinet net voor de coronacrisis uitbrak verschillende gesprekken gehad met banken, waarbij het probleem werd voorgelegd. We hebben daarbij gevraagd wat we kunnen doen, zeker in de plattelandsgemeenten waar er geen enkele financiële instelling is. We zullen die gesprekken, onder andere met de VVSG, opnieuw oppakken, om te bekijken wat we kunnen doen. We zullen nagaan wat er kan gebeuren vanuit de financiële instellingen en vanuit de VVSG. We zullen die gesprekken vanuit het kabinet trekken.
Maar elk lokaal bestuur, elke burgemeester die op zijn grondgebied geen enkel aanbod van bankautomaten heeft, kan het gesprek aangaan met bpost op basis van het artikel 10.7 uit het beheerscontract van bpost met de federale overheid. Het is goed dat dat in dat beheerscontract staat, misschien moet het nog kenbaar worden gemaakt bij de lokale bestuurder. Burgemeesters zijn natuurlijk het best geplaatst om te weten dat er in hun gemeenten geen enkel aanbod is en dat dat niet kan. Op basis van artikel 10.7 kunnen zij daarover gesprekken aangaan met bpost.
Vanuit het kabinet zal ik, samen met de Vlaamse Landmaatschappij, bekijken hoe ik samen met de VVSG die bekendheid en de informatiedoorstroming kan doen. Daarnaast zit ik na de coronacrisis sowieso samen met de VVSG en een aantal bankinstellingen om te bekijken hoe we dat moeten doen. In de gesprekken die ik al heb gevoerd vóór corona wees men vooral op de kostprijs. We zullen bekijken hoe we dat kunnen oplossen. Ik pak het op post corona.
De heer Coenegrachts heeft het woord.
Minister, ik dank u voor het engagement ter zake. Het feit dat het coronavirus daar tussen is komen fietsen, daar heb ik natuurlijk alle begrip en respect voor. Het is fijn dat u dat terug opneemt. Ik ben op de hoogte van de verplichting van bpost. We moeten er op het platteland natuurlijk rekening mee houden dat die gemeenten ook heel uitgestrekt kunnen zijn. Een bankautomaat per gemeente, dat helpt natuurlijk wel, het is een goede maatregel. Maar het is voor sommige mensen nog altijd heel ver. Ik denk dat we met de sector toch moeten kijken naar buitenlandse voorbeelden, waar je toch heel vaak ook die ATM-machines in supermarkten tegenkomt. Al geef ik toe dat we botsen op de limieten van wat een overheid gedaan krijgt op dit vlak. Maar op die manier zijn er misschien lessen te trekken uit het buitenland, en zijn er toch modellen werkbaar en betaalbaar om die lokale winkels of supermarkten te voorzien van toch minstens een bankautomaat. Dat wilde ik toch meegeven voor uw overlegmoment.
De heer Nachtergaele heeft het woord.
Ik denk dat iedereen het eens is over het belang van die automaten, en dat we daarop moeten inzetten. Minister, ik wil u bedanken voor de inspanningen die u ter zake hebt gedaan. Ik wil aansluiten bij collega Coenegrachts. Natuurlijk zijn er een aantal federale elementen aan deze kwestie: bpost, die supermarkten. Het is misschien een idee om dat allemaal onder een pakket te brengen op Vlaams niveau, zodat we die informatie naar de gemeenten gestroomlijnd laten verlopen. Dat is broodnodig.
De heer Vandenhove heeft het woord.
Ik heb dat nogal eens opgemerkt. We moeten in het Vlaams Parlement weten wat we kunnen en wat we niet kunnen. Voor die bankautomaten is er uiteindelijk maar één oplossing: we moeten daarover spreken met de banken. Dat is inderdaad een federale bevoegdheid, dus ik zou de minister vragen dat ze daarover in contact treedt met de bevoegde minister.
