Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Pieters heeft het woord.
In uw beleidsnota 2019-2024 somt u een aantal zaken op waar, in het kader van de droogtebestrijding, nog aanzienlijke waterwinsten kunnen worden gehaald. Eén maatregel die hierbij in het oog springt en waarin wij u bijtreden dat hier mogelijk nog grote waterwinsten kunnen worden gerealiseerd, is uw streefdoel om de productie van voor nuttige toepassingen bruikbaar water uit afvalwater te maximaliseren en te liberaliseren. In uw beleidsnota stelde u echter dat de destijds in opmaak zijnde Europese verordening rond waterhergebruik in belangrijke mate sturend zou zijn voor de realisatie van dit streefdoel. Deze Europese verordening inzake de minimumeisen voor hergebruik van water is intussen op 25 mei 2020 uitgevaardigd.
In deze verordening wordt aan alle lidstaten minimumeisen voor waterkwaliteit en monitoring, alsook bepalingen inzake risicobeheer opgelegd, met het oog op het veilig gebruik van teruggewonnen water in het kader van geïntegreerd waterbeheer. Deze verordening beoogt te waarborgen dat teruggewonnen water veilig is voor landbouwirrigatie, zodat in de hele Unie op gecoördineerde wijze een hoog niveau van bescherming van het milieu en van de gezondheid van mens en dier wordt gewaarborgd, de circulaire economie wordt bevorderd, de adaptatie aan de klimaatverandering wordt ondersteund, en wordt bijgedragen aan de doelstellingen van Richtlijn 2000/60/EG, door de waterschaarste en de daaruit voortvloeiende druk op watervoorraden aan te pakken. Tegelijkertijd wordt bijgedragen aan het doelmatig functioneren van de interne markt.
Via deze verordening wordt aan de lidstaten bovendien een verregaande onderzoeks- en rapporteringsplicht opgelegd in het kader van onder meer de stroomgebiedsdistricten of delen daarvan die binnen een lidstaat niet geschikt zijn om gezuiverd afvalwater voor landbouwirrigatie te hergebruiken. Aangezien mijn tussenkomst in de plenaire vergadering van 1 juli 2020 op dit punt door u volledig onbeantwoord bleef, leg ik u hierbij via deze weg mijn volgende vragen voor.
Kan u, in het licht van deze nieuwe verordening, de actuele stand van zaken weergeven omtrent de realisatie van uw streefdoel om afvalwater te recupereren voor nuttige hergebruiktoepassing? Welke veilige en nuttige hergebruiktoepassingen voor afvalwater zijn volgens u, rekening houdend met de nieuwe verordening, in Vlaanderen mogelijk? Waar en door wie zullen deze hergebruiktoepassingen worden toegepast en zijn er stroomgebiedsdistricten in Vlaanderen die hiervoor niet in aanmerking komen? Welke initiatieven zult u nemen om deze hergebruiktoepassingen te ondersteunen of verplichten?
Hoe zult u in Vlaanderen het door Europa met deze nieuwe verordening opgelegde vergunningsstelsel voor uit afvalwater teruggewonnen water organiseren?
Ziet u voor Vlaanderen mogelijkheden voor hergebruik van gezuiverd afvalwater met een grensoverschrijdend karakter? Zo ja, welke mogelijkheden? Welke instantie zal desgevallend voor Vlaanderen/België door u als contactpunt worden aangewezen in het kader van de uitvoering van de met deze nieuwe verordening opgelegde grensoverschrijdende samenwerkingsverplichtingen?
Welk orgaan zal in Vlaanderen gelast worden met de controle op de naleving van de met deze nieuwe verordening opgelegde verplichtingen? Welke sancties zult u voorzien in geval van niet-naleving van de bindende bepalingen uit deze verordening? Opteert u voor een strafrechtelijke, een administratiefrechtelijke of een gemengde sanctionering?
Voorziet u in voorlichtings- en bewustmakingscampagnes inzake waterbesparingen die voortvloeien uit het hergebruik van afvalwater die in deze nieuwe verordening sterk worden aanbevolen? Zo ja welke? Wanneer? Met welke periodiciteit? Zo neen, waarom niet?
Minister Demir heeft het woord.
Ik gaf al eerder mee dat ik dit breder zie zowel qua soort afvalwater als qua toepassingen. Zoals ook vermeld in het regeerakkoord wil ik meer inzetten op het hergebruiken van water.
Zoals u aangeeft, is de verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake minimumeisen voor hergebruik van water goedgekeurd op 25 mei 2020 en in werking getreden op 25 juni. Deze verordening legt enkel het kader vast voor één specifieke soort afvalwater en voor één specifieke toepassing. Het gaat dus enkel over het hergebruik van gezuiverd rioolwater, het water dat gezuiverd wordt in de rioolwaterzuiveringsinstallaties (RWZI), voor het gebruik als irrigatiewater in de landbouw. De uiterste deadline voor het toepassen van deze verordening in de lidstaten is 26 juni 2023. Tot nu toe wordt het instrument van de grondstofverklaring – uitgereikt door de OVAM – ingezet om afvalwater op een gepaste wijze te gebruiken.
