Verslag vergadering Commissie voor Binnenlands Bestuur, Gelijke Kansen en Inburgering
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze interpellatie via videoconferentie behandeld.
De heer Janssens heeft het woord.
Minister, excuses dat ik u moet storen op uw vakantiebestemming, maar tegelijkertijd wil ik eraan toevoegen dat ik het betreur dat de Vlaamse Regering geen rekening houdt met de parlementaire kalender, die iedereen gekregen heeft en die iedereen kent, waarop staat dat het reces voor het parlement pas vanaf maandag ingaat. Ik zou denken dat ook ministers daar rekening mee houden. Ik dacht ook dat ministers toch wel het goede voorbeeld willen geven en gevolg zouden geven aan de oproep van experts om niet naar het buitenland op vakantie te gaan. Maar ook daarin heb ik mij blijkbaar vergist. Mijn achtergrond hier mag er dan misschien enigszins exotisch uitzien, ik zit toch gewoon in mijn kantoor in het parlement in Brussel.
Ter zake, minister. Eind vorig jaar besliste de Vlaamse Regering om de op dat moment lopende objectieve selectieprocedure voor de aanstelling van een nieuwe gouverneur in Oost-Vlaanderen stop te zetten. Er was een hoog oplopende politieke ruzie, omdat Open Vld weigerde om de kandidaat met de beste score te benoemen, omdat die niet over een blauwe lidkaart beschikte. Eind januari van dit jaar werd dan een nieuwe procedure goedgekeurd. Men schakelde voor de aanduiding van gouverneurs gewoon weer over naar de platte politieke benoeming. Men besliste tegelijk ook om de toelatingsvoorwaarde af te schaffen die bepaalde dat de kandidaat tien jaar relevante ervaring moest hebben. Het ambt van gouverneur werd dus gewoon weer het vertrouwde jachtterrein van de regeringspartijen.
Daarmee startte het getouwtrek in de duistere achterkamertjes van de politiek, dat uiteindelijk duurde tot die fameuze laatste ministerraad voor het zomerreces van de regering, waarna de ministers dan gezellig op vakantie vertrokken. Die vrijdag, 17 juli, werd dus een hoogdag voor de particratie. Op die dag heeft de Vlaamse Regering het feest van de particratie luister bijgezet door twee N-VA-parlementsleden en een Open Vld-parlementslid te benoemen tot gouverneur. CD&V viel daarbij blijkbaar uit de boot.
Erg trots was de Vlaamse Regering blijkbaar toch niet op haar beslissing, want voor vragen van journalisten gingen ministers langs deuren en ramen op de vlucht. En de sporen van schaamte zijn daarbij nog zichtbaar. De hoogste ambtenaar van drie provincies werd dus aangeduid zonder enige objectieve criteria, maar gewoon volgens partijpolitieke berekeningen en partijpolitieke krachtsverhoudingen.
De enige officiële voorwaarden om gouverneur te kunnen worden, zijn: Belg zijn, een gedrag hebben dat in overeenstemming is met de eisen van het ambt van gouverneur, de burgerlijke en politieke rechten genieten, aan de dienstplichtwetten voldoen. U zult me niet horen zeggen dat geen enkele van de drie benoemde politici over enige competenties beschikt, maar daar gaat het debat helaas niet over. Het gaat erover hoe de Vlaamse Regering gouverneurs aanduidt. Net op het ogenblik dat het belang van de provinciale bestuursniveaus is afgenomen, heeft men de aanduiding van het ambt van gouverneur opnieuw gepolitiseerd. En daar moesten we juist van af. Dat is schadelijk voor het imago van de politiek. Een bestuurlijke topfunctie die ingevuld wordt zonder enige selectieprocedure: ik vind dat maatschappelijk niet meer aanvaardbaar. Het is zeker niet verzoenbaar met enig modern, laat staan professioneel overheidsmanagement. Waarom kan voor de aanstelling van een ambtenaar geen vacature worden opengesteld? Waarom kan men geen profiel opstellen waaraan de man of vrouw die voor die functie in aanmerking komt, moet voldoen? Dat kan toch niet zo moeilijk zijn? Het gebeurt immers voor veel andere functies in Vlaanderen.
Bovendien moeten voor elke job, van poetsvrouw tot directeur, sollicitanten deelnemen aan selectieprocedures waarna de beste kandidaat wordt aangeworven. Maar niet dus wanneer de hoogste ambtenaar van de provincie wordt benoemd: dan is de partijlidkaart belangrijker dan competenties of ervaring, dan krijgt men meteen een ‘win for life’, dan wordt men politiek benoemd tot aan het pensioen.
Minister, u herinnert zich wellicht nog de commissievergadering van niet zo lang geleden, 7 juli, toen u over die benoeming van de gouverneurs zei: “In het midden van een storm mogen we de kapitein niet veranderen.” De coronacrisis verhinderde dus volgens u enige tijd de benoeming van de gouverneurs. En dat ze nu toch benoemd zijn, betekent dan blijkbaar dat er volgens de Vlaamse Regering geen gezondheidscrisis meer is, dat we niet ongerust moeten zijn over die alarmerende berichten over het stijgend aantal besmettingen, dat we dus gerust van kapitein kunnen veranderen en vervolgens allemaal gezellig op vakantie kunnen gaan. Vaarwel corona, welkom gouverneurs.
Minister, ik vind dat allemaal erg ongepast en daarom stel ik graag volgende vragen.
