Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Malfroot heeft het woord.
Het Planbureau publiceerde zorgwekkende cijfers met betrekking tot de werkgelegenheid in Vlaanderen voor de komende jaren. Het zal vijf jaar duren vooraleer de werkloosheidsgraad terugvalt op het peil van net voor de coronacrisis. Waar vorig jaar de werkloosheidsgraad op 8,9 procent stond, zou deze volgend jaar pieken tot zelfs 11,5 procent.
Dat de werkloosheid niet dit jaar maar pas in 2021 piekt, komt volgens het Planbureau onder meer door de sterk uitgebreide tijdelijke werkloosheid. Dat remt momenteel de jobverliezen af, maar volgend jaar zal dat effect uitgewerkt zijn. Het Planbureau schat het banenverlies van dit en komend jaar samen op 146.000. De Nationale Bank van België (NBB) sprak eerder over 180.000 banen. Bovendien zal de werkloosheidsgraad pas in 2025 zakken tot het precoronaniveau.
Minister, u gaf eerder aan vast te houden aan de regeringsdoelstelling van 120.000 extra banen en 80 procent werkzaamheidsgraad. Om daarnaast ook de coronawerklozen opnieuw aan het werk te krijgen, werd het belang van maatwerk en opleiding vanuit VDAB reeds op verschillende bijeenkomsten van deze commissie besproken.
Hierover heb ik volgende vragen aan u, minister.
Hoe evalueert u de berekeningen van het Planbureau?
Houdt u vast aan de ambitieuze regeringsdoelstelling inzake tewerkstellingsgraad, ondanks de ramingen van het Planbureau en de massale werkloosheid ten gevolge van de coronapandemie?
Is VDAB als centrale arbeidsmarktregisseur voldoende voorbereid, in aantal werknemers en middelen, om naast het activeren van 120.000 niet-werkenden ook de geschatte 180.000 werklozen ten gevolge van de coronacrisis naar werk en opleiding te begeleiden?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega Malfroot, bedankt voor uw vraag en uw interesse in de berekeningen van het Planbureau.
De eerste nieuwe prognoses van het Planbureau geven ons een blik op wat ons wellicht te wachten staat, maar zoals u weet, blijven het sowieso ramingen. Men gaat ervan uit dat de tewerkstelling in 2020 en 2021 zal dalen en dat de werkloosheid zal stijgen. Vanaf 2022 zouden we langzaam weer richting herstel evolueren, waarbij de tewerkstellingsgraad in 2025 opnieuw tot het niveau van voor de coronacrisis zou zakken.
De cijfers werden op 23 juni 2020 gepubliceerd en hebben betrekking op België in zijn totaliteit. Voor de Vlaamse cijfers moeten we nog wachten op de regionale economische vooruitzichten voor de jaren 2020-2025 – de HERMREG – die normaal gezien in de loop van de zomer uitgebracht zullen worden door het Federaal Planbureau in samenwerking met Statistiek Vlaanderen.
Door het uitzonderlijke karakter van de crisis waarschuwt het Planbureau bovendien dat zijn prognoses deze keer veel meer dan gewoonlijk gebaseerd zijn op veronderstellingen door de onzekerheden die de coronacrisis met zich meebrengt. Ik vind het dus niet verstandig om op basis daarvan ons beleid volledig om te gooien.
Een drietal weken geleden heb ik op een vraag om uitleg van collega Ongena – vraag om uitleg nr. 2588 – geantwoord dat ik geen reden zie om de doelstellingen uit het Vlaams regeerakkoord onmiddellijk of volledig aan te passen. Momenteel zijn we namelijk nog volop bezig om de impact van de coronacrisis in kaart teĀ brengen.
Het is evenwel duidelijk dat de doelstelling om 120.000 extra mensen aan het werk te krijgen niet evident zal zijn. Het verhogen van de werkzaamheidsgraad en het activeren van mensen die niet beroepsactief zijn, blijven wat mij betreft de juiste doelstellingen. Alles wat de komende dagen en maanden ondernomen wordt, moet gericht zijn op een relance die jobs creëert.
Wat mij trouwens positief heeft verrast – ik vind het vreemd dat er niet meer aandacht aan is besteed, niet door u, maar in het algemeen –, is dat de vacaturecijfers die ik gisteren naar buiten bracht, op het niveau zitten van vorig jaar. Ik had niet verwacht dat dat zich zo snel zou herstellen. Nu moeten we zien dat dat blijvend is in de komende maanden. Dit is toch iets waar we rekening mee moeten houden. Het is sowieso een aanwijzing dat onze bedrijven opnieuw aanwerven. Daar is een zekere dynamiek te zien.
