Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Apps kunnen een belangrijke meerwaarde betekenen in de zorg. Voor Vlaanderen denken we dan aan apps in de preventieve gezondheidszorg, maar ook in bijvoorbeeld de geestelijke gezondheidszorg.
Elk jaar komen er honderden apps op de markt en het is zo goed als onmogelijk voor een gewone burger om van elke app te weten of die betrouwbaar is. Op federaal niveau heeft men mHealthBelgium opgericht. Dat platform kent goede apps een betrouwbaarheidsstempel van de overheid toe, zodat patiënten en zorgverleners ze met een gerust hart kunnen gebruiken. Er wordt gewerkt met een validatiepiramide voor mobiele toepassingen in de gezondheidszorg met drie niveaus, waarbij beoordeeld wordt of apps voldoen aan de nodige voorwaarden inzake kwaliteit, veiligheid en doeltreffendheid. Producenten konden vanaf eind oktober 2018 hun mobiele gezondheidstoepassingen aanmelden bij mHealthBelgium. Sinds 11 juni is niveau 2 van de validatiepiramide operationeel.
Minister, werkt Vlaanderen samen met de federale overheid met betrekking tot de validering van apps die een meerwaarde zouden kunnen hebben voor de bevoegdheden van Vlaanderen op het vlak van gezondheid en welzijn? Zo niet, zal Vlaanderen werken aan een gelijkaardig initiatief voor de apps die een meerwaarde hebben op zijn bevoegdheidsdomeinen ?
Minister Beke heeft het woord.
Voor digitale technologieën is het Actieplan eGezondheid 2019-2021 het kader waarbinnen de federale overheid en Vlaanderen in partnerschap doelstellingen realiseren. Wat de validatie van apps betreft, moet de bevoegdheid van de federale overheid gerespecteerd worden. We staan zeker open voor een samenwerking met het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten (FAGG), dat binnen mHealthBelgium verantwoordelijk is voor applicaties die vallen onder de Europese regelgeving inzake medische hulpmiddelen.
Het is belangrijk dat Vlaanderen binnen de aangehaalde kaders voor alle bevoegdheidsdomeinen eigen specifieke accenten legt en de inhoud bewaakt. Even belangrijk als de technisch-juridische kant, is de beoordeling van de doelstelling en van de inhoud. In het kader van algemene preventie is er het strategisch plan ‘De Vlaming leeft gezonder in 2025’. Hierin staat aangegeven dat we als overheid meer duidelijkheid moeten scheppen over de kwaliteit van applicaties omtrent preventieve gezondheid. Op het terrein is er immers een wildgroei aan toepassingen waarbinnen de burgers en ook intermediairs hun weg niet meer vinden.
In 2018 kreeg imec een subsidie voor het uitwerken van een document met gedetailleerde guidelines. Deze guidelines omvatten criteria waaraan applicaties moeten voldoen om in orde te zijn met de regelgeving inzake privacy, veiligheid, klantvriendelijkheid en zo meer. Omdat er een groot verschil is in de scope en het risicogehalte van de verschillende applicaties, werd ook een selfassessmenttool gemaakt die ontwikkelaars op een gebruiksvriendelijke manier bijstaat in het naleven van de richtlijnen voor de ontwikkeling van een applicatie.
Dit is specifiek bedoeld voor apps in het domein van preventieve gezondheid. We mikken momenteel op het najaar om deze tool op te nemen onder www.preventiemethodieken.be, de referentiesite voor al onze preventiemethodieken.
Dat de applicatie voldoet inzake privacy en veiligheid is één element. Minstens even belangrijk is de kwaliteit van de inhoud. We hanteren hiervoor de leidraad die van toepassing is op al onze preventiemethodieken als het gaat over hun ontwikkeling en beoordeling. Deze leidraad is beschikbaar op de website preventiemethodieken.be. In de leidraad komen bijvoorbeeld aan bod: is de informatie evidencebased, is de app gebruiksvriendelijk, is die gericht op de doelgroep? Enkel applicaties en methodieken die positief beoordeeld worden op zowel inhoud als veiligheid en privacy, zullen vanaf 2021 opgenomen kunnen worden op die website en zullen worden gepromoot binnen het Vlaamse preventiebeleid.
