Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De ‘Groep van 10’, de federale sociale partners, hebben een gemeenschappelijke verklaring naar buiten gebracht waarin ze de Federale Regering aanmaant om werk te maken van een actieplan met betrekking tot de coronaperiode, de relanceperiode en de periode van het nieuwe normaal, waar we met zijn allen naar uitkijken.
Op korte termijn, tijdens de coronaperiode, vraagt de ‘Groep van 10’ om doeltreffende maatregelen die moeten vermijden dat we in de toekomst nog de gehele economie lam liggen, als dat niet strikt genomen nodig is. De ‘Groep van 10’ wil daarbij ook meer overleg met de betrokken sectoren evenals blijvende steun voor sectoren die over lange periodes beperkt worden in hun activiteiten – we hebben er hier zonet een aantal genoemd. De sociale partners zien de voordelen in van telewerken, maar waarschuwen ook voor isolement en problemen op het vlak van welzijn. Mensen zijn immers sociale dieren, zo staat te lezen.
Inzake relance roepen de sociale partners de regering op om de arbeidsmarkt voor te bereiden op de toekomst. Digitalisering is daarbij het sleutelwoord. Onderwijs en opleiding moeten inzetten op toekomstgerichte skills – daar komen we op het terrein van onze eigen Vlaamse bevoegdheden. We moeten een levenslange leercultuur creëren die zich focust op de toekomst. Om talent te mobiliseren is meer laagdrempeligheid nodig op de arbeidsmarkt, zowel via herinschakeling als via stages en dergelijke meer. Ook een toekomstgericht sociaal overleg dat deze grote transitie moet begeleiden, dringt zich op.
De ‘Groep van 10’ onderstreept nog eens de nood aan een inhaalbeweging op het vlak van publieke investeringen, onder andere in mobiliteit, digitale overheid en energie-infrastructuur. De publieke investeringsgraad is immers nog steeds te laag. We moeten volgens de sociale partners naar 4 procent van het bbp over tien jaar om op die manier de productiviteit en de economische groei structureel aan te vuren. De ‘Groep van 10’ vraagt daarbij ook om verder te kijken dan enkel het Belgische niveau: ook het potentieel van Europese fondsen en privékapitaal, van institutionele investeerders maar ook van burgers, moet beter benut worden.
Het zijn allemaal aanbevelingen die heel bekend in de oren klinken en die voor een groot stuk terug te vinden zijn in onze eigen relanceresolutie.
Hoe en op welke manier zult u de sociale partners, interprofessioneel en sectoraal, betrekken bij het relancebeleid?
De verklaring van de Groep van 10 focust zich in eerste instantie op het federale beleidsniveau, maar heel wat aanbevelingen zijn duidelijk ook op het Vlaamse niveau te situeren. Wat wilt u zeker meenemen in de uit te werken Vlaamse strategie?
Verschillende steunmaatregelen voor sommige sectoren die het nog steeds moeilijk hebben, doven uit of moeten verlengd worden. Er wordt verwacht dat het aantal faillissementen zal stijgen. Er was laatst een artikel in de Financial Times waarin opgemerkt werd dat het aantal faillissementen tijdens de coronaperiode abnormaal laag lag, maar dat komt door een aantal maatregelen die zowel op het Vlaamse als het federale niveau genomen zijn. Wat kan de Vlaamse Regering dit najaar doen om een zachte landing te faciliteren?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega’s, dit is een interessante vraag over hoe we de Vlaamse sociale partners interprofessioneel betrekken bij het relancebeleid.
Eigenlijk ben ik sinds mei onafgebroken in overleg met de Vlaamse sociale partners over de relance die we zouden moeten voeren. Via de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) hebben zij ook heel belangrijke input geleverd naar de toekomst toe en ik vind het van belang dat we samen nadenken over het relancebeleid. We hebben duidelijke engagementen genomen dat we na de Septemberverklaring naar een VESOC-akkoord (Vlaams Economisch Sociaal Overlegcomité) willen toewerken waarin de regering, werkgevers en werknemers engagementen aangaan met betrekking tot de strategie en prioriteiten voor de komende periode.
Morgen zit de Vlaamse Regering voor het eerst samen met de Vlaamse industriefederaties in het kader van een industrieforum om een werkagenda te bepalen.
Ik kijk daar ook naar uit, want de sectoren zijn de motoren achter de relance, en het is goed dat we op hen kunnen rekenen in deze heel moeilijke economische tijden. Zij hebben ook op ons kunnen rekenen, als ze in moeilijkheden waren. Denk aan alle ondersteuningsmaatregelen die we hebben genomen.