Kunt u toelichten waarom precies de genoemde personen effectief benoemd worden in het ambt van gouverneur? Welke criteria werden daarbij gehanteerd? Welke bekwaamheden waren doorslaggevend? Welke procedure werd er nu uiteindelijk precies georganiseerd in het kader van deze benoemingen?
Hoe reageert u op de frequent geuite kritiek, onder meer ook door de kandidaten die hebben deelgenomen aan die stopgezette objectieve procedure, dat het hier enkel gaat om platte politieke benoemingen?
Overweegt de Vlaamse Regering desgevallend, ook gezien de kritiek en de toch wel ongepaste maatregelen die u hebt genomen in het kader van deze politieke benoemingen, om de toelatingsvoorwaarden of benoemingsprocedure alsnog te wijzigen?
Minister Somers heeft het woord.
Mijnheer Janssens, wat de procedure betreft, hebben we in de commissie al heel regelmatig van gedachten gewisseld en heb ik al heel uitvoerig vragen beantwoord. We hebben het debat gevoerd over de nieuwe procedure waarvoor de Vlaamse Regering heeft gekozen in het regeerakkoord. Het was dus een onderdeel van het regeerakkoord waarbij de Vlaamse Regering heeft beslist dat de nieuwe procedure die ze wil invoeren voor de provinciegouverneurs samenhangt met een herijking van hun verantwoordelijkheid waarbij de gouverneurs meer een bemiddelings- en verzoeningsrol krijgen tussen de lokale besturen en de Vlaamse overheid.
We hebben dat debat gevoerd naar aanleiding van de regeringsverklaring, we hebben dat debat gevoerd naar aanleiding van mijn beleidsverklaring, we hebben dat debat gevoerd op 15 oktober 2019 naar aanleiding van een vraag, op 3 december 2019 naar aanleiding van een vraag in de commissie. We hebben het debat opnieuw gevoerd op 17 december 2019 naar aanleiding van een vraag van u, mijnheer Janssens en we hebben het opnieuw gevoerd op 7 februari 2020, en dan nog eens vorige week. En telkens opnieuw heb ik daar omstandig op geantwoord. U hebt bovendien ook een schriftelijke vraag gesteld hierover op 2 juni 2020 met telkens dezelfde antwoorden.
Het is toch wel belangrijk mee te delen dat dit niet uit de lucht komt vallen, dat we hier al heel vaak over hebben gepraat. Op 31 januari 2020 heeft de Vlaamse Regering de nieuwe procedure geïnstalleerd en goedgekeurd.
Zoals reeds uitvoerig in tal van commissies aangegeven, en vermeld in het Vlaams regeerakkoord, is de functie van gouverneur geëvolueerd.
Naast de uitvoering van federale taken heeft de provinciegouverneur meer en meer een actieve verbindings- en verzoeningsrol tussen gemeenten en de Vlaamse overheidsdiensten in de provincie. Een bijzondere vertrouwensband met de Vlaamse Regering is ook van cruciaal belang. De Vlaamse Regering heeft op basis van deze elementen haar keuze gemaakt. Ik zal u de motivering geven per benoemde gouverneur.
Ik begin met de gouverneur van Limburg, de heer Jos Lantmeeters. Jos Lantmeeters is sinds 1988 actief als advocaat en beschikt over een grondige juridische kennis. Hij is gemeenteraadslid in Genk, de tweede grootste stad van de provincie Limburg. Daarnaast beschikt hij over een jarenlange ervaring als volksvertegenwoordiger op Vlaams niveau. Tussen 2014 en heden was hij achtereenvolgens voorzitter van de Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Innovatie en Wetenschapsbeleid en voorzitter van de Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën, Begroting en Justitie. In die hoedanigheid fungeerde hij als voorzitter en slaagde hij erin boven de partijpolitiek zijn rol als voorzitter uit te oefenen. Daardoor beschikt hij eveneens over de nodige netwerkcapaciteiten om verbindingen te leggen tussen verschillende bestuursniveaus.
Als volksvertegenwoordiger trok hij zich in het bijzonder het lot van de provincie Limburg aan. Zo voert hij mee het overleg tussen de politieke partijen op Limburgs niveau als het gaat over bovengemeentelijke kwesties, zoals de werking van afvalintercommunale Limburg.net. Hij was tevens mede-initiatiefnemer van de engagementsverklaring voor de realisatie van de Limburgse Noord-Zuidverbinding, wat resulteerde in de opstart van een procedure conform het decreet Complexe Projecten onder leiding van voormalig gouverneur Herman Reynders als procesbegeleider. Hij beschikt dus over kennis in dit voor de provincie Limburg erg belangrijke dossier, waar de gouverneur ook in de toekomst zal fungeren als procesbegeleider. Jos Lantmeeters is eveneens vast lid van de Deontologische Commissie van het Vlaams Parlement sinds 24 september 2014 en kan in die optiek op enige ervaring rekenen die zinvol is voor de belangrijke bevoegdheid van de provinciegouverneur inzake de uitoefening van het bestuurlijk toezicht op de gemeenteoverheden. Jos Lantmeeters voldoet dus aan de benoemingsvoorwaarden van gouverneur.
Dan kom ik bij de provincie Oost-Vlaanderen: mevrouw Van Cauter. Carina Van Cauter beschikt over een jarenlange ervaring op provinciaal niveau, zowel als provincieraadslid als lid van de bestendige deputatie. Daarnaast beschikt zij over jarenlange ervaring als volksvertegenwoordiger op federaal en Vlaams niveau. Daardoor beschikt zij over de nodige netwerken en netwerkcapaciteiten om verbindingen te leggen tussen verschillende bestuursniveaus. Door haar jarenlange ervaring op het beleidsdomein Justitie is zij bovendien zeer vertrouwd met concepten als bemiddeling en geschillenbeslechting. Door die ervaring beschikt Carina Van Cauter niet alleen over het noodzakelijke netwerk, maar ook over de nodige expertise om een actieve verbindings- en verzoeningsrol op te nemen tussen de gemeenten en de Vlaamse overheid.
