Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Voorzitter, het heeft vorige week heel wat ophef veroorzaakt. Op 18 juni 2020 stond op de voorpagina van De Standaard te lezen dat de VRT heeft beslist om een passage uit ‘De Ideale Wereld’, uitgezonden op 30 april 2020, te schrappen. In die uitzending, waarin Geert Hoste te gast was, zat een satirisch item over mondkapjes. Geert Hoste liet zien hoe leden van het Vlaams Belang elkaar met een bedekt gezicht met de Hitlergroet begroeten.
Die passage is ondertussen niet meer te vinden op VRT NU. Toen de aflevering op 30 april 2020 op antenne ging, heeft een vertegenwoordiger van het Vlaams Belang in de raad van bestuur door middel van een mail aan de voorzitter en de voltallige raad van bestuur zijn ongenoegen geuit. Daarop heeft de voorzitter beslist deze kwestie met de CEO ad interim, de heer Hellemans, te bespreken. Ondertussen kennen we ook de naam van de nieuwe CEO. De CEO heeft, in samenspraak met de programmamakers en Woestijnvis, beslist de gewraakte passage uit de aflevering te knippen. De directie van de VRT heeft haar excuses gemaakt.
Ik vind dat vooral zeer verontrustend. De leden van de raad van bestuur hebben als opdracht het uitzetten van en het waken over de strategische lijnen en de beleidskeuzes van de VRT. De inmenging in de inhoudelijke keuzes van de omroep behoort geenszins tot de opdracht van de politiek samengestelde raad van bestuur.
In een democratie is het van vitaal belang dat een sterke openbare omroep in volle onafhankelijkheid van de politiek zijn taken inzake informatie, duiding, educatie en ook ontspanning kan invullen. Dat sommige leden van de raad van bestuur dit anders zien, liet de heer Janssens, fractievoorzitter van het Vlaams Belang al in De Standaard van 3 juni 2019 optekenen: “Dit is een uitgelezen kans om de vooringenomenheid bij sommige programma’s van de VRT opnieuw van binnenuit aan te pakken.”
De context is uiteraard belangrijk. Het voorval is gebeurd in volle coronacrisis en op het ogenblik dat de VRT zich in een belangrijke transitiefase naar een nieuwe CEO en een nieuwe beheersovereenkomst bevond. Niettemin is het toegeven aan politieke druk van de raad van bestuur op de directie van de openbare omroep een bijzonder kwalijke zaak.
Minister, hoe beoordeelt u dit voorval? Is de beslissing om de bewuste passage te schrappen volgens u het gevolg van politieke druk? Is hier sprake van censuur of zelfcensuur? Hebt u met de voorzitter van de raad van bestuur over dit voorval overlegd? Zo ja, wat is de uitkomst van dat overleg? Is dit voorval voor u zwaarwichtig genoeg om het functioneren van de raad van bestuur inzake public governance onder de loep te nemen?
Minister Dalle heeft het woord.
Voorzitter, ik wil in eerste instantie verwijzen naar het antwoord dat ik naar aanleiding van een actuele vraag vorige week in de plenaire vergadering heb gegeven. Ik heb toen de context met betrekking tot deze zogenaamde censuur geschetst. Ik wil uitdrukkelijk verwijzen naar de antwoorden die de gedelegeerd bestuurder ad interim van de VRT heeft gegeven bij de start van de bespreking van het jaarverslag in deze commissie op 18 juni 2020. Ik heb daar niet zo veel aan toe te voegen.
Ik wil heel duidelijk zijn. De beslissingen over de programmatie en de inhoudelijke keuzes zijn de exclusieve taak van de redacties, het netmanagement en de productieverantwoordelijken. Die autonomie is essentieel en zit in het Mediadecreet verankerd. Die autonomie is wezenlijk voor de onafhankelijkheid van onze journalistiek en onze televisiemakers.
De VRT moet in alle onafhankelijkheid haar inhoudelijke keuzes kunnen maken. Op geen enkele manier kan er sprake zijn van inmenging of beïnvloeding door bestuurders of door politieke mandatarissen.