Daarom: even wachten, niet omdat ik dat graag doe, maar omdat de cijfers die er in de komende maanden aan komen voor Vlaanderen, ons ook een inzicht zullen geven. Volgende week krijgen we ook de adviezen van de Vlaamse comités. Wellicht zal er ook een bespreking zijn van het bijzondere advies van de experten arbeidsmarkt. Ik heb aan een aantal professoren een advies gevraagd over hoe zij de arbeidsmarkt van de toekomst zien, uiteraard rekening houdende met corona. Dat moet ons inzicht geven in de doelstellingen en of we die onverkort aanhouden en wat de nieuwe instrumenten zijn die we zullen moeten inzetten. Dat wordt ongetwijfeld een heel breed plan.
Mevrouw Malfroot heeft het woord.
Minister, ik begrijp dat u de situatie niet negatief inziet en dat het aantal vacatures op dit ogenblik positief wordt ingeschat. Daar zijn we blij om. Ik ben wel een beetje bang, want het is zo dat door de overheidsmaatregelen door de tijdelijke werkloosheid, de bedrijven minder geneigd zullen zijn om hun personeel te ontslaan. Met andere woorden, de ontslaggolf zal vermoedelijk worden uitgesteld tot volgend jaar. Ik heb daar wat schrik voor omdat de hardst getroffen sectoren de horeca en de evenementen zullen zijn. Die mensen hebben natuurlijk specifieke competenties en die zullen vermoedelijk het moeilijkst te herplaatsen zijn.
We staan dus nog voor een grote uitdaging. We zullen toch moeten proberen om naast de talloze werklozen die er gaan vallen, ook de 120.000 niet-beroepsactieven te activeren. Daar staan we voor een zeer grote uitdaging. Ik kijk uit naar hoe u dat in de komende jaren allemaal gaat bewerkstelligen.
De heer Ongena heeft het woord.
Minister, ik heb uw cijfers gisteren ook gezien, en dat de vacatures weer op hetzelfde niveau zijn van vorig jaar. Dat is zeker wel een goed signaal. Onlangs las ik dat een op de vijf kmo's opnieuw aan aanwervingen denkt. Het zijn toch zaken waar we ons een beetje aan moeten optrekken.
Hoe gaan we nu om met de coronacrisis? In welke mate gaat die de strategie die in het regeerakkoord staat, overhoop gooien? Minister, u bevestigt dat we die strategie niet gaan omgooien. De fundamentele problemen van onze Vlaamse arbeidsmarkt zijn niet weg. Misschien ligt er nu een laagje coronasneeuw op, maar zodra dat is gesmolten – hoe rapper hoe beter natuurlijk –, zullen de fundamentele problemen, de krapte – na Tsjechië de meest krappe arbeidsmarkt –, snel terugkomen.
In de sociale zorg, een van de knelpuntberoepen, hebben we nu een sociaal akkoord. De strategie die in het regeerakkoord staat, moeten we echt aanhouden. Op korte termijn moet VDAB werk maken van het snel begeleiden van mensen die nu zonder job vallen. De niet-actieve huishoudens – huishoudens waar niemand werkt – blijken ook in tijden van goede groei een probleem te zijn. Daar moeten we op blijven inzetten, anders gaan we de fout maken dat we de krapte op de arbeidsmarkt niet kunnen invullen. We moeten dus zeker vasthouden aan de strategie die we hebben uitgetekend.
De rustige vastheid op de arbeidsmarkt.
Niet rustig, niet rustig.
De heer Ronse heeft het woord.
Gisteren was ik op bezoek bij een zaak die tapijten op maat maakt, vooral gericht op buitenlandse toeristen. De zaak bestaat van generatie op generatie. De zaakvoerder was daar met zijn drie personeelsleden, drie verkopers, mensen die gewoon zijn om met internationaal publiek om te gaan. Die mensen zitten sinds maart op tijdelijke werkloosheid.
Hij heeft daar heel open gezegd dat hij door de onzekerheid op het vlak van toerisme eigenlijk bijna verplicht is om zijn goede mensen, die al meer dan twintig jaar in dienst zijn, wellicht binnen de maand te ontslaan. En wat mij opviel, was dat die mensen dat begrepen.
