Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Danen heeft het woord.
Minister, bemalingswater is water dat bijvoorbeeld bij bouwwerken wordt opgepompt. Tijdens de hoorzittingen over de droogte heeft men het daar een paar keer over gehad. Het lijkt me interessant om eens te vragen wat uw beleidsintenties ter zake zijn. Het is nu immers heel frappant dat op de ene plek duizenden liters water worden geloosd in de riolering, terwijl er wat verderop nood is aan hetzelfde soort water. Dat is een onevenwicht dat ik moeilijk begrijp, en velen met mij. Ik heb begrepen dat er een aantal wettelijke belemmeringen zijn die dat hergebruik wat bemoeilijken.
Om bouwwerken te kunnen uitvoeren, is het vaak noodzakelijk om het grondwaterpeil tijdelijk te verlagen door middel van een bronbemaling. Indien er minder dan 30.000 kubieke meter per jaar wordt opgepompt, volstaat hiervoor een melding aan het college van burgemeester en schepenen. Indien er echter een groter volume wordt opgepompt, dient de uitvoerder van de werken een vergunning van klasse 2 aan te vragen bij dat college van burgemeester en schepenen. Het opgepompte grondwater wordt dan bij voorkeur teruggepompt in dezelfde watervoerende laag of, indien dat technisch niet mogelijk is, afgevoerd via de regenwaterafvoer van de riolering. Dit opgepompte grondwater is vrij van heffing. Indien men dat water echter zou geven aan niet-huishoudens, zoals landbouwers of veegwagens, dan wordt dat door de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) beschouwd als het exploiteren van een grondwaterwinning. Indien het debiet van die bronbemaling of waterwinning minder dan 5000 kubieke meter per jaar bedraagt, volstaat een melding van klasse 3. Bij een groter debiet of indien de bemaling dieper is dan het locatiespecifieke dieptecriterium, is er een omgevingsvergunning vereist. Je merkt dus dat er inderdaad heel wat wetgevende bepalingen zijn ter zake. Die hebben allicht een bedoeling gehad, maar er is alleszins ruimte om een aantal zaken aan te passen.
Het grondwater afkomstig van een bronbemaling dat wordt gebruikt, is wel onderhevig aan de heffing op de waterverontreiniging. De afnemer moet de gebruikte of opgehaalde hoeveelheid water opgeven in zijn heffingsaangifte als ‘ander water’. Daarvoor dient de aannemer een debietmeter te plaatsen, zodat de afnemer weet hoeveel kubieke meter er werd afgetapt, ofwel moet de afnemer een logboek bijhouden met het aantal keren dat bijvoorbeeld een waterreservoir met een bekend volume werd gevuld. Als deze wetgeving strikt juridisch wordt toegepast, mag het hergebruik van grondbemalingswater niet worden toegepast voor het college van burgemeester akte heeft genomen van de exploitatie van die grondwaterwinning. Los van de mogelijkheden binnen het VLAREM (Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning) kan in periodes van extreme droogte het gebruik van bemalingswater ook voor andere toepassingen dan huishoudelijk gebruik mogelijk worden gemaakt. Daarvoor kan door de burgemeester via een politiebesluit een tijdelijke gebruikstoelating worden verleend.
Minister, het nuttig hergebruik van bemalingswater zou een deel van de oplossing kunnen zijn voor watertekorten in periodes van extreme droogte. Wilt u het nuttig hergebruik van bemalingswater promoten en faciliteren? Wilt u dat doen op een meer structurele manier, en hoe zou dat dan eruit kunnen zien?
Voor een aannemer die tijdelijk het grondwaterpeil moet verlagen voor de uitvoering van bouwwerken is het niet interessant om een melding of omgevingsvergunningsaanvraag te doen voor het exploiteren van een grondwaterwinning. Met een simpele melding kan er maximaal 5000 kubieke meter per jaar worden opgepompt in tegenstelling tot een aanmelding voor een bronbemaling. Bovendien dient er op het hergebruikte bemalingswater een heffing betaald te worden.
De debietsbeperking en de bijkomende verplichtingen zijn een drempel voor aannemers om het opgepompte bemalingswater nuttig te hergebruiken. Zult u initiatief nemen om deze drempel weg te werken?