Door haar ervaring als volksvertegenwoordiger en gedeputeerde heeft zij voeling met wat er leeft bij lokale besturen in Oost-Vlaanderen. Zij was vast lid van de parlementaire onderzoekscommissie belast met het onderzoek naar de omstandigheden van de terroristische aanslagen. Daarin nam zij deel aan het onderzoek naar de nood- en interventieplannen, de werking van het crisis- en communicatiecomité, het ASTRID-netwerk (All-round Semi-cellular Trunking Radiocommunication Network with Integrated Dispatching), evenals de eerste hulp en opvang van slachtoffers. Zulks vindt aansluiting bij de coördinerende rol van de gouverneur bij rampen en de opmaak van provinciale nood- en interventieplannen. Daarnaast besteedde zij als lid aandacht aan het bestuurlijk optreden van de lokale politiekorpsen en de informatiedoorstroming, wat aansluiting vindt bij het provinciaal veiligheidsoverleg. Zij geniet vanwege de voorgaande ervaring en kwaliteiten een bijzondere vertrouwensband met de Vlaamse Regering. Carina Van Cauter voldoet volgens de Vlaamse Regering aan de benoemingsvoorwaarden van gouverneur.
Ten derde is er de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant, de heer Jan Spooren. Jan Spooren vatte zijn studies rechten aan in Brussel en beëindigde zijn licentiaatsjaren aan de KU Leuven met een specialisatie in het Europees Sociaal Beleid. Na vijf jaar als wetenschappelijk medewerker aan het Instituut voor Sociaal Recht van de KUL te hebben gewerkt als verantwoordelijke voor internationale projecten en nadien als coördinator van het Europees Instituut voor Sociale Zekerheid, ging hij aan de slag als beleidsadviseur in de sociale zekerheid voor het Franse consultancybedrijf BBI. In 2000 werd hij aangesteld als secretaris-generaal van de koepelorganisatie Europees Platform voor Revalidatie (EPR) en fungeerde hij ook als directeur van MISSOC, een Europese databank van wetgevingen rond sociale zekerheid.
In 1994 werd hij verkozen tot gemeenteraadslid in zijn toenmalige woonplaats Herk-de-Stad, waar hij begin 1995 schepen werd van Cultuur, Jeugd, Onderwijs en Informatie, tot in 1996. Na een tussenstop in Leuven van twee jaar, verhuisde Spooren in 1998 naar Tervuren. Daar raakte hij bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2012 verkozen en werd hij, tot op heden, burgemeester met bijkomende bevoegdheden Algemeen beleid, Politie en Veiligheid, Personeelszaken en Vlaams Karakter, Integratie en Gemeenschapsvorming. In mei 2014 werd de heer Spooren verkozen als lid van de Kamer van volksvertegenwoordigers voor de kieskring Vlaams-Brabant, een functie die hij tot op heden uitoefent en waarin hij uitgroeide tot een gewaardeerd Kamerlid op het vlak van sociale zekerheid en pensioenen. De demografische veranderingen en het behoud van de lokale eigenheden zijn Vlaams-Brabantse uitdagingen waar hij vanuit zijn ervaring, lokaal en nationaal, en zijn sociaal engagement, zowel professioneel als privé, dagelijks mee bezig is.
Als burgemeester van een Vlaamse Randgemeente is hij vertrouwd met het idee van communautaire vrede en kent hij de impact van bijvoorbeeld mobiliteit, onderwijs, huisvesting en een activerend sociaal beleid dat bescherming biedt aan zij die dit het meeste nodig hebben. Over de partijgrenzen wordt de heer Spooren erkend als een bruggenbouwer op de sociale thema’s en slaagt hij erin om resultaten te boeken.
Die opgesomde combinatie van ervaring, lokale beleidsverantwoordelijkheid en federale bestuurservaring maken dat de heer Spooren de juiste kwaliteiten bezit om het ambt van provinciegouverneur in Vlaams-Brabant op te nemen.
De procedure verloopt conform het Provinciedecreet met name benoeming van de gouverneur door de Vlaamse Regering, op eensluidend advies van de federale ministerraad. Het zijn de statutaire bepalingen van het statuut van de gouverneurs die gelden en die u kunt vinden in het besluit van de Vlaamse Regering van 5 maart 2004.
Deze bepalingen gaan ervan uit dat de benoeming van de gouverneur berust op een bijzondere vertrouwensband met de Vlaamse Regering die de keuze verantwoordt waardoor de gouverneur dus opnieuw rechtstreeks gekozen wordt door de Vlaamse Regering.
Volgens arresten van de Raad van State, het hoogste administratief rechtscollege van ons land, is voor een dergelijke vertrouwensfunctie geen vergelijking van titels en verdiensten nodig. Bovendien wordt ook geen vorm of bijzonder vormvoorschrift opgelegd. Het is uiteraard wel van belang dat de benoeming gemotiveerd wordt. Die motivering heb ik u in hoofdlijnen meegegeven. De motivering van de benoemingen werden op 17 juli 2020 op de Vlaamse Regering gebracht.
