Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Vraag om uitleg over extra ondersteuning aan FNG en het sociaal overleg
Vraag om uitleg over bijkomende steun aan winkelgroep FNG
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werden deze vragen om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Vanryckeghem heeft het woord.
De voorbije dagen kwamen steeds meer dubieuze zaken naar boven over FNG: een kunstmatig groeiverhaal, goedkoper inschrijven van kleding enzovoort.
Nu blijkt dat FNG een deel van zijn schulden wil laten kwijtschelden en mogelijks extra steun vraagt van de Vlaamse overheid, zorgt dit uiteraard ook voor spanningen bij verschillende hardwerkende lokale ondernemers in de modesector. Het komt wat vreemd over dat in deze tijden waar heel wat kleine bedrijven vaak de eindjes aan elkaar moeten knopen, een bedrijf als FNG, waar de voorbije dagen heel wat vreemde zaken over kwamen bovendrijven, wel eventueel steun zou kunnen ontvangen van de Vlaamse overheid.
Aan de andere kant kan het uiteraard niet de bedoeling zijn dat we lijdzaam toekijken hoe er duizenden banen op het spel staan. Ook voor de vele personeelsleden die voor de holding werken, is het belangrijk dat we op tafel kloppen. Een mogelijke oplossing zou daarom kunnen zijn om delen van de holding apart te laten overnemen. Bepaalde ketens doen het vrij goed en kunnen dus ook gemakkelijker worden overgenomen.
Minister, zal de Vlaamse Regering FNG steun bieden indien ze die aanvragen? Kunt u eventuele voorwaarden, zoals het uit elkaar halen van de holding en de goed draaiende onderdelen laten overnemen om zo banen te redden, op tafel leggen bij een eventuele steun door de Vlaamse overheid? Zult u bij steun voor FNG ook extra steunmaatregelen nemen voor de rest van de modesector?
Mevrouw Gennez heeft het woord.
Minister, FNG wordt stilaan een letterwoord met heel veel reminiscenties aan L&H. Ik vrees dat we hier zitten met een dossier in de Vlaamse economie en arbeidsmarkt dat ontzettend stinkt en waar ook de Vlaamse belastingbetaler en heel wat goedmenende medewerkers in de modegroep het slachtoffer van dreigen te worden.
Als ik alleen al maar vandaag en gisteren de kranten opensla – ik woon zelf in Mechelen en ken dus wel wat mensen die getroffen zijn –, dan wordt het dossier almaar onverkwikkelijker.
De beurswaakhond Financial Services and Markets Authority (FSMA) brengt het dossier FNG naar de rechter. Dat is ernstig en het is uitzonderlijk om dat tijdens zijn eigen onderzoek al te doen. FSMA zal niet alleen zelf verder onderzoek voeren, maar heeft ook ernstige aanwijzingen dat het voormalig management van FNG zich schuldig zou hebben gemaakt aan marktmanipulatie en aan het voeren van minstens een ondoorzichtige boekhouding bij de overname van andere internationale bedrijven.
De ondernemingsrechtbank in Mechelen heeft gisteren aangegeven drie maanden bescherming tegen schuldeisers voor de vennootschappen Brantano, FNG International en Market Retail Belgium goed te keuren. Dat geeft hun bescherming tot en met 5 oktober, maar tegen 4 september zou er toch wel nood moeten zijn aan een nieuw herstelplan.
Vandaag heb ik vernomen dat de vakbonden in FNG een oproep hebben geformuleerd aan de nieuwe gedelegeerd bestuurder, de heer Lembrechts, met heel duidelijke vragen. Ik citeer: “Het is de hoogste tijd om de daad bij het woord te voegen. Praatjes vullen geen gaatjes. Toch zeker geen gat van meer dan een half miljard euro. En al zeker niet nu de beurswaakhond haar onderzoek over FNG aan het gerecht heeft overgemaakt.”
De vakbonden vragen concrete actie. Op vrijdagavond 10 juli willen ze een compleet voorstel van sociaal overleg voor alle medewerkers van FNG in België, zonder uitzondering, in welke vennootschap ze ook actief mogen zijn. Ze willen tegen vrijdagavond ook een duidelijk bewijs van de nieuwe CEO dat de voormalige zaakvoerders Dieter Penninckx, Anja Maes en Manu Bracke vrijwillig ontslag nemen uit al hun mandaten.
Ze roepen de huidige leden van de raad van toezicht op tot een grondige zelfevaluatie omdat het gesjoemel – ik kan het niet anders zeggen – al langer aan de gang is, al sinds 2018. Dan heeft de Vlaamse belastingbetaler via ParticipatieMaatschappij Vlaanderen (PMV) nog geïnvesteerd.
De werknemers vragen ook om op 13 juli een ondubbelzinnige toelichting over de financiële situatie en de status van bestellingen in alle ketens, om duidelijkheid te kunnen krijgen. Men roept ook op tot een snelle opmaak van dat herstelplan.
Minister, ik kan me daar enkel volmondig bij aansluiten. De vragen van de werknemers zijn terecht. Ik denk dat u die ook deelt. Ondertussen is geweten dat een aantal filialen, om Brantano niet te noemen, misschien wel levensvatbaar zijn en nog rijp voor een overnemer. Met de holding was dat al lang niet meer het geval, gezien de financiële en boekhoudkundige malversaties die daar beetje bij beetje en steeds meer aan het licht komen.