Al ben ik daar ook realistisch in. Op het ogenblik dat de banken zelfs overwegen om naar 0 procent intrest te gaan – één bank doet dat nu al – zullen ze natuurlijk zeggen dat daar onvoldoende middelen voor zijn. Het is heel simpel, minister: praat met de VVSG, maar dring er vanuit de VVSG ook op aan dat ze praten met de banken, zodat de banken misschien verplicht worden om, op basis van bepaalde criteria en parameters, in bepaalde gemeenten bankautomaten te installeren waar er nog geen zijn. Dat zal de enige oplossing zijn, anders gaan we hier nog veel vragen over stellen en lang over praten. En we hebben al te veel vragen. Het was nochtans een heel goede vraag van mijn Limburgse collega. Ik zou zeggen: het kan alleen zo gebeuren, en anders zal het niet gebeuren.
De heer Sintobin heeft het woord.
Voorzitter, ik weet dat de tijd beperkt is, dus ik wil niet onnodig lang tussenkomen. Maar ik zou deze problematiek toch wat willen opentrekken. De collega heeft het voornamelijk over plattelandsgemeenten en het niet aanwezig zijn van bankautomaten. Ik wil er toch op wijzen dat ook een aantal vroegere fusiegemeenten – niet noodzakelijk plattelandsgemeenten – geen bankautomaat hebben. Ik verwijs naar een deelgemeente van Izegem, zoals Kachtem. Dat is een fusiegemeente, en daar is ook geen enkele bankautomaat aanwezig.
In die zin wil ik het opentrekken: het zijn niet alleen de bankautomaten natuurlijk. Het zijn de postkantoren, het zijn de scholen, het zijn de supermarkten. Ook de dorpscafés verdwijnen uit die plattelandsgemeenten, wat maakt dat de leefbaarheid in plattelandsgemeenten sterk achteruitgaat, en dan zijn we verbaasd dat jonge mensen daar wegtrekken, dat de bevolking van plattelandsgemeenten veroudert en vergrijst, en dat de armoede stijgt. Het gaat dus wel over wat meer dan alleen de al dan niet aanwezigheid van bankautomaten om een gemeente leefbaar te houden, denk ik. Ik dank u.
Minister Demir heeft het woord.
Verschillende collega’s zijn tussengekomen. Ik kan mij vinden in de suggesties die ook door verschillende collega’s zijn gemaakt. Zoals ik eerder heb gezegd had ik het gesprek al voor corona aangevat. We gaan daarin verder, zowel met de financiële instellingen als met de VVSG. Ik zal ook kijken richting het federale niveau, al moet ik dan eens kijken welke collega er exact bevoegd is. Dan kunnen we die problematiek ook daar onder de aandacht brengen.
De heer Coenegrachts heeft het woord.
Minister, dank u wel, en ook dank aan de collega’s voor de bijdrage wat deze problematiek betreft. Collega Sintobin, natuurlijk is dit een veel bredere problematiek van het platteland, maar op dit vlak, wat banken en bankautomaten betreft, heb je een structurele partner om mee te gaan praten. Dat kan je dan als overheid toch wel doen, wat je veel moeilijker kunt met café-uitbaters of kruideniers. Dat krijg je zomaar niet structureel aangepakt. Daarom heb ik dit eruit gepikt.
Voorzitter, ik zou tot slot alleen nog maar collega Nachtergaele willen feliciteren. Het is niet zo evident om werkelijk bij elk thema een staatshervorming te vragen. Ik moet toch zeggen dat dat mijn bewondering en respect heeft weggedragen.
Misschien is dit een thema dat we op een ander moment verder moeten behandelen. We nemen dat misschien mee naar de regeling van de werkzaamheden. De Vlaamse Landmaatschappij (VLM) heeft wat dit betreft in elk geval heel wat zaken geïnventariseerd. Het is ook zo dat LEADER-projecten (Liaison Entre Actions de Développement de l’Economie Rurale) daar soms ook wel een klein beetje bij aansluiten.
De vraag om uitleg is afgehandeld.