Het is formeel onjuist dat ik daarover geen verklaring aan de pers heb afgelegd op de dag van de beslissing. De beslissing is via een interview aan VTM bekendgemaakt en er zijn ook interviews gegeven aan verschillende radio’s. Ook aan de VRT is voorgesteld om deze informatie door middel van een interview bekend te maken, maar de VRT was daar op dat moment niet in geïnteresseerd, zij wensten hun nieuws over andere zaken op te bouwen, wat natuurlijk hun recht en autonomie is.
De heer Janssens heeft het woord.
Minister, eender waar u ook bent, u blijkt over een goede internetverbinding te beschikken, want u hebt zowat integraal de Wikipediapagina’s van de drie benoemde kandidaten voorgelezen, maar over de specifieke kwaliteiten waarover kandidaten moeten beschikken om het ambt van gouverneur in te vullen, over de specifieke criteria waaraan zij moeten voldoen om dat ambt op een goede manier tot aan hun pensioen uit te oefenen, heb ik niets gehoord. Het waren blijkbaar cv’tjes, briefjes die de kandidaten zelf geschreven hadden kunnen hebben, die u hier hebt voorgelezen.
Maar waarom niet, op basis van al die kwaliteiten die u hebt geduid, gewoon deelnemen aan een objectieve selectieprocedure en dan zien wie als beste uit de testen komt? Met wat men nu doet, een topambtenaar zonder enige selectieprocedure aanstellen, zet men eigenlijk alle werkzoekenden in Vlaanderen voor schut. Ik vind dit een slag in het gezicht van sollicitanten, van werkzoekenden die hard studeren om de nodige diploma’s te halen en die aan meerdere rondes van schriftelijke en mondelinge examens en aan allerlei tests en essays deelnemen om een functie in het bedrijfsleven of bij de overheid krijgen. Ik vind dat we hiermee de politiek op haar slechtst hebben gezien. Politieke partijen die jarenlang op enkele politieke benoemingen azen, dat is wat het grote publiek zal onthouden, vrees ik. En dan nog eens een benoeming nu, midden in die gezondheidscrisis.
Bovendien stel ik me dan de vraag hoe die Wim Leerman zich moet voelen, de man die als beste kandidaat uit de objectieve selectieprocedure kwam waarna die procedure plots werd stopgezet? De Open Vld-kandidaat trouwens die in diezelfde procedure onvoldoende werd bevonden, die minder scoorde dan Wim Leerman en daardoor zelfs haar kandidatuur al had ingetrokken, is uiteindelijk toch de winnaar geworden van die oneerlijke race. Hoe wilt u in hemelsnaam dat de bevolking nog vertrouwen heeft in de politiek?
En dan stel ik u graag nog twee bijkomende vragen. U weet dat er tegen de stopzetting van de procedure en tegen de nieuwe procedure die daarna door de Vlaamse Regering werd opgezet, een zaak hangende is bij de Raad van State. Hebt u weet van procedures die inmiddels al opgestart zouden kunnen zijn tegen deze drie nieuwe benoemingen of tegen een ervan? Vreest u niet dat de mogelijkheid bestaat dat ook tegen deze benoemingen opnieuw een procedure zal worden opgestart?
U weet dat in de procedure ook het advies van de federale overheid moet worden ingewonnen. Hebt u al advies gekregen van de Federale Regering? CD&V, dat bij de benoemingen op Vlaams niveau uit de boot valt, is in de Federale Regering immers wel present, in tegenstelling tot de partij van twee benoemde gouverneurs, namelijk de N-VA, terwijl er toch een eensluidend advies moet komen van de federale overheid. Hebt u dat advies al ontvangen? Indien niet, verwacht u dat dat eensluidend zal zijn?
De heer Vandeput heeft het woord.
Bedankt voor uw antwoorden, minister.
Er is weinig tussenkomst. Ik denk dat de minister juist geantwoord heeft en dat we goed moeten opletten met het sfeertje dat men hier probeert te creëren. U kunt dan wel zeggen, mijnheer Janssens, dat de kandidaat-gouverneurs niet over géén capaciteiten zouden beschikken, maar ondertussen laat u dat wel uitschijnen. En daarover gaat het net.
Men mag proberen een sfeertje te scheppen waarin er grote onenigheid zou zijn, maar bij mijn weten is er vrijdag een beslissing genomen in de regering. En een beslissing in de regering is iets wat collegiaal gebeurt. Dat zal de heer Janssens misschien niet dadelijk herkennen, dat men af en toe ook collegiaal een aantal dingen kan beslissen. In dat kader maakt het woordgebruik van de heer Janssens heel duidelijk waar het eigenlijk over gaat. Dit is een procedure, zoals de minister heeft aangehaald, waarin alle drie de kandidaten alles in zich hebben om een zeer goede gouverneur te zijn. Ik denk dat de heer Janssens ook voor een stuk negeert wat het ambt van gouverneur vandaag eigenlijk is. Daar zijn een aantal ervaringen voor nodig, het liefst in de politieke wereld, om te weten hoe het daar werkt. Ook het netwerk is daarin zeer belangrijk. En in dat kader denk ik dat de Vlaamse Regering gewoon drie heel goede mensen heeft aangeduid.