Mevrouw Segers, ik heb uw vraag goed beluisterd. Ik heb ook een aantal verklaringen gelezen in de pers ter zake. Maar op basis van de informatie waarover ik beschik, werd de beslissing in dezen autonoom en in alle onafhankelijkheid, wars van enige druk vanuit de raad van bestuur of vanuit de politiek genomen. De gedelegeerd bestuurder ad interim heeft dat, denk ik, in deze commissie zeer uitdrukkelijk gezegd: dat er geen sprake is van enige inmenging of beïnvloeding, en dat de beslissing volkomen autonoom is gebeurd en dat men geen druk heeft ervaren. U schijnt te suggereren dat de gedelegeerd bestuurder ad interim ter zake niet waarheidsgetrouw spreekt. Ik vind dat, eerlijk gezegd, jammer.
U suggereert ook dat er excuses van de VRT zouden geweest zijn. Ook dat heeft de gedelegeerd bestuurder ad interim tegengesproken. Laat ons daar heel duidelijk over zijn. Er is geen enkele aanduiding dat er inmenging zou zijn geweest, niet vanuit de politiek en ook niet vanuit de raad van bestuur.
Er is natuurlijk die uitwisseling van e-mails binnen de raad van bestuur. Laat mij duidelijk zijn: een lid van de raad van bestuur is op dit punt, op het vlak van inhoud en programmatie, gelijk te stellen met u en ik of, nog duidelijker gezegd, met elke burger. Alle burgers, dus ook bestuurders, zijn vrij om hun bezorgdheid, onder meer over de inhoud van de programma’s, te ventileren. Maar het is aan de VRT om hier correct mee om te gaan, wat in dit geval gebeurd lijkt te zijn.
U peilt naar de kwestie of ik hierover overleg heb met de voorzitter van de raad van bestuur, of ik een doorlichting wil van de good governance. Maar ook daar, collega Segers, denk ik dat het essentieel is dat we de principes van het Mediadecreet naleven. Als we dat niet zouden doen op dit punt, dan zie ik niet in waarom we het zouden doen op andere punten. Dit is essentieel. De werking van de raad van bestuur is de zaak van de leden van de raad van bestuur. Die zijn benoemd, conform ons Mediadecreet, uit de politieke fracties die hier ook aanwezig zijn. Het zijn onafhankelijke bestuurders, die handelen in het belang van de openbare omroep maar die uiteraard, vanuit de politieke vertegenwoordiging in dit parlement, aangeduid zijn. Zij moeten erop toezien dat hun verantwoordelijkheden op de juiste manier worden ingevuld. De minister van Media moet daarover geen uitspraken doen. De leden van de commissie moeten daarover geen uitspraken doen. Bovendien, mevrouw Segers, denk ik dat er ook vanuit uw partij, vanuit uw fractie, een vertegenwoordiging is in de raad van bestuur.
Ik betreur dat de indruk is gewekt dat er politieke beïnvloeding was, of beïnvloeding vanuit de raad van bestuur, in dit concrete geval. Ik betreur ook ten zeerste dat het blijkbaar onmogelijk is binnen de raad van bestuur om vertrouwelijk om te gaan met informatie, dat sommigen het nodig achten, een van die twaalf mensen, om dit soort zaken te lekken en daardoor de VRT te beschadigen. Dit is een verpletterende verantwoordelijkheid van diegene die dat heeft gedaan. Ik kan alleen maar vaststellen, mevrouw Segers, dat ook met een aantal uitspraken in de media sommige collega’s schade hebben toegebracht. En vergis u niet, dat is geen schade aan de fractie van collega Slootmans of collega Janssens of collega Deckmyn, dat is schade aan de openbare omroep. Ik betreur dat ten zeerste.
Ik heb hier voor het overige niets aan toe te voegen. Ik beschouw dit incident als gesloten.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Minister, dank u voor uw antwoord. Over dit voorval is al heel wat inkt gevloeid. Het is volgens mij een voorval, een precedent dat ik echt niet meer wil meemaken, en dat op verschillende vlakken.
Volgens mij is hier zowel de geest als de letter van ons Mediadecreet geschaad. Ik denk echt wel dat de vertegenwoordiger van het Vlaams Belang in de raad van bestuur zijn boekje te buiten is gegaan. Minister, u zegt terecht dat iedere burger die zich geschaad of gekwetst voelt, zich kan richten tot de VRT. Er bestaat een klantendienst, er bestaat een ombudsman om zich naar te richten. Alleen moet iedereen dat doen in persoonlijke naam.