Niet alleen binnen algemene preventie maar in het ruime beleidsdomein van Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding verkennen we de mogelijkheden van digitale technologieën. Partnerorganisaties SAM en het Steunpunt Geestelijke Gezondheid en het Netwerk Onlinehulp Vlaanderen hebben samen een voorstel ingediend bij het Vlaams Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO) voor de ontwikkeling van een Vlaamse appstore voor zorg en welzijn. Deze appstore zal kwaliteitsvolle toegankelijke tools en apps bundelen die zinvol zijn om in te zetten in welzijnswerk en geestelijke gezondheidszorg. De appstore zou toegankelijk zijn voor hulpverleners en zorgverstrekkers, maar ook voor cliënten en burgers. Via een degelijke zoekfunctie zal een appstorebezoeker op thema/problematiek en/of doelgroep een overzicht vinden van kwaliteitsvolle apps en onlinetools, beschreven in begrijpelijke taal. Zo’n appstore bestaat nog niet in Vlaanderen. Inspirerend voorbeeld voor deze appstore is onder andere in Nederland te vinden met de GGDappstore. De projectaanvraag wordt gesteund door het Departement WVG. Indien de aanvraag wordt goedgekeurd, zal het project lopen van 1 september 2020 tot 31 augustus 2021.
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Het stemt mij alleszins zeer blij dat een dergelijk initiatief geïnitieerd is. Ik hoop dat ze het halen, want het kan een zeer interessant gegeven zijn. Het is erg belangrijk dat we zowel als hulpverlener als gebruiker heel goed weten welke apps er voldoen aan kwaliteit en privacy. Dat ze evidencebased moeten zijn, lijkt me nogal wiedes. Jammer genoeg zijn er veel apps beschikbaar die zeer ondermaats zijn qua kwaliteit. Het is niet altijd evident om daarin een onderscheid te maken. Als we via zo’n appsstore kunnen werken en mensen daar naartoe kunnen leiden, dan zal dat zeker een meerwaarde betekenen.
Mevrouw Sleurs heeft het woord.
Minister, ik ben heel tevreden te horen dat er verschillende initiatieven worden genomen. Als ik het goed begrijp, zou de kwaliteit onder VLAIO vallen. Hoe ziet u dan de functie van het Vlaams Instituut voor Kwaliteit van Zorg? Zult u hen betrekken bij de kwaliteit van de apps? Ziet u voor hen een functie in de toepassing van deze appstore?
Mevrouw De Rudder heeft het woord.
Minister, ook vanuit onze fractie zijn we zeer blij met uw antwoord. Heel wat apps zijn erop gericht om mensen met een specifieke aandoening te ondersteunen in het managen van hun aandoening. Die mensen moeten daar dan ook hun vertrouwen op kunnen richten.
Het leren omgaan met apps en er vertrouwen in krijgen, is heel belangrijk als er ook een goede kwaliteitscontrole op gebeurt. Onze fractie vindt het dan ook heel goed dat we alle mogelijkheden van de digitalisering in gebruik nemen. Het biedt mogelijkheden aan om de gezondheidswinst te kunnen realiseren. U hebt dan ook onze steun om in dit dossier verder te gaan, met belangrijke nadruk op de kwaliteitscontrole.
Drie tevreden parlementsleden, minister.
Minister Beke heeft het woord.
Hoe mooi kan je dag zijn?
Het Vlaams Instituut voor Kwaliteit van Zorg (VIKZ) waakt over de kwaliteit van de zorg, niet over de kwaliteit van de apps, dus ik denk niet dat zij daarbij betrokken zijn. VLAIO waakt ook niet zelf over de kwaliteit, maar biedt wel de mogelijkheid om via een projectsubsidie die appstore te ontwikkelen.
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Ik ben in volle verwachting. Ik ben ook blij dat de minister blij is dat wij blij zijn.
De vraag om uitleg is afgehandeld.