Verslag vergadering Commissie voor Binnenlands Bestuur, Gelijke Kansen en Inburgering
Verslag
Collega’s, minister, het gebeurt niet snel, maar ik heb deze vraag om uitleg onderbouwd met een aantal beelden. Ik denk namelijk dat we allemaal al wel eens gehoord hebben van Baarle-Hertog en Baarle-Nassau, maar dat het, gelet op de basis van deze vraag, goed is om visueel te duiden wat hier het probleem is. We spreken over twee gemeenten: Baarle-Hertog en Baarle-Nassau. Als we dat bekijken, is dat eigenlijk één dorp, één gemeenschap, weliswaar gesetteld in twee landen. Naar mijn aanvoelen en ook naar het aanvoelen van de bewoners van deze twee mooie gemeenten hebben ze ook één toekomst.
Baarle-Hertog is met zijn 2760 inwoners en 7 vierkante kilometer een van de kleinste Vlaamse gemeenten. Buiten de twee kleine gehuchten Zondereigen en Ginhoven, die geografisch binnen het Vlaamse Gewest liggen, zijn er 22 exclaves – vanuit Vlaams standpunt, vanuit Nederlands standpunt zou er gesproken worden van enclaves – die in Baarle-Nassau gelegen zijn maar behoren tot het Vlaamse Gewest. Op het wapenschild prijkt de heilige Remigius. De minister vroeg me eerder vandaag hoe die situatie ontstaan is. Ik ga hier geen historische uiteenzetting geven, maar de geschiedenis is zeer boeiend, zeker als je dat bekijkt tegen de achtergrond van de scheiding der Nederlanden en het feit dat beide Brabantse gemeenten zijn.
Baarle-Nassau telt 6847 inwoners en heeft ook een grotere oppervlakte. Het grootste gedeelte ligt in Nederland maar 8 exclaves liggen in Baarle-Hertog. 1 exclave ligt echt binnen het Vlaamse Gewest, met name in Ginhoven. Dat zijn soms exclaves die slechts een akker groot zijn. Op het wapenschild zijn strobalen te zien, wat naar het dialect voor balen verwijst. Dat wordt een sprekend wapen genoemd. Zo is ook het wapen van Piet Hein een voorbeeld van een sprekend wapen: een vogeltje voor Piet Hein dat op een omheining zit.
Beide gemeenten zijn als een Siamese tweeling met elkaar verwikkeld. De grijze lijn die u hier ziet is de zogenaamde staatsgrens. Het gebied dat purper omlijnd is, is Baarle-Hertog.
Waar het me in deze vraag om gaat, is dat groepje exclaves. Op het stratenplan ziet u donkergele gebieden, die behoren tot Baarle-Hertog, en lichtgele gebieden, die behoren tot Baarle-Nassau. Zoals u ziet, is dat een mengelmoes. Wat frappant is – want dat moet toch op een of andere manier georganiseerd worden – is dat landsgrenzen doorheen huizen lopen. Het kan zijn dat iemand in België slaapt en zijn partner, in dezelfde kamer in hetzelfde bed, in Nederland.
Ook misdaden zorgen voor problemen. Wie moet de vaststellingen doen? De Belgische of de Nederlandse politie? Wat geldt er dan als regel? De voordeurregel bepaalt tot welk land je behoort. Vandaar mijn visuele voorstelling zodat u een beeld hebt van de complexiteit waarover we het hier hebben.
Beide gemeenteraden komen soms samen in de GOB-plenair. De gemeenteraden van Baarle-Hertog en Baarle-Nassau hebben hun principiële goedkeuring gegeven aan de oprichting van BGTS Baarle, of de Benelux Groepering voor Territoriale Samenwerking. Dit wordt een rechtspersoon in toepassing van het Benelux-Verdrag inzake Grensoverschrijdende en Interterritoriale Samenwerking van 20 februari 2014. Dat verdrag is in voege sinds 1 januari 2019.
