Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Minister, ik heb een vraag over kleinschalige projecten die zorgen voor personen met een handicap, bijvoorbeeld de zorgkoppels. In tegenstelling tot bijvoorbeeld de klassieke voorzieningen werden die gedurende de corona-uitbraak geconfronteerd met het feit dat hun gasten ervoor kozen om permanent bij hen te verblijven, terwijl dat voorheen minder lang was. Ik heb verhalen gehoord van zorgkoppels die zeven dagen op zeven in plaats van vier dagen voor gasten moesten zorgen. Normaal zouden die gasten overdag naar de dagopvang in een voorziening gaan, maar tijdens de coronacrisis was die natuurlijk gesloten. Daardoor hebben die zorgkoppels, die kleinschalige initiatieven veel meer uren zorg moeten geven zonder dat ze daar eigenlijk extra budget voor kregen. Dat budget zat nog altijd bij de dagopvang, die een budgetgarantie heeft gekregen van de regering tijdens de coronaperiode.
Minister, hebt u zicht op de meerkosten die kleinschalige voorzieningen hebben gehad tijdens de coronaperiode omdat ze voor meer opvang moesten zorgen? Hebt u daar al overleg over gehad, of enige input? Ziet u mogelijkheden om ook die kleinschalige initiatieven voor die extra zorg te compenseren, met een deel van de compenserende budgetten? U hebt vorige keer aangehaald dat die 10 miljoen euro voor de extra toeslag in het kader van het persoonsvolgend budget (PVB), dus die 8,5 procent, momenteel nog niet volledig is benut. Misschien is er daar wat marge, ook voor die kleinschalige initiatieven.
Minister Beke heeft het woord.
Collega’s, er is nog geen zicht op de meerkosten voor de kleinschalige wooninitiatieven. Dat geldt trouwens ook voor alle zorgaanbieders en -organisaties. Hoeveel de coronacrisis de individuele voorziening of het individueel kleinschalig initiatief ook echt extra heeft gekost, kan maar blijken uit een vergelijking van de diverse jaarrekeningen. Voor sommige aspecten hadden voorzieningen ook minder uitgaven. Het enkel opvragen van de meerkosten die door de voorzieningen en de initiatieven werden ervaren, kan dus een vertekend beeld geven. Tijdens de lockdown zijn ouderinitiatieven bevraagd om zicht te krijgen op de bezetting. Op korte termijn is een overleg gepland met het platform van de ouderinitiatieven.
De budgetgarantie voor de vergunde zorgaanbieders is er gekomen om ervoor te zorgen dat alle personeelsleden aan het werk bleven. Alle gebruikers die bij de zorgaanbieders verbleven, werden immers zeven dagen op zeven ondersteund, ongeacht of de gebruiker daarvoor het nodige budget had. Tot nog toe is er niet voorzien in extra compenserende maatregelen, tenzij de zorg en de ondersteuning in het kleinschalige wooninitiatief verloopt via een vergunde zorgaanbieder. In die gevallen kan er worden gebruikgemaakt van de algemeen geldende compensatieregelingen voor vergunde zorgaanbieders. Voor de andere kleinschalige wooninitiatieven wordt nog nagegaan in hoeverre er in een compensatie moet en kan worden voorzien, zoals ook aangegeven in uw eerste vraag.
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Bedankt voor uw antwoord. Ik heb geen vervolgvragen. Ik ben blij dat u dit verder wilt onderzoeken. Het algemene probleem is dat dat budget is vastgeklikt bij de dagopvang waar die mensen normaal heen gingen. Door de coronacrisis hebben die zorgkoppels eigenlijk veel meer zorg moeten bieden. Die mensen doen dat met hart en ziel. Die klagen daar ook niet over. Privé en zorg lopen voor die mensen ook door elkaar. Dat is fantastisch, maar als je natuurlijk zeven dagen op zeven voor mensen moet zorgen, en dat er voorheen maar vier dagen of zelfs minder waren, dan brengt dat natuurlijk een kostprijs met zich mee. Ik hoop dus dat eens wordt bekeken wat er op dat vlak kan worden gedaan.
