Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Vandenberghe heeft het woord.
Marien zwerfvuil blijft een stokpaardje van onze fractie, en dat zal de volgende jaren ook wel een belangrijk aandachtspunt blijven. Straks komt de hele problematiek van het zwerfvuil, het statiegeld enzovoort nog ruim aan bod, met de vraag van collega De Vroe. Ik ben daar heel tevreden over. En dan is er nog het verzoekschrift. We zullen daar straks dus zeker nog op terugkomen.
Milieuorganisaties vrezen dat door de wereldwijde corona-uitbraak de vervuiling in onze oceanen nog erger zal worden. Een tweetal weken geleden luidden Interafval en de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) nog de alarmbel over de toename van de eenmalige verpakkingen, trouwens niet voor de eerste keer. De epidemie zorgt ervoor dat we hervallen in een wegwerpmaatschappij. Mensen hebben het beeld dat wegwerpproducten hygiënischer en veiliger zijn, ook al is dat niet wetenschappelijk onderbouwd. Dit gaat verder dan alleen beschermingsmateriaal: ook voorverpakte producten worden meer gekocht in de winkel. Delhaize merkt sinds de lockdown een stijging met meer dan 10 procent. De situatie was al ernstig, en door de coronacrisis is de afvalproblematiek nog een stuk ernstiger geworden.
De meeste persoonlijke beschermingsmiddelen, zoals mondmaskers en handschoenen, zijn vervaardigd uit plastic en zijn enkel bestemd voor eenmalig gebruik. Mondmaskers bestaan uit polypropyleen. Het duurt maar liefst 450 jaar voor de natuur dat kan afbreken. Er belandt nu meer van dat afval in onze natuur, waar het heel veel schade aanricht. Ik heb dat trouwens ook in Bredene al een aantal keren moeten vaststellen. Een deel daarvan belandt nu in de zee, waar het afval schade berokkent aan het zeeleven. Ook aan de Belgische kust vond men de jongste weken tal van mondmaskers, handschoenen en flesjes handgel.
Plastic in de Noordzee en op onze stranden is een bekend probleem. Het is ook al heel veel aan bod gekomen in de diverse commissies en ook in plenaire debatten de voorbije jaren. Onderzoek toonde al aan dat er per kilometer strand 50 kilogram plasticafval ligt. Ik heb die test ook eens laten doen op mijn eigen stranden, en die cijfers kloppen. Openbare veiligheid blijft een prioriteit, maar moet samengaan met onze milieudoelstellingen. Milieuorganisaties vragen dan ook om zo veel mogelijk herbruikbaar beschermend materiaal te gebruiken.
Minister, een aantal maanden geleden hebben we de voortgang van het Vlaams Integraal Actieplan Marien Zwerfvuil besproken in deze commissie. Daaruit bleek dat het plan volop in uitvoering is. We vroegen ons nog af hoe de vooruitgang van het actieplan wordt gemeten en hoever we daarmee staan.
Het massaal gebruik van plastic als beschermingsmateriaal zorgt voor extra uitdagingen. Uiteraard kunnen we daar allemaal niet aan doen, maar wordt er een actiepunt toegevoegd dat als doel heeft het afval veroorzaakt door de coronacrisis uit de zee of de natuur in het algemeen te houden? Meer concreet, beschermingsmateriaal zal nog enige tijd nodig blijven, en nog meer gezien de recentste uitbraken in Catalonië. Het is dus voordelig om hiervan een actiepunt te maken. Worden er mogelijkheden onderzocht om zoveel mogelijk over te schakelen naar herbruikbaar materiaal, zoals herbruikbare mondmaskers, en op termijn volledig over te schakelen op herbruikbaar materiaal? Laten we elkaar immers niets wijsmaken: de coronacrisis is de volgende maanden nog niet voorbij. Komen er concrete acties om zwerfvuil door beschermingsmateriaal in de toekomst te vermijden?
Minister Demir heeft het woord.
Collega Vandenberghe, de Vlaamse Stuurgroep Marien Zwerfvuil volgt de voortgang van de 36 acties van het Vlaams Integraal Actieplan Marien Zwerfvuil op. De stuurgroep komt 2 keer per jaar samen en wordt voorgezeten door de OVAM. 34 van de 36 maatregelen zijn al in uitvoering, en 2 maatregelen worden voorbereid.