Minister, het is vooral goed om achterom te kijken. U hebt dit dossier geërfd van uw voorganger. Als we transparantie en klaarheid willen scheppen, dan is het heel belangrijk om nu op korte termijn openheid te creëren bij het initiële advies van die investeringsbeslissing van PMV in FNG. Ik vraag me af of het de rol is van een publieke participatiemaatschappij als PMV om te investeren in mode en retail, en of er geen andere sectoren zijn die de Vlaamse economie duurzaam kunnen versterken en jobs kunnen verankeren. Het is nodig om te kijken op welke gronden men in 2018 de investeringsbeslissing heeft genomen. Op basis daarvan kunnen we lessen trekken voor de toekomst.
Minister, hebt u al vragen voor bijkomende investeringen via PMV of waarborgen via Gigarant ontvangen van het huidige management bij monde van de nieuwe CEO, de heer Lembrechts?
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Sinds de laatste keer dat we het hierover hadden, op 24 juni, heeft dit verhaal nog veel ontwikkelingen gekend. Het is niet onze taak om de interne bedrijfsvoering van FNG te voeren, noch om een voorafname te doen op het gerechtelijk onderzoek dat eventueel gaat lopen. De toestanden daar zijn onlosmakelijk verbonden met wat er met het Vlaamse belastinggeld allemaal gebeurt. Dat is de essentie, en dat kun je niet los zien van de dingen die daar nu aan de gang zijn.
Minister, op 24 juni heb ik u in de plenaire vergadering gevraagd of u op de hoogte bent van nog andere zaken dan we op dat moment nog niet meegedeeld hadden gekregen. U hebt daar ontkennend op gereageerd, maar ondertussen zijn er wel een aantal dingen naar boven gekomen.
Dat brengt me bij mijn eerste vraag. Zijn er inmiddels al contacten geweest over de nieuwe vraag om steun van FNG aan de Vlaamse Regering of aan PMV? Zo ja, wat is de stand van zaken daarvan? Wist u daar al van? Op 24 juni kreeg ik die informatie nog niet. Ik neem aan dat u in eer en geweten antwoordde. Wat is de stand van zaken? Hoe kijkt u aan tegen een eventuele nieuwe steunvraag? U zult namelijk begrijpen dat zowel wij als de Vlaamse belastingbetaler met argusogen kijken naar de steun die daar rechtvaardig geacht wordt. Ik denk dat dat de belangrijkste vraag is die hier beantwoord moet worden.
Mijn tweede vraag gaat over iets dat me nog onduidelijk is. U hebt op 24 juni gezegd dat er vlak voor de coronacrisis nog een waarborg werd toegekend door Gigarant aan FNG. U had het toen over een bankgarantie met een lopend bankkrediet van 20 miljoen euro. Het is me onduidelijk onder welke vorm dit precies gegeven werd. Gaat dat om een krediet of om een waarborg? Kunt u misschien wat meer toelichting geven bij de modaliteiten, het bedrag, de looptijd enzovoort? Werd die waarborgpremie al betaald of is die verloren?
Een derde en laatste vraag gaat over een aspect dat vaak onderbelicht blijft, namelijk de achtergestelde lening die gegeven werd aan Mezzanine Partners, de holding boven onder andere Veritas. Daarop zou ook een aanzienlijke minwaarde geleden zijn. Het is me nog steeds onduidelijk hoeveel PMV juist geïnvesteerd heeft in Mezzanine Partners en wat daarvan momenteel de boekwaarde is. Voor welk bedrag zijn we momenteel nog blootgesteld via die achtergestelde lening van PMV?
Tot zover mijn drie concrete vragen. Ik denk dat het belangrijkste is om ervoor te zorgen dat we alle elementen op tafel liggen hebben en dat het parlement ingelicht wordt over de elementen die daar nu van tel zijn, zodat we een gedegen beslissing kunnen nemen om het belastinggeld van de Vlaming goed te besteden.
Minister Crevits heeft het woord.
Dank u wel, collega’s. Eerst en vooral deel ik jullie smart over dit bijzonder pijnlijke dossier, niet in het minst omdat de jobs van honderden mensen nu op het spel staan. Het gaat over een dossier waarbij modemerken betrokken zijn met een heel goede reputatie en met mogelijk zware gevolgen. Ik vind het bijzonder spijtig dat we hiermee geconfronteerd worden. Het is ook een heel complex dossier en een zeer gevoelig dossier, om veel redenen.
De vragen zijn voor een stuk gelijklopend maar toch ook wat verschillend. Er zijn vragen over het verleden en vragen over de toekomst. Ik zal eerst proberen om het verleden duidelijk te schetsen en ook mijn acties, om dan te kijken naar de toekomst.
Zoals ik in de plenaire vergadering, echter op een heel korte tijdspanne, heb toegelicht, start het dossier in maart 2016. Het ging toen om een lening van 10 miljoen euro die door FNG werd toegekend aan het Mezzaninefonds – dat waren Mezzanine Partners 1. PMV leverde 23,1 procent van het kapitaal voor dat fonds. Die investeringsbeslissing werd samen met de private managing partner in dat fonds genomen. Concreet ging het hier voor PMV dus om een bedrag van 2,3 miljoen euro.