Draineringen die nodig zijn om het gebruik van bouwland mogelijk te maken zijn vrijgesteld van een verzegelde debietmeter. Blijft deze vrijstelling gelden indien het bemalingswater nuttig wordt aangewend door niet-huishoudens?
Het bemalingswater dat door een afnemer wordt hergebruikt, dient opgenomen te worden in de heffingsaangifte als ‘ander water’. Dient de aannemer die bemalingswater ter beschikking stelt een zuiverings- en saneringsbijdrage te betalen op de hoeveelheid opgepompt water dat niet afgenomen wordt?
Het hergebruik van grondbemalingswater mag niet toegepast worden voordat het college van burgemeester en schepenen akte heeft genomen van de exploitatie van de grondwaterwinning. Wanneer er meer dan 5000 kubieke meter per jaar wordt opgepompt, dient hiervoor een omgevingsvergunning aangevraagd te worden bij het college van burgemeester en schepenen. Deze procedure neemt snel meer dan honderd dagen in beslag en het is dus zaak dat deze aanvraag tijdig gebeurt.
Zult u de uitvoerders van bouwwerken sensibiliseren over deze mogelijkheid/problematiek?
Zult u wetgevende initiatieven nemen die het nuttig hergebruik van bemalingswater zullen faciliteren? Welke?
Via een omstandig gemotiveerd politiebesluit, kan de gemeente in tijden van extreme droogte een tijdelijke gebruikstoelating verlenen voor het hergebruik van bemalingswater. Hoe en door wie zal de kwaliteit van dit opgepompte bemalingswater worden bewaakt? Wie bepaalt de toepassingsmogelijkheden van dit opgepompte bemalingswater? Kan dit water voor alle toepassingen worden aangewend? Is of wordt hier een afwegingskader rond opgesteld?
Minister Demir heeft het woord.
Het nuttig gebruik van bemalingswater dat anders in de riolering verdwijnt kan iedereen zeker ondersteunen. De commissie gaat er zeker mee akkoord dat we dat nuttig moeten gebruiken. De focus op zo min mogelijk oppompen en retour waar mogelijk blijft echter hierbij steeds gelden.
In de VLAREM-trein die binnenkort voorgelegd wordt aan de Vlaamse Regering heb ik een voorstel laten opnemen om het nuttig gebruik van bemalingswater van tijdelijke bemalingen bij bouwwerken vrij te stellen van de vergunningsplicht onder de rubriek 53.8 voor een debiet van maximaal 5000 kubieke meter per jaar. Hierdoor wordt ook niet-huishoudelijk gebruik van dit bemalingswater standaard mogelijk. Ik denk hierbij aan de groendienst van de betrokken gemeente, veegwagens enzovoort. Het is echter niet mijn bedoeling om bijkomend wegtransport van water te gaan promoten.
Op basis van de ervaringen die worden opgedaan, zal ik evalueren of het gewenst is om deze drempel van 5000 kubieke meter per jaar die in het voorstel nu voorzien is, op termijn weg te werken. Het nuttig hergebruik is inderdaad wenselijk indien het grondwater niet terug in de grond kan worden gebracht, maar de organisatie van de afnamepunten kan bijkomende hinder met zich meebrengen die mee geëvalueerd moet worden naar impact. Ik denk hierbij onder andere aan het transport met zware vrachtwagens of tractoren wat niet op elke locatie gewenst is. Ik wil ook benadrukken dat 5000 kubieke meter per jaar toch al een aanzienlijke hoeveelheid is om ter beschikking te stellen. Is er wel meer afname mogelijk, dan verwacht ik dat hierover structureel en vanaf de start van een bemalingsproject nagedacht werd en hiervoor de administratieve procedures kunnen worden doorlopen.
Draineringen zijn vrijgesteld van installatie van een debietmeter omdat deze gravitaire stroom technisch moeilijk te meten is. Indien het opgevangen drainagewater echter nuttig wordt gebruikt door niet-huishoudens, is een debietmeter verplicht voor het begroten van het gebruik.