Bijkomend wordt een nulmeting uitgevoerd met als doel te monitoren of er een impact is van de verschillende acties op het milieu. Deze nulmeting wordt gecoördineerd door het Vlaams Instituut voor de Zee (VLIZ) in opdracht van de OVAM. Zowel UGent, UAntwerpen, KU Leuven als het VLIZ werken hieraan mee. Metingen zullen worden uitgevoerd in het rivierbekken van de Schelde, de IJzer, aan het kanaal Brugge-Oostende en op de kuststrook. De initiële planning voor de eerste metingen was juni 2020, maar door de coronacrisis zijn de metingen licht uitgesteld tot juli 2020, een kleine maand vertraging dus.
Via Mooimakers werd reeds tweemaal een campagne gevoerd onder andere via sociale media. De eerste wave vond plaats begin april, de tweede half mei. Hierin werd specifiek opgeroepen om het coronagerelateerde afvalmateriaal op de correcte manier te verwijderen via het restafval.
Er werden tevens filmmateriaal en affiches ter beschikking gesteld voor lokale besturen, handelaars en bedrijven, en die werden verspreid via sociale media en allerhande nieuwsbrieven.
Ook voor de zomer worden heel wat middelen ingezet om zwerfvuil te voorkomen en de bevolking op te roepen het juiste gedrag te vertonen. Tijdens het startmoment van de handhavingsweek op 15 juni werd tevens opgeroepen om niet te wachten tot begin oktober met handhaven, maar om dit tijdens de zomer al te doen. Dit kan zowel door de mensen aan te spreken als door te beboeten.
In het actieplan staan reeds verschillende acties die specifiek inzoomen op afval in zee of in waterlopen.
Specifiek voor waterlopen en in het kader van het PLUXIN-project (Plastic Flux for Innovation and Business Opportunities in Flanders) loopt de meetcampagne in 2020 en 2021. De bedoeling is om de instroom van macro- en microplastics van de rivieren naar het marien milieu in kaart te brengen en de potentiële impact van de verschillende maatregelen uit het plan op te meten. Tijdens deze metingen zal het afval veroorzaakt door de coronacrisis ook meegenomen worden.
In het kader van het Europese LIVES-project (Litter Free Rivers and Streams) worden op strategische locaties op de Maas en haar zijrivieren verschillende drijfvuilvangsystemen uitgetest. Naast het afvangen van drijfvuil worden er educatieve en sensibiliserende campagnes opgezet, een gezamenlijke aanpak rond handhaving uitgewerkt en institutionele afspraken gemaakt tussen de participerende regio’s Vlaanderen, Nederland en Duitsland.
Mooimakers zal in dit kader ook starten met een ondersteuningstraject in de vijf Vlaamse Maasgemeenten om hotspots zwerfvuil en sluikstort aan de Maas aan te pakken, met een specifieke focus op handhaving.
De Vlaamse Milieumaatschappij zal in samenwerking met Mooimakers drijfvuilvangers plaatsen op de Kleine Nete en de Kleine Gete. Daarnaast zullen de VMM en De Vlaamse Waterweg op verschillende andere waterlopen drijfvuilvangers plaatsen en testen. De resultaten worden door Mooimakers mee opgevolgd via de samenwerkingsverbanden die met deze Vlaamse agentschappen zijn afgesloten. Ook daarin wordt het afval van de coronacrisis meegenomen.
De heer Vandenberghe heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Het zwerfvuil was al heel erg precair voor de uitbraak van de coronacrisis. We zijn ons er allemaal van bewust en we willen er ook hard aan werken. Als burgemeester van een kustgemeente zie ik dagelijks hoeveel werk onze mensen hebben op de markten en met het opruimen van marien zwerfvuil. Elke dag met man en macht opruimen kost heel veel geld aan de gemeenschap. Het invoeren van structurele maatregelen is nodig.
We hebben het debat al vaak gevoerd, maar in het marienzwerfvuilplan staat ook de kwestie rond het statiegeld. Ik zal daar nog op terugkomen. Het blijft deze commissie beroeren, wat ik heel positief vind. Het is een probleem dat we voor de toekomst zeker en vast moeten aanpakken.