Ik heb dan ook maar één opmerking, mijnheer Janssens: stop toch gewoon met die sfeermakerij, met die stemmingmakerij. U hebt nog net niet gezegd dat de democratie vandaag in groot gevaar is. De manier waarop de gouverneurs zijn benoemd, is de manier waarop dat in dat land al gebeurt sinds het ontstaan van het ambt van gouverneur. Het is dus beter om gewoon te stoppen. Ja, het gaat over een politieke benoeming. Dat is wel duidelijk. Dit is een politieke benoeming. We moeten daar ook gewoon voor durven uit te komen. Maar om dan altijd maar over ‘platte’ politieke benoemingen te spreken, dat is gewoon proberen om al wat politiek beslist wordt, in de hoek te duwen dat het geen juiste beslissing is. Want dat toont u niet aan. U stelt een heel pak vragen over de capaciteiten en dit en dat. De minister geeft daar antwoord op. Dat is kennelijk niet voldoende voor u. U spreekt dan maar over platte politieke benoemingen, alsof alles wat politiek beslist wordt … Dat is nochtans de basis waarop een democratie werkt, mijnheer Janssens. U kunt daar boeken over lezen. In een democratie is het de politiek die af en toe beslissingen neemt. En als men een beslissing neemt over een benoeming, is ook dat een beslissing die genomen is binnen het democratische bestel.
Dat uw partij daar vandaag niet bij betrokken is, zal wel leiden tot enig ongenoegen. Ik heb er alle vertrouwen in dat de regering een goede keuze heeft gemaakt, zowel voor Oost-Vlaanderen en Vlaams-Brabant als voor Limburg.
Minister, ik heb begrepen dat de Federale Regering heel snel dat eensluidend advies zou laten komen. Het lijkt me ook niet meer dan normaal dat zij dat bevestigt; het zou ongeschreven zijn indien zij een ander oordeel zou vellen. Hebt u er enig zicht op wanneer dat eensluidend advies er komt en wanneer de betrokken personen in functie kunnen treden?
De heer Warnez heeft het woord.
Ik denk dat de minister goed en correct heeft geantwoord en geargumenteerd, maar ik wil toch nog twee zaken nuanceren, mijnheer Janssens.
We hebben een Federale Regering en ik denk dat die ook gelooft in de autonomie van Vlaanderen. Wanneer de Vlaamse Regering collegiaal een voorstel doet, dan geloven wij dat dat een goed voorstel is. Ik denk dan ook dat het echt niet hoeft om de Vlaamse Regering en de Federale Regering tegen elkaar uit te spelen.
Daarnaast heb ik u niet horen zeggen hoe goed de gouverneurs het tijdens deze coronacrisis hebben gedaan, gouverneurs die destijds ook zijn benoemd en die hebben getoond dat ze hun mandaat op een goede manier invullen, dat ze decentraal naar de lokale besturen de federale richtlijnen en de Vlaamse protocollen goed hebben vertaald. Als u eens gaat luisteren naar de schepencolleges en de burgemeesters, dan zult u positieve signalen horen over die gouverneurs, ook al waren zij in het verleden ook op deze manier aangesteld. Dat heb ik u eigenlijk niet horen zeggen. Ik weet niet of u dat ook wilt bevestigen.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Voorzitter, collega's, ik wil beginnen – en ik doe het niet zo graag – met collega Janssens te bedanken voor het agenderen van deze interpellatie. Mijn fractie had gehoopt dat er vandaag een plenaire vergadering zou zijn waarop de Vlaamse Regering rekenschap zou afleggen voor de meer dan 150 beslissingen die ze vorige vrijdag heeft genomen. De meerderheid heeft er op haar eentje echter voor gekozen om geen plenaire vergadering meer te organiseren en het is door de aandachtigheid van collega Janssens dat ten minste de minister vanop zijn reislocatie hier toch nog iets van verantwoording moet afleggen, hetzij op digitale wijze. Het is betreurenswaardig dat het enkel op die manier is, maar het is op zijn minst dat.
Ik ben licht ontroerd door de tussenkomsten van de collega's van de meerderheid, die op een of andere manier schetsen dat er toch over één thema eensgezindheid is binnen deze regering, met name wanneer het gaat over politieke benoemingen en wanneer het gaat over het sluiten van politieke deals. Dan vinden zij elkaar wel nog. Het mag voor sommigen het geloof in de politiek misschien versterken, voor mij alvast niet. Maar het is wel ontroerend dat dit gebeurt tijdens de laatste vergadering van deze commissie voor het reces. Ik hoop dat het jullie energie geeft om het vanaf volgend jaar op dat gebied iets anders te doen. Want collega’s, we hebben daar al veel over van gedachten gewisseld en we wisten dat die beslissing op een bepaald moment zou komen. En zoals te voorspellen was, is het gebeurd tijdens de laatste bijeenkomst van de Vlaamse Regering voor het zomerreces, zodat er zo weinig mogelijk debat over mogelijk was en het een beetje verdronken zou raken.
In tegenstelling tot een week geleden vindt de minister het nu blijkbaar wel opportuun om iemand te benoemen tijdens de crisisperiode. Een week geleden was dat nog onaanvaardbaar, want tijdens de crisis kun je de kapitein toch niet veranderen. De heer Warnez heeft wel een punt dat de betrokken mensen die op die stoel zaten, hun job goed hebben gedaan. Daar bestaat alvast geen discussie over.
Collega’s, deze beslissing is een belediging van heel wat mensen, van heel wat Vlamingen die, wanneer zij voor een job willen gaan, zich daarvoor kandidaat moeten stellen, daarvoor een procedure moeten doorlopen en die moeten bewijzen dat ze de juiste man of vrouw zijn op de juiste plaats. Dat is wat hier vandaag niet is gebeurd.
Het is ook een belediging van een aantal mensen die dichter bij ons zitten. Ik denk dan aan de voorzitter van het Vlaams Parlement, mevrouw Homans, die de voorbije vijf jaar keihard heeft gewerkt aan een objectieve procedure die ertoe moest leiden dat de gouverneurs op een moderne, hedendaagse manier zouden worden aangeduid en aan het juiste profiel zouden voldoen.