Beide gemeenten, Baarle-Nassau en Baarle-Hertog, overwegen om een aantal afgebakende bevoegdheden over te dragen aan deze op te richten BGTS Baarle. Verkeer zal er een van zijn, maar een andere gaat over de huisvuilophaling. U hebt daarstraks het kaartje gezien. Beide gemeenten hebben hun eigen huisvuilwagen. Die moeten goed opletten waar ze wel en niet mogen stoppen. De twee leggen nochtans dezelfde weg af. Er zijn ook verschillende huisvuilbelastingensystemen. Raar maar waar, maar Baarle-Nassau vindt het systeem van Baarle-Hertog het beste. Het wil graag in het systeem van Baarle-Hertog stappen. Ware het echter niet dat Baarle-Hertog voor zijn afvalbeleid aangesloten is bij de opdrachthoudende vereniging IOK Afvalbeheer. IOK Afvalbeheer bedient 29 gemeenten in het oosten van de provincie Antwerpen. Je zou denken dat IOK Afvalbeheer graag wil uitbreiden, maar dat is niet waar. Zelfs Limburgse gemeenten hebben al aangedrongen om bij IOK Afvalbeheer te kunnen aansluiten, maar de deur voor de Limburgers blijft dicht. Voor BGTS Baarle wil men echter een uitzondering maken.
Deze vraag wordt wel degelijk door beide gemeenteraden voorgelegd en ook IOK Afvalbeheer is bereid om zijn werking in heel Baarle te ontplooien. Ik denk ook, minister, dat IOK Afvalbeheer in het verleden bewezen heeft dat het heel goed werk levert en als toonbeeld voor heel Vlaanderen kan fungeren.
Die samenwerking ontplooien is echter niet zo evident. We botsen dan op artikel 396 §1, tweede lid van het decreet over het lokaal bestuur (DLB) en dat bepaalt limitatief welke publieke entiteiten kunnen deelnemen aan een opdrachthoudende vereniging. Dat zijn gemeenten, autonome gemeentebedrijven, OCMW’s en de publiekrechtelijke verenigingen ervan, andere samenwerkingsverbanden gevormd in toepassing van het DLB, politiezones en hulpverleningszones.
Voor de lokale besturen van Baarle-Hertog en Baarle-Nassau lijkt het dus van primordiaal belang om dat artikel open te breken en mogelijk te maken dat ook een BGTS kan worden opgenomen in een opdrachthoudende vereniging.
Daarom wil ik u deze vragen stellen, minister.
Kunt u de samenwerking tussen twee weliswaar tot een andere staat behorende gemeenten, die dermate met elkaar verstrengeld zijn, steunen?
Bent u op de hoogte van de oprichting van BGTS Baarle en weet u van haar initiële opdracht om samen te werken op het vlak van verkeer en huisvuil?
Waarom is er bij het tot stand komen van artikel 396, §1, tweede lid geen rekening gehouden met het Benelux-Verdrag inzake Grensoverschrijdende en Interterritoriale Samenwerking? Was dit een vergetelheid of was daar een legistieke, bewuste reden voor?
Vervolgens kan ik melden dat er ook van Nederlandse kant, ook in Den Haag, toch interesse is om geïntegreerd samen te werken in de geest van die BGTS Baarle. Vanuit die wetenschap in tweede orde de volgende vragen. Minister, bent u bereid om met uw Nederlandse collega te bekijken hoe het afvalbeleid in beide gemeenten beter onderling kan worden afgestemd? Bent u bereid om hiervoor het decreet Lokaal Bestuur uit te breiden indien dat nodig mocht blijken? Of ziet u andere mogelijkheden om IOK Afvalbeheer concreet haar werking ook op het grondgebied van Baarle-Nassau te laten ontplooien?
Minister, als u in dezen baanbrekend werk verricht, dan komt u in het zog van hertog Jan III, die aan de basis ligt van deze absurde opdeling. U kunt een stap naar de integratie zetten in onze inclusieve samenleving.
Mijnheer Van Dijck, ik denk dat ik namens alle collega’s spreek als ik u feliciteer met het inkleuren van de diverse kaartjes. Ik denk dat u het nog wat complexer hebt gemaakt dan het in werkelijkheid is, maar dit is een zeer goed gedocumenteerde vraag. U verraadt daarmee uw natuur van Groot-Nederlander, natuurlijk: 372 jaar na het Verdrag van Münster probeert u hier opnieuw de Nederlanden te verenigen. U probeert ook 1830, een rampjaar in uw ogen, teniet te doen.
Alle gekheid op een stokje: het is evident dat ik dit een interessante casus vind. Het is natuurlijk een heel specifieke casus. Ik geef een aantal elementen.