Nu de coronacrisis erbij is gekomen, krijgen we veel meer vervuiling. Het stemt me echter positief – dat las ik in De Morgen – dat Roel Dekelver, communicatieverantwoordelijke van Delhaize, erkent dat er 10 procent bij is gekomen en dat ze daar bewust mee bezig zijn.
Maar ik had nog een bijkomende vraag, minister. Wat is uw reactie op de berichten van de OVAM en van Interafval dat we door corona een stap terug zetten in het afvalbeleid, omdat we meer wegwerpplastic gebruiken omwille van de hygiëne? Een aantal internationale organisaties klaagden ook aan dat de olie- en plasticindustrie de coronacrisis misbruiken om het gebruik van wegwerpplastics, zoals wegwerpbekers, weer gangbaar te maken. Wat is uw reactie daarop? Plant u acties om de toename van wegwerpproducten tegen te gaan, bijvoorbeeld in de vorm van informatiecampagnes? Ik denk dat we daar met de commissie zeker over kunnen meedenken, zodat u dat niet alleen hoeft te doen. Maar laat ons proactief en toekomstgericht handelen.
De heer Van Rooy heeft het woord.
Voorzitter, ik heb al eens gezegd dat het verhaal van zwerfvuil en sluikstorten, of dat nu op water of op land is, wat mij betreft maar één antwoord kan hebben: de pakkans verhogen door meer politiemensen en ambtenaren in te zetten om sluikstorters en mensen die zwerfvuil willen achterlaten, te betrappen, en daar ook draconische boetes tegenover zetten. Dat is de enige manier om dit af te leren.
Zowel bij de vraagsteller als bij u, minister, hoor ik opnieuw dat de focus te veel op sensibiliseringscampagnes en opruimen ligt, wat allemaal veel belastinggeld kost. Ik zou zeggen: steek dat belastinggeld in het verhogen van de pakkans en in het innen van draconische boetes, boetes waar mensen desnoods jaren- of maandenlang voor moeten werken om ze te kunnen betalen. Dat is de enige manier om dit te vermijden: mensen raken in hun portemonnee. Dat zeg ik niet alleen, maar het blijkt ook uit de uitleg van ervaringsdeskundigen, zoals de Witte Tornado’s in Antwerpen. In de interviews met die mensen, die dag in dag uit in de weer zijn achter de rug van mensen die zulke walgelijke daden stellen, lees je dat de enige oplossing is om de pakkans te verhogen en om draconische boetes in te voeren. Al de rest is eigenlijk een verspilling van belastinggeld.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Dank u wel, collega Vandenberghe, voor de vraag. Ik heb een aantal weken geleden, in maart, een schriftelijke vraag gesteld over de stand van zaken van het marienzwerfvuilplan en ik kreeg toen het antwoord dat er van de 36 geplande acties, 4 acties in voorbereiding waren, 31 in uitvoering waren en 1 was geschrapt. Ondertussen is het antwoord dat er 2 acties in voorbereiding zijn en de rest in uitvoering, wat natuurlijk goed is, maar mijn vraag is welke acties van de voorbereidingsfase naar de uitvoeringsfase gegaan zijn. En waarom is die ene maatregel, die grote sensibiliseringscampagne om marien zwerfvuil te voorkomen, geschrapt?
We hebben het een tijdje geleden gehad over het ongeval in Noorwegen, waar plastic nurdles in zee terechtgekomen zijn. Toen hebt u geantwoord dat u zou nagaan wat Noorwegen gedaan heeft om het probleem op te lossen en aan te pakken. Hebt u dat gedaan? Want ook wij zitten met dat probleem, aan zee, maar ook in de haven van Antwerpen. Is er nog iets ondernomen om het verlies van nurdles in onze wateren te voorkomen?
Mevrouw Perdaens heeft het woord.
Dit is een terechte bezorgdheid. De vrees bestaat dat de vervuiling in onze oceanen door de corona-uitbraak alleen maar zal toenemen, want het beschermings- en verpakkingsmateriaal komt daar nog eens bovenop.
De toename van wegwerpplastics hebben we in deze commissie al eerder besproken, en over de aanpak daarvan bestaat grotendeels eensgezindheid.
Ik vind het ook heel goed dat we in Vlaanderen met die extra campagnes van Mooimakers sensibiliseren. Dat bleek ook nodig, want we hebben de afgelopen maanden gemerkt dat specifieke campagnes rond het beschermingsmateriaal dat mensen op straat achterlieten, echt belangrijk zijn.