Wat het laatste punt van uw derde vraag betreft: de heffing op waterverontreiniging wordt berekend op basis van het volume bemalingswater dat geloosd wordt in de openbare riolering. Deze heffing wordt aangerekend aan de vergunninghouder. Dit is een lozingsheffing, waarop dus geen zuiveringsbijdrage of saneringsbijdrage wordt betaald. Indien de vergunninghouder echter meer dan 10 kubieke meter per uur wenst te lozen, moet hij dat melden bij Aquafin en zal hij een contract afsluiten met Aquafin voor het transport en de verwerking van dat water. Daarop moet dan geen heffing betaald worden, omdat de kosten dan al volledig doorgerekend worden.
Wat vraag 3 betreft: ik heb recent nog overleg gehad met de bouwsector om van hen ook bijkomende voorstellen en engagementen te vragen in het kader van droogtebestrijding, onder meer bij bemalingen. Naar aanleiding van dit overleg, bekijk ik de opportuniteit om met de bouwsector een green deal af te sluiten rond duurzaam waterbeheer. Dat overleg loopt.
Ook los daarvan wijst mijn administratie in contacten met de bouwsector nu reeds op het belang om deze rubriek mee aan te vragen in afwachting van de nieuwe wetgeving. Ik heb ook opdracht gegeven om de architecten in dit verhaal mee te betrekken en om hen ook nader te informeren. Ik ben overtuigd van de noodzaak om eventuele bemalingen en de modaliteiten ervan vanaf de start van een bouwproject mee te bekijken. Hierdoor is er meer tijd om te zoeken naar mogelijkheden om het bemalingsdebiet te beperken, inclusief retour in de grond. Voor het bemalingswater dat niet terug in de grond kan worden gebracht, kan dan een potentiële gebruiker worden gezocht.
Het tweede punt van vraag drie heb ik al beantwoord bij vraag 1. Ik zal dus wetgevende initiatieven nemen.
Als antwoord op vraag 4: de kwaliteit van het bemalingswater wordt niet standaard opgevolgd. Bemalingswater wordt het best enkel voor laagwaardige toepassingen gebruikt. Indien een gebruiker dit bemalingswater wil inzetten voor toepassingen waarbij kwaliteitsgaranties vereist zijn, dan is de gebruiker zelf verantwoordelijk voor de controle en opvolging van de kwaliteit.
Wie bepaalt dan de toepassingsmogelijkheden van dit opgepompte bemalingswater? De toepassingsmogelijkheden kunnen gespecifieerd worden in het gemotiveerde politiebesluit. Dat zit dus op lokaal vlak.
Ik hoop dat dat een antwoord geeft op al uw vragen, collega Danen.
De heer Danen heeft het woord.
Dank u wel voor uw antwoorden, minister.
Ik heb begrepen dat u inderdaad een beperkt decreetgevend initiatief wilt nemen. Ik denk dat het goed is om in dezen niet te veel tegelijkertijd te veranderen, temeer omdat de focus inderdaad moet zijn dat het oppompen van grondwater beperkt blijft. Er zijn een aantal technologische mogelijkheden die toelaten niet meer op te pompen dan nodig. Een bijkomende vraag is dan ook of u bereid bent te onderzoeken hoe we technologie kunnen inzetten om te vermijden dat men meer oppompt dan nodig.
Het goedkoopste is momenteel om voor alle zekerheid zoveel mogelijk op te pompen – ik ga er een beetje grof doorheen, maar zo zie ik het toch meestal gebeuren –, maar met een bepaalde peilmeting kan men preciezer opmeten. Investeren in een peilmeting is natuurlijk duur, maar men gaat daardoor wel minder water oppompen en minder energie gebruiken. Wilt u ook op dit vlak initiatieven nemen om ervoor te zorgen dat men enkel oppompt wat strikt noodzakelijk is?
U hebt aangegeven dat de focus, naast het beperken van bemalen, ook op het terug laten infiltreren van water moet liggen, het retourbemalen. Dat is natuurlijk ook belangrijk. Het is niet de bedoeling dat men in functie van een mogelijk alternatief gebruik, niet aan retourbemaling gaat doen. Ik stel vast – en dat heeft professor Huysmans ook gezegd tijdens de hoorzitting – dat er naar schatting maar in ongeveer 10 procent van de gevallen gebruik gemaakt wordt van retourbemaling; meestal doet men dus niet datgene wat in de regelgeving rond het oppompen van water aangewezen wordt. Wilt u op dat vlak ook meer sensibiliseren en vervolgens handhaven, zodat water effectief zijn weg vindt naar waar het hoort, in de grond, maar dan wat verder, de focus van retourbemaling?
