Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Verheyen heeft het woord.
Minister, kinderen in armoede help je door het gehele gezin te ondersteunen. Vanuit de noden van gezinnen moet er dus proactief worden ingezet op samenwerking met diverse levensdomeinen. Via de lokale gezinscoach bereiken we dat doel. Ook met lokale besturen wordt nauw samengewerkt. Op dit moment wordt een gezin in armoede immers vaak geholpen door verschillende partners, die samen vaak door de bomen het bos niet meer zien. Om die versnippering tegen te gaan zal Vlaanderen lokale besturen ondersteunen om via het principe van diezelfde lokale gezinscoach in een intensieve begeleiding op maat te voorzien, waarbij een ketenaanpak met alle betrokken partners vooropstaat, die gezinnen op alle levensdomeinen vooruithelpt. Minister, uw beleidsnota bepaalt dat de lokale besturen daarvoor de regiefunctie krijgen. Gezinscoaches zijn er in de eerste plaats voor de meest kwetsbare gezinnen, die kampen met diverse problemen, maar zij kunnen ook helpen om te vermijden dat gezinnen in de meest precaire situaties terechtkomen. Tegen die achtergrond had ik dan ook graag de volgende vragen gesteld.
Minister, wat is de stand van zaken met betrekking tot het dossier van de lokale gezinscoaches? In de beleidsnota staat te lezen dat het agentschap Opgroeien samen met de lokale besturen een rol op zich kan nemen in de kwalitatieve uitbouw van de methodiek en de verbinding tussen geïntegreerd gezinsbeleid en jeugdhulp. Hoe staat het daarmee, en werd er al in samenspraak met de steden en gemeenten een traject uitgetekend voor de implementatie van de lokale gezinscoach? Zo ja, kunt u dat even kort toelichten? Welke doelstelling stelt u voorop als het aankomt op het uitrollen van die lokale gezinscoaches en in welk tijdskader ziet u dat? Zijn er al steden en gemeenten die die gezinscoaches hebben uitgerold, en hoe zijn de ervaringen daarmee?
Minister Beke heeft het woord.
Collega, met ‘lokale gezinscoaches’ bedoelen we een vorm van intensieve begeleiding op maat waarbij een ketenaanpak met betrokken partners vooropstaat die gezinnen op alle levensdomeinen kan vooruithelpen. De lokale gezinscoaches zijn er in de eerste plaats voor de meest kwetsbare gezinnen die kampen met diverse problemen, en moeten ertoe bijdragen te vermijden dat die gezinnen in een nog meer precaire situatie terechtkomen. Het Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin (WVG) heeft bestaande praktijken in dit kader geïnventariseerd, en op basis daarvan een nota opgesteld met mogelijke kernelementen en werkingsprincipes voor het concept van de lokale gezinscoach. Het heeft daarvoor de volgende praktijken onderzocht: het GO-team in Mechelen, de Werf Gezinscoach in Leuven, het MISSION-project (Mobile Integrated Social Services Increasing employment Outcomes for people in Need) in Kortrijk, Gezinscoaches 03 in Antwerpen en VONK uit Dilbeek.
Er is heel veel variatie in deze lokale praktijken, en daarom vind ik het belangrijk dat we het concept verder uitdiepen. Op basis van de voormelde inventaris zal mijn administratie in samenwerking met de vertegenwoordigers van het werkveld, de lokale besturen, een vertegenwoordiging van de gebruikers en academici het concept van de lokale gezinscoaches verder uitwerken. Daarvoor zal een gemengde stuurgroep worden samengesteld. Het ligt in mijn bedoeling om het uitgewerkte concept vervolgens te laten uittesten in een aantal pilootregio’s, en die praktijken ook wetenschappelijk te laten evalueren en te laten opvolgen door de voormelde gemengde stuurgroep. Op basis van de resultaten en de conclusies van die pilootprojecten zullen we nagaan op welke manier deze praktijk van lokale gezinscoaches structureel kan worden geïmplementeerd door de lokale besturen in heel Vlaanderen en Brussel.
Zeker met de lokale teams van Kind en Gezin wordt er in de bestaande praktijken nu al heel nauw samengewerkt. De lokale teams leiden gezinnen toe naar de lokale gezinscoaches, en omgekeerd spreken de lokale gezinscoaches de lokale teams ook aan op hun ondersteunende dienstverlening. Het is evident dat er ook een heel nauwe link is met het geïntegreerd gezinsbeleid en de lokale teams van Kind en Gezin enerzijds en met de jeugdhulp en de verdere uitwerking van 1Gezin1Plan (1G1P) anderzijds. Er kan daarnaast wederzijdse toeleiding zijn tussen de samenwerkingsverbanden 1G1P en de lokale gezinscoaches.