Als ik naar de aanbevelingen van de Groep van 10 kijk, vind ik dat wij al veel van die aanbevelingen in de praktijk brengen. Ik volg dus heel wat van de principes die men naar voren schuift. We moeten absoluut alles op alles zetten om een tweede lockdown te vermijden. Meer zelfs, wij kunnen geen tweede lockdown aan. Het is dus van belang dat we met zijn allen – elke Vlaming – de opgelegde maatregelen goed naleven. Maar ik wil toch ook een klein beetje positivisme hebben, collega’s. Ik heb namelijk ook gemerkt dat heel wat bedrijven tijdens de lockdown – denk maar aan de voedingsbedrijven – zijn blijven werken zonder dat er besmettingen zijn geweest. Het is dus mogelijk, als je de hygiëneregels heel goed naleeft, om te blijven werken, samen met je mensen in het bedrijf.
Ik ben het ermee eens dat er een inhaalbeweging nodig is op het vlak van publieke investeringen. Collega Gennez heeft daar ook al naar verwezen. We hebben daar als regio sowieso een belangrijke rol in te spelen. De Groep van 10 heeft het onder meer over de transitie naar duurzame energie.
Ik ben het met al die prioriteiten eens. Ik ben het er ook mee eens dat we moeten inzetten op de Europese fondsen. Samen met de minister-president is er ook een taskforce EU-Investeringsinstrumenten. We zijn ook volop bezig met het uittekenen van het kader ESF-EFRO voor de komende zeven jaar. Daar worden ook belangrijke accenten gelegd. Ik ben het ook eens met het feit dat digitalisering een sleutelwoord moet zijn en dat we daarbij ook moeten inzetten op opleiding en vorming en een levenslange leercultuur.
Ik ben het met die prioriteiten dus in het algemeen eens, maar we zullen daar nog uitgebreid over kunnen discussiëren, collega’s, ook in het kader van de Septemberverklaring.
Dan kom ik bij de vraag over de verlenging van de steunmaatregelen en de zachte landing. We hebben een aantal financiële instrumenten in stelling gebracht om gezonde bedrijven door de crisis te helpen. Die maatregelen blijven nog heel lang lopen en er komen ook nieuwe: zopas hebt u unaniem de verruiming van de Winwinlening goedgekeurd, het vriendenaandeel komt eraan, het Welvaartsfonds.
We weten ook wel dat een aantal bedrijven zeggen dat als de steunmaatregelen op federaal niveau stoppen, ze niet weten of ze zullen overleven. We moeten klaar staan om, wat er ook gebeurt, mensen op te vangen. Voor de bedrijven waarvoor het allemaal te veel is geweest, is er ook de dienstverlening van vzw Dyzo. Dat is een structurele partner van VLAIO, die helpt met de afwikkeling van faillissementen. Ik spreek niet zo graag over een ‘falende’ onderneming, want deze coronacrisis heeft er zwaar in gehakt. Het is van belang dat ondernemers geholpen worden, ook zij die nu misschien met een negatief moment geconfronteerd worden, maar voor wie de zin en het talent om te ondernemen, niet noodzakelijk weg zijn. Vandaar die begeleiding die bestaat. We houden daar absoluut de vinger aan de pols. Idem voor werknemers die het slachtoffer zijn van grote herstructureringen en ontslagen. Daar moet VDAB klaar staan met een passend aanbod en, misschien nog belangrijker, met het geven van kansen om te heroriënteren en opleidingen te volgen.
Er is dus heel veel werk aan de winkel, collega’s, maar globaal ben ik het met heel veel prioriteiten van de Groep van 10 eens. We zijn ook samen met onze Vlaamse sociale partners aan de slag. Ik heb gisteren gezien dat de Vlaamse sociale partners ook gevraagd hebben om betrokken te worden bij het uitwerken van het relancebeleid. Ik kan u ook melden dat onze minister-president daar, net zoals ikzelf, positief op gereageerd heeft, om dat traject samen uit te werken.
Dank u wel, minister. We gaan daar ongetwijfeld nog op terugkomen, ook in de regeling van de werkzaamheden straks, waarbij we het op te maken relanceplan en de relancestrategie een plaats moeten geven in onze agenda.
Het is inderdaad heel belangrijk dat we alle scenario’s die op een nieuwe lockdown wijzen, proberen te vermijden, al is het maar omdat ondertussen inderdaad bewezen is dat in een professionele omgeving het besmettingsgevaar heel beperkt is. Er zijn nauwelijks of geen besmettingen of besmettingshaarden die ontstaan op de werkvloer. Het probleem zit vaak elders. Werken is dus gezond, meer dan ooit.
