Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Sleurs heeft het woord.
Minister, de Vlaamse taskforce voor ruimtevaart is intussen opgericht. Zoals u eerder al antwoordde op verschillende vragen, zal deze zich richten op die domeinen of activiteiten die Vlaanderen internationaal op de kaart kunnen zetten. Daarnaast wil deze taskforce ook het maatschappelijk belang en de meerwaarde van heel de ruimtevaarteconomie voor en in Vlaanderen benadrukken.
Intussen zijn er ook binnen de Vlaamse overheid verschillende initiatieven die het potentieel van onder andere aardobservatie onderzoeken. Ik denk dan onder meer aan de monitoring van de waterkwaliteit, de ondersteuning van het landbouwbeleid, het bosbeleid, de stabiliteit van wegen. Een aantal van die toepassingen worden nu geëvalueerd door Informatie Vlaanderen en door de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO).
Minister, wanneer mogen we de resultaten van deze evaluaties verwachten? Zijn er al voorlopige resultaten? Hoe zal Vlaanderen daar verder mee aan de slag gaan?
Minister Crevits heeft het woord.
Mevrouw Sleurs, ik dank u voor uw vraag en voor uw volgehouden interesse in onze ruimtevaarteconomie die trouwens ook mijn persoonlijke interesse wegdraagt. Ik heb al vaak gezegd dat er veel discussie is over het stimuleren van jongeren om voor een STEM-opleiding (Science, Technology, Engineering and Mathematics) te kiezen. Uit een gesprek met mensen van mijn kabinet bleek dat de zoon van een van onze cabinetards dankzij de ruimtevaartinitiatieven van deze zomer, de sprong naar een STEM-opleiding heeft gemaakt. Men onderschat de kracht van ruimtevaart om jongeren te stimuleren voor wetenschappen en techniek. Dit volledig terzijde en eigenlijk vooral om aan te tonen dat het onderwerp me bijzonder interesseert, ook al heb ik geen STEM-diploma.
VITO startte haar werkzaamheden rond ‘proof of concept’-projecten op basis van het VARIO-rapport (Vlaamse Adviesraad voor Innoveren en Ondernemen) van februari 2018: ‘Flander’s space: een strategie voor de Vlaamse ruimtevaarteconomie’.
VITO en Informatie Vlaanderen werken aan een tiental ‘proof of concept’-projecten ter ondersteuning van het eigen beleid. Bij die projecten is het opzet eigenlijk altijd hetzelfde. VITO zoekt samen met Vlaamse overheidsinstellingen hoe aardobservatiegegevens, verzameld binnen het Copernicusprogramma, nuttig kunnen worden ingezet voor hun dagelijkse werking. Betrokken instellingen zijn onder andere het departement Landbouw, de Vlaamse Milieumaatschappij, de Vlaamse Landmaatschappij en het Agentschap voor Natuur en Bos.
Twee uitdagingen staan daarbij voorop. Een eerste uitdaging heeft te maken met het format van de beschikbare data. De Copernicusdata zijn niet rechtstreeks bruikbaar voor de toepassingen. Hiervoor moet een specifieke applicatie worden ontwikkeld. Het is deze ontwikkeling die centraal staat bij die ‘proof of concept’-projecten.
Een tweede uitdaging is het feit dat de resolutie van Copernicusdata beperkt is tot 10 meter. Dit is vaak onvoldoende fijnmazig om toepassingen met echte maatschappelijke of economische meerwaarde te realiseren. VITO integreert daarom bijkomende gegevens met een hoge resolutie via klassieke luchtbeelden, drones en nieuwe commerciële satellietmisses in de applicaties. Ik leg het hier allemaal nogal eenvoudig uit, maar in de praktijk gaat dit over hightech en innovatie en dat vraagt tijd.
VITO liet ons ook weten dat ze vanaf 2021 de eerste operationele applicatiediensten verwacht. Eens deze projecten concrete resultaten opleveren, zullen ze zeker meegenomen worden in de werkzaamheden van de taskforce ruimtevaart die precies de ontwikkeling van een ruimtevaarteconomie in Vlaanderen met focus op economische en maatschappelijke meerwaarde viseert.
Ik heb een volgende bijeenkomst gepland op 9 november.
Tot zover een update over onze ruimtevaartplannen.
Mevrouw Sleurs heeft het woord.
Minister, ik ben heel tevreden dat u uw interesse heel duidelijk laat merken en dat u via de taskforce zorgt dat Vlaanderen mee is, want via minisatellieten die kwalitatief zeer hoogwaardig zijn, wordt bijvoorbeeld de waterkwaliteit gemeten.
Ik ben tevreden met uw antwoord en ik blijf het nauw opvolgen. Ik hoop dat u op 9 november een zeer vruchtbare meeting hebt en dat we verder kunnen duwen en trekken aan de brede Vlaamse ruimtevaart.
De vraag om uitleg is afgehandeld.