Ik wil de gemengde stuurgroep voor het uittekenen van het concept in het najaar van 2020 oprichten, zodat de pilootprojecten begin 2021 van start kunnen gaan. Het is mijn bedoeling om in 2023 op basis van de projectresultaten en de conclusies uit de wetenschappelijke evaluatie het concept verder te verfijnen en een structureel kader uit te werken voor de coaches.
U vroeg of er al steden en gemeenten zijn die dat hebben uitgerold. Ik heb er al een aantal genoemd. Zoals ik heb gezegd, er zijn ook heel wat verschillen tussen de bestaande praktijken. Het gaat om verschillen qua methode, betrokken partners, financiering, het aantal te begeleiden gezinnen enzovoort. Sommige praktijken zijn wetenschappelijk getest, andere niet. We stellen vast dat er een aantal gemeenschappelijke werkzame elementen zijn, zoals het belang van in het vertrouwen werken met het gezin, het vraaggericht werken, het leggen van de regie bij het gezin, het aanklampend werken, het generalistisch en integraal werken en het proactief en ‘outreachend’ werken.
Mevrouw Verheyen heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw antwoorden. Ik wou met deze vraag om uitleg net voor het reces eigenlijk toch nog eens op het belang van die gezinscoaches wijzen. Onze N-VA-fractie is er echt van overtuigd dat zij een cruciale rol zullen hebben. We geloven daar echt wel in. Ik heb dat vorige week ook al aangehaald, en misschien ondertussen al meerdere keren: ik ben een fan van die gezinscoaches. Voor mij kan het dus natuurlijk niet snel genoeg gaan.
Ik hoor u zeggen dat u eerst een kader zult uitwerken, dat dan in de praktijk zal worden getest en wetenschappelijk geëvalueerd. Dan zal het als instrument aan de lokale besturen worden aangeboden.
Wat het tijdspad betreft, geeft u heel duidelijk aan dat er alvast een plan klaar is. De pilootprojecten komen er in 2021, als ik het goed begrepen heb. Dat is allemaal goed. Ik wil u wel nog vragen, gezien de socio-economische urgentie en de omstandigheden waar we vandaag in zitten, of het eventueel mogelijk is om de uitrol van die gezinscoaches te versnellen, alsook om de lokale besturen te overtuigen van het belang van die gezinscoaches. Zou het mogelijk zijn dat dat nog iets sneller kan gaan?
De heer Veys heeft het woord.
Minister, ik sluit me graag aan bij collega Verheyen, dat die gezinscoaches een essentiële werking vormen. Dat is echt wel innovatief in het sociale beleid, met name het werken op de non-take-up, de gezinsbegeleiding en ook het outreachende. Ik denk dat dat echt de essentie is, dat er niet meer aanbodgericht maar vraaggericht wordt gewerkt. Eerder in de commissie hebben we dat principe ook gehoord, met betrekking tot de bijzondere zorg.
Als ik het goed begrepen heb, start er een pilootregio op in 2021. Komt daar nog een oproep voor, of weet u al welke dat zal worden?
U verwees naar enkele goede praktijken vanuit verschillende lokale besturen. Hebt u al met die lokale besturen zelf samen gezeten? Of is dat iets dat die stuurgroep doet? Hoe gaat dat concreet in zijn werk?
U zei ook dat enkele van die bestaande werkingen reeds wetenschappelijk getoetst zijn. U zei ook dat andere dat niet zijn. Is het de bedoeling om die te synthetiseren tot één praktijk en die dan nog eens te testen? Ik weet uit ervaring dat zo’n onderzoek al snel anderhalf jaar in beslag neemt, als men dat goed wil doen. Je moet ten dele werken met gezinnen die je wel begeleidt, ten dele met gezinnen die je niet begeleidt. Dat is niet zo evident. Ik sluit me in die zin ook aan bij collega Verheyen. Wat het tijdspad betreft, zijn mijn fractie en ik toch wat bezorgd. We hebben gezien dat deze coronacrisis de kwetsbaren het hardst treft. Dat gaf het maatschappelijke relancecomité vanmiddag ook aan. De verwachting is ook dat we de komende maanden nog heel wat meer zullen zien. Er zit wat aan te komen. In die zin wil ik nog eens wijzen op de urgentie.