De vertegenwoordiger van het Vlaams Belang is zijn boekje te buiten gegaan omdat hij die e-mail stuurde naar alle leden en de voorzitter van de raad van bestuur. Hij moet zich echt eens buigen – en dat geldt voor alle leden – over wat zijn rol is in de raad van bestuur van een publieke omroep. Dat is het bewaken van de strategie, en zich geenszins mengen in de inhoud. Als je je gekwetst voelt, dan moet je je ten persoonlijken titel richten tot de klachtendienst, of de ombudsman als het gaat over een nieuwsfeit, of tot de klantendienst in het geval van De Ideale Wereld.
Binnen de raad van bestuur is er door de voorzitter ook echt niet goed gereageerd, echt niet. De voorzitter van de raad van bestuur had, op het moment dat hij de e-mail ontving, samen met alle andere leden van de raad van bestuur contact moeten nemen met die persoon en hem moeten zeggen: “Ik begrijp dat u zich gekwetst voelt, maar dit zijn de geëigende kanalen, wendt u alstublieft met uw klacht tot de klantendienst.” Dat had moeten gebeuren. Dat is het enige dat had moeten gebeuren.
Vervolgens was er een hele opeenstapeling van reacties, zoals het direct doorsturen van de beslissing, de voorzitter die zei dat hij het zou opnemen met de CEO ad interim, de CEO die dan contact opneemt met de voltallige directie over de beslissing om het bewuste fragment te schrappen. Er is dus een opeenstapeling van gebeurtenissen. Maar het is van in het begin met het versturen van de e-mail en met de reactie van de voorzitter van de raad van bestuur fout gelopen. Dit mag echt geen tweede keer gebeuren.
De heer Slootmans heeft het woord.
Ik sluit me grotendeels aan bij de woorden van de minister. Het enige wat wij hebben gedaan via ons lid van de raad van bestuur, is een melding maken over een ongepaste passage. Dat men hier begint door te bomen over de vorm waarin dat is gebeurd, dat lijkt me eigenlijk helemaal naast de kwestie. We hebben geattendeerd op een probleem en we vroegen om een reactie. Dat bleek zeer duidelijk uit de reactie op de e-mail.
Mevrouw Segers, als het toch zo'n probleem is dat een lid van de raad van bestuur zijn collega's attendeert op een pijnlijke passage, waarom heeft de vertegenwoordiger van uw partij daar dan geen stampij over gemaakt? Dan hebben wij u daar helemaal niet over gehoord. Dit lijkt me dus een late vorm van verontwaardiging.
Maar goed, ik begrijp uit uw woorden dat u een heel grote voorliefde hebt voor het vrije woord op de VRT. Ik ben er helemaal van overtuigd, en ik dank u daar ook bij voorbaat voor, dat u straks ons voorstel van resolutie zult steunen dat het vrije woord ten volle garandeert. U kunt daarbij ook de fout rechtzetten waar ik het zonet over had. Ik dank uiteraard ook de andere collega's bij voorbaat voor hun steun.
Minister, u had het vorige week over 'met een rode bol gelabelde programma's'. Over welke programma's gaat dat? Ik vraag van u geen exhaustieve lijst, maar het is wel interessant voor mensen om te weten of Johan en de Alverman, De Collega's, In De Gloria programma’s zijn die in de toekomst niet meer zouden kunnen worden heruitgezonden. Is daar een rode bol bij gezet? Moet er een disclaimer aan worden toegevoegd?
Het zou voor heel wat mensen interessant kunnen zijn te weten dat de programma’s waarmee ze zijn opgegroeid nu worden gecensureerd of not done zijn omdat ze niet meer zijn aangepast aan de tijdsgeest, zoals dat wordt genoemd. Ik vraag niet om een exhaustieve lijst, maar ik zou graag een aantal voorbeelden hiervan krijgen.
Mevrouw D’Hose heeft het woord.
Minister, ik ben het volledig met u eens dat er geen politieke inmenging van de raad van bestuur is geweest. Dat blijkt overduidelijk uit alles. Iedereen heeft naar zijn vertegenwoordiger in de raad van bestuur gebeld om het verhaal te horen over wat er juist is gebeurd. Het is unaniem. Er is geen politieke inmenging geweest. Dat is belangrijk.