De totale investering van PMV in Mezzanine Partners bedraagt net geen 10 miljoen euro. Als gevolg van de problemen met FNG heeft het waarderingscomité van PMV beslist om de investering in Mezzanine Partners voorzichtigheidshalve af te waarderen met iets meer dan 2 miljoen euro, om precies te zijn 2.094.823 euro.
Daardoor is de boekwaarde van de participatie van PMV in Mezzanine Partners per 30 juni 2020 herleid tot een bedrag van 7.870.630 euro. Ik denk dat dat duidelijk is.
De totale lening van Mezzanine Partners aan FNG bedraagt 10 miljoen euro. Tot op vandaag ontving Mezzanine Partners wel al 2,3 miljoen euro aan cash interesten. Hierdoor werd bijna een kwart van het uitstaande krediet al gerecupereerd. Rekening houdend met een participatie van PMV van 23 procent in Mezzanine Partners, bedraagt de actuele netto uitstaande blootstelling van PMV via haar participatie in Mezzanine Partners aan FNG dus 1,8 miljoen euro. Er werd dus een half miljoen euro op een krediet van 2,3 miljoen euro gerecupereerd.
Dan kwam de tweede beslissing, de kapitaalparticipatie door PMV in FNG. Het is het PMV-TINA-fonds met een autonoom investeringscomité dat eind 2017 beslist heeft om in het kapitaal van FNG te participeren. Gelet op de zwakte van de Belgische spelers in de retailsector en het gegeven dat onze bedrijven achterbleven op de online markt, heeft het toenmalige investeringscomité van PMV-TINA geoordeeld dat het vernieuwende businessmodel van FNG aantrekkelijk was om de sector in Vlaanderen te versterken. Concreet investeerde PMV-TINA 15 miljoen euro, in het kader van een totale kapitaalronde van 30 miljoen euro.
In juli 2018 besliste de raad van bestuur van PMV tot een vervolginvestering van 7,5 miljoen euro. Ondertussen, collega’s, was het TINA-fonds geïntegreerd in PMV in het kader van een globale vereenvoudiging van de structuur van de investeringsmaatschappij. Er werd dan ook een plaats verworven in de raad van toezicht van FNG. Dat was een bewuste keuze van PMV vanuit de doelstelling om zo een beter zicht te krijgen in deze participatie. FNG werd ook op de Brusselse beurs genoteerd. Na de beslissing bedraagt de totale inbreng van PMV 22,5 miljoen euro, ongeveer 7 procent van de aandelen.
De doorstroming van financiële informatie vanuit het bedrijf naar de raad van toezicht was al enkele maanden een bijzonder zorgpunt voor de PMV-vertegenwoordiger in de raad van toezicht van FNG. Eind 2019 werd men geconfronteerd met het ontslag van de toenmalige voorzitter van de raad van toezicht van FNG. Er was toen geen meerderheid in de raad van toezicht om een externe nieuwe voorzitter aan te trekken. Het is in die context dat de vertegenwoordiger van PMV de positie van voorzitter van de raad van toezicht van FNG op zich heeft opgenomen, hoewel dat strikt genomen niet de verantwoordelijkheid is van een vertegenwoordiger van een aandeelhouder met minder dan 10 procent. Niettemin heeft die positie wel geholpen om tot vaststellingen te komen rond bepaalde eigenaardige financiële constructies van FNG en kon er constructiever samengewerkt worden met de FSMA om antwoorden te zoeken op de vragen die gesteld werden.
Gisteren heb ik, zoals jullie zegden, samen met jullie, in de pers vernomen dat de FSMA haar onderzoek naar de communicatie van FNG heeft uitgebreid en het dossier ook heeft overgemaakt aan de gerechtelijke autoriteiten.
Collega’s, in dat opzicht is PMV een buitenstaander. Als minister van Economie ben ik geen betrokken partij bij het optreden van de FSMA en heb ik ook geen kennis van het dossier van de FSMA. Ik kan er akte van nemen. Op zich vind ik het goed dat het onderzoek zich toespitst op de voormalige directie van FNG.
Wat zijn nu mijn acties? Ik heb een brief gestuurd aan de voorzitter van de raad van bestuur van PMV om hem formeel om twee zaken te verzoeken. Ten eerste heb ik een formeel verzoek gericht aan de voorzitter waarin ik aandring op een onafhankelijke audit van het hele investeringsproces in FNG. Die audit zal gebeuren door het auditcomité van PMV. Ik denk dat die onafhankelijke audit noodzakelijk is om, zoals jullie vragen, transparantie te krijgen.
Ten tweede heb ik PMV gevraagd naar een bijkomende rapportering in dit dossier. Ik wil op de hoogte gehouden worden over het verloop en de resultaten van de gevraagde audit, maar ook over de totstandkoming en de achtergrond van de participatie van PMV en FNG in het algemeen. Collega’s, ik ga ervan uit dat de raad van bestuur zal ingaan op mijn verzoek.
Ten derde is er Gigarant. De huidige waarborg die Gigarant aan FNG verstrekt heeft, betreft een waarborg van 37,5 procent op een kortlopend krediet van 20 miljoen euro met einddatum 31 juli 2020. Het maximaal gewaarborgd bedrag bedraagt met andere woorden 7,5 miljoen euro. Die premie werd correct betaald.