Ik vind het heel goed dat u zegt dat we de architecten en bouwheren vanaf de start zullen betrekken om te kijken wat er moet gebeuren bij het beperken, bemalen en hergebruiken van water. We zien dat heel veel water immers in de riolering verdwijnt omdat men niet op tijd heeft nagedacht over wat men met dat water kan doen. Dat is een goede zaak. Ik vraag me wel af hoe dat concreet moet gebeuren, want in wezen weten architecten of bouwheren dat wel, maar hoe zorgen we ervoor dat ze dat als eerste focus of toch alleszins vanaf de start van de werken al meenemen?
Ik maak me wat zorgen over de kwaliteit van het water, want wat doe je als je water in een gebied oppompt dat mogelijk vervuild is, bijvoorbeeld omdat de natuurlijke kwaliteit minder goed is door ijzerhoudende lagen of omdat er een externe vervuiling is geweest? In dat geval is het niet goed om het water te laten hergebruiken. U zegt dat de afnemer zelf verantwoordelijk is voor de kwaliteit, maar ik wil u toch vragen of er geen kader mogelijk is om de kwaliteit van het hergebruik van bemalingswater te bewaken. Nu gaat men ervan uit dat bemalingswater hoe dan ook van goede kwaliteit is, maar dat is niet altijd het geval.
Dit zijn mijn bijkomende vragen. Ik voel wel aan dat we ergens zullen landen en dat dit een verbetering zal zijn tegenover wat er vandaag gangbaar is.
Mevrouw Perdaens heeft het woord.
Ik wil eventjes aangeven dat we op de hoorzitting al hoorden dat er vanuit de bouwsector zeker input komt en dat er engagementen zijn. U geeft ook aan, minister, dat die gesprekken lopen. Ik denk dat dat heel positief is, want deze problematiek moeten we allemaal samen aanpakken.
Ik heb op 9 maart 2020 een vraag gesteld over de wetgeving rond bemalingswerken. U gaf toen aan dat er een evaluatie werd gemaakt van de belemmeringen vanuit de regelgeving om bemalingswater tijdelijk te gebruiken. Daaruit bleek dat de toepassing van de rubriek 53.8, waar de heer Danen het over had, het gebruik van bemalingswater voor grote gebieden belemmert. U hebt toen aan uw administratie gevraagd om een aanpassing van deze regelgeving voor te bereiden om het nuttig gebruik van water dat via bemaling ter beschikking komt mogelijk te maken. U gaf net aan dat deze aanpassing binnenkort aan de Vlaamse Regering zal worden voorgelegd. Wat is de timing van de aanpassing van deze regelgeving? Wanneer denkt u dat men gebruik kan maken van de vrijstelling van de vergunningsplicht?
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
We hebben al een aantal keer over het belang en hergebruik van dat water gesproken. In de hoorzitting is men daarop ingegaan. Ik vind het positief dat u al met de sector overlegt om de mogelijkheden op dit vlak te bekijken.
We weten dat het op het terrein vaak toch wel wat zoeken is om de juiste connecties te leggen. Goede voorbeelden zijn welkom en sensibilisering over de snelheid in de connecties is een heel belangrijk punt. Dit moet een mental switch worden, zodat men op het moment van bemaling al nadenkt over hoe men dat water kan inzetten.
Over de retour heb ik dezelfde vragen als de heer Danen. In de hoorzitting werd toch aangegeven dat dat niet altijd evident is. Ik stel me daarrond de vraag of dat nader wordt bekeken?
Er moet inderdaad altijd naar de kwaliteit van dat water worden gekeken. Kan het ingezet worden? Als men alternatieven voorziet, moet men toch zeker zijn van de kwaliteit van het water. Overweegt u om op het moment dat een bemalingssysteem wordt aangebracht standaard voor een trap- of laddermodel te zorgen waarbij de aanvrager zou moeten aangeven waarvoor hij dat water zal inzetten? Als de kwaliteit niet voldoet, wat zijn dan de alternatieven? Overweegt u een dergelijke aanpassing? Of wilt u dat trapmodel in de eerste plaats opmaken zodat we zeker zijn dat de retour altijd gemotiveerd wordt en beoordeeld kan worden?
