Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer De Veuster heeft het woord.
Minister, de Vlaamse reissector was tot voor corona een financieel gezonde sector, maar nu is het daar tien na twaalf, laat de sector weten. Het gaat onder meer over het inkomens- en omzetverlies. Tegelijk legt de wet op de pakketreizen de sector op om zowat alle mogelijke financiële en praktische verantwoordelijkheden ten aanzien van de klanten zelf te dragen.
De recente SOS-actie (Save or Sink) krijgt binnen de toeristische sector steeds meer bijval. Intussen sloten zich hierbij al meer dan 450 reisagenten en -organisatoren aan. Zelfs buitenlandse collega's of ex-collega's in mijn geval sluiten zich daarbij aan. Maar de financiële druk neemt toe: de tegoedbonnen hebben even de druk van de ketel gehaald, maar ooit moeten deze vereffend worden. Intussen blijft het onzeker of de reissommen die de sector heeft moeten doorstorten aan hotels en luchtvaartbedrijven ooit gerecupereerd zullen kunnen worden.
De omzet van de reissector bedraagt 7,3 miljard euro. De niet-recupereerbare kosten worden nu geschat op 500 miljoen euro, de openstaande tegoedbonnen op 345 miljoen euro. De hele sector telt een kleine 1200 bedrijven en ruim 8000 medewerkers en houdt nu al rekening met een omzetverlies van vermoedelijk 6,4 miljard euro of ongeveer 90 procent tegen het einde van het jaar. Voor de bestemmingen buiten Europa is het omzetverlies 100 procent. Dat is een markt die helemaal verloren dreigt te gaan, zeker wanneer men weet dat men in Frankrijk weer kan reizen buiten Europa. Ook Duitsland zal dit vanaf 1 oktober mogelijk maken.
Toch blijven de verplichtingen ten opzichte van de klanten onverminderd doorlopen. Dat geeft problemen. De sector pleit voor steun – er zijn verschillende acties bezig –, voor overbruggingsmogelijkheden en vooral voor duidelijke richtlijnen met betrekking tot reizen.
Minister, kunt u een overzicht geven van de maatregelen die tot op heden ten gunste van de reissector werden genomen? U had het net al over de ondersteuningspremie. Kunt u aangeven in welke mate deze maatregelen een gunstig effect hebben gehad? Hebt u zicht op het aantal faillissementen en het jobverlies in de sector, of een prognose hiervan? En het allerbelangrijkste: is er een langetermijnvisie, een reddingsplan, voorzien voor de reissector?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega, uw vraag is heel ernstig. Ook de reissector zit in heel zware papieren. Ik heb de sector op mijn kabinet ontvangen ongeveer twee weken geleden om eens te luisteren naar de bijzonder moeilijke situatie waarin de mensen verkeren vandaag. De sector wordt ook federaal natuurlijk gevolgd en gesteund. Wij proberen vanuit Vlaanderen te doen wat nodig is met de instrumenten die we hebben.
Heel veel reisbureaus hebben van de hinderpremie gebruik kunnen maken. De ondernemingen met zelfstandige reisagenten zonder eigen locatie konden een beroep doen op de compensatiepremie, de coronaondersteuningspremie en het Vlaams beschermingsmechanisme. We hebben dat uitgewerkt voor de eventsector. Dat is uiteraard ook uitgewerkt voor de reissector, evident – ik had dat er onmiddellijk bij moeten vermelden – omdat ze heel grote verliezen lijden in vergelijking met vorig jaar.
We hebben samen bekeken hoe we dat voor hen het best kunnen operationaliseren. In juli en augustus zijn hun inkomsten niet hoog, de boekingen en betalingen gebeuren immers al veel vroeger. We hebben dat doorgenomen om ervoor te zorgen dat ze toch in optimale omstandigheden in aanmerking kunnen komen.
Er is bijna 13 miljoen euro steun toegekend aan de reissector vanuit de coronapremies van VLAIO. Ik overloop even de bedragen. De coronahinderpremie bedroeg zo’n 4 miljoen euro. De sluitingspremies tot aan de heropening bedroegen iets meer dan 7 miljoen euro. De coronacompensatiepremie is beperkt tot 679.000 euro. De coronaondersteuningspremie is iets meer dan 1 miljoen euro. Er zijn ook vier corona-achtergestelde leningen toegekend aan bedrijven uit de reissector voor meer dan 2 miljoen euro. Via de waarborgregeling werden in 2020 voor de ruimere toeristische sector, zonder horeca en recreatie 14 ondernemingen gesteund voor kredieten ten belope van 4,2 miljoen euro. De steun zit dus een beetje overal. Er zitten ook toeristische diensten bij. Het gaat niet om pure reisbureaus.
Ik heb absoluut geen zicht op het aantal faillissementen. Het is te vroeg om hierover uitspraken te doen. Als we louter naar de cijfers van Statbel kijken, zou men denken dat het niet zo slecht gaat, maar de signalen die we dagelijks ontvangen, zijn zeer slecht. Ik geef een voorbeeld. De tijdelijke werkloosheid ligt bij reisbureaus een beetje moeilijker. Die mensen kunnen bijna niet in tijdelijke werkloosheid gaan omdat er zoveel werk is om al die reizen om te boeken. Ze hebben dus geen inkomsten. Ze bieden de dienstverlening aan hun klanten om te herboeken. De mensen moeten dus eigenlijk blijven werken, maar er staat niets tegenover. Dat is vrij problematisch.