De waarborg werd eind maart uitgegeven, het ogenblik waarop het bedrijf het hoofd diende te bieden aan de eerste impact van de coronacrisis. Informatie over de verliescijfers voor 2019 was op dat ogenblik nog niet beschikbaar, zodat daarmee ook geen rekening werd gehouden of kon worden gehouden bij de beslissing om de waarborg toe te staan. Het was immers pas op 11 juni dat FNG haar niet-geauditeerde resultaten 2019 vrijgaf, waarbij voor het eerst bleek dat er zware verliezen geleden werden.
Collega’s, dan ga ik in op de toekomst. Zoals jullie meldden, heeft de ondernemingsrechtbank gisteren beslist om drie vennootschappen van de FNG-groep tot 5 oktober 2020 te beschermen tegen schuldeisers. Het gaat om Brantano, Market Retail Belgium en FNG International.
De onderneming heeft ondertussen ook een nieuwe directie aangesteld. Die heeft, gelet op de keuze van de onderneming voor het bestuursmodel met een directiecomité en raad van toezicht, ook meer slagkracht dan de klassieke Belgische onderneming.
Collega’s, tot slot ga ik nog in op de steunvraag. De Vlaamse Regering staat, zoals u zult begrijpen, niet te springen om in deze context financiële ondersteuning aan te bieden, op welke manier dan ook. Ik denk dat dat een beetje logisch is. We willen in deze coronacrisis ondernemingen steunen waar ook de aandeelhouders inspanningen leveren. We gaan met dezelfde blik naar het FNG-dossier kijken. Dit betekent dat we FNG niet a priori uitsluiten, maar ik ben bijzonder behoedzaam.
Een absolute basisvoorwaarde voor eender welke vorm van steun is dat er klaarheid komt over de omstandigheden waarbinnen dat zware verlies van 2019 tot stand is gekomen. Ik zal absoluut niet toelaten dat we zomaar in een avontuur stappen. Dat is ook geenszins de bedoeling van Gigarant noch van PMV.
Verder gelden natuurlijk ook de EU-staatsteunregels, collega’s. We willen niet concurrentievervalsend optreden. We zullen desgevallend ook met de Europese Commissie bekijken of steun überhaupt mogelijk is in overeenstemming met het tijdelijk steunkader en de daarbij gehanteerde definitie van ‘onderneming in moeilijkheden’.
Collega’s, alles wat ik zeg is heel voorwaardelijk. Tot op vandaag is er geen formele steunvraag. Collega Vande Reyde, u stelde die specifieke vraag. Die steunvraag is er vandaag niet. Er zijn gesprekken maar er is geen formele vraag.
Ik heb al gezegd dat er voor mij drie absolute voorwaarden zijn. Ten eerste moet er een realistisch doorstartplan zijn. Ten tweede moeten de verschillende private financiers effectief inspanningen leveren om tot een gezonde financiële structuur te komen en hun geloof in dat doorstartplan bevestigen. Ten derde moeten we ook afwegen of een deelname van Gigarant überhaupt tot een duurzaam behoud van de tewerkstelling kan leiden. Dat laatste is natuurlijk een extra zorgpunt.
We moeten ook wel opmerken dat FNG op dit ogenblik, zoals ik al zei, voor drie dochtervennootschappen bescherming heeft gekregen tegen schuldeisers, omdat die entiteiten zich in ernstige moeilijkheden bevinden. Dat maakt mijn voorzichtigheid dus nog groter. Het is in de eerste plaats de taak van de bestaande private aandeelhouders en hun financiële instellingen om een geloofwaardig herstelplan uit te werken waarmee een faillissement vermeden kan worden.
Collega’s, tot slot waren er vragen over de modesector in het algemeen. Er werden daarvoor, zoals u weet, verschillende interprofessionele steunmaatregelen ontwikkeld. Er was ook de kapitaalverhoging van 250 miljoen euro waarmee PMV coronaleningen kan verschaffen aan levensvatbare kmo’s. Er zijn waarborgsystemen. Er is de hinderpremie. Bijna 8500 modebedrijven, vooral uit de detailhandel, hebben een aanvraag ingediend. Aan die winkels hebben we voor 90,4 miljoen euro aan premies uitbetaald, naast de dagvergoedingen. Er werden ook heel wat dossiers ingediend voor compensatiepremies.
Ik weet niet precies wie de vraag uitbreidde naar de modesector in het algemeen, maar ik kan antwoorden dat daarvoor – zoals voor vele andere ondernemingen en kleinhandelaars – tijdens deze coronacrisis steun werd toegekend.
Collega’s, samengevat: er is geen dossier voor de toekomst. Ik heb twee extra initiatieven genomen omdat ik ook ter bescherming van PMV op zich volledige transparantie wens over de totstandkoming van de participaties in het verleden.
De heer Vanryckeghem heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw uitgebreide uitleg. Het is inderdaad goed dat we nu weten waarop de beslissing om te investeren in FNG destijds gebaseerd was. Het is ook goed dat er transparantie komt door PMV. Dat kan veel twijfel wegnemen en dat zou voor ons, parlementsleden, inderdaad zeer nuttig zijn, zodat we dit dossier verder goed kunnen opvolgen, zeker na de controle van het auditcomité waarnaar u verwees.