Dan rest mij nog een concrete budgettaire vraag te stellen. Dit jaar is daar weinig voor voorzien. De onderzoeksfase loopt natuurlijk nog. Hebt u er al zicht op, vanaf 2021-2022, hoeveel middelen u daarvoor gaat voorzien? Om die gezinscoaches effectief overal te kunnen toepassen, vraagt dat personeel. Dat zal een personeelskost zijn. Dan is mijn fractie ook van mening dat daar nogal wat middelen tegenover zullen moeten staan.
Mevrouw De Rudder heeft het woord.
Minister, ik wil namens onze fractie benadrukken dat wij veel verwachtingen hebben van het systeem van die lokale gezinscoaches. Voor kwetsbare gezinnen en kinderen is het inderdaad essentieel dat de hulpverlening goed op elkaar is afgestemd. We konden dat ook al vaststellen tijdens de hoorzittingen rond kindermishandeling, die we hier onlangs in de commissie hebben georganiseerd.
Door te werken met een gezinscoach wordt het ook gemakkelijker om een afgestemde ketenaanpak te realiseren. Het is goed dat de regie ook bij de lokale besturen zal worden gelegd. Maar zoals u aangeeft, is een kader creëren heel belangrijk. Welke organisaties en voorzieningen moeten erbij betrokken worden? In de beleidsnota spreekt men van een ketenaanpak met alle betrokken partners die gezinnen op alle levensdomeinen vooruithelpt. Er zijn natuurlijk heel veel verschillende partners in het verhaal. We hebben de afstemming tussen gezinshulp, beleid en jeugdhulp, maar we hebben ook de schoolbesturen – ouders die schoolfacturen gaan betalen en dergelijke. Het gaat dus toch wel heel breed, over heel wat verschillende beleidsdomeinen heen. Het is dus heel belangrijk voor de lokale besturen dat dat kader bestaat over de reikwijdte van de keten die met een gezinscoach kan worden afgestemd.
Een tweede punt dat ik wil aanhalen, betreft het mandaat van de gezinscoach. Vanuit welk mandaat kan die gezinscoach precies contact leggen met de hulpverleningsorganisaties? Het gaat vaak ook om gevoelige informatie. Als de rol van de gezinscoach niet voldoende duidelijk is, zullen ook de andere hulpverleningsorganisaties er moeten zijn om constructief te gaan samenwerken met de gezinscoach. Het is dus echt wel een tweerichtingsverkeer om die initiatieven te doen slagen. Maar ook namens onze fractie hebt u alle steun om dit verder uit te werken. Wij kijken uit naar de verdere aanpak ervan. Onze vraag is ook om zeker aandacht te hebben, als u het kader verder uitwerkt, om het mandaat van die gezinscoach daar zeker mee in op te nemen.
Mevrouw Wouters heeft het woord.
In het kader van armoedebestrijding zullen de lokale besturen een cruciale rol gaan spelen, omdat zij heel dicht bij de mensen staan. We moeten als overheid die lokale besturen maximaal ondersteunen. Alle hulp is uiteraard welkom. De lokale besturen zijn ook vragende partij voor de gezinscoaches. Daarom hoopt onze fractie, minister, dat u het traject van de lokale gezinscoach snel uitrolt.
Minister Beke heeft het woord.
Ik ben blij dat iedereen in het concept gelooft, maar in die concepten heb je ook nog verschillende methodes die worden gehanteerd. Je hebt gezinscoaches die zes, zeven, acht gezinnen begeleiden. Je hebt andere gezinscoaches die dertig tot veertig gezinnen begeleiden. Daar zit dus nogal wat verschil op.
We hebben al met verschillende contact gehad. Ik heb daarstraks gezegd dat er al heel wat voorbeelden bestaan in Vlaanderen. We hebben contact gehad met de onderzoekers die Kortrijk begeleiden. We hebben het onderzoek van Mechelen gelezen. We zullen normaal gezien in het najaar ook starten met een stuurgroep om dat allemaal verder vorm te geven.
Wat de budgetten betreft: dat zullen we moeten zien. In Noord-Limburg bijvoorbeeld heeft men met de gezinscoaches binnen 1Gezin1Plan ontrold. Het kan dus ook op die manier gebeuren. Dat zullen we verder uitwerken. Ik ga daar nu niet op vooruitlopen.
Mevrouw Verheyen heeft het woord.
Ik wil van dit slotwoord gebruikmaken om de minister nog eens op te roepen om oog te hebben voor die timing. De intenties zijn goed, daar twijfelt niemand aan. Maar als de gezinscoaches effectief in de praktijk worden omgezet in zoveel mogelijk lokale besturen, zal dat toch ver weg in deze legislatuur zijn. Als het sneller kan gaan, graag. Iedere dag die we winnen, is natuurlijk mooi meegenomen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.