Natuurlijk moeten we de grensoverschrijdende samenwerking tussen de twee gemeenten steunen. Die geografische verstrengeling is dusdanig dat het niet anders kan dan dat die mensen samenwerken. Er zijn diverse verdragsrechtelijke bepalingen, uitgaande van de Europese Unie, de Raad van Europa en de Benelux Unie, die samenwerking mogelijk maken. De Baarles hebben besloten om een BGTS op te richten op basis van het Benelux-verdrag inzake grensoverschrijdende en interterritoriale samenwerking van 20 februari 2014, een tamelijk recent verdrag. Ik steun dit ten volle. We moeten zoeken naar een pragmatische oplossing. Bestuursgrenzen en landsgrenzen mogen daarbij niet in de weg staan. De BGTS geeft hier een kader voor, en als er nog resterende knelpunten zijn, dan wil ik die zeker mee onderzoeken.
Algemeen gesproken: ik ben op de hoogte van de evoluties en mijn administratie, het Agentschap Binnenlands Bestuur (ABB) volgt die grensoverschrijdende samenwerkingsvormen van nabij. Heel specifiek: de oprichting van de BGTS werd voorbereid en begeleid door een expertengroep, waarin mijn administratie was vertegenwoordigd. ABB heeft op 30 december 2019 een adviesvraag ontvangen vanwege de gemeente Baarle-Hertog. Baarle-Hertog is voor haar afvalbeleid inderdaad lid van de opdrachthoudende vereniging IOK Afvalbeheer. De BGTS Baarle zou zich graag aansluiten bij die opdrachthoudende vereniging zodat ze het afvalbeleid kan optimaliseren. Het huidige decreet Lokaal Beleid staat deelname van de BGTS aan de opdrachthoudende vereniging IOK echter niet toe. Op 6 januari 2020 heeft mijn administratie daarop geantwoord met de mededeling dat de problematiek zal worden onderzocht met het oog op een aanpassing van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur in de door de gemeenten en de IOK beoogde zin. We gaan dat dus onderzoeken.
Ik kan het antwoord van mijn administratie alleen maar kracht bijzetten. Het regeerakkoord spreekt over een aanpassing van de bepalingen met betrekking tot de verzelfstandigings- en samenwerkingsvormen. Het is dus evident dat we dat kunnen meenemen. We willen daarbij tegemoetkomen aan de wensen en verwachtingen van de Vlaamse lokale besturen, en in dit geval van de Vlaamse en Nederlandse lokale besturen.
Het bewuste artikel 396, dat een limitatieve opsomming van mogelijke samenwerkingsverbanden geeft, heeft een lange voorgeschiedenis, die dateert van het decreet inzake de intergemeentelijke samenwerking, het Gemeentedecreet en het decreet over het lokaal bestuur. Het dateert dus van een moment voor er van grensoverschrijdende samenwerking sprake was. De noodzaak om dit aan te passen is pas gebleken op het moment dat men over die BGTS begon na te denken en te ageren. Ik denk dat de wetgeving in dezen geen hindernis mag zijn. We moeten die wetgeving dus aanpassen. Ik zal die afstemming, ook de juridische, dus verder mogelijk maken, natuurlijk in overeenstemming met de minister-president, die verantwoordelijk is voor de internationale samenwerking, en met collega Demir, die over het afvalbeleid gaat.
Ik kan echter zeggen dat wij principieel bereid zijn om het decreet aan te passen, zodat deze BGTS mogelijk wordt, zodat u uw eed als hertog van Midden-Brabant gestand blijft doen en u verder werkt aan het verenigen van het vroegere hertogdom, waar ik dan vanuit Mechelen niet meer bij hoef te horen, want dan mag onze heerlijkheid ook worden hersteld.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik denk dat het een heel mooi perspectief biedt. Zoals daarstraks gezegd, denk ik dat dit een interessante casus is, waarbij wat vaak in woorden wordt beleden, ook in daden kan worden omgezet.
De heer Van Rooy heeft het woord.
Als trotse ondervoorzitter wil ik zeggen dat, als ik had geweten dat we powerpoints mogen gebruiken, ik natuurlijk had aangesloten bij u, voorzitter. Ik wist het niet.
De vraag om uitleg is afgehandeld.