Minister Demir heeft het woord.
Bedankt, collega’s, voor jullie vragen en tussenkomsten. Het is duidelijk dat het een belangrijk thema is voor jullie allemaal.
Collega Danen, we zijn op dit moment aan het onderzoeken welke technologie we kunnen gebruiken om peilgestuurde bemalingen te kunnen doen. Ik hoop dat we tegen eind dit jaar een aantal technologieën mee krijgen. Dat is dus in uitvoering. Die onderzoeken lopen.
Er waren ook heel wat vragen over de retourbemalingen. De regelgeving is er. Wij blijven stimuleren dat er meer retourbemalingen gebeuren, maar het toezicht zit natuurlijk wel lokaal. Velen onder jullie zijn schepen of burgemeester. Ik zou willen vragen dat elke politieke partij haar schepenen en burgemeesters erop attendeert om daar ook toezicht op te houden. De laatste maanden merken we op het kabinet dat lokale besturen daarmee bezig zijn. We krijgen daar heel veel vragen over. Dat is heel goed. Wij proberen die lokale besturen daar natuurlijk ook zo goed mogelijk in te begeleiden. Ik merk dat men daar meer en meer mee bezig is. Dat is op zich goed.
Wat wij nog proberen te doen, is met de bouwsector, los van het wetgevende enzovoort, een green deal af te sluiten, zodat zij hun aannemers, architecten enzovoort kunnen sensibiliseren. Want het is natuurlijk belangrijk dat zij mee zijn in heel dit verhaal. Dat overleg loopt.
Bij een vergunning wordt wel al bekeken of er verontreinigingen zijn. En als dat het geval is, moet er ook waterzuivering worden voorzien en wordt hergebruik ook afgeraden. Ook dat is al voorzien in de regelgeving. In dat verband moeten ook de nodige maatregelen worden genomen.
Alles is in voorbereiding, collega’s. Ik hoop dat we ook met de bouwsector een overeenkomst kunnen afsluiten.
De heer Danen heeft het woord.
Bedankt, minister. Het zal niet voor het laatst zijn dat we hierover van gedachten wisselen.
Zeker in tijden van droogte is het helemaal niet zo goed voor het draagvlak als bouwwerken plaatsvinden waarbij gigantische hoeveelheden water weglekken of gewoon de riolering in gaan. Ik weet wel dat het vaak maar over enkele bouwwerken in een gemeente of stad gaat, en misschien valt dat procentueel allemaal wel mee, maar het geeft alleszins niet zo’n fraai beeld. Het zou heel goed zijn, als er wat regelgeving zou volgen waaruit zou blijken dat hergebruik mogelijk is.
Ik wil ook nog een suggestie doen voor de bouwheren, want ik denk dat je dat als overheid moeilijk kunt opleggen. Het zou goed zijn dat ze bijvoorbeeld een bordje aan de hekken van zo’n werf zouden hangen om aan te geven wat er met dat water gebeurt: ofwel wordt het geretourneerd, ofwel wordt het hergebruikt, ofwel wordt er iets anders mee gedaan. Zo weten de mensen wat er aan de hand is. Ik word daar, net zoals u allicht, geregeld over aangesproken als er bemalingswerken zijn waarbij heel veel water in de riolering verdwijnt. Ik kan daar ook niet altijd op antwoorden waarom het zus of zo gebeurt. Het zou dus heel goed zijn, mocht er wat sensibilisering gebeuren. Nogmaals, dat moet niet altijd door de overheid gebeuren, ook bouwheren kunnen dat.
Ik hoop alvast dat we daarin de komende jaren serieuze stappen vooruit zetten. Dat is goed voor onze waterhuishouding, hoewel ik besef dat dit geen bronmaatregel is. Daar moeten we natuurlijk eerst op inzetten. Maar als we dan toch bouwen, moeten we ervoor zorgen dat wat met dat bemalingswater moet gebeuren, in de best mogelijke omstandigheden gebeurt.
De vraag om uitleg is afgehandeld.