Ik ben het absoluut met u eens dat de redactie van ‘De Ideale Wereld’ de beslissing volledig autonoom heeft genomen. Ik ben daarvan overtuigd. Ik heb het bewuste fragment herbekeken en ik vind het niet grappig. Ik vind het lachen met een Hitlergroet nooit grappig, tenzij het natuurlijk om John Cleese gaat. Het was niet grappig.
Mijnheer Slootmans, de essentie is echter dat de vraag nooit had mogen worden gesteld en nooit had mogen worden beantwoord. Dat is de essentie. Het stoort me mateloos dat u, in plaats van te beseffen dat uw vertegenwoordiger in de raad van bestuur het Mediadecreet met de voeten heeft getreden, een mea culpa te slaan en toe te geven dat hij als lid van de raad van bestuur zijn boekje te buiten is gegaan, die vraag niet had mogen stellen en zich als elke burger had moeten gedragen door naar de ombudsman te stappen zonder zijn bevoorrechte positie in de raad van bestuur te misbruiken, in uw repliek niet stelt dat uw politieke partij een fout heeft gemaakt. Dat kan gebeuren. Wie zonder zonde is, werpe de eerste steen. Wat u doet, is meteen met modder gooien naar de vraagsteller en programma’s als ‘De Collega’s’ op de spits drijven. U had moeten zeggen dat de essentie van het debat is dat uw partijgenoot in de raad van bestuur die vraag nooit had mogen stellen en die vraag simpelweg nooit had mogen worden beantwoord. Dat is de essentie. We moeten het niet groter maken dan het is.
Ik ga ervan uit dat dit geen precedent is en dat de redactie op een zeer autonome manier heeft gereageerd. Ik vind dat het belangrijkste is gezegd. We moeten stoppen met modder naar elkaar te gooien en de zaak moeilijker en gecompliceerder te maken. We moeten gewoon zeggen dat dit nooit had mogen gebeuren.
De heer Meremans heeft het woord.
Minister, ik denk dat vorige week op deze vraag al een antwoord is gegeven. Ik ben niet de voorzitter van deze commissie. Ik ben maar een eenvoudige Vlaamse volksvertegenwoordiger. Uw antwoord was zeer duidelijk. Het antwoord van de CEO was ook heel duidelijk. Er is geen sprake van politieke inmenging.
Niemand trekt in twijfel dat er ironische en humoristische programma’s moeten zijn. Uw dienaar is ook al een paar keer door de mangel gehaald. Dat moet kunnen. In een democratie moeten we daar een pantser tegen hebben. Indien dit niet zou gebeuren, zouden we in een eng regime terechtkomen.
Over de aard van de grap zal ik me niet uitspreken, maar de leeftijd van de grap stemt wel overeen met de leeftijd van de conferencier.
Je zou er eventueel voor kunnen pleiten dat het lid van de raad van bestuur via de Ombudsdienst had moeten gaan. Maar om dit te catalogeren als politieke inmenging en als druk, dat vind ik er toch een beetje zwaar over. De beslissing is autonoom genomen door de VRT zelf, in overleg met het productiehuis. Je kunt hier dus niet spreken van politieke inmenging of van wat dan ook.
Een ding moet mij wel van het hart. Mevrouw Segers spreekt van politisering en politieke druk. Ik merk wel dat interne mails van de raad van bestuur, die volgens mij zou moeten werken als een team, voor het belang van de VRT, over de partijgrenzen heen – dat die mails vrolijk worden doorgestuurd en vrolijk worden gelekt. Dat verontrust mij een beetje. Ik hoop dat dit eenmalig was, dat dit niet voortdurend gaat gebeuren. Het is niet goed voor een raad van bestuur als dit voortdurend op de straatstenen wordt gegooid, om welk politiek doel dan ook te bereiken.
Wat ons betreft, is het conflict hierbij gesloten. Voor ons is het duidelijk dat we nu gewoon verder moeten. Ik denk dat er al genoeg inkt en cameratijd aan verspeeld zijn. We moeten nu gewoon verdergaan. Nogmaals, het is het recht van iedereen, ook van leden van de raad van bestuur, om een mening te geven. Dat dat misschien beter via het kanaal van de Ombudsdienst had kunnen gaan, kan ik begrijpen. Wat ons betreft, is er geen sprake van politieke druk of inmenging of wat dan ook.
De heer Pelckmans heeft het woord.