Mevrouw Gennez heeft het woord.
Het is goed dat er transparantie zal komen over de criteria waarop destijds de beslissing werd genomen om de investering te doen. We hebben die nog niet. Minister, u kondigt een onafhankelijke audit aan. Maar heb ik goed begrepen die zal gebeuren door het auditcomité van PMV? Of zou dat echt een externe onafhankelijke audit zijn? Want dat maakt natuurlijk een wereld van verschil voor de onafhankelijkheid van de doorlichting.
Ik ben blij dat u transparantie vraagt. Het is evident dat wij, vanuit het parlement, die transparantie vragen en ook krijgen. We hebben er alle belang bij, niet alleen in dit dossier, maar ook algemeen, over de criteria waarop PMV investeringen doet. Het gaat uiteraard om belastinggeld. En sta mij toe om de transfer van een medewerker van PMV, die waarschijnlijk mee de financiële analyses doet, naar de raad van bestuur van FNG, na de beslissing van de investering, vreemd te vinden, minister. U zegt: ‘We wilden meer zeggenschap en meer inzicht en daarom hebben we die transfer gedaan.’ Maar het geeft op zijn minst de indruk dat men tegelijk rechter en partij was en dat het in een sfeertje van ‘ons kent ons’ baadt wie wel of niet investeringssteun krijgt vanuit de Vlaamse overheid. Dat vind ik een absoluut te mijden scenario.
Minister, ik ga ervan uit dat u ons nog de timing geeft waarbinnen u die audit hebt gevraagd en dat u die, zo gauw u die in handen hebt, ook deelt met op zijn minst deze commissie of met de leden van het parlement. Zo kunnen we daarin inzage krijgen, uiteraard met respect voor de bedrijfsgegevens, en weten we wat er zich precies heeft afgespeeld. Dat waren mijn opmerkingen in verband met het verleden en de vraag naar transparantie.
U zegt dat u nogal reticent bent om verder steun te geven aan FNG. Dat is logisch in deze context, aangezien het ondertussen zowel om een gerechtelijk dossier gaat, als om een verder onderzoek van de beurswaakhond. Misschien hebben we er – zoals de vakbonden suggereren – vooral belang bij, als we de werkgelegenheid willen garanderen, dat we de gezonde entiteiten die onder die zeer ontransparante holding zitten, proberen te beschermen en op zoek gaan naar aandeelhouders-overnemers, zodat de tewerkstelling kan worden gegarandeerd. Ik denk overigens dat er in die holding bijna geen of geen tewerkstelling zit. Het is hoog tijd dat men de gezonde stukken probeert te vrijwaren.
Ik heb nog een heel concrete vraag rond de voorstellen van de vakbonden aan het management. Hebt u zelf al contact, zowel met het management als met de vertegenwoordigers van de werknemers? Het lijkt mij nodig dat u vanuit de Vlaamse Regering het dossier van zeer nabij opvolgt, om dit soort malheuren in de toekomst te voorkomen en de Vlaamse belastingbetaler niet nog verder in het moeras te duwen, op de kap van heel wat goed menende medewerkers in verschillende bedrijven.
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord . U haalt een aantal interessante nieuwe elementen aan. Eerst en vooral, wat de nieuwe steunvraag betreft, ben ik blij dat u daar zeer grote bedenkingen bij hebt. En uit uw antwoord leid ik af dat het zeer onwaarschijnlijk is dat er nieuw Vlaams belastinggeld naar dat bedrijf zal gaan. Dat vind ik een goede keuze. Het is niet langer te rechtvaardigen tegenover alle andere ondernemers en alle belastingbetalers om een bedrijf, waar al zoveel miljoenen naartoe gegaan zijn, nog extra te ondersteunen, zeker gezien het gerechtelijk onderzoek dat nu begint te lopen.
Wat de audit betreft, vind ik het een goede zaak dat u dat initiatief neemt. Mijn vraag daarover is gelijkaardig aan die van collega Gennez: betreft dat specifiek een audit naar de investeringen van PMV – dan is het dus eerder een audit op PMV? Zal dat extern verlopen? Hoe ziet u dat? Ik zou de rol van de bestuurder daarin willen aanhalen. U hebt in uw antwoord gezegd dat de positie van voorzitter van de raad van bestuur de bestuurder in staat stelde om een beter zicht te krijgen op alle lopende constructies. Mijn logische vraag is: waarom heeft die dan nooit die informatie daarover meegedeeld aan ofwel PMV ofwel de Vlaamse Regering, en als afgeleide ook aan het parlement, alle geheimhoudingsclausules die daar eventueel mee zouden gepaard gaan in acht genomen? Want als je dan toch voorzitter van die raad van bestuur bent, is het toch je plicht, ook als medewerker van PMV, om die informatie te delen?
Ik vind het ook bizar dat een minderheidsaandeelhouder die voorzittersstoel dan opneemt. Zoals collega Gryffroy heeft aangehaald in de plenaire vergadering, is dat alleszins een constructie die vragen oproept en tijdens die audit moet worden onderzocht, zeker de vraag waarom de informatie over problemen die er waren, nooit tijdig is meegedeeld.