Het is een pijnlijke vaststelling dat de N-VA nu helemaal verworden is tot een traditionele partij en de ambitie heeft losgelaten om ook op dat gebied het verschil te maken in Vlaanderen. We keren eigenlijk gewoon terug naar de ziekte van de traditionele partijen van de afgelopen decennia. Want die ziekte van de voorbije twintig, dertig, veertig jaar heeft ons gebracht naar waar het politieke geloof vandaag staat.
Collega’s, het zal met pijn in het hart zijn dat ik jullie waarschijnlijk allerlei verklaringen zal horen afleggen na de volgende verkiezingen, dat we nu opnieuw toch echt wel die kloof tussen burger en politiek moeten dichten en dat het geloof in de politiek moet worden hersteld. Maar helaas, collega’s, als jullie ziende blind blijven als het gaat over dergelijke thema’s, herhalen we helaas altijd de fouten die in het verleden zijn gemaakt. Zo kondigde Gwendolyn Rutten op 26 mei 2019, een verkiezingsdag, aan dat we moesten gaan voor die andere politiek, dat we het vertrouwen van de kiezer moesten terugwinnen. Ik denk, collega’s, en ook u, minister, als lid van Open Vld, dat u die boodschap niet goed hebt gehoord. Ik denk dat u, die de minister van samenleven en van verbinding wilt zijn, hier echt een historische fout in maakt.
Het is ook een belediging voor collega’s in het parlement, zoals Marino Keulen. Onze collega Keulen had in 2013, toen hij toevallig niet in de regering zat, een pleidooi gehouden om voor een open procedure te gaan, waarbij de sterkste persoon in aanmerking kon komen. Hij wou dat niet per se naar Open Vld toetrekken, maar het kwam natuurlijk wel op een moment dat in Oost-Vlaanderen iemand van N-VA-signatuur zou worden aangeduid. Collega Keulen heeft dus blijkbaar geen zeggenschap meer binnen de Open Vld-fractie. We keren terug naar hoe het was, en laat ons op die manier maar dezelfde fouten van het verleden maken.
Wat mij het meeste stoort, collega’s, is niet het feit dat we de procedure uit het verleden toepassen, maar wel het feit dat er intussen een andere procedure was. Er was een keuze gemaakt om te gaan voor een ander type benoeming. Er was een keuze gemaakt om te gaan voor objectivering. Die stap wordt nu weer achteruit gezet. Dat is niet alleen een belediging voor de Vlaming. Het is zelfs aanstootgevend dat op het moment dat Vlaanderen wel een positieve keuze maakt en gaat voor bestuurlijke vernieuwing, we die stap terug zetten en dat we met het schaamrood op de wangen via vensters en deuren de gebouwen moeten verlaten om het alleszins niet te moeten uitleggen en zeker niet meer naar het parlement te moeten komen om dit toe te lichten.
Minister, u hebt inderdaad de Wikipediapagina – ik had het omschreven als de biografie – van de mensen in kwestie voorgelezen. En voor mij gaat het eigenlijk niet over die drie collega’s: collega’s van wie ik er de voorbije tijd een aantal heb leren kennen, en die zeker hun competenties en kwaliteiten hebben. Daar gaat het voor mij niet over. Maar u en uw partij zijn zo graag degenen die zeggen dat we moeten gaan voor de sterkste man of vrouw op de juiste plaats en dat we niet voor positieve discriminatie gaan. In een aantal andere thema’s bent u daar principieel tegen. Maar het fundamentele probleem is, minister, dat u met de voorliggende procedure niet kunt aantonen dat er geen betere kandidaten waren om die job te doen.
U hebt er dus duidelijk niet voor gekozen om te gaan voor de juiste en de sterkste persoon. U hebt enkel gekeken of die persoon in kwestie paste in de politieke deal en de juiste partijlidkaart had. Dat is een belediging voor al die Vlamingen die iedere dag het beste van zichzelf geven in allerlei sectoren. Zeker in crisistijd had u beter moeten weten. U, die als minister goed genoeg het klappen van de zweep kent, had moeten weten dat het onuitlegbaar is. En zeker de manier waarop u de Vlaamse Regering vrijdag hebt afgesloten, hoe u bent vertrokken, en hoe er in de tussentijd geen enkele deftige communicatie gekomen is daaromtrent, maar wel een poging tot uzelf voorstellen als behoeder van de democratie door alle democratische vernieuwingen op lokale besturen voor te stellen, maar niets meer te durven zeggen over wat er voor de rest op die ministerraad is gebeurd: dat is een pijnlijke vaststelling. U weet toch ook dat na de voorbije week niet de democratische pogingen van deze regering blijven hangen, maar wel het wanbeheer, de politieke benoemingen en de afwezigheid in de crisis.
De heer De Loor heeft het woord.
Bedankt, minister, voor uw antwoord. Zoals door u en de andere collega’s al is gezegd, is dit thema al meermaals aan bod gekomen, zowel in de commissie als in de plenaire vergadering. Wij vinden het dan ook bijzonder jammer dat de objectieve en transparante procedure waar de regering-Peeters – vaak wordt er verkeerdelijk gezegd dat het de regering-Bourgeois is die dat gedaan heeft, maar dat klopt niet – werk van heeft gemaakt, begin december stopgezet is voor wat betreft de aanstelling van de gouverneur van Oost-Vlaanderen. Op 31 januari van dit jaar is dan die nieuwe, huidige procedure, die in feite de oude procedure van voor de regering-Peeters is, opnieuw in het leven geroepen.