Namens mijn fractie wil ik hierover heel kort en duidelijk zijn. Ik sluit mij trouwens helemaal aan bij de analyse van mevrouw Segers en voor een stuk ook bij wat mevrouw D’Hose heeft gezegd. Behalve op één punt, en daar zit nu net volgens ons de crux.
Mevrouw D’Hose zei dat er hier zeker geen politieke inmenging is. Dat zeggen nogal wat partijen. Maar laat ons niet vergeten dat vooral de indruk is gewekt dat dit wel het geval is. En daarvan hebben de collega’s van het Vlaams Belang ruim gebruik gemaakt om hierover een zoveelste rel te schoppen en om dit onder de aandacht te brengen. En dat vind ik nog kwalijker. Het woord ‘kwalijk’ mag volgens ons zelfs vervangen worden door het woord ‘ontoelaatbaar’, collega Segers. Wij tillen hier toch wel zwaar aan.
De kwestie is – en daarover moet het hier gaan – hoe we hiermee in de toekomst zullen omgaan. Het feit dat hier 'de indruk gewekt is dat…' wil eigenlijk ook zeggen dat onze regels en afspraken en teksten daarover blijkbaar toch nog niet duidelijk genoeg zijn. Als er een klacht is, is er maar één weg: de ombudsman. Moeten we, met de teksten van de beheersovereenkomst enzovoort voor ons, niet eens bekijken hoe we dat in die teksten nog veel duidelijker kunnen expliciteren, dat dit niet kan?
Minister, u moet de daad bij het woord voegen en die teksten nog eens bekijken, om zo wat hier gebeurd is te vermijden. Men zou zelfs niet de indruk mogen wekken dat er politieke inmenging heeft plaatsgevonden. We moeten dat vermijden. Ik roep op om daaraan te denken en die teksten heel grondig aan te passen.
Wat er vorige week is gebeurd, vond ik persoonlijk ook een beetje spijtig: de manier waarop de vertegenwoordigers van de VRT hier een beetje aan de schandpaal werden genageld, of hoe men dat toch probeerde. Ik was daar, net als de heer Meremans, een beetje door gechoqueerd. Maar goed, dat had dan wel het voordeel dat we meteen rechtstreeks van de betrokkenen het juiste antwoord kregen.
Wat de minister zei, verschilt daar niet veel van. Ik wil herhalen dat ik mij kan voorstellen dat als je lid bent van de raad van bestuur, je in de wandelgangen wel eens zegt dat een programma erover was. Ik moet zeggen dat ik die aflevering van De Ideale Wereld heb gezien. Dat is al een maand of twee geleden. U mag gerust weten dat ik eigenlijk wel een fan ben van Geert Hoste. Maar hier, toen hij dat gebaar deed, kreeg ik er koud van. Dat is niet mijn soort humor. Op dat moment ging het er wel een beetje over. Dat is een persoonlijke mening, die hier verder niet ter zake doet.
Ik kan me dus voorstellen dat je in de wandelgangen van de raad van bestuur zegt: heb je dat gezien, dat vond ik eigenlijk niet zo fijn. En dat gaat dan ook zijn weg. Het zijn zaken die gebeuren.
Nu gebeuren door de coronacrisis heel wat zaken digitaal, per e-mail in dit geval, waardoor er sporen en lekken zijn, wat ook wel erg is. Je kunt elkaar dan niet vertrouwen in zo'n raad van bestuur. Ik vind het eigenlijk heel erg wat er allemaal is gebeurd. Het is nu aan de raad van bestuur om het daar onderling over te hebben, en dat ze in de werking goed afspreken wat wel en wat niet kan. Ze moeten zich sowieso aan het decreet houden.
Je kunt zeggen dat dit niet de bevoegdheid is van een raad van bestuur, absoluut niet. Ik denk niet dat ze zich dusdanig over de inhoud van programma's hebben uit te spreken. Dat is de autonomie van de VRT zelf, uiteraard. Maar dat dat ongetwijfeld informeel gebeurt, daar kan ik me iets bij voorstellen. Het is best dat ze daar onderling afspraken over maken, maar het is dan ook weer niet aan ons om hen dat op te leggen.
Ze kunnen deze vraag om uitleg maar eens goed herbekijken of nadien het verslag lezen en daar dan zelf hun conclusies uit trekken. Ik denk dat we, zeker in deze commissie, ons hier verder echt niet mee te moeien hebben, want dan doen we ook weer bijna aan inmenging. Hier is geen sprake van politieke inmenging. Daarover ben ik het dus wel eens met al diegenen die dat standpunt innemen.