Ten derde vond ik het heel verbazingwekkend dat de middelen uit het TINA-fonds zouden komen. Dat wist ik nog niet. Dat TINA-fonds is opgericht als fonds voor steun voor grootschalige innovatieve projecten. Er moet ook eens worden onderzocht waarom dat uit dat TINA-fonds is gekomen. Want als je die bedrijfsvoering bekijkt, is dat toch geen concept dat daarin past. Ik heb er alle begrip voor dat u daarop op dit moment geen antwoord kunt geven, maar die vraag moet wel deel uitmaken van die audit: hoe komt het dat de middelen uit dat TINA-fonds naar FNG zijn gegaan? Welke rechtvaardiging kan daaraan worden gegeven? Want op het eerste gezicht beantwoordt dat helemaal niet aan de oprichtingsdoelstellingen van dat TINA-fonds. Ik dank u.
De heer Annouri heeft het woord.
Voorzitter, twee weken geleden heb ik in de plenaire vergadering gezegd dat het dossier stinkt. En ondertussen is de geur er niet beter op geworden, zal ik maar zeggen. De verschillende collega’s hebben er al op gewezen dat er toch wel echt heel opvallende dingen naar boven zijn gekomen.
Wat mij betreft, zijn er twee belangrijke poten waarop dit dossier in het parlement moet staan. De eerste poot is: terugkijken en een haarfijne analyse maken van alles wat er in het verleden is gebeurd, wat er is fout gelopen en welke lessen er daaruit kunnen worden getrokken. Dat is een van de opmerkingen die collega Vande Reyde maakt, waarachter ik mij volledig kan scharen en waarvan ik ook een punt maak.
Het was welbekend dat de middelen voor FNG uit het PMV-TINA-fonds kwamen. Maar de vraag is heel pertinent: als je kijkt waarvoor dat PMV-TINA-fonds dient – innovatie, lokale productieprocessen – dan vind ik dat een constructie als FNG daar moeilijk voor in aanmerking komt en dat dat eigenlijk niet met elkaar te rijmen valt. Het is dus heel goed dat er een onderzoek gebeurt naar onder andere waarom er toen al voor dat fonds is gekozen, en verder naar alle stappen die daarna zijn gevolgd, alle alarmsignalen die er waren, alle vragen die werden gesteld en het feit dat er eigenlijk amper naar is gekeken. Dat is een eerste belangrijke poot die moet gebeuren.
Ik sluit me niet enkel aan bij de vragen van collega’s Gennez en Vande Reyde, maar ik denk, minister, dat het de opdracht is om een objectieve audit te doen. Ik denk dat u er positief op zult antwoorden dat dit geen audit is vanuit PMV zelf, maar dat het wel een objectieve audit zal zijn. Want anders denk ik dat we niet per se stappen vooruit zetten. En we moeten dit, zeker gezien de geladenheid en de vele vragen die er zijn, lostrekken uit het moeras van PMV rond dit dossier, en objectief naar buiten voeren.
Een tweede belangrijke poot is: wat nu, wat gebeurt er nu met de werknemers, met de mensen die er zijn? Dat is een discussie die u de vorige keer zelf hebt aangehaald: wat doen we prioritair met alle werknemers die hun job eventueel bedreigd zien worden? We moeten ervoor zorgen dat de juiste mensen de verantwoordelijkheid dragen voor de fouten die werden gemaakt, ondanks dit dossier dat stinkt en ondanks de mensen die de fouten hebben gemaakt.
We moeten daar ondertussen maximaal op inzetten, wat mij betreft vanuit de Vlaamse Regering, zodat de mensen die een job hebben die op geen enkele manier kunnen verliezen, of toch zo goed mogelijk worden ondersteund. Zo worden zij niet het slachtoffer van niet enkel een crisis, maar ook van een soort van cowboybeleid, heel bedenkelijke constructies die er uiteindelijk voor zorgen dat de bedrijven en de jobs niet gered zijn.
Ik steun uw vraag naar een audit dus volmondig. Ik vind het een heel goede zaak. Dat is voor mij een beginpunt, op basis waarvan we dat debat moeten voeren, ervan uitgaand dat dat van alles aan het licht zal brengen: welke lessen trekken we hieruit, welke fouten zijn er gemaakt, hoe zorgen we ervoor dat we dit soort constructies in de toekomst kunnen verbieden?
Ik sluit mij aan bij de vraag naar een audit, vooral objectief. Ik vond de bemerking rond de timing ook interessant.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Ik wil het op een iets ander niveau trekken. We zitten nu inderdaad met het probleem dat FNG voor een stuk beursgenoteerd is. PMV is een nv, er is een rechtszaak bezig. We moeten dus opletten dat we niet te operationeel vanuit het parlement of vanuit de regering denken. Ik ben het ermee eens dat we transparantie nodig hebben. Maar wij zullen die vennootschap morgen niet besturen.
Mijn oproep – die ik vorige keer ook heb gelanceerd – is: als we het op een hoger niveau trekken, moeten we eens nadenken over onze toekomstige economie. Iedere transitie die je wilt doorvoeren, start met het stellen van de juiste vragen. Daarom moeten we alle relancecomités met aandrang vragen om een stappenplan aan te reiken om te komen tot een toekomstvisie voor onze economie, waarin ook wij mee kunnen bepalen waarop de overheid moet inzetten. Zo kunnen we komen tot een visie, een kader op lange termijn voor onder meer PMV, Gigarant enzovoort. Die discussie zouden we straks moeten voeren.