We blijven er ook bij dat de politiek in haar geheel hier geen goed figuur mee slaat. De wendingen van het voorbije jaar hebben er ook voor gezorgd dat er heel wat procedures tot stand zijn gekomen. Zo is er de procedure in de stopzetting van de selectieprocedure in Oost-Vlaanderen, de procedure in de niet-aanstelling van Wim Leerman in Oost-Vlaanderen, de procedure die loopt tegen de huidige procedure en waarover is beslist op 31 januari van dit jaar, en nu komt er ongetwijfeld nog een procedure tegen de aanstelling van deze drie gouverneurs.
Sp.a betreurt dit, en in die zin sluit ik me aan bij de heer Vaneeckhout, wanneer hij het heeft over de capaciteiten van de drie aangestelde gouverneurs. Ik twijfel absoluut niet aan hun capaciteiten; ik ken een aantal van hen ook persoonlijk. Ik stel dan ook voor dat we de drie nieuw aangestelde gouverneurs uitnodigen in onze commissie – dat was ook voorzien in de vorige procedure – voor een gedachtewisseling. En aangezien de functie, zoals de minister daarnet heeft gezegd, van provinciegouverneur gedeeltelijk is aangepast, kunnen zij hier in de commissie tijdens een gedachtewisseling bekendmaken welke plannen zij hebben met hun provincie, met de nieuwe procedure en met hun nieuw mandaat. We kunnen dit voorstel tijdens de regeling van de werkzaamheden behandelen.
Dit is wat mij betreft een goede suggestie.
Minister Somers heeft het woord.
Collega’s, ik dank u voor de tussenkomsten en voor de bijkomende vragen.
Er is gezegd dat bij de vorige procedure sommige kandidaten niet geschikt waren. Er was geen volgorde, er was alleen een lijst met geschikt of niet-geschikt bevonden kandidaten. Heel concreet hoorde mevrouw Van Cauter tot de lijst van geschikte kandidaten tijdens de vorige procedure die nu dus niet meer van kracht is.
De Federale Regering heeft het advies eensluidend en positief overgemaakt op 17 juli 2020. Ze heeft dat gedaan vanuit de filosofie dat zij de autonomie van de deelstaat volledig wil respecteren. Zij beschouwt dit als een formele taak die zij heeft ten aanzien van een beslissing die eensgezind is genomen in de schoot van de Vlaamse Regering, en ik vermoed dus ook van de andere deelstaatregeringen wanneer zij aan de beurt zijn om hun gouverneurs te wijzigen of aan te stellen. Voor de Federale Regering was dit dus een formele bevestiging die wij op 17 juli hebben ontvangen waarna de Vlaamse Regering haar definitieve aanstellingsbesluit heeft kunnen nemen. De gouverneurs zullen in de loop van de maand augustus worden aangesteld en gaan op 1 september aan de slag.
Wat de vraag over nieuwe procedures van de heer Janssens betreft, heb ik momenteel geen weet van procedures tegen de beslissing van 17 juli, maar het is evident dat het elke rechtsonderhorige vrij staat om de juridische instrumenten in te zetten die hij of zij denkt te moeten inzetten. We kunnen daar alleen maar respect voor hebben. Ook gelet op de scheiding der machten moet ik dit respecteren en afwachten. Alleen zijn wij ervan overtuigd dat wij op basis van de vaste rechtspraak van de Raad van State in dezen vol vertrouwen kunnen kijken naar mogelijke procedures. De Raad van State is immers altijd duidelijk geweest dat er bij een vertrouwensband geen sprake is van een soort vergelijking van titels of kwaliteiten tussen kandidaten.
De Vlaamse Regering is overtuigd van de grote kwaliteit van de drie voorgestelde kandidaten. Ik heb daarstraks een opsomming gegeven. Men kan dat smalend wegzetten als Wikipedia, maar dan is het alleszins een indrukwekkende Wikipediapagina of -biografie. Evident is het een biografie van mensen op basis waarvan men keuzes maakt en beslissingen neemt. En ik stel ook prijs op de waardering die vanop de oppositiebanken wordt uitgesproken voor de betrokken kandidaten, die elk op zich een rijke ervaring hebben met de politieke wereld, op verschillende beleidsniveaus, en die elk op zich expertise en kennis hebben opgedaan in specifieke onderdelen waardoor zij de taak van gouverneur op een goede manier kunnen uitoefenen.
Voor mij is het heel duidelijk dat de gouverneur, die een bemiddelings- en verzoeningsrol heeft, die vandaag aangesteld wordt op exact dezelfde manier als dat in het verleden is gebeurd … En collega Warnez heeft er heel terecht op gewezen dat er op de gouverneurs die in het verleden zijn aangesteld, eigenlijk nooit publieke kritiek is geweest. Die hebben zich de afgelopen maanden als uitstekende medewerkers betoond, als uitstekende gouverneurs, bijvoorbeeld in het beheersen van de coronacrisis. Ze hebben daarin hun verantwoordelijkheid ten volle opgenomen en hebben die verbindingsfunctie tussen het lokale bestuur en het Vlaamse en federale niveau op een uitstekende manier gedaan. En dat is net omdat zij ook vanuit die vertrouwensband hebben kunnen werken en vanuit die vertrouwensband betrokken zijn.