Via deze aanvragen voor grondstofverklaringen krijgen we een inzicht in welk bedrijf interesse heeft om effluent ter beschikking te stellen, en welke afnemers er zijn. Zo heeft Aquafin een grondstofverklaring voor een hele reeks RWZI’s. Recent kreeg Fevia, de vakorganisatie van de voedselverwerkende bedrijven, een grondstofverklaring voor hergebruik van een hoeveelheid van 10 miljoen kubieke meter water. Ook het drinkwaterbedrijf Provinciale Intercommunale Drinkwatermaatschappij der Provincie Antwerpen (Pidpa) stelt op verschillende locaties restwater ter beschikking. Dit restwater wordt in normale omstandigheden als infiltratiewater voor aanvulling van de diepere grondwaterlagen gebruikt. In droogteperiodes stelt Pidpa dit restwater aan de landbouwers ter beschikking.
Dat er potentieel is voor het hergebruik van afvalwater is duidelijk.
Het opzet is om een beleidskader en beleidsinstrumentarium voor hergebruik van afvalwaters te ontwikkelen dat enerzijds invulling geeft aan de verordening en tegelijkertijd de huidige grondstofverklaring kan vervangen. Uitgangspunten zijn het faciliteren van hergebruik van afvalwater binnen een aantal belangrijke randvoorwaarden, met name de bescherming van mens, milieu en de voedselketen.
Het proces om tot dit bredere kader te komen voor de aanwending van afvalwater als nieuwe bron voor een waterbevoorrading is al binnen de administratie opgestart. Dit overleg loopt over de beleidsdomeinen heen en zal een belangrijk onderdeel vormen van het Strategisch Plan voor de Waterbevoorrading.
Hoe zullen we in Vlaanderen het door Europa opgelegde vergunningsstelsel voor uit afvalwater teruggewonnen water organiseren? Ook dat traject is lopend. De Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) brengt hiervoor een aantal scenario’s in kaart. Belangrijk hierbij zijn de verschillende invalshoeken van milieu, volksgezondheid, voedselveiligheid en veiligheid van dierenvoeder.
Verschillende beleidsdomeinen zijn betrokken bij het uitwerken van dit kader. Ook moet nog juridisch uitgeklaard worden of de gewesten volledig bevoegd zijn of dat het federale niveau ook ten dele bevoegd is, gelet op de link met de voedselveiligheid. Op 26 juni 2020 organiseerde de VMM hierover een eerste verkennend overleg met Vlaamse, Waalse en federale ambtenaren.
Dan is er uw derde vraag over het hergebruik van gezuiverd afvalwater met een grensoverschrijdend karakter. Ook dit maakt deel uit van het proces dat nog loopt. Ik kan dus ook niet op de resultaten vooruitlopen.
Welk orgaan zal in Vlaanderen belast worden met de controle? Ook op deze vraag kan ik nog niet antwoorden. Definitieve keuzes zijn nog niet gemaakt. De analyse loopt.
Een voorlichtings- en bewustmakingscampagne inzake waterbesparingen zal inderdaad bekeken worden. Dit is ook voorzien in de verordening. Naast een focus op de meerwaarde op het vlak van waterbesparing zal er ook voldoende aandacht moeten gaan naar sensibilisatie over de risico’s voor mens en milieu, zodat bijvoorbeeld water dat niet van drinkwaterkwaliteit is niet voor drinkwaterdoeleinden gebruikt wordt.
De heer Pieters heeft het woord.
Bedankt voor uw antwoorden. Het is duidelijk dat u daarmee bezig bent en daar werk van wilt maken.
Het federale niveau moet daarin de eindbeslissing nemen in functie van de voedselveiligheid. Is er een mogelijkheid om met Wallonië te overleggen of, zo niet, met Brussel? Zo kan men tegenover het federale niveau een duidelijk standpunt innemen dat dat toch door de gewesten beslist kan worden. Als Wallonië en Vlaanderen daarin dezelfde intenties hebben, mag dat normaal geen probleem zijn.
Minister Demir heeft het woord.
Er is in juni 2020 een overleg tussen Wallonië, Vlaanderen en het federale niveau geweest. Op dit moment is er geen probleem. Ik zou zeggen: voortdoen. Gelukkig maar dat het geen probleem is.
De heer Pieters heeft het woord.
Dan hoop ik dat dat snel in werking treedt en dat we daar alle voordelen van kunnen plukken.
De vraag om uitleg is afgehandeld.