Collega’s, tot slot wil ik zelf heel kort aansluiten. We moeten hierin inderdaad enige voorzichtigheid aan de dag leggen, niet alleen in het kader van dit dossier. Maar ik hoor u over PMV, dat toch wel een bijzonder belangrijk instrument is in ons economisch beleid, zeggen dat het een moeras is. Ik zou dergelijke termen niet gebruiken als het gaat over de ParticipatieMaatschappij Vlaanderen, die ook in onze eigen relanceresolutie een bijzonder belangrijke rol krijgt in de economie en in het Vlaamse economische beleid.
Wat betreft het dossier zelf, deel ik de mening van collega Gryffroy. We moeten lessen trekken, zonder vanuit het parlement in de plaats te treden van de bestuurders, van de aandeelhouders van het bedrijf, want dat zou niet wijs zijn. Maar lessen trekken kunnen we wel doen, op het gepaste moment. En ten gronde wat betreft het dossier, hoop ik dat die audit inderdaad wat klaarheid kan brengen. Maar ik wil vooral de focus blijven houden op het redden van zoveel mogelijk reële bedrijfsactiviteiten. Er is hier door een collega de vergelijking gemaakt met Lernout & Hauspie, L&H. Daar waren er geen reële bedrijfsactiviteiten, geen reële verkopen, was er geen reële omzet. Brantano en vele andere ketens hebben wél een reële omzet, wél reële klanten, reële producten en vooral ook reële werknemers. Die moeten we voor ogen houden en we mogen dus ook geen enkele optie naar activiteit vanuit PMV, vanuit de Vlaamse overheid uitsluiten op dit moment, want dat zou niet verstandig zijn.
Minister Crevits heeft het woord.
Collega’s, ik wil starten met de heel terechte opmerkingen van collega Gryffroy en de bezorgdheid van collega Bothuyne. We moeten PMV respecteren in haar rol. PMV is een autonome vennootschap, geen annexe van de overheid. We hebben haar ook zo gemaakt, ze is op de regering gekomen, heeft een eigen budget en dus een grote autonomie om te werken.
Ik werk met de instrumenten die ik heb. Als ik mij zorgen maak, ook over de totstandkoming van de initiële participatie, collega Vande Reyde, in het parlement... Het zou mij erg verbazen. Ik heb het TINA-fonds genoemd toen ik op de actuele vraag heb geantwoord. Dat denk ik toch. Het zat zo in mijn hoofd, dus ik vond dat niets nieuws.
Ik volg de weg die ik moet volgen: een brief schrijven aan de voorzitter van de raad van bestuur en hem twee dingen vragen: één, een onafhankelijke audit, en twee, een bijkomende rapportering over het dossier.
Logischerwijze zal de audit gebeuren via het auditcomité van PMV, waar ook een onafhankelijke bestuurder is. Maar het is aan PMV om mij te antwoorden hoe ze dat zullen doen. Het is zeer ongebruikelijk dat ik dit doe. Maar ik doe het omdat ik echt in het belang van de vennootschap volledige transparantie wil. PMV is mij te dierbaar om daarover onduidelijkheden of sfeertjes te laten ontstaan. Ik wil de oorsprong kennen van de participatie, van de manier waarop dat gelopen is.
Collega Annouri zegt dat TINA daar niet voor bedoeld was. Anderen zeggen dat TINA bedoeld was voor grote transformaties en dat dit een grote transformatie was in de retail. Het is van belang dat we dat weten. We kunnen nu al het proces maken, maar ik heb gedaan wat ik meende dat mij als minister te doen stond: een brief sturen aan de voorzitter en vragen dat hij actie onderneemt. Ik neem aan dat dat ook zal gebeuren. Alle vragen over timing, en wie en hoe en wat: dat zal nu moeten blijken. Ik veronderstel dat ik daarop een antwoord zal krijgen en dan kunnen we dat samen bekijken. Ik veronderstel dat de audit in de komende periode zal worden uitgevoerd. Die onafhankelijkheid is van belang. PMV heeft er alle belang bij om dat ook te doen.
Collega Gennez, u vraagt naar de vakbonden. Ik heb verleden week inderdaad op hun vraag de vakbonden ontvangen en vooral geluisterd naar de zorgen die ze hebben rond personeelsleden enzovoort. Ik vind het van belang dat, als men een overleg vraagt, ik ook een overleg héb. We mogen natuurlijk ook niet vergeten dat er een groot verschil is tussen FNG en PMV. PMV is onze investeringsmaatschappij. De moeilijkheden zitten bij FNG. Dat is een volledig autonoom bedrijf en de problemen moeten ook daar blijven. Als minister moet ik de correctheid bewaken van de investeringsinstrumenten die we daarrond hebben.
Verder heb ik geluisterd naar jullie aanvullende opmerkingen. Ik merk dat jullie appreciëren dat we die twee stappen nu zetten. Collega’s, werkgelegenheid is ook in dezen een heel belangrijke bekommernis voor mij. Maar je moet niet wild gaan investeren omwille van de werkgelegenheid. Het is echt van belang dat het management nu de juiste beslissingen neemt, de juiste keuzes maakt. Dat is ook de enige reden waarom ik niet bij voorbaat uitsluit dat de Vlaamse overheid nog iets zal doen: omdat alles op alles moet worden gezet voor het redden van het bedrijf. Maar er is nog geen plan. Dat is ook wat moeilijk, aangezien het nieuwe management er pas twee dagen geleden gekomen is. Ik hoop echt dat we daarin transparantie krijgen en dat ik snel actie zal krijgen, ook van PMV.