Er zijn trouwens nog voorbeelden, een beperkte lijst van voorbeelden, van waar mensen politiek benoemd worden, omdat zij een vertrouwensband hebben. Dat zijn bijvoorbeeld de regeringscommissarissen die de Vlaamse Regering aanduidt in verschillende instellingen. Dat is bijvoorbeeld ook de manier, mijnheer Vaneeckhout, hoe het Grondwettelijk Hof wordt aangesteld. Ik vind het nogal merkwaardig dat u, vanuit Groen, heel fel reageert op een aantal beslissingen die wij hier nemen, maar dat wanneer het Grondwettelijk Hof moet worden samengesteld, men toch een wat ander en genuanceerder beeld aan de dag legt.
Wanneer worden deze mensen benoemd? Op 1 september gaan ze aan de slag. Ze zullen benoemd worden in de maand augustus. De commissie heeft bij de laatste zitting erg aangedrongen om die benoemingen zo snel mogelijk te doen. Ik heb toen inderdaad gezegd dat het niet eenvoudig is om een kapitein te herbenoemen in volle crisis. En die coronacrisis is nog altijd volop bezig, mijnheer Janssens. Maar hier hebben mensen met een rijke politieke ervaring de kans om gedurende anderhalve maand, in de zomertijd, mee te lopen, ervaring op te doen en kennis en informatie te ontvangen van de zetelende gouverneurs, van wie er twee op pensioengerechtigde leeftijd zijn en de goedheid hebben gehad om de voorbije maanden verder hun verantwoordelijkheid op te nemen. Zij kunnen nu hun kennis, informatie en knowhow overdragen aan de nieuwe kandidaten, zodat die op 1 september goed gewapend zijn en in staat zijn om verder te werken in waarschijnlijk nog moeilijke omstandigheden, gelet op het feit dat de coronacrisis op dit moment nog niet helemaal achter de rug is.
Ik denk dat ik daarmee op de belangrijkste elementen heb geantwoord. Ik ben niet meer exhaustief ingegaan op de benoemingsprocedure, omdat de procedure als dusdanig vandaag eigenlijk niet meer aan de orde is. We hebben daar al vele keren over gepraat en gediscussieerd. Die beslissing dateert al van januari 2020. Dat is ondertussen ook al zeven maanden geleden. Ik denk dat wij met de Vlaamse Regering het belangrijkste hebben gedaan, namelijk drie kwaliteitsvolle mensen gevonden voor die bijzondere functie van gouverneur, die inderdaad politiek heel geladen is, die heel dicht bij de Vlaamse Regering staat, en die inderdaad een verbindingsfunctie betekent tussen het lokale bestuur en het Vlaamse bestuur, een vertrouwensrelatie, zoals regeringscommissarissen, zoals op een beperkt aantal andere plaatsen in ons politieke bestel, en dat daarmee nu gegarandeerd is aan zowel de provincie Vlaams-Brabant, Limburg als Oost-Vlaanderen dat zij vanaf 1 september iemand aan het roer hebben die de capaciteiten en de bekwaamheid heeft om dat op een goede manier te doen.
De heer Janssens heeft het woord.
Mijnheer Vandeput, ik denk dat u vooral duidelijk gemaakt hebt waarom deze politieke benoemingen voor het kritische deel van uw achterban toch een behoorlijk pijnlijke affaire zijn. Want terwijl men voor de afschaffing van die provinciale bestuursniveaus is, is men tegelijkertijd ook nog erg happig op die provinciale postjes, op die win-for-lifebenoeming voor de hoogste ambtenaar van de provincie. Waar is de N-VA, die trots was om met Jan Briers een onafhankelijke kandidaat naar voren te kunnen schuiven, niet partijpolitiek benoemd? Waar is de N-VA van Liesbeth Homans, die in haar tijd als minister probeerde om via een objectieve procedure kandidaten naar voren te schuiven?
Het is een beetje het verhaal van heel wat traditionele partijen: wanneer men in de oppositie zit, is men voor de objectieve procedure; wanneer men in de meerderheid zit, kiest men toch liever voor de postjes en de politieke benoeming. Zo de wind waait, waait het jasje.
Minister, met alles wat u zegt, blijkt dat u de klip hebt genomen om verder in het water van de politieke benoemingen te blijven varen. Ik vind het nochtans een beschamend politiek schouwspel, dat het vertrouwen in de politiek verder zal aantasten en dat de antipolitiek zal voeden. Daar heb ik dan geen uitstaans mee, dat komt echt wel op het conto van jullie partijen, dames en heren van de meerderheid. Als het aan mij lag, dan wordt er werk gemaakt van een objectieve benoemingsprocedure voor alle topambtenaren en bovendien van de volledige afschaffing van het provinciale bestuursniveau. Als het aan mij lag, dan wordt er eindelijk een einde gemaakt aan benoemingen die leiden tot getouwtrek tussen de regeringspartijen en achterkamerpolitiek van het laagste niveau.
Ik doe in mijn slotrepliek een vergeefse poging wellicht om de Vlaamse Regering toch nog eens op te roepen om komaf te maken met de Belgische ziekte van de politieke benoemingen en opnieuw werk te maken van objectieve benoemingen van gouverneurs en van alle topambtenaren. Dat zou niet alleen garanderen dat de beste man of vrouw op de juiste plaats terechtkomt, maar ook dat die ambtenaren te allen tijde het algemeen belang voor ogen hebben in plaats van mogelijk het loutere partijbelang. En daarbij aansluitend en afrondend, voorzitter, pleit ik uiteraard graag nog eens voor de afschaffing van het overbodige provinciale bestuursniveau en de daaraan verbonden postjes, waardoor een forse besparing zou kunnen worden gerealiseerd die ook de Vlaamse begroting, die nu diep in het rood gaat, ten goede zou komen.
De interpellatie is afgehandeld.