Misschien toch nog een puntje. We zijn ook allemaal burgers, politici, leden van raden van bestuur, ministers, en we hebben inderdaad de kans – in dit geval niet, want dat is hier een paar keer foutief gezegd – om naar de Ombudsdienst te gaan. De ombudsman van de VRT, dat is enkel voor de nieuwsdienst. Zoals mevrouw Segers terecht zei, gaat het hier om de klantendienst, waar je met gewone klachten terechtkunt.
Minister Dalle heeft het woord.
Ik ben eigenlijk erg opgetogen dat iedereen ermee akkoord gaat dat er in dit geval in de feiten geen sprake is geweest van politieke beïnvloeding en dat de VRT deze beslissing autonoom heeft genomen.
Mijnheer Pelckmans, u hebt de nuance aangebracht dat wel de indruk werd gewekt dat er sprake was van politieke beïnvloeding. Ik vermoed dat u erkent dat dat in de feiten niet het geval is en dat u ter zake vertrouwt op die uitspraak, tenzij u zou betwisten dat wat de gedelegeerd bestuurder ad interim heeft gezegd correct is. Ik vermoed dat u het hebt over die indruk.
Collega's, ik wil toch een citaat meegeven dat voor mij een beetje symptomatisch is voor de wijze waarop een aantal van onze collega's dit dossier in de pers hebben behandeld. Het is een citaat dat ik las in verschillende kranten: “VRT plooit voor politieke druk van extreemrechts.” Het is een citaat van Hannelore Goeman, mevrouw Segers, toch uw fractieleider. Ze heeft zeer uitdrukkelijk gesteld in de kranten dat de VRT in de feiten is geplooid voor politieke druk.
Collega's, ik ben heel blij dat alle collega's hier – tenminste bijna alle collega's, indien collega Pelckmans het hier niet mee eens zou zijn, maar ik vermoed dat hij ook zo denkt – erkennen dat dit niet het geval is. Als er terecht wordt gezegd dat de indruk is gewekt dat er sprake is van politieke beïnvloeding, dan is die indruk ook voor een groot stuk te wijten aan dit soort onverantwoorde uitspraken zoals van uw fractieleider, mevrouw Segers.
Als er klachten zijn over de inhoud van programma's, dan zijn daar een aantal geëigende diensten voor. De ombudsman voor nieuws en duiding en de klachtendienst, voor bijvoorbeeld fictie- en non-fictieprogramma's allerhande. Maar dat zijn geen exclusieve wegen om iets te melden. We leven in een democratie. Er zijn meer dan 2000 medewerkers van de VRT, er zijn 6,5 miljoen Vlamingen, die komen elkaar tegen, die zeggen af en toe iets tegen elkaar. Mevrouw Brouwers, u zei terecht dat in normale tijden in de wandelgangen al eens iets wordt gezegd, een vraag wordt gesteld, een opmerking wordt gemaakt.
Mijnheer Pelckmans, u hebt gezegd dat we het decreet misschien moeten aanpassen en de regels moeten verfijnen. Ik ben er geen voorstander van mensen decretaal te verbieden een bedenking te uiten. Dat geldt ook voor de leden van de raad van bestuur. Ook zij kunnen hun bedenkingen uiten. Wat niet mogelijk is, is dat de raad van bestuur een beraadslaging over de inhoud houdt en dit als een vorm van besluitvormingsproces tot de VRT brengt. Dat is uitgesloten.
Mijnheer Meremans, ik betreur dat de uitwisseling in de raad van bestuur onmiddellijk op de voorpagina van een krant stond. Ik herhaal dat het lid van de raad van bestuur dat daarvoor verantwoordelijk is zichzelf eens goed in de ogen moet kijken. Ik denk niet dat hij in het belang van de openbare omroep heeft gehandeld.
Ik zou in dit geval allicht niet op precies dezelfde manier hebben gehandeld als de voorzitter van de raad van bestuur, maar dat is absoluut niet relevant. Het standpunt van de minister van Media is niet gevraagd en is niet relevant. Volgens het Mediadecreet, dat we hier zo belangrijk vinden voor het functioneren van de raad van bestuur, handelt elk lid van de raad van bestuur in het belang van de VRT en kan elk lid van de raad van bestuur opmerkingen maken. Indien er problemen met bepaalde mailuitwisselingen zijn, moeten de mensen hun opmerkingen maar maken. Elke hier aanwezige partij heeft momenteel vertegenwoordigers die vanuit hun fractie zijn benoemd.