Begrijp me niet verkeerd: ik wil de budgetgarantieregels niet af- of aanvallen. Men moet echter de reële situatie op het terrein in ogenschouw nemen. Als die kleinschalige initiatieven inderdaad veel meer kosten hebben gehad, dan mogen we ook hen niet in de kou laten staan. Alvast bedankt om het te onderzoeken.
Mevrouw van der Vloet heeft het woord.
Minister, ik had eigenlijk eenzelfde vraag al schriftelijk gesteld. Die is echter nog niet vrijgegeven, dus de collega kon dat nog niet lezen. Ik ben echter een beetje in de war als ik het antwoord op mijn vraag lees, die vooral ging over de ouderinitiatieven, een van die kleine initiatieven. In uw antwoord staat duidelijk dat voor elke gebruiker met een PVB die voor corona een overeenkomst had met een ouderinitiatief, de uitbreiding van die overeenkomst kan worden bekostigd met een tijdelijke verhoging van zijn budget. Ik maak daaruit dus op dat men die 8,5 procent, die ondertussen al 17 procent is, kan gebruiken voor een tijdelijke verhoging van dat budget. Mij leek dat dus al vast te liggen. Wat ook in het antwoord stond, is dat er ook voor meerkosten in het kader van infrastructuur en materiaal een vergoeding komt voor de ouderinitiatieven. Ik hoor u dat nu niet zeggen, ofwel heb ik dat gemist, maar dat antwoord verschilt wel een beetje van het antwoord dat u net gaf. Wat is dan het correcte antwoord op die vraag? Krijgen ze ook een vergoeding voor de meerkosten qua materiaal en infrastructuur, en kan er ook met de contracten van bijvoorbeeld ouderinitiatieven worden ingezet op een tijdelijke verhoging van het budget? Misschien kunt u dat even duidelijk maken, zodat we zeker de juiste informatie meegeven aan het werkveld.
Minister Beke heeft het woord.
En waar zit dan volgens u het verschil?
U zegt nu dat u dat nog zult onderzoeken, dat u nog niet weet wat de meerkosten zijn, dat u het allemaal nog niet weet, terwijl in het antwoord op mijn vraag duidelijk bleek dat, als ouderinitiatieven meerkosten hebben gehad, er die tijdelijke verhoging van de budgetten kan zijn. Dat was eigenlijk ook de vraag van collega Vande Reyde: kan die tijdelijke verhoging worden gebruikt voor die kleine initiatieven?
Elk PVB en elk persoonlijkeassistentiebudget (PAB) krijgt die verhoging. Die vergoeding is geregeld. Bij dezen is dat dus opgehelderd.
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Misschien is er enige verwarring ontstaan omdat er vaak wel een verschil is tussen de zorgkoppels en de ouderschapsinitiatieven. Bij de ouderschapsinitiatieven worden veel kinderen ook vaak thuis opgevangen, dus misschien slaat die verhoging van het PVB op kinderen die naar huis zijn gegaan. Zorgkoppels hebben net meer zorg moeten bieden omdat gasten permanent bleven, terwijl ze voorheen overdag in de dagopvang verbleven. Het zijn allebei kleinschalige initiatieven, maar daar zit misschien het verschil. Ik weet niet of dat de reden is waarom er misschien een verschillend antwoord is gegeven. Dat moet dan in ieder geval verder worden onderzocht. We moeten bekijken hoe we elk soort kleinschalig initiatief maximaal kunnen ondersteunen om de meerkosten die zijn geleden te compenseren, net zoals dat bij klassieke voorzieningen het geval is. Dat lijkt me zeker een goede zaak.
De vraag om uitleg is afgehandeld.