Wordt vervolgd, collega’s.
Mevrouw Gennez heeft het woord.
Minister, ik ben dankbaar voor de antwoorden, maar ik blijf vooral met heel veel vragen zitten. Uiteraard situeren de moeilijkheden voor het personeel zich in de schoot van de bedrijven binnen FNG. Maar PMV heeft mogelijk haar hand overspeeld en dat behoeft absoluut van nabij opvolging.
Ik deel uiteraard het pleidooi voor voorzichtigheid van de collega’s van CD&V en de N-VA. Maar ze hadden misschien wat voorzichtiger moeten zijn binnen PMV op het moment dat ze die investering deden en op basis van welke analyse dat uiteindelijk gebeurd is. Ik weet ook niet wie de mensen zijn die in dat investeringscomité zitten dat autonoom verbonden is aan het TINA-fonds. Misschien kunnen we daarop zicht krijgen en ook die mensen ondervragen, uiteraard met respect voor de bedrijfsvoering en informatie die men binnen een nv moet respecteren?
Maar er is iets wat ik niet zo geruststellend vind, minister. U zegt: ‘Ik schrijf een brief en vraag aan PMV om die audit te doen.’ Tot daar is het zeer goed. Maar u gaat er blijkbaar een beetje van uit dat ze dat met hun eigen auditcomité zouden doen. Misschien is het beter om Audit Vlaanderen die audit te laten doen. We hebben binnen de Vlaamse overheid een auditor die zowel bestuurlijke processen als in dit geval ook activiteiten van PMV zou kunnen evalueren. Is het dan niet beter om die audit echt onafhankelijk te doen, zodat we daar ook in het Vlaams Parlement rekening mee kunnen houden?
Tot slot, wat betreft de rol van PMV, denk ik dat we er belang bij hebben om de rol van die krachtige speler, die publieke participatiemaatschappij, heel duidelijk te definiëren, om ze maximaal te kunnen laten renderen in de relance die we nu nodig hebben.
Ik ben er niet van overtuigd dat PMV zich moet gedragen als een ‘private equity’-maatschappij. Ik vind dat een overheidsparticipatiemaatschappij met publiek geld, met belastinggeld, aanvullend aan ‘private equity’-maatschappijen moet optreden. En waarschijnlijk zal het minder hip of minder cool zijn om overheidsopdrachten uit te voeren, om het in simpele termen te zeggen. Maar wat ons belastinggeld betreft, moeten we met duidelijkere voorwaarden en criteria werken, vooral voor de ‘return on investment’, voor onze economie, voor onze duurzame relance, voor onze Vlaamse verankering.
PMV boekt een klein beetje winst en stort af en toe een dividendje in de Vlaamse schatkist, maar dat vind ik geen voldoende rechtvaardiging voor ‘private equity’-activiteiten en zeker niet voor wat men tot nu toe in PMV heeft gedaan. De overheid heeft genoeg andere uitdagingen. We moeten ons niet bezighouden met wat de particuliere sector al doet. Als we een overheidsinstrumentarium creëren, dan moet dat bijdragen tot duurzame jobs en duurzame economische groei in Vlaanderen.
Dat is een zeer liberale visie.
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Minister, voor alle duidelijkheid: u hebt uw rol in dit dossier inderdaad goed ingevuld. Ik vind dat u goede stappen hebt ondernomen, met de audit en de informatie die u hebt gegeven. Het gaat hier dus niet over uw rol. Wat wij – ik alleszins en ik denk ook mijn collega’s – meegeven, zijn onze bezorgdheden over het verdere proces, om er zeker van te zijn dat de regels van goed bestuur worden nageleefd.
Ik ben het niet helemaal eens met wat mevrouw Gennez zegt. Ik ben het er wel mee eens dat het concept van PMV op zich goed is, dat het inderdaad onafhankelijk bestaat. Want wat zou het omgekeerde zijn? Als wij terug moeten bepalen wat zij moeten investeren, zal ieder van ons elke maand een dossiertje afgeven en zeggen: ‘Je moet hier in ons bedrijf in Diest investeren.’ En de volgende maand: ‘Je moet in dit bedrijf in Mechelen investeren.’ Het is net om die redenen dat PMV is opgevat als onafhankelijk. Dat moeten we absoluut behouden. De missie, de doelstelling van PMV staat dus absoluut niet ter discussie.
Dat er af en toe verlies wordt geleden is ook geen probleem, dat hoort erbij. Maar hier gaat het specifiek over een aantal bezorgdheden, over regels van goed bestuur. En daarom brengen we die naar voren. In dat opzicht moet de rol van het lid van de raad van bestuur, de voorzitter van de raad van bestuur zelfs, van FNG worden bekeken, de manier waarop die steunbedragen tot stand zijn gekomen en waarom dat uit het TINA-fonds komt. Dat zijn allemaal gerechtvaardigde vragen, die een antwoord verdienen. Maar de onafhankelijkheid van PMV stellen wij zeker niet in vraag.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.