Ik beschouw dit incident als gesloten en ik hoop dat in de toekomst niet meer wordt bijgedragen tot de zeer kwalijke indruk die is gewekt. Dit incident is enkel voor de openbare omroep schadelijk geweest, wat een heel jammere zaak is. Dit was onnodig.
Mijnheer Slootmans, u hebt tot slot nog een vraag over de befaamde rode bol gesteld. Hierop zijn vorige week al antwoorden gegeven, zowel door mezelf tijdens de plenaire vergadering als door de mensen van de VRT in de commissie.
Het gaat om een zeer divers aantal gevallen, bijvoorbeeld als de VRT niet over de noodzakelijke auteursrechten voor de heruitzending van een passage beschikt. Het gaat over rechtenkwesties, contractuele kwesties of het gepast karakter van beelden, bijvoorbeeld als iemand die voor zedenfeiten is veroordeeld op een aanstootgevende manier in beeld komt of als het om kwetsende beelden gaat. Het gaat om zeer diverse beelden en dit is een aandachtspunt voor de redacteur of de journalist die de beelden zou willen gebruiken.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Minister, ik hoop echt dat we het incident hiermee kunnen afsluiten en zeker en vast vooral ook dat we een dergelijk incident geen tweede keer moeten meemaken. Dit is echt een heel kwalijk precedent geweest waar we terecht vanuit het Vlaams Parlement op reageren. Indien de indruk van politieke inmenging zou zijn ontstaan, mogen we dat niet zomaar laten passeren. Het Mediadecreet is geen vodje en hier is wel degelijk tegen de letter en de geest van het Mediadecreet ingegaan.
Mijnheer Slootmans, u hebt gevraagd waarom onze vertegenwoordiger niet heeft geantwoord. Uw vertegenwoordiger heeft op 4 mei 2020 die mail gestuurd. Binnen het uur heeft hij van de voorzitter van de raad van bestuur het antwoord gekregen dat hij het met de CEO zou bespreken. Op dat ogenblik had hij perfect de kans om te zeggen dat hij helemaal niet vroeg om het fragment te schrappen. Als de regeringscommissaris zei dat het fragment moet worden geschrapt, was er een kans om te zeggen dat dit helemaal niet nodig was en dat de discussie ook niet nodig was.
Wat betreft uw verwijt over de persoon die namens onze partij is aangeduid, zij is daar aangeduid en doet echt wat zij denkt dat ze moet doen. Zij is geen stropop of handpop van onze partij.
Mevrouw D’Hose heeft het heel goed samengevat: de vraag had nooit mogen worden gesteld, maar vooral, ze had nooit mogen worden beantwoord. En dat is essentieel. Er zijn twee fouten gebeurd. De eerste fout is gebeurd door de vertegenwoordiger van het Vlaams Belang, als hij die mail al had gestuurd omdat hij niet beter wist, omdat hij de codes van good governance niet kent of omdat hij de weg naar de klantendienst – niet de ombudsman – niet kent. Maar de tweede fout was dat de voorzitter van de raad van bestuur op dat moment anders had moeten handelen. Hij had moeten doorverwijzen.
Minister, u geeft zelf aan dat u niet op dezelfde manier zou hebben geantwoord. En u zegt dat dat niet relevant is, maar ik vind dat wel relevant. Ik vind dat wel relevant en ik hoop dat daaruit voor de toekomst kan worden geleerd dat er geijkte procedures zijn om te handelen.
Ten slotte ben ik het er absoluut mee eens dat dat lek niet had mogen gebeuren. Ik schrok mij een hoedje toen ik ’s ochtends de voorpagina van De Standaard zag. Dat lek had er inderdaad niet mogen zijn en het is niet voor herhaling vatbaar.
Minister Dalle, u vraagt het woord, maar dat kan niet meer volgens ons reglement, want dan moet ik nadien weer het woord geven aan mevrouw Segers. Ze lijkt wel benieuwd naar wat u wilt zeggen, maar we zullen dit debat een andere keer voortzetten.
Ik hoop eerlijk gezegd dat we dit soort vragen niet meer hóéven te krijgen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.