De systemen van drijfvuilvangers kunnen nu echt getest worden. Ik stelde daar zelf al meerdere vragen over en ik zie daar echt een toekomst in. Ik ben benieuwd naar de hoeveelheid wegwerpafval uit de coronatijd hiermee zal worden opgeruimd.
Ik had nog een vraag over de nulmeting in het PLUXIN-project waarover u sprak. Door de coronacrisis is die uitgesteld tot juli 2020. Bestaat de vrees dat het coronagerelateerde wegwerpafval een impact zal hebben op deze nulmeting en wordt hier op dit moment een mouw aan gepast?
Minister Demir heeft het woord.
Mevrouw Schauvliege, ik moet navragen welke twee acties er nu in voorbereiding zijn. Dat weet ik niet uit mijn hoofd. Het budget voor die grootscheepse campagne is natuurlijk beperkt. De campagne kost heel veel geld, dus zijn er keuzes gemaakt. Men heeft het budget dat we hadden, vooral in dat PLUXIN-project en die metingen gestopt.
Ik wil ook wel duidelijk stellen dat de bepalingen inzake het verbod op plasticafval en alle bepalingen in het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA) absoluut gelden tijdens de coronaperiode. We hebben op dat vlak geen toegevingen gedaan. We zullen dat ook niet doen. Ik besef dat de kosten van het opruimen van het zwerfvuil voor de gemeenschap zijn, maar ik denk dat we door de omzetting van de SUP-richtlijn (single-use plastics) in onze regelgeving, waarvan ik hoop dat die deze week nog op de agenda van de Vlaamse Regering zal komen, de kosten van het zwerfvuil voor de gemeenschap kunnen verlichten of helemaal wegnemen. Zoals u weet, zullen de producenten deze kosten op zich moeten nemen. De kosten voor de inzameling en verwerking van zwerfvuil zullen door de SUP-richtlijn hoe dan ook ten laste komen van de producenten. Op Vlaams niveau is het kader klaar en ik hoop dat we dit nog heel snel op de agenda van de Vlaamse Regering kunnen zetten.
Ik wil echter ook nog een lans breken voor de handhaving. Die is van groot belang. Inzake zwerfvuil moet men handhaven. Ik begrijp dat dat niet altijd evident is, je kunt niet continu personeel ter beschikking stellen om hierop toe te zien, maar inzake zwerfvuil moeten mensen echt wel goed beseffen dat dat niet kan. Als men dit toch achterlaat, moeten daar ook boetes tegenover staan. Dat is een sluitstuk van het hele beleid daaromtrent. De lokale besturen moeten daar ook meer dan ooit op inzetten. Vervuilers moeten weten dat men dit au sérieux neemt en dat men daarvoor beboet wordt.
De omzetting van de SUP-richtlijn is dus heel belangrijk, mijnheer Vandenberghe. Het Vlaamse kader is klaar en ik hoop dat we dit voor het zomerreces op de agenda van de Vlaamse Regering kunnen zetten.
De heer Vandenberghe heeft het woord.
Bedankt voor uw uitleg, minister. Uiteraard moet er opgetreden worden en moet er gemaakt worden dat de mensen het echt wel begrijpen, maar ik ben er ook voorstander van om proactief te handelen, om ervoor te zorgen dat er minder marien zwerfvuil in onze natuur komt. Dat moet de hoofdprioriteit zijn. Anders blijf je de volgende jaren achter de feiten aan lopen. De combinatie van sensibilisering en bestraffend optreden als het moet: absoluut, want de mensen zijn ook hardleers. Maar proactief handelen is volgens mij nog altijd het meest cruciale, als we concrete resultaten willen boeken. Later in deze commissie komen we daar zeker nog op terug, want het thema van marien zwerfvuil hangt onherroepelijk vast aan de laatste vraag van collega De Vroe over het verbod op eenmalige plastic draagtassen en het verzoekschrift over statiegeld voor plastic en metalen drankverpakking. Er is dus nog ruimte voor debat, maar ik ben al blij dat het een grote bezorgdheid is van de diverse leden van de commissie en van de minister, om dat op de agenda te blijven zetten. We moeten ook de volgende maanden hard blijven werken en samen kijken hoe we die cijfers beter kunnen krijgen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.