Volgens cijfers van Statbel gaat het om vijf faillissementen en een totaal banenverlies van tien jobs. Bij de interpretatie van deze cijfers moet immers rekening worden gehouden met het feit dat er een vertraging is tussen de stopzetting van de economische activiteit en de faillietverklaring.
Men ziet de effecten nog niet van de genomen maatregelen tijdens corona en de lockdown. Bovendien was tot 17 juni 2020 een tijdelijk moratorium van kracht om bedrijven die voor 18 maart 2020 in goede gezondheid verkeerden, te beschermen tegen de gevolgen van corona. Men kan er dus eigenlijk nog geen betrouwbaar zicht op hebben; misschien kan dit de komende maanden wel.
Wat betreft de lange termijn, bereiden we een relanceplan voor waarvan ik hoop in de Septemberverklaring de grote contouren te kunnen meegeven.
Ik denk dat het nuttig is om met de instrumenten die we hebben via PMV/z, te mikken op langetermijnoverbruggingskredieten: drie jaar voor de leningen, en nog langer voor de waarborgen. Zij hebben tot doel om bedrijven die voor de crisis gezond waren, de nodige ademruimte te geven tot aan het volwaardige herstel.
De reissector is natuurlijk ook afhankelijk van de mogelijkheid om te reizen naar andere continenten. We zijn dus ook afhankelijk van de internationale context, wat het extra moeilijk maakt.
De heer De Veuster heeft het woord.
Minister, ik dank u voor de informatie. Er is al heel wat gebeurd.
U hebt zelf terecht aangehaald dat een van de grote problemen is dat de sector minder gebruik heeft kunnen maken van de tijdelijke werkloosheid omdat de mensen aan de slag moesten – 150 procent – om al die reizen te annuleren en de gestrande toeristen voort te helpen. Het is natuurlijk een moeilijke situatie dat ze daar niet op konden terugvallen.
Het zal in de commissie al wel besproken zijn geweest, maar in Nederland is er een NOW-regeling (Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid). Ik vermoed dat jullie dat in deze commissie al bekeken hebben: zo'n systeem zou voor de reissector wel enig soelaas kunnen bieden.
Ik besef heel goed dat heel veel zaken bij de federale overheid zitten en ook bij Europa, maar het moet wel worden aangevraagd. Momenteel vallen de faillissementen nog mee, hoor ik u zeggen. Er is nog niet echt zicht op, maar ik vermoed dat volgend jaar in maart en april er een geweldig cashflowprobleem zal zijn in die sector. Een noodfonds lijkt me dan meer dan noodzakelijk. Er zijn Europese gelden – het Europees Parlement heeft er al een resolutie over aangenomen – maar iemand moet het wel aanvragen. De federale overheid wijst naar de regio's, maar Europa vraagt dat een lidstaat zelf de aanvraag doet. Ik hoop dat u mee druk zult zetten, al was het maar bij de federale collega's, om op zijn minst die aanvraag te doen zodat er misschien Europese middelen naar die hard getroffen reissector kunnen gaan.
Minister Crevits heeft het woord.
Collega, bedankt om het thema op deze commissie te brengen.
Wat u zei over Nederland, hebben wij niet bij ons. In Nederland is het alternatief voor tijdelijke werkloosheid de loonsubsidie. Men kent er niet het stelsel van de tijdelijke werkloosheid. Zo'n loonsubsidie zou zowel in de eventsector als in de reissector een goed alternatief kunnen zijn.
Wat de Europese middelen betreft, maken wij een plan voor de EU-middelen. We moeten daarover ook onderhandelen. Ik ga zeker akkoord om de reissector mee in het perspectief te plaatsen.
Ik was zelf nogal sceptisch over mijn eigen woorden rond het aantal faillissementen. U hebt het wellicht gehoord: ik heb niet gezegd dat er geen vuiltje aan de lucht is. Ik heb gezegd dat er volgens de cijfers van Statbel geen vuiltje aan de lucht zou zijn, maar ik geloof dat niet omdat het een vertraagd effect heeft. U zegt dat zelf ook, maar ik wil het toch even nuanceren als u zou denken dat het mijn overtuiging is dat er geen vuiltje aan de lucht is. Ik denk dat er heel veel vuiltjes aan de lucht zijn, of dat er donkere wolken hangen boven de reissector.
Je moet de juiste keuzes maken. Ik zie mensen die zich aan het herprofileren zijn. Ik merk ook dat, als het over reizen gaat, men aan het zoeken is naar hoe men toegevoegde waarde kan creëren. Er was al veel concurrentie in de hele sector.
Ik volg het zeker nauwgezet op.
De heer De Veuster heeft het woord.
Minister, ik hoop dat u het inderdaad opvolgt. Het zijn geen grijze wolken maar jammer genoeg inktzwarte wolken die boven die sector hangen. Ik denk dat er met een paar juiste ingrepen mogelijkheden zijn. Ik ben altijd bereid om mee te zoeken.
De vraag om uitleg is afgehandeld.