Wat betreft de inhoudelijke contouren van de relance is iedereen het eens. Het parlement heeft met een resolutie de richting heel duidelijk aangegeven. Ik hoor dat alle partners en u ook, minister, dezelfde richting uitgaan. Ik ben benieuwd naar wat de Vlaamse Regering daarover binnen een tiental dagen zal kunnen zeggen. De betrokkenheid van de sociale partners bij de uitvoering van de relancestrategie vind ik essentieel, niet alleen interprofessioneel maar ook sectoraal.
Mevrouw Gennez heeft het woord.
Minister, u hebt terecht verwezen naar het feit dat wij allemaal samen, en zeker ook vanuit sp.a, al heel lang op diezelfde nagel van publieke investeringen kloppen. Met onze New Social Deal hebben wij die voorzet al een tijd geleden gegeven. Mevrouw von der Leyen kwam gisteren met een zeer inspirerende toespraak over de Europese Green Deal, die toch ook onze overheden, zeker de Vlaamse, tot spoed en doortastendheid moet aanzetten. De overheidsinvesteringen zijn de laatste veertig jaar, sinds de jaren 1970 tot vandaag, gedaald van 15,5 procent naar 2,2 procent van het bbp. Nochtans is iedereen het erover eens dat de publieke investeringen minimaal 4 procent van het bbp moeten zijn om de economische groei te verduurzamen, op gang te houden in de huidige situatie en te digitaliseren. Post corona zal 4 procent misschien zelfs niet volstaan om uit de economische krimp te komen.
Vlaanderen is meer dan alle andere overheden bevoegd om die duurzame en digitale groei te initiëren. Het gros van de bevoegdheden inzake mobiliteit, weg- en fietsinfrastructuur, renovatie, energierenovatie, behoort tot het Vlaamse niveau. De voorzitter van deze commissie heeft zelf het initiatief genomen van een resolutie van het Vlaams Parlement waarin al deze punten zijn opgenomen. Het zal nu vooral zaak zijn om in de Septemberverklaring en de economische relanceplannen de publieke investeringen te richten naar waar ze het meest renderen. Daar kijken wij als sp.a reikhalzend naar uit.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Als hier wordt verwezen naar het Europese luik, wekt het verwondering dat men daar tegelijk gigantische investeringen aankondigt en daarvoor enorme middelen uittrekt, maar die middelen deels zoekt en vindt door de middelen voor innovatie te verminderen. Nochtans acht ik innovatie een van de sleutelsectoren voor een relance. Daarom had ik daarover graag de mening van de minister gehoord.
Minister Crevits heeft het woord.
Dank u wel, collega’s, voor de opmerkingen.
Ik ben blij, collega Gennez, dat u reikhalzend uitkijkt naar de interessante debatten die wij over het relancebeleid nog zullen hebben. Ik werk uiteraard ook aan een ruimer verhaal waarin een visie op innovatie en duurzaamheid zit. Persoonlijk vond ik gisteren de toespraak van mevrouw von der Leyen ook goed, omdat duurzaamheid een sleutelwoord is. Ik heb zelf drie sleutelwoorden als het gaat om relance. Dat is duurzaamheid, waarin onder dat begrip zowel de circulaire economie als het klimaat een zeer belangrijke plaats innemen. Voorts is er de digitalisering, gaande van digitale infrastructuur tot het vermijden van digitaal analfabetisme, dat leidt tot armoede. In de coronasituatie viel het mij op dat veel mensen niet alleen geen computer hebben maar er ook niet mee kunnen werken. Als je al in een moeilijke inkomenssituatie zit, maakt dat het nog veel erger. Een derde sleutel is het investeren in veerkracht van mensen. Daarover hebben ook de experten van ons maatschappelijk relancecomité adviezen uitgebracht.
Ik denk dat dat de drie sporen zijn die we moeten volgen. Publieke investeringen zijn daarvan een heel belangrijk onderdeel.
Mijnheer Gryffroy, innovatie en duurzaamheid gaan voor mij samen. We moeten die innovatie inzetten op maatschappelijke uitdagingen. Ik denk dat we zo onze zoektocht naar de Europese budgetten moeten maximaliseren. Wie wil verduurzamen, heeft net veel innovatie nodig.
De basis van het fundamenteel onderzoek mag uiteraard ook niet worden vergeten. Ook daar moet een evenwicht worden gezocht.
Er ligt dus veel werk op de plank de volgende weken – Europees maar zeker ook Vlaams – in de zoektocht naar middelen en het leggen van de juiste prioriteiten en accenten. Wordt vervolgd.
De vraag om uitleg is afgehandeld.