Zo zijn er heel veel tijdelijke werklozen. We hebben recent de machtiging gehad om die mensen te benaderen via VDAB. En dat is goed. Ik heb aan die zaakvoerder geantwoord: als je je mensen nu ter beschikking zou kunnen stellen van een ander bedrijf, dat op dit moment wel mensen zoekt en dat op zoek is naar wat die mensen kunnen – want die mensen hebben een onschatbare ervaring en competenties die elders wel nodig zijn –, zou je ze dan nog ontslaan? Hij zei dat dat voor hem een gouden oplossing zou zijn. En die mensen zeiden zelf ook dat als dat zou kunnen, dat voor hen echt een mooi perspectief zou zijn. Dan kunnen ze doorwerken. Want ze zijn het eigenlijk beu om thuis te zitten. En dan hebben ze perspectief, als de relance terugkomt, om opnieuw te kunnen werken in die zaak die ze mee groot helpen maken. Onderschat bovendien niet dat, als je die drie mensen met een anciënniteit van meer dan twintig jaar moet ontslaan, de opzegvergoeding, zeker in coronatijden, voor die zaak vrij dodelijk is.
Ik denk dus, minister, dat we in het plan dat we met VDAB hebben om opleiding en tijdelijke werkervaring te bieden, ook heel hard moeten inzetten op terbeschikkingstelling van mensen in tijdelijke werkloosheid. Dat zou veel ontslagen vermijden en het zal veel bedrijven die nu op zoek zijn naar mensen, helpen. Hebt u daar plannen toe? Ziet u dat ook zo?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega Malfroot, ik besef zeer goed dat we voor een enorme uitdaging staan. Ik heb u alleen een lichtpunt proberen te schetsen. Maar u hebt absoluut een punt dat er een aantal heel gevoelige sectoren zijn. De horeca is er daar een van. We zien dat daar veel minder aangeworven wordt. Dat is ook een beetje logisch, want ze zijn nog maar net gestart. In de landbouw wordt er veel meer aangeworven. Je ziet dat de vacatures op hetzelfde niveau staan als vorig jaar, maar de verhouding is anders. Daar zitten problemen.
Zo kom ik bij de aanvullende suggestie van collega Ronse. Het is heel belangrijk dat we mensen in tijdelijke werkloosheid actief houden. Maar ik blijf zeggen dat dat natuurlijk wel de beslissing van de werkgever is. Mensen zouden het liefst blijven werken waar ze werken. Maar dat we daarvoor een oplossing ter beschikking moeten stellen, daar ben ik het absoluut mee eens.
Ik wil geen onrecht aandoen aan het stuk dat is geschreven door de arbeidsmarktexperten. Ik heb begrepen dat de voorzitter een inspanning doet om hen nog in de commissie te krijgen voor het reces. Dat zal dan volgende week zijn. Ik zou voorstellen dat ik dan zelf ook langskom en veel grondiger op het debat inga. Anders neem ik nu een voorschot, wat niet de bedoeling kan zijn. Maar het is zeker een terecht aandachtspunt.
Hetzelfde geldt voor de opmerkingen die collega Ongena gemaakt heeft. Optimism is a moral duty, dat klopt. Voor mij is het richtsnoer ook het regeerakkoord, omdat daar een aantal zaken in staan die zo belangrijk gaan zijn in de toekomst. Een ervan is levenslang leren. Dat wordt nog belangrijker dan voorheen. Een ander is de digitalisering. Werk is het beste middel om te emanciperen. Er is geen enkele reden om die belangrijke zaken die in het regeerakkoord staan, nu minder belangrijk te gaan vinden. Alleen is de context totaal veranderd doordat we een enorme breuk gekregen hebben in de arbeidsmarkt ten gevolge van het feit dat corona het economische leven grotendeels stilgelegd heeft. Maar ik stel voor dat we daar volgende week een uitgebreider debat over voeren.
We zullen dat ongetwijfeld doen.
Mevrouw Malfroot heeft het woord.
Ik ben blij dat u mijn bezorgdheid deelt, minister, want ik zie toch wel heel veel problemen binnen de horeca. De grootste slag moet daar nog komen. Op dit ogenblik zijn ze opnieuw opgestart, maar de cijfers zijn niet veelbelovend. We zullen moeten zien hoeveel faillissementen er in die sector zijn en hoeveel ontslagen daar zullen vallen.
Want dat zijn mensen die vermoedelijk laaggeschoold zijn, die specifieke competenties hebben en die dikwijls ook zelfstandig geweest zijn. Ze zijn dus misschien niet zo gemakkelijk inzetbaar op de markt wegens hun specifieke competenties en wegens het feit dat ze zelfstandig geweest zijn. Ik denk dat we echt wel stappen zullen moeten nemen om die mensen opnieuw toe te leiden naar de arbeidsmarkt. Ik denk dat u onze bezorgdheid daarover deelt.
De vraag om uitleg is afgehandeld.